136 results on '"Walther, A."'
Search Results
2. Grensoverschrijdende zorg: EU-burgers als patient
- Author
-
Pronk, S.A., ten Hoopen, M.M., Bollen, Jan, Leusink, Geraline, van der Mei, A.P., van Mook, Walther, RS: FdR not Institute related, Public Law, RS: FdR - CERiM, RS: FDR - MACIMIDE, RS: FdR Institute MCEL, RS: FdR IC Integratie, RS: SHE - R1 - Research (OvO), Intensive Care, and MUMC+: MA Medische Staf IC (9)
- Abstract
In deze klinische les gaan we het hebben over zorgverlening aan niet-Nederlandse EU-inwoners. Binnen de EU is het makkelijker geworden om naar andere landen te reizen en er te werken. Daardoor kan het vaker voorkomen dat mensen uit een ander EU-land, gepland of ongepland, gebruikmaken van de Nederlandse gezondheidszorg. Dat gaat gepaard met enkele praktische uitdagingen.
- Published
- 2023
3. Sociale impact van de landbouwtransitie
- Author
-
Walther, C.M., Stomph, D., and van Dam, R.I.
- Subjects
Biodiversiteit en Beleid ,Life Science ,WASS ,Regional Development and Spatial Use ,Cultural Geography ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik ,Biodiversity and Policy - Abstract
This study explores the variety of social impacts the agricultural transition has on those directly involved (farmers, farmers’ families and farming communities) and how they experience those impacts. The various social consequences experienced by farmers is outlined in a ‘social impact palette'. This palette has five dimensions: (1) existential, (2) psychological, (3) behavioural, (4) physical environment and (5) process. Each dimension is elucidated further in various facets and illustrations from the interviews. Dit onderzoek verkent de variëteit van sociale impact van de landbouwtransitie op directbetrokkenen (boeren, boerinnen, boerengezinnen en (boeren)gemeenschappen) en hoe zij de impact beleven. De variëteit aan sociale gevolgen die boeren ervaren, wordt geschetst door een ‘palet aan sociale impact’. Dit palet kent vijf dimensies: (1) existentieel, (2) psychologisch, (3) gedragsmatig, (4) fysieke omgeving en (5) procesmatig. Elke dimensie wordt nader geduid in verschillende facetten en illustraties uit de interviews.
- Published
- 2023
4. Leefbaarheid op het platteland: uiteenlopen van idylles en werkelijkheden : Een literatuuronderzoek naar wat we denken te begrijpen van leefbaarheid op het platteland
- Author
-
During, Roel, Bock, Bettina, Frissel, Joep, Walther, Charlotte, and Wegman, Ruut
- Subjects
Biodiversiteit en Beleid ,Life Science ,WASS ,Regional Development and Spatial Use ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik ,Rurale Sociologie ,Rural Sociology ,Biodiversity and Policy - Abstract
In a motion MP Epping asked for a study into keeping the countryside liveable, in view of the relocation of basic facilities to cities. The aim of this study is to indicate the assumptions and knowledge on which government interventions to maintain or enhance the quality of life in rural areas are based, while paying attention to different perspectives, times and knowledge gaps. Basic facilities ensure encounters, and encounters feed the social capital in the community. The symbolic value of basic facilities lies in the status, strength, and vitality that rural residents derive from the presence of a village hall and a supermarket. It gives a sense of pride and confidence when they have remained there. Proximity to public facilities ensures that people meet each other (schoolyard, village hall), as well as care and transport. This proximity forms the basis of a self-reliant society, which has confidence in the collective and government, and can build broad prosperity. Deterioration of quality of life is a self-reinforcing process, caused by the depoliticization of decision-making and a lack of insight into chain effects. The final conclusion is that quality of life should be seen as a foundation and treated as such, on which initiatives for broad prosperity can flourish. Door TK-lid Epping is een motie ingediend waarin gevraagd wordt om een onderzoek naar het leefbaar houden van het platteland, gelet op het verplaatsen van basisvoorzieningen naar steden. Het doel van dit onderzoek is aan te geven op welke veronderstellingen en kennis overheidsinterventies voor het behoud of het versterken van de leefbaarheid op het platteland gebaseerd zijn, met daarbij aandacht voor verschillende perspectieven, tijdsgewrichten en kennishiaten. Basisvoorzieningen zorgen voor ontmoetingen en ontmoetingen voeden het sociaal kapitaal in de gemeenschap. De symbolische waarde ligt in de status, kracht en vitaliteit die bewoners van het platteland afleiden van de aanwezigheid van een dorpshuis en een supermarkt. Het geeft een gevoel van trots en vertrouwen als die er zijn gebleven. Nabijheid van publieke voorzieningen zorgt ervoor dat mensen elkaar ontmoeten (schoolplein, dorpshuis), evenals zorg en vervoer. Deze nabijheid vormt de basis van een zelfredzame samenleving, die vertrouwen heeft in het collectief en samen, inwoners en overheid, en kan bouwen aan haar brede welvaart. Achteruitgang van leefbaarheid is een zelfversterkend proces, veroorzaakt door depolitisering van besluitvorming en gebrek aan inzicht van keteneffecten. De eindconclusie is dat leefbaarheid als fundament moet worden gezien en als zodanig worden behandeld, waarop initiatieven voor brede welvaart tot bloei kunnen komen.
- Published
- 2023
5. Ik wil serieus genomen worden
- Author
-
Walther N.K.A. van Mook, Pieter C. Barnhoorn, Geurt Essers, Mattijs E. Numans, Vera Nierkens, Anneke Kramer, RS: SHE - R1 - Research (OvO), Intensive Care, and MUMC+: MA Medische Staf IC (9)
- Subjects
Family Practice - Abstract
Klachten van patiënten bieden een unieke inkijk in de manier waarop patiënten hun artsen ervaren en wat ze van hen verwachten. Onderzoek naar de precieze inhoud van klachten is schaars, zeker als het om ervaren onprofessioneel gedrag gaat. Wij onderzochten klachten van patiënten over de zorg van een huisartsenpost, over een periode van 10 jaar. De meeste klachten betroffen de huisartsen en gingen over medische expertise. Een tweede grote groep van de klachten betrof gedrag van de huisartsen dat patiënten als onprofessioneel ervaarden.
