Search

Kalveren die krachtvoer met 125 g DVE kregen, hadden een hogere groei tijdens de opfok. Er was uiteindelijk geen verschil in karkasgewicht en karkaskwaliteit.

Roze-vleeskalveren die in de opfok meer kunstmelk krijgen, hebben een hogere voeropname, groei en karkasgewicht. De hoeveelheid kunstmelk heeft nauwelijks effect op de bevleesdheid en vetbedekking van het karkas.

Op het Low Input Schapenbedrijf van de Waiboerhoeve ligt het dek- en aflamseizoen enkele maanden later dan op de traditionele schapenbedrijven.

Aan roze-vleeskalveren zijn krachtvoeders met variërende gehaltes aan verschillende koolhydraten gevoerd. Deze verschillende gehaltes aan zetmeel, suiker en ruwe celstof hadden geen effect op de voeropname, groei of slachtkwaliteit van de kalveren.

Emissie-arme stalsystemen zijn nog steeds in ontwikkeling. Door het PR wordt onder andere aandacht besteed aan het gebruik van hellende vloeren om de ammoniakemissie te verminderen.

Monensin, Flavomycine en de gistculturen Diamond V 'XP' en Yea-Sacc hebben geen wezenlijk effect op groei en voeropname van Piemontese-kruislingstieren in een rantsoen dat bestaat uit een zetmeelrijk, ruw-celstofarm mengsel van snijmaos, natte aardappelzetmeel en sojaschroot.

De term fasevoedering is bekend uit de intensieve veehouderij. Ze slaat op het voeren van verschillende krachtvoeders op bepaalde momenten tijdens de groei- of de legperiode.

Uit onderzoek op ROC Aver Heino waarbij graskuil en luzernekuil zijn vergeleken bleek dat jongvee op luzernekuil volgens de berekende energie-opname uit de voederwaardeschatting ruim 300 gram per dier per dag zou kunnen groeien, maar in werkelijkheid was de groei ruim 650 gram. Dit betekent dat door het jongvee uit luzernekuil aanmerkelijk meer energie is gehaald dan op basis van analyse is ingerekend.

Het management op het bedrijf (voeding, beweidingsysteem) heeft in het algemeen een grotere invloed op de groei en ontwikkeling van het jongvee dan de mineralenvoorziening.

Het economisch rendement bij het gebruik van monensin en deze gist voor alternatieve vleeskalveren van 11 tot 32 weken is gelijk.

Koeien waarvan geen kalf voor vervanging van de melkveestapel wordt aangehouden, worden vaak geonsemineerd met sperma van een vleesrasstier. Hierdoor worden er kruislingkalveren geboren die een duidelijke meerwaarde voor de vleesproductie hebben.

De voeding van vleesstieren is sterk afhankelijk van het gewicht van de dieren. Dit geldt zowel voor de behoefte als voor de opname. Met recente gegevens uit het praktijkonderzoek zijn gewichtscurves ontwikkeld.