Search

Ooggetuigeverslag, opgeschreven in de zomer van 1940, van de gevechten waaraan de auteur, vaandrig ter plekke, heeft deelgenomen.

De Oostkerk te Middelburg werd als protestantse kerk gebouwd van 1647 tot 1667. Het is een achthoekige koepelkerk in klassicistische barokstijl, waaraan achtereenvolgens de architecten Pieter Post, Bartholomeus Drijfhout, Aart van 's-Gravesande en Louis Jolijt gewerkt hebben. De kerk werd ingewijd op 6 juli 1667 (Ozinga, 1929; Van Swigchem, 1967; Van Benthem Jutting, 1968; Janse, 1969). Binnen in de kerk, geheel verscholen achter het orgel, bevinden zich twee grote wapenborden: één van burgemeester Reynyer van der Beke (1657) en één van burgemeester Jacob de Kuiser (1656) 1). Het tegenwoordige orgel werd in 1784 gemaakt door W. Lotens en J. Reichner (Janse, 1969: 73), maar het had een voorganger van veel kleiner afmeting, zodat te voren de twee wapenborden wèl goed zichtbaar waren van de kerkruimte uit. Door hun verborgen plaatsing zijn beide wapenborden in de Franse tijd in 1798 ontsnapt aan de verwijdering van dergelijke tekenen van het oude bewind. Beide wapenborden zijn in witte kalksteen gebeeldhouwd; de beeldhouwer is niet bekend. Dat van burgemeester Van der Beke blijft hier verder buiten beschouwing. Het wapenbord van Jacob de Kuiser (hoog 130, breed 145 cm) wordt aan elke zijde gesteund door een mollig engeltje, dat uit een soort hoorn des overvloeds bloemen en vruchten laat neerdalen. Het eigenlijke schild is ovaal. Zijn achtergrond is rood geschilderd en door een witte, geprofileerde dwarsbalk in tweeën verdedd. Boven de dwarsbalk zijn twee, er onder één Jacobsschelp (Pecten jacobaeus) gebeeldhouwd, alle drie wit en zodanig ge

Franz Michael Regenfuss was born in Nuremberg, Germany, and baptized 28th February 1713. His father, Erhard Regenfuss, was a wig-maker. The son married Margaretha Helena Ludwig (born circa 1707) in Feucht on 3rd March 1755. Franz Michael did not succeed to his father's business, but became a painter and engraver. From his youth he was fascinated by the manyfold natural history objects, especially of foreign countries, and already by 1745 he was thinking of publishing a book with numerous illustrations in lineengraving and a scientific text on shells and crustaceans. For the text he had the collaboration of F. C. Lesser (1692-1754), at that time a clergyman in Nordhausen and a well known authority on conchology. In order to collect names and addresses of potential subscribers to his book Regenfuss, in the beginning of 1748, published a small circular in which he invited shell collectors and shell dealers to support his idea, fixing the price for a coloured plate at 2 fl., for a uncoloured one at 1 fl. 1) Towards the end of that year he produced a large-sized "Avertissement" (dated 30 October 1748) to the "Lectori Benevolo Naturae Speculatori atque Ingenuarum Artium Studioso" 1). This item opens with an engraving representing an allegory of the sea and its organisms, to which is attached a net full of shells. It is followed by a text in Latin and German in parallel columns. Herein the study of conchology is greatly recommended, and again subscriptions are invited for the forthcoming book. In addition it gave an exposé of how Regenfuss and Lesser were going to effectuate their scheme. Here the above mentioned prices for the original subscribers are mentioned again, the later applicants having to pay 2 fl. 30 kr. for a coloured and 1 fl. 30 kr. for a black-and-white