- Published
- 2021
6. Bouwlogistiek op weg naar zero emlssie: inzet van bouwhubs leidt tot aanzienlijke besparing in ritten en CO2-uitstoot
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
Nederlandse gemeenten hebben te maken met een grote bouwopgave. Dit zorgt voor veel voertuigbewegingen van en naar bouwprojecten. In 2021 werd er meer dan 250 miljoen ton bouwmaterialen vervoerd in Nederland. Daarmee is de bouw de grootste vervoerende sector in tonnen. Op de snelwegen transporteert één op de vijf vrachtwagens bouwmaterialen, in steden is dat één op de vier. Ook financieel gezien is de impact groot: de logistieke kosten in de bouwsector bedragen ruim € 6 miljard per jaar. Uiteraard is ook de CO2-uitstoot een belangrijk agendapunt: het aandeel van transport in de totale CO2-uitstoot van de bouwsector bedraagt maar liefst 35%. De vraag doet zich daarom voor: hoe kan de bouwlogistiek beter worden geregeld? De Topsector Logistiek onderzocht het.
- Published
- 2022
7. De Van Houtenmonumenten. Een reconstructie van de werkwijze van Eelke van Houten (1872-1970)
- Author
-
Walther Schoonenberg
- Subjects
Architecture ,NA1-9428 ,Architectural drawing and design ,NA2695-2793 ,History (General) and history of Europe - Abstract
In the 1930s, as Chief Inspector of the Amsterdam Municipal Building and Housing Department, Eelke van Houten (1872-1970) devoted himself to placing old sculpted gables, salvaged from demolished houses, on newly built houses in Amsterdam’s inner city. He was quite successful in this and continued his efforts even after his retirement, in 1936, with the full support of both the city of Amsterdam and the Planning Authority. Van Houten kept an inventory of all the available gables and made sure that this inventory was distributed among builders, architects and the like, which prompted a lively trade in gables. Van Houten brought together supply and demand in an effort to give all the available gables a new place in the city. Based on certain stylistic qualities that are characteristic for new buildings of the 1930s, the Bureau of Monuments and Archaeology (BMA) has designated 205 inner-city houses as so-called ‘Van Houten Houses’. Recovered documents from Van Houten himself, such as the inventory and a notebook, have revealed though that Van Houten’s actual involvement was limited to only 65 houses. By writing articles in daily newspapers and weekly magazines, in which he advocated his approach, Van Houten stimulated a large-scale following of his method. Some houses with old gables are not on the BMA list because they lack the stylistic characteristics of ‘Van Houten Houses’. The private houses in which Van Houten was personally involved form a heterogeneous group with many differences between the individual houses. There are houses with the stylistic qualities that are characteristic for new buildings of the 1930s, but also traditional houses that are almost indistinguishable from those built in previous centuries and are therefore not known as ‘Van Houten Houses’. The Inspector preferred this last group of traditionally built houses but wasn’t always successful in obtaining the quality he was after. He had to rely on ‘amicable consultations’. Van Houten aimed for the same restorative approach as restoration architect A.A. Kok. He wanted to build in the same way that Kok restored. His method fits in with pre-war views on the preservation of historic buildings, of which A.A. Kok was a prominent representative. Van Houten greatly admired A.A. Kok and closely collaborated with him. Van Houten’s method of placing old gables on newly built houses was an important contribution in the 1930s in preserving Amsterdam’s cityscape, in a time when there was scarcely any protection. In saving hundreds of gables he contributed to the fact that the inner city at first sight looks a lot older than it actually is. A straightforward historiography, characterized by modernist views on ornament, style and ‘progress’, would not do justice to the much more complex reality of Amsterdam.
- Published
- 2012
- Full Text
- View/download PDF
8. Analyse kosteneffectiviteit Electric Road Systems (ERS) voor Nederland
- Author
-
van Ommeren, Kees, Haanen, Peter, Lelieveld, Martijn, Aldenkamp, Michiel, van der Woude, Thijs, van Sloten, Ruud, Quee, Jeroen, Ploos van Amstel, Walther, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
Voor emissievrije transportsector is het van belang dat bedrijven kunnen beschikken over een goed netwerk om de batterij van hun elektrische vrachtwagen op te laden. In dat kader heeft een consortium van Decisio, EVConsult en Sweco ondersteund door de Hogeschool van Amsterdam een onderzoek uitgevoerd voor het ministerie Infrastructuur en Waterstaat: “Analyse Kosteneffectiviteit Electric Road Systems (ERS) voor Nederland”. Door middel van Electric Road Systems kan de batterij van een elektrische vrachtwagen worden opgeladen tijdens het rijden, bijvoorbeeld via een bovenleiding. Het is dus een vorm van dynamisch laden, wat een alternatief voor, dan wel een aanvulling op, het stationair laden bij een laadpaal is.
- Published
- 2022
9. Eindrapport KIEM-CE Project WOW - Waste-On-Water: Collectieve afvalinzameling over water
- Author
-
Huijgen, Michiel, Lange, Kasper, Warmerdam, Jos, Oskam, Inge, Ploos van Amstel, Walther, Lectoraat Logistiek, Urban Technology, Lectoraat Circulair Ontwerpen en Ondernemen, Lectoraat Energie en Innovatie, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
In de binnenstad van Amsterdam wordt door infrastructuurproblematiek en het drukke verkeer de problematiek van bedrijfsafvalinzameling nog meer uitvergroot, naast dat de gemeente uitgesproken ambities heeft voor emissievrije stadslogistiek en de ontwikkeling van de circulaire economie. Daarom onderzoekt de gemeente met partners die actief zijn in afvalinzameling hoe gescheiden afvalstromen collectiever, kleinschaliger en frequenter ingezameld kunnen worden en met behulp van emissievrije, elektrisch aangedreven en lichtgewicht logistieke oplossingen wordt onderzocht. Één van de pilots betreft bedrijfsafvalinzameling over water in het wallengebied en is gerealiseerd door gemeente Amsterdam afdeling bedrijfsafval, afvalverwerker Renewi, logistiek bedrijf ZOEV City en sociaal leer-en werkbedrijf Pantar. Het restafval van een aantal bedrijven wordt door kleine elektrische voertuigen lokaal ingezameld en met een stuwboot naar de verwerker gebracht in plaats van inzameling door de gebruikelijke dieselvuilniswagen. In dit project onderzochten we hoe we een gezamenlijk ontwikkeld businessmodel voor deze nieuwe wijze van inzamelen in de case rendabel kan zijn voor de stakeholders. En we onderzochte hoe het bij kan dragen aan emissievrije logistiek, minder verkeersdruk, leefbaarheid in de omgeving, minder onderhoud aan de kademuren en een verbeterde afvalscheiding voor hergebruik in de circulaire economie. Het rapport laat zien hoe open collaborative business modelling, gecombineerd met impactmetingen kan helpen bij het ontwikkelen van oplossingrichtingen voor nieuwe circulaire samenwerkingsverbanden.
