Search

Hoe zorg je dat duurzaamheidsdoelen door iedereen in de gemeentelijke organisatie worden opgepakt? De afdeling Beheer Openbare Ruimte van het Advies en Ingenieursbureau in Almere ontwikkelde een systeem van afdelings- en projectindicatoren om duurzaamheid in alle aspecten van het werk mee te nemen.

Duurzaamheid, of lage milieubelasting, kan in EMVI aanbestedingen gewaardeerd worden. Er zijn de afgelopen 20 jaar normen, databases en tools gemaakt, waarmee de milieubelasting over de levenscyclusanalyse bepaald kan worden. DuboCalc is zo’n mooi instrument om milieubelasting te beoordelen. Toepassing van DuboCalc in EMVI is een stap vooruit naar een beter milieu. De inzet van Dubocalc om de milieubelasting te verminderen vraagt echter wel om een goed gevulde database en om oordeelkundig gebruik. Aan de hand van voorbeelden t.a.v. levensduur, logistiek en hergebruik van materiaal laten we zien wat het (soms onbedoelde) effect van de huidige toepassing is, welke schijnzekerheid dat oplevert, en welke belemmeringen er daardoor zijn om infrastructuur met een mogelijke lagere milieubelasting te realiseren. Op basis van deze praktijkervaring worden voorstellen gedaan welke doorontwikkeling wenselijk is.

Milieu-innovatie is een breed begrip. Tijdens een plenair debat zijn de NMD-deelnemers uitgedaagd om accenten te benoemen voor het creeren van echte doorbraken. Twee onderwerpen stonden centraal: klimaat en voedsel. Drie deskundigen, Tinus Pulles, Sophie Jongeneel en Sandrine Nonhebel, leverden commentaar

Technologische innovatie bepaald het tempo van de verduurzaming van de samenleving. De opgave is om de ontwikkeling van duurzame innovatieve technologie te versnellen en niet-duurzame innovaties op dood spoor te zetten. De kans is namelijk groot dat door maatschappelijke weerstand zo'n investering vervroegd moet worden afgeschreven

Periodes met hitte gekoppeld aan stedelijke luchtverontreiniging hebben gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van de inwoners in de stad. Ze leiden tot hittestress en in het extreme geval totvroegtijdige sterfte. Onderzoek uit OW liet zien dat temperatuur en luchtvervuiling vaak tegelijk verhoogd zijn. Of de twee elkaar versterken in hun effect op vroegtijdige sterfte kon toen niet worden bewezen. Uit eèn gedetailleerd onderzoek voor Rotterdam is die int eractie nu wel vastgesteld. Hieruit blijkt ook dat de luchtkwaliteit en het aantal dagen met hittestress sterk per buurt kunnen verschillen

Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken heeft aan TNO het verzoek gedaan een levenscyclusanalyse (LCA) uit te voeren naar de milieuimpact van draagtassen. Deze studie heeft het volgende tot doel: - Het inzicht geven in en het vergelijken van de milieuimpact van verschillende draagtassen, zodat een kwantatieve vergelijking kan worden gemaakt, wat betreft de milieuimpact van verschillende typen draagtassen. - Het bepalen van het verschil in impact tussen eenmalig en meermalig gebruik van draagtassen; hierbij wordt het verschil in gebruik van de verschillende typen draagtassen meegenomen.

Emissieschattingen voor historische jaren veranderen met grote regelmaat. Voor de emissie-experts wellicht vanzelfsprekend, voor een buitenstaander niet: De gemeten temperatuur of NO2-concentratie in bijvoorbeeld 2010 wordt toch ook niet elk jaar herzien? Als gebruiker van deze emissieschattingen is het belangrijk dit te beseffen, vooral wanneer men ook emissiedata van buurlanden of heel Europa wenst te gebruiken voor bijvoorbeeld modelering van grensoverschrijdende luchtkwaliteit

De kwetsbaarheid voor de effecten van klimaatverandering kan binnen een stedelijk gebied sterk uiteenlopen. Daarop gericht anticiperen is verstandig. Met name een scala aan relatief kleine maatregelen blijkt efficiënt om de kÏimaatbestendigheid te vergroten, zeker wanneer dit tegelijkertijd gebeurt met groot onderhoud of renovaties. Dit blijkt uit het onderzoeksprogramma Climate Proof Cities (CPC).

Haar passie voor een duurzamere wereld begon met een grote liefde voor dieren. Gaandeweg breidde die belangstelling zich uit "Het energievraagstuk fascineert me enorm", vertelt Sophie Jongeneel

De uitstoot van SO2, NO en NH3 is niet even snel verminderd. Hierdoor is de atmosferische chemie verandert, waardoor concentraties van reactief stikstof en zwavelcomponenten niet een-op-een met de emissiereducties teruglopen.

