Search

In de oncologische orthopedie moeten chirurgische ingrepen curatief zijn. ‘En bloc’-resecties van bottumoren zijn vaak lange, ingrijpende en risicovolle interventies. Eén van de risico’s is een recidief van de tumor als de tumor niet volledig verwijderd werd. Dat is een uiterst ernstige complicatie die de overleving van de patiënt in het gedrang kan brengen in het geval van maligne bottumoren. Patiëntspecifieke instrumenten (patient specific instrument, PSI), of op maat gemaakte snijgeleiders zijn tools die ons kunnen helpen om die risico’s op recidieven tot nagenoeg nul te herleiden. De snijgeleiders leiden het zaagblad van de chirurg en garanderen zo dat alle snijvlakken van het bot vrije snijranden hebben. PSI’s worden gemaakt aan de hand van een nauwkeurig plan op basis van de beeldvormingsonderzoeken van de patiënt, waarbij ingenieurs en chirurgen samenwerken. PSI’s verkorten de operatieduur en indirect ook de complicaties die daarmee samenhangen (bloedverlies, risico op infectie, enz.) en het aantal plaatselijke recidieven. PSI’s maken het mogelijk om kleinere resectiemarges te hanteren, waardoor anatomische structuren behouden kunnen worden die anders verloren gaan. Ze kunnen ook gebruikt worden om een allotransplant op maat uit te snijden en verlagen in dat geval het aantal botcomplicaties (pseudoartrose).

Infantiele hemangiomen zijn goedaardige vaattumoren die voorkomen bij 5-10% van de zuigelingen. De diagnose wordt meestal klinisch gesteld. Meestal is geen behandeling vereist. Enkel gecompliceerde infantiele hemangiomen die levensbedreigend zijn of functionele of esthetische restletsels kunnen nalaten, worden behandeld. Sinds meerdere jaren is propranolol per os de eerstelijnstherapie. Dat moet zo snel mogelijk worden toegediend, idealiter tussen de leeftijd van 5 weken en 5 maanden, om de kans op latere restletsels zoveel mogelijk verkleinen.