- Published
- 2022
10. Duurzame landbouw in gebiedsprocessen : barrières en oplossingsrichtingen in Engbertsdijksvenen, Ronde Hoep en Schiermonnikoog
- Author
-
Kuindersma, Wiebren, Kamphorst, Dana, Walther, Charlotte, de Wit-de Vries, Esther, de Boer, Tineke, and Visscher, Maarten
- Subjects
Life Science ,Regional Development and Spatial Use ,Management Trainees ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik - Abstract
Overheidsbeleid voor het landelijk gebied wordt veelal uitgevoerd in (integrale) gebiedsprocessen. In deze studie hebben we aan de hand van drie verschillende (typen) gebiedsprocessen de verschillende barrières voor extensivering/verbreding van de landbouw geanalyseerd alsmede de manier(en) waarmee men tracht deze barrières te overwinnen. Centraal in deze studie staan de ervaringen in drie recente gebiedsprocessen(Engbertsdijksvenen, Schiermonnikoog en Ronde Hoep). Belangrijke barrières zijn het ontbreken van een gemeenschappelijke probleemperceptie tussen overheden en gebiedspartijen, het ontbreken van duidelijke overheidsdoelen, het tussentijds aanpassen van overheidsdoelen en -regels en het ontbreken van een concreet uitgewerkt instrumentarium voor extensivering/verbreding van de landbouw. Oplossingsrichtingen voor deze barrières variëren sterk per (type) gebiedsproces. Zo kan het ontbreken van instrumenten voor extensivering/verbreding in het ene gebiedsproces leiden tot het vormen van een pilot/experiment, terwijl in een ander gebiedsproces de betrokken boeren worden uitgekocht en extensivering/verbreding hierdoor (voorlopig) niet van de grond komt. De ervaringen uit de bestudeerde gebiedsprocessen leveren concrete lessen op voor toekomstige gebiedsprocessen in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG).---Government policies for rural areas are often implemented in area processes. In this study we analysed the barriers to agricultural extensification/diversification and the approaches taken to overcoming them in three different types of area processes. Central to this study are the experiences in three recent area processes (Engbertsdijksvenen,Schiermonnikoog and Ronde Hoep). Important barriers are the lack of a common perception of the problem among government authorities and stakeholders in the area, the lack of clear government objectives, the changing of government objectives and regulations during the course of the process, and the lack of a set of concrete policy instruments for agricultural extensification/diversification. Possible solutions for overcoming these barriers vary considerably, depending on the type of area process. For example, in one area process the lack of instruments for extensification/diversification may be circumvented by setting up a pilot project/experiment, while in another area process the farmers concerned may be bought out and no progress at all is made with extensification/diversification, at least for the time being. The experiences in the area processes investigated provide concrete lessons for future area processes under the National Rural Areas Programme (NPLG).
- Published
- 2022
11. Provinciale beleidsstrategieën buiten het Natuurnetwerk voor het bevorderen van biodiversiteit
- Author
-
Kamphorst. Dana, Dana, Walther, Charlotte, Salverda, Irini, Frissel, Joep, and de Wit, Esther
- Subjects
Life Science - Published
- 2022
12. Gas op elektrisch: Servicelogistiek zero emissie de stad in
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Balm, Susanne, Tamis, Milan, Dieker, Marith, Smit, Martin, Nijhuis, Wout, Englebert, Tirza, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, Lectoraat City Logistics, and Lectoraat Energie en Innovatie
- Published
- 2021
13. COVID-19 en Draaiboek Triage: Kanttekeningen bij het leeftijdscriterium ter selectie van patiënten voor opname op de Intensive Care
- Author
-
ten Hoopen, M.M., Bollen, Jan, van Mook, Walther, van Dijk, Nathalie, RS: FdR Institute not linked, Public Law, RS: SHE - R1 - Research (OvO), Intensive Care, MUMC+: MA Medische Staf IC (9), and MUMC+: MA Anesthesiologie (9)
- Subjects
COVID-19 Triage IC - Published
- 2021
14. Voorrang voor zorgmedewerkers bij COVID-19 triage: Juridische, ethische en praktische kanttekeningen
- Author
-
Bollen, Jan, van Mook, Walther, ten Hoopen, Rankie, RS: SHE - R1 - Research (OvO), Intensive Care, MUMC+: MA Medische Staf IC (9), RS: FdR Institute not linked, and Public Law
- Abstract
Uitgangspunten van het draaiboek ‘Triage op basis van niet-medische overwegingen voor IC-opname ten tijde van fase 3 stap C in de covid-19-pandemie’ zijn gelijkwaardigheid van patiënten, het redden van zo veel mogelijk levens en rechtvaardigheid. Vanuit deze ethische basisprincipes is een aantal criteria geformuleerd voor IC-triage op niet-medische gronden. Eén daarvan is dat zorgmedewerkers, wanneer zij opgenomen moeten worden op de IC, voorrang krijgen indien zij beroepsmatig aan covid-19 werden blootgesteld én er schaarste was aan persoonlijk beschermingsmaterialen. In dit artikel bespreken wij dit criterium vanuit een juridische invalshoek, met tevens oog voor de ethische dimensie. Het algemene kader is artikel 1 van de Grondwet. Onze zienswijze is dat voorrang voor zorgmedewerkers die een besmettingsrisico hebben gelopen zeker te rechtvaardigen is, maar dat die voorrang een fundament behoort te krijgen in de wet. Ook verdient het overweging het draaiboek zo aan te passen dat zorgmedewerkers soms ook voorrang kunnen krijgen bij IC-opname wanneer er voldoende beschermingsmateriaal is.
