15 results on '"dierlijke producten"'
Search Results
2. BuRO adviezen MDU en waterverstrekking
- Author
-
Schouten, C. and Schouten, C.
- Published
- 2020
3. Inventarisatie Screening carbapenemase-producerende bacteriën in dieren en dierlijke producten: is de huidige screening toereikend?
- Author
-
Wit B, Veldman K, Hordijk J, Heuvelink A, Vellema P, Dierikx CM, Backer JA, Takumi K, van Duijkeren E, and I&V
- Subjects
RIVM rapport 2017-0088 ,detection limit ,carbapenemase producerende Enterobacteriaceae ,carbapenemase-producing Enterobacteriaceae ,CPE ,vlees ,veehouderij ,detectielimiet ,livestock ,monitoring ,antimicrobiële resistentie ,dierlijke producten ,antimicrobial resistance ,pets ,gezelschapsdieren - Abstract
In dit onderzoek is gekeken of de huidige monitoring van carbapenemase-producerende bacteriën (CPE) voldoende is om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over het vóórkomen van deze bacteriën in dieren en/of dierlijke producten. De conclusie van dit rapport is dat méér en gerichter monsters van dieren en dierlijke producten genomen zouden moeten worden om lage prevalenties (vóórkomen) van CPE te kunnen monitoren. Daarmee wordt tevens de kans verhoogd besmettingen met CPE te ontdekken, voordat het verspreid is naar meerdere bedrijven, dieren en/of (dierlijke) producten. Het gaat om antibioticaresistente bacteriën die resistent zijn tegen het soms nog laatste redmiddel bij infecties, carbapenem antibiotica. Deze bacteriën worden gezien als bedreiging voor de volksgezondheid. Gelukkig komen deze nog niet zo vaak bij mensen in Nederland voor. Als dit type bacteriën in ziekenhuizen wordt aangetroffen, worden maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat ze zich niet verder kunnen verspreiden naar risicogroepen. Hoewel CPE tot nu toe in Nederland nog niet in dieren en/of dierlijke producten zijn aangetroffen, kunnen ook dieren en/of dierlijke producten een rol spelen bij de verspreiding ervan naar de mens. CPE zijn in het buitenland al wel incidenteel gevonden bij dieren. In de Nederlandse veestapel, onder gezelschapsdieren en in (dierlijke) producten vindt op dit moment een monitoring plaats naar CPE. Het is echter onzeker of deze monitoring voldoende is om veranderingen in het vóórkomen van CPE te bepalen en om CPE te vinden, op het moment dat deze nog niet verspreid zijn naar meerdere bedrijven, dieren en/of (dierlijke) producten. Daarom heeft het ministerie van VWS het RIVM gevraagd voorliggend onderzoek te doen. Het brengt de huidige monitoring van CPE in de Nederlandse veestapel, gezelschapsdieren en dierlijke producten gedetailleerd in kaart, geeft een overzicht van de betrouwbaarheid van deze metingen en inventariseert mogelijke verbeteringen. Uit het onderzoek blijkt dat de aantallen monsters die van dieren en producten genomen worden te klein zijn om betrouwbare uitspraken te doen over de afwezigheid van CPE in de veestapel en om veranderingen bij een lage prevalentie te kunnen waarnemen. Daarom wordt aanbevolen om in de monitoring meer monsters te onderzoeken. Ook is het zinvol om te analyseren waar de grootste risico's voor introductie van CPE in dieren en/of dierlijke producten liggen, zodat de aanvullende metingen zo gericht mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Een eerste verkennende risico inventarisatie laat zien dat import van dieren en/of dierlijke producten uit gebieden waar CPE voorkomt, een mogelijk risico is voor invoer van CPE naar Nederland. Productiedieren kunnen ook besmet worden door overdracht vanuit bedrijven hoger in de productieketen, waar op dit moment geen monitoring plaatsvindt. Daarnaast kan er ook overdracht plaats vinden via besmette mensen. Door méér en gerichter monsters van dieren en (dierlijke) producten te nemen kan de afwezigheid van CPE met een betere betrouwbaarheid worden bepaald. Daarmee wordt tevens de kans verhoogd besmettingen met CPE te ontdekken, voordat het verspreid is naar meerdere bedrijven, dieren en/of (dierlijke) producten.
- Published
- 2020
4. Inventarisatie Screening carbapenemase-producerende bacteriën in dieren en dierlijke producten: is de huidige screening toereikend?