Het verdisconteren van de invloed van weersomstandigheden op ammoniakemissies uit landbouwactiviteiten leidt tot een betere modellering van ammnoniakconcentraties. Dat blijkt uit een studie van TNO in Vlaanderen

Stikstofdepositie in Duitsland wordt berekend met het verbeterde Lotos-Euros model. Verdere detaillering van weersafhankelijke emissiepatronen is nodig om de depositiekaarten te verfijnen

Restwarmte van bedrijven in het stedelijke gebied wordt veelal rechtstreeks geëmitteerd naar de omgeving, Vooral in de winterperiode kan deze warmte door derden benut worden voor verwarmingsdoeleinden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de vrijkomende condensatiewarmte van koelinstallaties van ziekenhuizen en supermarkten. Hiermee kunnen honderden woningen in de directe omgeving worden verwarmd

Het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering is ogenschijnlijk succesvol. De collectieve doelstelling van het protocol om de broeikasgasemissies te reduceren wordt waarschijnlijk gehaald en het onafhankelijke toezicht op de naleving van het protocol blijkt effectief. Desondanks hebben landen zich voorgenomen om het klimaatbeleid op een andere leest te schoeien.

Het beleid voor de biobased economy is inconsistent en richt zich te veel op de vermindering van de CO²-uitstoot. Er zijn belangrijke veranderingen nodig. Zo niet, dan valt het duurzame succes van dit spoor op termijn bitter tegen

Uitdagingen genoeg om de luchtkwaliteit in Nederland en Europa te verbeteren. Niet alleen fijnstof en stikstof, maar ook ozon en NMVOS-emissies vormen nog een probleem, stellen onderzoekers van het PBL (Planbureau voor de Leemomgeving) en TNO. Gelukkige bijkomstigheid: het Europese klimaatbeleid levert een betere luchtkwaliteit op

Wegverkeer is een belangrijke emissiebron van fijn stof (PM). De verbrandingsemissies (uitlaatemissies) verminderen, waardoor de hoeveelheid fijn stof van rem- en bandenslijtage en resuspensie (her) opwerveling van wegenstof belangrijker wordt. Bovendien blijkt dat wegenstof belangrijke negatieve gezondheidseffecten heeft.

Onzekerheden in nationale emissecijfers zijn in de ordegrootte van 5% (broeikasgassen) en 10% (verzurende stoffen). Ook herberekeningen laten zien dat de emissie in Nederland geen absoluut getal is, maar een range van mogelijke emissies. Bij het beoordelen van emissie-reductieafspraken wordt bekeken of de absolute emissie voldoet aan de afspraken en wordt de onzekerheid hierin niet meegenomen. Onzekerheidsanalyses zijn vooral bruikbaar voor het prioriteren van de verschillende mogelijkheden tot kwaliteitsverbetering van de emissieschatting

Het terugdringen van niet CO2 broeikasgassen werkt sneller en is goedkoper van van CO2. Dit bleek tijdens een VVM-symposium waaraan een internationaal gezelschap van ruim 200 wetenschappers, beleidsmakers en mensen uit de industrie aan deelnamen

Het wegtransport slorpt bijna een kwart van al onze energie op. Om dit aandeel te verduurzamen is een keuze voor dieselolie uit algen uit energetisch oogpunt een zinnige optie. Vergeleken met elektrische auto's is er sprake van aanzienlijke efficiencywinst. Wel vergt de algenkweek veel ruimte. Zelfs als de huidige auto's vier keer zo efficiënt worden is hiervoor nog steeds een oppervlakte ter grootte van de Provincie Groningen nodig.

Bekend is dat de luchttemperatuur tijdens zomerse omstandigheden in een stad als Rotterdam wel 7° hoger kan zijn dan in het buitengebied. Tijdens hitteperioden kan dit leiden tot vroeger overlijden van mensen met een zwakke gezondheid. Een verspreidingsmodel voor innerte gassen maakt het mogelijk om de bijdrage van industriële warmtebronnen aan de temperatuur in de omgeving te berekenen. Toepassing van de methode op de temperatuur in Rotterdam toont aan dat die bijdrage tijdens een hitteperiode meer dan enkele graden Celcius kan bedragen.

De aanpak van de zure regen geldt als een van de succesnummers van het lucht- en milieubeleid. Het planbureau van de Leefomgeving zette dertig jaar verzuringsbeleid op een rij. Wat kunnen we leren van de successen voor het lucht- en klimaatbeleid vandaag de dag