- Published
- 2021
15. Influence op instagram of netwerken via Linkedin
- Author
-
Pronk, Sebastiaan A., Gorter, Simone, van Mook, Walther, van Dijken, P. J., Barnhoorn, P. C., Geurts, J. M. C., RS: CAPHRI - R3 - Functioning, Participating and Rehabilitation, MUMC+: MA Reumatologie (9), Interne Geneeskunde, RS: SHE - R1 - Research (OvO), Intensive Care, and MUMC+: MA Medische Staf IC (9)
- Abstract
Sociale media worden inmiddels volop gebruikt in de zorg, van huisartsenpraktijken tot ziekenhuizen en tal van andere zorgaanbieders. Deze media bieden veel kansen om in contact te komen met patiënten en deze te informeren. Ook voor geneeskundestudenten en artsen bieden sociale media tal van mogelijkheden om interessante informatie te volgen en om een online netwerk op te bouwen. Maar aan het gebruik van sociale media zijn ook risico’s verbonden. Denk bijvoorbeeld aan grensoverschrijdende contacten via sociale media tussen arts en patiënt en online uitingen van artsen die resulteren in zaken bij het Tuchtcollege. Een mijnenveld dus! Hoe vermijd je deze valkuilen en maak je als professional optimaal gebruik van de mogelijkheden van sociale media?
- Published
- 2021
16. Wat is er te doen aan geluid van vrachtverkeer
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
Verkeerslawaai is al decennia een belangrijk bron van omgevingslawaai. Stadslogistiek is daar een belangrijk onderdeel van. Nu meer gekozen wordt voor gemengde wijken is aanpak daarvan nog meer gewenst.
- Published
- 2020
17. Sarcopenie:screening en diagnose
- Author
-
Visser, Marjolein, Schaap, Laura A., Hobbelen, J. S.M., Perkisas, Stany, and Sipers, Walther M.W.H.
- Abstract
De term sarcopenie werd in 1989 voor het eerst gebruikt om het verlies van spiermassa bij veroudering aan te duiden. In de afgelopen decennia is het concept verbreed en worden naast de spiermassa ook de spierkracht en het fysiek functioneren gemeten om sarcopenie vast te stellen. Waarom is het belangrijk om sarcopenie te herkennen?
- Published
- 2020
18. Sarcopenie: screening en diagnose
- Author
-
Visser, Marjolein, Schaap, Laura A., Hobbelen, J. S.M., Perkisas, Stany, Sipers, Walther M.W.H., Nutrition and Health, APH - Aging & Later Life, APH - Health Behaviors & Chronic Diseases, APH - Societal Participation & Health, and AMS - Musculoskeletal Health
- Abstract
De term sarcopenie werd in 1989 voor het eerst gebruikt om het verlies van spiermassa bij veroudering aan te duiden. In de afgelopen decennia is het concept verbreed en worden naast de spiermassa ook de spierkracht en het fysiek functioneren gemeten om sarcopenie vast te stellen. Waarom is het belangrijk om sarcopenie te herkennen?
- Published
- 2020
19. Productie- en leveranciersketens
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, van Dieën, Edwin, den Hollander, Jan, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
Rond opdrachtgeverschap bestaan verschillende paradigma's. Leef je je in een bepaalde denkwereld, dan zie je bepaalde zaken wel en andere niet. Daarover gaat Opdrachtgeverschap in negen paradigma's, met daarin 9 bijdragen vanuit 9 perspectieven.
- Published
- 2020
20. [How does a doctor declare death?]
- Author
-
Samuel, Heuts, Tineke J, Wind, Michael A, Kuiper, Wilma L J M, Duijst-Heester, and Walther N K A, van Mook
- Subjects
Death ,Physicians ,Humans ,Clinical Competence - Abstract
Ward doctors in regular medical departments have to be competent in declaring the death of a patient. The majority of literature on confirmation of death focuses on special circumstances, including intensive care patients and cases involving organ donation. There is no consensus regarding the procedure and criteria for declaration of death in a 'normal' patient on a medical ward. In this article we describe the death criteria, changes that occur in the body following death, and how death can be declared in in a 'normal' patient on a medical ward and in special circumstances.
- Published
- 2019
21. Laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in stadslogistiek
- Author
-
Groen, Marije, Vos, Gerard, Verweij, Kees, Otten, Matthijs, Tol, Eric, Wagter, Herman, de Goffau, Wim, Nering Bogel, Wouter, Schoo, Ronald, Ploos van Amstel, Walther, Balm, Susanne, van den Hoed, Robert, van den Engel, Aad, Kindt, Manfred, Kin, Bram, Nesterova, Nina, Quak, Hans, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, Lectoraat City Logistics, and Lectoraat Energie en Innovatie
- Abstract
Omdat het aanbod van elektrische bestelwagens en vrachtauto’s snel toeneemt ligt voor ondernemers het elektrificeren van het goederenvervoer van en naar de stad voor de hand. Maar die stap roept ook allerlei vragen op: Hoe kunnen transporteurs hun werk doen met elektrische voertuigen die regelmatig opgeladen moeten worden? Welke aanpak geeft de laagste kostprijs? Waar, wanneer en hoe snel gaan bestelwagens en vrachtwagens laden, en wat vraagt dat van het elektriciteitsnet? In opdracht van de Topsector Logistiek hebben Buck Consultants, CE Delft, Districon, de Hogeschool van Amsterdam, Panteia en TNO concreet uitgewerkt hoe elektrische stadslogistiek in de praktijk uitgevoerd zal worden. De regio Groot Amsterdam is als voorbeeld genomen. CE Delft heeft, gebaseerd op maatwerkdata van CBS over bestel- en vrachtwagens die de milieuzone Amsterdam bezoeken, berekend op welke locaties er een laadvraag verwacht kan worden. Hiervoor is de energiebehoefte ruimtelijk toegedeeld op postcode 4-niveau binnen COROP Groot-Amsterdam. Op basis van CBS-data over standplaatsen en herkomst en bestemmingsdata), en op basis van herkomst-bestemmingsdata uit het VENOM-verkeersmodel, wordt de impact op het elektriciteitsnet, het aantal benodigde laadpalen en de impact op de ruimte besproken. De optelling van al die individuele keuzes levert inzicht op waar, wanneer en hoe snel er geladen gaat worden. Daarmee kunnen netbeheerders en gemeenten plannen wat er aan infrastructuur en ruimte nodig is.
- Published
- 2019
22. Logistieke concepten voor Licht Elektrische Vracht Voertuigen: een multiple case study vanuit Nederland
- Author
-
Moolenburgh, E.A., Duin,van, J.H.R., Balm, Susanne, Altenburg, Martijn, Ploos van Amstel, Walther, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Subjects
LEVV's ,city logistics ,logistiek ,bevoorrading ,Light Electric Freight Vehicles - Abstract
De vraag naar het transporteren van goederen binnen de stad stijgt, en daarmee stijgt het aantal bestelwagens. Dit heeft negatieve effecten op de luchtkwaliteit, geluid, veiligheid en leefbaarheid in de stad. LEVV’s (Licht Elektrische Vracht Voertuigen) bieden een potentiële oplossing voor deze problemen. Er is veel enthousiasme voor de LEVV’s, en verschillende bedrijven zijn begonnen met het aanbieden van deze voertuigen. Toch zijn er nog veel bedrijven die aarzelen om hiermee te beginnen. Nieuwe kennis over de logistieke concepten die nodig zijn voor de toepassing van de LEVV’s is nodig. Dit onderzoek geeft de uitkomstenvan acht casestudies weer, waarin gekeken is naar de benodigdheden om LEVV’s succesvol in te zetten in de praktijk.