- Subjects
RIVM rapport 2017-0088 ,detection limit ,carbapenemase producerende Enterobacteriaceae ,carbapenemase-producing Enterobacteriaceae ,CPE ,vlees ,veehouderij ,detectielimiet ,livestock ,monitoring ,antimicrobiële resistentie ,dierlijke producten ,antimicrobial resistance ,pets ,gezelschapsdieren - Abstract
In dit onderzoek is gekeken of de huidige monitoring van carbapenemase-producerende bacteriën (CPE) voldoende is om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over het vóórkomen van deze bacteriën in dieren en/of dierlijke producten. De conclusie van dit rapport is dat méér en gerichter monsters van dieren en dierlijke producten genomen zouden moeten worden om lage prevalenties (vóórkomen) van CPE te kunnen monitoren. Daarmee wordt tevens de kans verhoogd besmettingen met CPE te ontdekken, voordat het verspreid is naar meerdere bedrijven, dieren en/of (dierlijke) producten. Het gaat om antibioticaresistente bacteriën die resistent zijn tegen het soms nog laatste redmiddel bij infecties, carbapenem antibiotica. Deze bacteriën worden gezien als bedreiging voor de volksgezondheid. Gelukkig komen deze nog niet zo vaak bij mensen in Nederland voor. Als dit type bacteriën in ziekenhuizen wordt aangetroffen, worden maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat ze zich niet verder kunnen verspreiden naar risicogroepen. Hoewel CPE tot nu toe in Nederland nog niet in dieren en/of dierlijke producten zijn aangetroffen, kunnen ook dieren en/of dierlijke producten een rol spelen bij de verspreiding ervan naar de mens. CPE zijn in het buitenland al wel incidenteel gevonden bij dieren. In de Nederlandse veestapel, onder gezelschapsdieren en in (dierlijke) producten vindt op dit moment een monitoring plaats naar CPE. Het is echter onzeker of deze monitoring voldoende is om veranderingen in het vóórkomen van CPE te bepalen en om CPE te vinden, op het moment dat deze nog niet verspreid zijn naar meerdere bedrijven, dieren en/of (dierlijke) producten. Daarom heeft het ministerie van VWS het RIVM gevraagd voorliggend onderzoek te doen. Het brengt de huidige monitoring van CPE in de Nederlandse veestapel, gezelschapsdieren en dierlijke producten gedetailleerd in kaart, geeft een overzicht van de betrouwbaarheid van deze metingen en inventariseert mogelijke verbeteringen. Uit het onderzoek blijkt dat de aantallen monsters die van dieren en producten genomen worden te klein zijn om betrouwbare uitspraken te doen over de afwezigheid van CPE in de veestapel en om veranderingen bij een lage prevalentie te kunnen waarnemen. Daarom wordt aanbevolen om in de monitoring meer monsters te onderzoeken. Ook is het zinvol om te analyseren waar de grootste risico's voor introductie van CPE in dieren en/of dierlijke producten liggen, zodat de aanvullende metingen zo gericht mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Een eerste verkennende risico inventarisatie laat zien dat import van dieren en/of dierlijke producten uit gebieden waar CPE voorkomt, een mogelijk risico is voor invoer van CPE naar Nederland. Productiedieren kunnen ook besmet worden door overdracht vanuit bedrijven hoger in de productieketen, waar op dit moment geen monitoring plaatsvindt. Daarnaast kan er ook overdracht plaats vinden via besmette mensen. Door méér en gerichter monsters van dieren en (dierlijke) producten te nemen kan de afwezigheid van CPE met een betere betrouwbaarheid worden bepaald. Daarmee wordt tevens de kans verhoogd besmettingen met CPE te ontdekken, voordat het verspreid is naar meerdere bedrijven, dieren en/of (dierlijke) producten.
- Published
- 2020
5. Inventarisatie Screening carbapenemase-producerende bacteriën in dieren en dierlijke producten: is de huidige screening toereikend?