- Published
- 2019
23. Stadslogistiek met lichte elektrische voertuigen
- Author
-
Balm, Susanne, Ploos van Amstel, Walther, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
In het LEVV-LOGIC-project is onderzoek gedaan naar de inzet van LEVV’s in stadslogistiek. Het onderzoek is in 2016 gestart vanuit de behoefte van mkb-logistiek dienstverleners om LEVV’s rendabel in te zetten. Tijdens dit project hebben de Hogescholen van Amsterdam, Rotterdam en Arnhem en Nijmegen samengewerkt met logistiek dienstverleners, verladers, voertuigaanbieders, netwerkorganisaties, kennisinstellingen en gemeenten. Met elkaar hebben zij via workshops, praktijkonderzoek en experimenten nieuwe kennis ontwikkeld over logistieke concepten en businessmodellen voor de inzet van LEVV’s. Dit artikel is de conclusie van de eindpublicatie van LEVV-LOGIC. Deze is in hardcopy (mail naar levvlogic@hva.nl) en digitaal beschikbaar via www.hva.nl/levvlogic inclusief complete literatuurlijst.
- Published
- 2018
24. Duurzame bouwlogistiek voor binnenstedelijke woning- en utiliteitsbouw: Ervaringen en aanbevelingen
- Author
-
de Bes, Jannette, Eckartz, Silja, van Kempen, Elisah, van Merrienboer, Siem, Ploos van Amstel, Walther, van Rijn, Jessica, Vrijhoef, Ruben, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Subjects
Utiliteitsbouw ,Logistiek ,Bouwlogistiek ,Duurzaamheid ,Bouwen ,Ketenregie ,Architecture and Building ,Woningbouw - Abstract
Uit het rapport: "De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar nieuwe concepten voor bouwlogistiek en bij negen proeftuinen in binnenstedelijk gebied is aangetoond dat hier forse winst is te behalen in termen van besparingen op logistieke kosten en bouwtijd, betere doorstroming, minder schadelijke uitstoot en minder hinder voor de omgeving. Zo bleek het mogelijk om het aantal binnenstedelijke ritten van en naar de bouwplaats met zo’n vijftig tot tachtig procent terug te brengen. Voor goede bouwlogistiek is afstemming en medewerking binnen de keten cruciaal. Alle spelers dienen tijdig betrokken te zijn. Bouwlogistiek bestaat uit allerlei maatregelen die effect hebben op het transport en op het bouwproces. Door te meten en te monitoren zijn de effecten van verschillende maatregelen in het onderzoek aangetoond en nieuwe inzichten en lessons learned opgedaan die worden meegenomen in volgende bouwprojecten. In totaal zijn negen proeftuinen begeleid, waarvan er bij drie uitgebreide gegevens zijn verzameld en ook besparingen aangetoond. Bij de andere proeftuinen zijn vooral kwalitatief lessons learned opgedaan. Bij het Voorzetgebouw/Paviljoen van VolkerWessels Bouwmaterieel is 50% ritten in de afbouwfase bespaard, bij het Noordgebouw van Dura Vermeer 65% in ritten in de afbouwfase en bij het Mariskwartier van Van Wijnen is 80% in ritten in de ruwbouwfase bespaard. Andere proeftuinen hebben laten zien dat het meten en monitoren van bouwlogistiek niet altijd eenvoudig is en het invoeren van bouwlogistiek zelf al lastig genoeg is. Vragen die opdoemen zijn: wie bepaalt of en zo ja welke maatregelen op de bouwplaats worden toegepast, de directie of de hoofduitvoerder en wie bepaalt hoe producten worden ingekocht, is dat op laagste prijs of wordt logistiek ook meegenomen. Allemaal vragen die van groot belang zijn voor een efficiënte logistiek van, op en naar de bouwplaats. Daarnaast leeft de vraag welke rol de gemeente gaat spelen; of zij bepaalde logistieke werkwijzen gaan verplichten bijvoorbeeld via aanbestedingen? Een andere belangrijke vraag is wie er opdraait voor de eventuele kosten van de bouwlogistieke maatregelen. Dit rapport geeft hier antwoord op. Verder komen de ontwikkelingen rond ketenregie, BIM en ICT aan bod. Ketenregie over alle vervoersstromen gekoppeld aan het bouwproces, en over alle partijen van producent tot op de bouwplaats, staat of valt met de juiste ondersteunende ICT-middelen. Daarin speelt de beoogde 4C Control Tower een cruciale rol in planning en besturing op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Er blijkt nog een flinke ontwikkelingsslag nodig om BIM geschikt te maken voor bouwlogistieke planning en besturing. Daarnaast is gekeken naar betrouwbare dataregistratie in het bouwlogistieke proces door een pilot waarin nieuwe technologieën gebaseerd op Internet of Things (IoT) een oplossing bieden. Eigenlijk is er geen enkele reden om niet nu al met bouwlogistiek te beginnen, al is het maar in het klein met eenvoudige maatregelen. Zorg dat tijdig in het proces alle partijen erbij betrokken worden, van architect tot vakkracht op de bouwplaats, zorg voor draagvlak in het hele team. Dan zijn de drie proeftuinen met de mooie besparingen straks geen uitzondering meer maar regel."
- Published
- 2018
25. Slimme bouwlogistiek: onderzoek naar de fundamenten van slimme en schone bouwlogistiek in steden
- Author
-
Balm, Susanne, Berden, Michael, Morel, Marie, Ploos van Amstel, Walther, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, Lectoraat City Logistics, and Lectoraat Coördinatie Grootstedelijke Vraagstukken
- Published
- 2018
26. Stadslogistiek: licht en elektrisch: LEVV-LOGIC: onderzoek naar lichte elektrische vrachtvoertuigen
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Balm, Susanne, Warmerdam, Jos, Boerema, Martin, Altenburg, Martijn, Rieck, Frank, Peters, Tom, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, Lectoraat City Logistics, Lectoraat Energie en Innovatie, and Faculteit Maatschappij en Recht
- Published
- 2018
27. Gezamenlijk slim inzamelen van bedrijfsafval voor een leefbare buurt: plan van aanpak voor gebiedsgerichte inzameling van bedrijfsafval
- Author
-
de Rijke, Simon, Ploos van Amstel, Walther, Kenniscentrum Techniek, Lectoraat City Logistics, and Urban Technology
- Published
- 2018
28. Professionele identiteitsontwikkeling
- Author
-
Walther N.K.A. van Mook
- Published
- 2017
29. Veiligheid is een verhaal: Complexiteit en Zorg. Tijd voor herdefiniëring begrippen?
- Author
-
van Mook, Walther, Hoofs, Jos, Intensive Care, MUMC+: MA Medische Staf IC (9), and RS: FHML non-thematic output
- Abstract
Het wordt tijd voor een ‘paradigmashift’ zodat bij patiëntveiligheid gezocht wordt naar een aanpak die meer aansluit bij de dagelijkse complexiteit van zorg. Dat vergt ons inziens meer (wetenschappelijk) onderzoek naar inzicht in ‘complexiteit’ in relatie tot zorgprocessen en anderzijds naar interventies die hier beter op aansluiten dan de huidige. Want lineair, causaal denken, voldoet niet.
- Published
- 2017
30. Komen er weer distributiecentra in steden?
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
De ‘last mile’ verhuist naar de voorhoede, waarmee het logistiek vastgoed steeds dichter bij de stedelijke ruimte komt. Maar waar in de stedelijke ruimte? Creativiteit is geboden.
- Published
- 2017
31. E-mobility in stadslogistiek
- Author
-
Altenburg, Martijn, Balm, Susanne, Ploos van Amstel, Walther, Kenniscentrum Techniek, Lectoraat City Logistics, and Urban Technology
- Published
- 2017
32. Stadslogistiek in beeld: de bevoorrading van goederen in de Oude Pijp in Amsterdam: kenmerken en kansen
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Balm, Susanne, Kooi, Martijn, Kroese, Ivar, Stam, Ruben, van Herwijnen, Annemijn, Joost, Neuvel, Arslan, Said, Mooren, Ton, Groot, Claes, Bresser, Hanneke, Koop, Elisabeth, Thomasse, floor, Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Techniek, Faculteit Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
In opdracht van Connekt, hebben de Hogeschool van Amsterdam, EVO en LeanCargo Consultancy tussen april en augustus 2016 onderzoek gedaan naar de bevoorrading in de Oude Pijp. Dit gebeurde in samenwerking met de gemeente Amsterdam en Stadsdeel Zuid.
- Published
- 2016
33. WARUM SIND LUTHER UND ZWINGLI 1529 IN MARBURG NICHT EINIG GEWORDEN?
- Author
-
KÖHLER, D. DR. WALTHER
- Published
- 1929
34. Innovatie in distributienetwerken: Wie doet er straks nog mee?
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
We doen nogal laconiek over de robotisering die op de transportwereld afkomt. Natuurlijk gaat het ons helpen om de verwachte schaarste op de logistieke arbeidsmarkt op te vangen. Maar, ik voorspel dat 9 van de 10 distributiecentra over 10 jaar onbruikbaar leeg staan. Het is tijd om nu de bakens te verzetten en onze distributienetwerken voor te bereiden op een nieuwe industriële revolutie.
- Published
- 2016
35. Gebouwen als schatkamers
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat City Logistics
- Abstract
De komende 25 jaar wordt er wereldwijd meer dan 50% bijgebouwd van wat er nu al staat aan gebouwen en infrastructuur. De behoefte aan bouwmaterialen wereldwijd is dan veel groter dan het aanbod. Bovendien heeft het produceren en vervoeren van bouwmaterialen grote impact op de uitstoot van CO2. In Europa bestaat 50% van het wegvervoer uit bouwmaterialen. De circulaire economie is hierop het antwoord! Klik snel op de link onder 'publicaties' voor het hele artikel.
- Published
- 2015
36. [Intensive care patients who want to die at home: how can we fulfil this last wish?]
- Author
-
Loes M T, Hoogveld, Dennis C J J, Bergmans, Sergej, de Vries, Huub, van Proemeren, Marieke H J, van den Beuken-van Everdingen, Jan G, Zijlstra, and Walther N K A, van Mook
- Subjects
Aged, 80 and over ,Death ,Male ,Critical Care ,Patient Satisfaction ,Palliative Care ,Humans ,Patient Discharge ,Netherlands - Abstract
To make an inventory of the number of intensive care (ICU) patients per year in the Netherlands who have been discharged home to die, and the conditions under which this does or should take place.Descriptive, survey study.A survey was conducted across all ICU departments in the Netherlands in the spring of 2012. They were approached in writing and requested to answer a few questions about the possibility of immediate discharge home for ICU patients with a short life expectancy and receiving palliative care.A total of 46 surveys (52%) was returned from the 89 ICUs approached. Of these, 21 (46%) had discharged patients home at the request of the patient or their family so that the anticipated death could take place at home. Of the respondents, 39 (85%), supported discharge home for these patients, and 7 (15%) were opposed to it. These opinions were equally divided across all three ICU levels in the Netherlands. Higher-level ICUs had discharged patients home more often in comparison with lower-level ICUs (19%, 43% and 75% for levels 1, 2 and 3, respectively). The preconditions for transfer can be subdivided into patient conditions, care conditions and general conditions.ICU patients do sometimes want to die at home. It does not happen every day, but the wish is often granted in the Netherlands. There are certain general and patient-related conditions that have to be fulfilled. This article suggests a national guideline that could provide support on this subject.
- Published
- 2015
37. Ruim baan voor onbemande truck: Transport: Amsterdamse regio nog niet klaar voor duurzaam vervoerssysteem
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, van Damme, Dick, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, Lectoraat City Logistics, and Lectoraat Logistiek
- Abstract
Treintjes van vier vrachtwagens hebben de toekomst in de transportwereld. Amsterdam moet daar snel op inspelen, schrijven Dick van Damme en Walther Ploos van Amstel.