- Author
-
I&V, Wit B, Veldman K, Hordijk J, Heuvelink A, Vellema P, Dierikx CM, Backer JA, Takumi K, van Duijkeren E, I&V, Wit B, Veldman K, Hordijk J, Heuvelink A, Vellema P, Dierikx CM, Backer JA, Takumi K, and van Duijkeren E
- Abstract
RIVM rapport:In dit onderzoek is gekeken of de huidige monitoring van carbapenemase-producerende bacteriën (CPE) voldoende is om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over het vóórkomen van deze bacteriën in dieren en/of dierlijke producten. De conclusie van dit rapport is dat méér en gerichter monsters van dieren en dierlijke producten genomen zouden moeten worden om lage prevalenties (vóórkomen) van CPE te kunnen monitoren. Daarmee wordt tevens de kans verhoogd besmettingen met CPE te ontdekken, voordat het verspreid is naar meerdere bedrijven, dieren en/of (dierlijke) producten. Het gaat om antibioticaresistente bacteriën die resistent zijn tegen het soms nog laatste redmiddel bij infecties, carbapenem antibiotica. Deze bacteriën worden gezien als bedreiging voor de volksgezondheid. Gelukkig komen deze nog niet zo vaak bij mensen in Nederland voor. Als dit type bacteriën in ziekenhuizen wordt aangetroffen, worden maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat ze zich niet verder kunnen verspreiden naar risicogroepen. Hoewel CPE tot nu toe in Nederland nog niet in dieren en/of dierlijke producten zijn aangetroffen, kunnen ook dieren en/of dierlijke producten een rol spelen bij de verspreiding ervan naar de mens. CPE zijn in het buitenland al wel incidenteel gevonden bij dieren. In de Nederlandse veestapel, onder gezelschapsdieren en in (dierlijke) producten vindt op dit moment een monitoring plaats naar CPE. Het is echter onzeker of deze monitoring voldoende is om veranderingen in het vóórkomen van CPE te bepalen en om CPE te vinden, op het moment dat deze nog niet verspreid zijn naar meerdere bedrijven, dieren en/of (dierlijke) producten. Daarom heeft het ministerie van VWS het RIVM gevraagd voorliggend onderzoek te doen. Het brengt de huidige monitoring van CPE in de Nederlandse veestapel, gezelschapsdieren en dierlijke producten gedetailleerd in kaart, geeft een overzicht van de betrouwbaarheid van deze metingen en inventariseert mogelijke verbeteringen. Uit het onderzoek bl, This study examined whether current monitoring of carbapenemase-producing bacteria (CPE) can reliably detect the presence or absence of CPE in animals and/or animal products. The report concludes that it is necessary to take more samples of animals and animal products in a more targeted manner to be able to monitor a low prevalence of CPE This will also increase the chance of finding CPE before it has spread to different farms, animals and/or (animal) products. CPE are antibiotic-resistant bacteria that are resistant to the last resort in infections, carbapenem antibiotics. These bacteria are seen as a threat to public health. Fortunately, they are not often found in humans in the Netherlands as yet. When this type of bacteria is found in hospitals, measures are taken to ensure they cannot spread further to risk groups. Although CPE have not been found in animals and/or animal products in the Netherlands as yet, animals and/or animal products can play a role in spreading it to humans. CPE are occasionally found in animals abroad. Dutch livestock, pets and animal products are currently monitored for CPE. However, it is uncertain whether this monitoring is sufficient to detect changes in CPE presence and to find CPE when they are not yet widely distributed among farms, animals and/or (animal) products. For this reason, the Ministry of Health, Welfare and Sport has asked RIVM to conduct a preliminary study. It gives a detailed assessment of current monitoring of CPE in Dutch livestock, pets and animal products, provides an overview of the reliability of these measurements and identifies potential improvements. The study shows that the numbers of samples taken from animals and products are too low to make reliable statements about the absence of CPE among livestock and to detect trends when the prevalence is low. Therefore more samples will have to be examined in order to monitor these trends. It is also useful to investigate where the greatest risks for the introductio
- Published
- 2017
6. Verkenning regionale kringlopen : sluiten van nutriëntenkringloop op het niveau van Noordwest-Europa
- Author
-
Leenstra, Ferry, Vellinga, Theun, Leenstra, Ferry, and Vellinga, Theun
- Published
- 2017
7. Effect van voersamenstelling op bijtgedrag bij varkens
- Author
-
van der Peet-Schwering, Carola, Dirx, Nienke, Kluivers-Poodt, Marion, Binnendijk, Gisabeth, Bolhuis, Liesbeth, van der Peet, Geert, van der Peet-Schwering, Carola, Dirx, Nienke, Kluivers-Poodt, Marion, Binnendijk, Gisabeth, Bolhuis, Liesbeth, and van der Peet, Geert
- Abstract
Op Varkens Innovatie Centrum Sterksel is onderzocht of bijtgedrag (staart-, oor- en flankbijten) en staart- en oorschade bij dieren met intacte (niet gecoupeerde) staarten verminderd kunnen worden door de dieren vanaf enkele dagen na geboorte tot afleveren naar het slachthuis voer met extra vezels (verzadigend voer) en/of voer met extra aminozuren (tryptofaan, threonine en methionine) te geven. De resultaten van het onderzoek zijn beschreven in dit rapport.