- Published
- 2015
38. Ten geleide
- Author
-
Hirsch Ballin, Ernst, Burgering, Walther, Department for Public Law, Jurisprudence and Legal History, and Constitutional dialogues
- Published
- 2015
39. Rijden zonder handen: het potentieel van onbemande vrachtwagens
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, van Damme, Dick, Lectoraat City Logistics, Kenniscentrum Techniek, Urban Technology, and Lectoraat Logistiek
- Abstract
In dit artikel wordt een toekomstvisie geschetst voor de logisitieke sector.
- Published
- 2015
40. IC-patiënten die thuis willen overlijden: hoe kun je deze laatste wens vervullen?
- Author
-
Hoogveld, Loes M T, Bergmans, Dennis C J J, de Vries, Sergej, van Proemeren, Huub, van den Beuken-van Everdingen, Marieke H J, Zijlstra, Jan G, van Mook, Walther N K A, and Critical care, Anesthesiology, Peri-operative and Emergency medicine
- Abstract
OBJECTIVE: To make an inventory of the number of intensive care (ICU) patients per year in the Netherlands who have been discharged home to die, and the conditions under which this does or should take place. DESIGN: Descriptive, survey study. METHOD: A survey was conducted across all ICU departments in the Netherlands in the spring of 2012. They were approached in writing and requested to answer a few questions about the possibility of immediate discharge home for ICU patients with a short life expectancy and receiving palliative care. RESULTS: A total of 46 surveys (52%) was returned from the 89 ICUs approached. Of these, 21 (46%) had discharged patients home at the request of the patient or their family so that the anticipated death could take place at home. Of the respondents, 39 (85%), supported discharge home for these patients, and 7 (15%) were opposed to it. These opinions were equally divided across all three ICU levels in the Netherlands. Higher-level ICUs had discharged patients home more often in comparison with lower-level ICUs (19%, 43% and 75% for levels 1, 2 and 3, respectively). The preconditions for transfer can be subdivided into patient conditions, care conditions and general conditions. CONCLUSION: ICU patients do sometimes want to die at home. It does not happen every day, but the wish is often granted in the Netherlands. There are certain general and patient-related conditions that have to be fulfilled. This article suggests a national guideline that could provide support on this subject.
- Published
- 2015
41. Parkmanagement : living-apart-together : logistieke samenwerking als remedie voor de logistieke sector?
- Author
-
Maes, Tom, Van Eetvelde, Greet, van Zwam, Brecht, Ploos van Amstel, Walther, Witlox, Frank, and Ploos van Amstel, Walther
- Subjects
Business and Economics - Published
- 2008
42. [The wearable artificial kidney: a promise for the future?]
- Author
-
Maarten, Wester, Karin G F, Gerritsen, Walther H, Boer, Jaap A, Joles, and Jeroen P, Kooman
- Subjects
Renal Replacement Therapy ,Renal Dialysis ,Humans ,Kidney Failure, Chronic ,Equipment Design ,Peritoneal Dialysis ,Hemodialysis Solutions ,Kidneys, Artificial ,Forecasting ,Netherlands - Abstract
Portable or wearable dialysis devices could increase treatment flexibility and dialysis patients' independence. Current renal replacement therapies such as intermittent haemodialysis extend life but are a burden, are time-consuming and immobilize patients. An additional disadvantage is the discontinuous nature of the treatment. Peritoneal dialysis is a good alternative, but is associated with relatively limited toxin clearance and a need for high glucose concentrations in the dialysate. Portable dialysis devices could be used as a replacement or to support existing dialysis techniques. At the moment several initiatives, including some started in the Netherlands, aim at the development of a portable device. Some of them are so far into development that they are at a preclinical phase, but as yet none has been approved for regular use in patients. To achieve the ultimate goal, an implantable artificial kidney, a lot of hurdles still have to be surmounted.
- Published
- 2014
43. Logistiek
- Author
-
Ploos van Amstel, Walther, Kenniscentrum Techniek, and Urban Technology
- Abstract
Bedrijven die hun logistiek goed regelen, zijn hun concurrenten een stap voor in de strijd om het marktleiderschap. Ze hebben minder logistieke kosten en zijn winstgevender. In Logistiek wordt uitgelegd uit hoe een bedrijf de logistiek zo efficiënt mogelijk kan organiseren zodat het niet eindigt met overvolle magazijnen, onnodig afprijzen van producten, toenemende transportkosten en boze klanten die weglopen.
- Published
- 2014
44. [Perinatal policy in cases of extreme prematurity; an investigation into the implementation of the guidelines]
- Author
-
Evelyne, de Kluiver, Martin, Offringa, Frans J, Walther, Johannes J, Duvekot, Monique W M, de Laat, and R F, Kornelisse
- Subjects
Adult ,Cesarean Section ,Infant, Newborn ,Infant ,Gestational Age ,Infant, Premature, Diseases ,Survival Rate ,Pregnancy ,Infant, Extremely Premature ,Intensive Care Units, Neonatal ,Practice Guidelines as Topic ,Humans ,Infant, Very Low Birth Weight ,Female ,Guideline Adherence ,Morbidity ,Child ,Retrospective Studies - Abstract
To determine to what extent the recommendations to actively treat preterm infants with a gestational age of 24 weeks upwards laid down in the guidelines 'Perinatal policy in cases of extreme prematurity' have influenced policy in Dutch perinatal centres in the first year after publication, and what the health outcomes were.Retrospective, descriptive study.Our study population included all pregnant women who were admitted to a perinatal centre at 23 5/7 to 26 weeks gestation with a diagnosis of 'threatened preterm labour', and their preterm infants. We collected both obstetric data and data on survival and morbidity of the infants from the medical files.Of a total of 192 preterm infants 185 (96%) were born alive; 92% of these infants were admitted to the neonatal intensive care unit. Survival rates were 43% and 61% at 24 weeks and 25 weeks gestation, respectively. Short-term morbidity (bronchopulmonary dysplasia, retinopathy of the newborn, severe intraventricular haemorrhage, necrotising enterocolitis and persistent ductus arteriosus) occurred in 79% and 71% of the infants born at 24 weeks and 25 weeks gestation, respectively.The recommendations from these guidelines have been implemented swiftly in Dutch perinatal centres, and survival of extremely preterm infants has increased. This has imposed a considerable burden on the capacity of these centres. Little is yet known about the long-term (up to school-age) health and survival of these infants.
- Published
- 2013
45. Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte; een onderzoek naar de implementatie van de richtlijn
- Author
-
de Kluiver, Evelyne, Offringa, Martin, Walther, Frans J., Duvekot, Johannes J., de Laat, Monique W. M., Other departments, ACS - Amsterdam Cardiovascular Sciences, Other Research, Obstetrics and Gynaecology, ARD - Amsterdam Reproduction and Development, Neonatology, and APH - Amsterdam Public Health
- Abstract
To determine to what extent the recommendations to actively treat preterm infants with a gestational age of 24 weeks upwards laid down in the guidelines 'Perinatal policy in cases of extreme prematurity' have influenced policy in Dutch perinatal centres in the first year after publication, and what the health outcomes were. Retrospective, descriptive study. Our study population included all pregnant women who were admitted to a perinatal centre at 23 5/7 to 26 weeks gestation with a diagnosis of 'threatened preterm labour', and their preterm infants. We collected both obstetric data and data on survival and morbidity of the infants from the medical files. Of a total of 192 preterm infants 185 (96%) were born alive; 92% of these infants were admitted to the neonatal intensive care unit. Survival rates were 43% and 61% at 24 weeks and 25 weeks gestation, respectively. Short-term morbidity (bronchopulmonary dysplasia, retinopathy of the newborn, severe intraventricular haemorrhage, necrotising enterocolitis and persistent ductus arteriosus) occurred in 79% and 71% of the infants born at 24 weeks and 25 weeks gestation, respectively. The recommendations from these guidelines have been implemented swiftly in Dutch perinatal centres, and survival of extremely preterm infants has increased. This has imposed a considerable burden on the capacity of these centres. Little is yet known about the long-term (up to school-age) health and survival of these infants
- Published
- 2013
46. Call to Action for Newborn Health. Vroeggeboorte in Nederland
- Author
-
Pal, S.M. van der, Pal-de Bruin, K.M. van der, Walther, F., and Steenbrugge, G.J. van
- Subjects
Health ,CH - Child Health ,Healthy for Life ,Healthy Living ,BSS - Behavioural and Societal Sciences ,Human - Published
- 2012
47. [Practice guideline 'Perinatal management of extremely preterm delivery']
- Author
-
Monique W M, de Laat, Melanie M, Wiegerinck, Frans J, Walther, Nicole, Boluyt, Ben Willem J, Mol, Joris A M, van der Post, Jan M M, van Lith, and Martin, Offringa
- Subjects
Respiratory Distress Syndrome, Newborn ,Evidence-Based Medicine ,Cesarean Section ,Infant, Newborn ,Pregnancy Outcome ,Gestational Age ,Obstetrics ,Obstetric Labor, Premature ,Fetal Organ Maturity ,Gynecology ,Pregnancy ,Humans ,Female ,Practice Patterns, Physicians' ,Glucocorticoids ,Lung ,Infant, Premature ,Societies, Medical ,Netherlands - Abstract
At the request of the State Secretary of the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport a national multidisciplinary workgroup developed an evidence-based practice guideline for the management of pregnant women with an imminent preterm delivery after a pregnancy of less than 26 weeks duration and for extremely preterm neonates. Active care measures are advised for neonates from a gestational age of 24 0/7 weeks onwards, unless there are serious arguments that justify a conservative management. In cases of imminent preterm delivery, intrauterine transport to a perinatological care centre is advised from a gestational age of 23 4/7 weeks onwards. In cases of imminent preterm delivery, glucocorticoids to enhance fetal lung maturity should be administered from a gestational age of 23 5/7 weeks onwards. From a gestational age of 24 0/7 weeks onwards a caesarean section may be considered if the fetal condition during spontaneous labour justifies this.
- Published
- 2011
48. [A neonate with increased joint laxity]
- Author
-
Welmoed, Schakel and Frans J, Walther
- Subjects
Joint Instability ,Infant, Newborn ,Humans ,Ehlers-Danlos Syndrome ,Female - Abstract
A neonate presented with increased laxity and dislocations of several joints, a loose skin and criss-cross lines in the palms of her hands. She was diagnosed with the arthrochalasia type of Ehlers-Danlos syndrome.
- Published
- 2010
49. Richtlijn 'Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte'
- Author
-
de Laat, Monique W. M., Wiegerinck, Melanie M., Walther, Frans J., Boluyt, Nicole, Mol, Ben Willem J., van der Post, Joris A. M., van Lith, Jan M. M., Offringa, Martin, ACS - Amsterdam Cardiovascular Sciences, Other Research, Obstetrics and Gynaecology, Other departments, APH - Amsterdam Public Health, General Paediatrics, ARD - Amsterdam Reproduction and Development, and Neonatology
- Subjects
reproductive and urinary physiology - Abstract
At the request of the State Secretary of the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport a national multidisciplinary workgroup developed an evidence-based practice guideline for the management of pregnant women with an imminent preterm delivery after a pregnancy of less than 26 weeks duration and for extremely preterm neonates. Active care measures are advised for neonates from a gestational age of 24 0/7 weeks onwards, unless there are serious arguments that justify a conservative management. In cases of imminent preterm delivery, intrauterine transport to a perinatological care centre is advised from a gestational age of 23 4/7 weeks onwards. In cases of imminent preterm delivery, glucocorticoids to enhance fetal lung maturity should be administered from a gestational age of 23 5/7 weeks onwards. From a gestational age of 24 0/7 weeks onwards a caesarean section may be considered if the fetal condition during spontaneous labour justifies this
- Published
- 2010
50. [Kidney donor with severe disseminated intravascular coagulation: transplantation however successful]
- Author
-
Lodewijk M, Keeris, Dennis C J J, Bergmans, Frank M, van der Sande, Tineke J, Wind, Robert Jan, van Suylen, and Walther N K A, van Mook
- Subjects
Adult ,Male ,Humans ,Acute Kidney Injury ,Disseminated Intravascular Coagulation ,Kidney ,Kidney Transplantation - Abstract
A 41-year-old male, with no previous medical history, was admitted to our intensive care unit with severe isolated neurotrauma and a Glasgow Coma Scale of E1-M1-V1, mid-dilated unreactive pupils and severe abnormalities on the brain CT-scan. A severe syndrome of disseminated intravascular coagulation (DIC) and non-oliguric renal insufficiency developed. Following clinical and neurophysiological examination the patient was declared brain-dead, and the family gave permission for organ donation. The left kidney was transplanted and functioned well immediately. However, in view of the DIC and renal function disorders the right kidney was not considered usable for transplantation elsewhere. Pathological examination revealed many fibrin thrombi in the glomerular capillaries and acute tubular necrosis. This case supports the view that thrombotic microangiopathy in kidneys of patients with DIS, even with renal function impairment, is not an a priori reason for excluding donation.
- Published
- 2009
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.