- Published
- 2017
8. Verkenning regionale kringlopen : sluiten van nutriëntenkringloop op het niveau van Noordwest-Europa
- Author
-
Theun Vellinga and Ferry Leenstra
- Subjects
animal husbandry ,animal products ,cycling ,dierhouderij ,animal manures ,voer ,northwestern europe ,Emissie & Mestverwaarding ,voedingsstoffen ,noord-brabant ,noordwest-europa ,nutrients ,feeds ,WIAS ,dierlijke producten ,Emissions & Manure Valorisation ,dierlijke meststoffen ,kringlopen - Published
- 2017
9. Effect van voersamenstelling op bijtgedrag bij varkens
- Author
-
Carola van der Peet-Schwering, G.P. Binnendijk, Nienke Dirx, Geert van der Peet, Marion Kluivers-Poodt, and Liesbeth Bolhuis
- Subjects
PRC Sterksel ,animal products ,Animal Nutrition ,animal behaviour ,tail biting ,pigs ,Emissie & Mestverwaarding ,Diervoeding ,varkens ,dierenwelzijn ,animal welfare ,Dierenwelzijn en gezondheid ,animal nutrition ,diergedrag ,staartbijten ,diervoeding ,WIAS ,Adaptation Physiology ,dierlijke producten ,Animal Health & Welfare ,Emissions & Manure Valorisation ,Adaptatiefysiologie - Abstract
Op Varkens Innovatie Centrum Sterksel is onderzocht of bijtgedrag (staart-, oor- en flankbijten) en staart- en oorschade bij dieren met intacte (niet gecoupeerde) staarten verminderd kunnen worden door de dieren vanaf enkele dagen na geboorte tot afleveren naar het slachthuis voer met extra vezels (verzadigend voer) en/of voer met extra aminozuren (tryptofaan, threonine en methionine) te geven. De resultaten van het onderzoek zijn beschreven in dit rapport.
- Published
- 2017
10. Plan van aanpak antibioticagebruik kalkoensector 2016–2020
- Published
- 2016
11. KNMvD-agenda op verantwoord antibioticagebruik bij dieren 2016-2020
- Published
- 2016
12. Dynamische keuken : ganzenvleeskroket, kraaienborstpaté en zwanenbouillon : plaagdieren als lekkernij
- Author
-
Beurskens-van den Bosch, I. and Beurskens-van den Bosch, I.
- Abstract
Amerikaanse rivierkreeften, ganzen, kraaien. Ze gedijen goed in Nederland en zijn in steeds groteren getale aanwezig. Ze verstoren het evenwicht in de natuur. Boeren ondervinden grote overlast. Ilse Beurskens sprak met boeren en met initiatiefnemers die de ongewenste dieren als lekkernijen op de markt te brengen.
- Published
- 2016
13. Insecten in veevoeding of als mestverwerker? : dossier
- Author
-
Vandenbosch, A. and Vandenbosch, A.
- Abstract
Dossier: 'Insecten in veevoeding of als mestverwerker?' Zijn insecten een oplossing voor de massale soja-import?, Kunnen insecten als potentiële mestverwerkers ingezet worden met een steeds strenger wordende mestwetgeving ten gevolge van de Europese nitraatrichtlijnen? en een praktijkverslag van varkensmestverwerking door insecten.
- Published
- 2015
14. Dossier Kleine kalkoensector heeft sterke ketenstructuur
- Author
-
Van Bavel, J. and Van Bavel, J.
- Abstract
Het dossier bestaat uit drie artikelen over de kalkoen sector van de pluimveehouderij. Het eerste gaat over het management van het gesloten ketensysteem waarin zo goed als alle kalkoenen in Vlaanderen geproduceerd worden. Het artikel tweede gaat over de bedrijfsvoering van de familie Casteele in West-Vlaanderen die er voor gekozen heeft om alleen nog maar kalkoenen te houden. Het derde artikel gaat over Volys Star, een specialist in kalkoenverwerking.
- Published
- 2015
15. Perkament maken ‘met huid en haar’
- Author
-
Zegwaard, A. and Zegwaard, A.
- Abstract
Op de vriendendag van de SZH, 3 oktober in Loenen, was er niet alleen speciale aandacht voor de functie van heideschapen in het natuurbeheer, maar ook voor hun functie als leveranciers van perkament. We konden kennismaken met dit mooie product en meemaken hoe het gemaakt wordt tijdens de workshop ‘Met huid en haar’.
- Published
- 2015
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.