1. Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2018
- Author
-
Slurink, IAL, van Aar, F, Op de Coul, ELM, Heijne, JCM, van Wees, DA, Hoenderboom, BM, Visser, M, den Daas, C, Woestenberg, PJ, Gotz, HM, Nielen, M, van Sighem, AI, and van Benthem, BHB
- Subjects
antibiotic resistance ,RIVM report 2019-0007 ,sexual health care ,chlamydia ,hiv ,gonorroe ,antibioticaresistentie ,jongeren ,young people ,monitoring ,soa ,MSM ,centrum seksuele gezondheid ,sti ,gonorrhoea ,aids - Abstract
In 2018 hebben vrijwel evenveel mensen zich bij een Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG) laten testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) als in 2017. Het percentage dat daadwerkelijk een soa had bleef gelijk. Chlamydia bleef de meest voorkomende soa onder heteroseksuelen. Bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) was gonorroe de meest voorkomende soa. Bij huisartspraktijken nam het aantal soa-consulten toe, voornamelijk onder personen ouder dan 25 jaar. Bij CSG's kunnen mensen die een grotere kans hebben een soa op te lopen, bijvoorbeeld jongeren onder de 25, zich gratis laten testen. In totaal zijn er in 2018 152.217 consulten geregistreerd bij de CSG's. Het aantal consulten nam af onder vrouwen en heteroseksuele mannen, maar nam toe bij MSM. Bij 18,2 procent van de consulten werd een soa gevonden. Infecties werden het vaakst gevonden bij mensen die waren gewaarschuwd voor een soa, gevolgd door mensen met hiv. Naast de CSG-cijfers worden schattingen voor de hele bevolking gemaakt op basis van gegevens over soa van 367 huisartspraktijken in 2017. Huisartsen voeren het merendeel van de soa-consulten en diagnoses uit. Chlamydia In 2018 had 13,9 procent van de CSG-bezoekers een chlamydia-infectie (2 procent minder dan in 2017; 21.021 diagnoses). Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met chlamydia bleef in de afgelopen 3 jaar stabiel (respectievelijk 15 procent en 18 procent), na een aanhoudende stijging in de voorgaande jaren. Voor MSM ligt dit percentage al jaren rond de 10 procent. Het aantal geschatte diagnoses door huisartsen was in 2017 stabiel ten opzichte van 2016. Gonorroe Het aantal gonorroe-diagnoses bij de CSG is het afgelopen jaar met 9 procent toegenomen tot 7.362 infecties. De percentages mensen die het bleken te hebben, bleven stabiel ten opzichte van vorige jaren; laag onder vrouwen (1,7 procent) en heteroseksuele mannen (2,0 procent), en hoger onder MSM (11,2 procent). Het geschatte aantal diagnoses door huisartsen nam toe van 9.000 in 2016 naar 9.550 in 2017. Deze toename was vooral onder vrouwen ouder dan 25 jaar. Bij de CSG is geen antibioticaresistentie tegen het huidige 'eerste keus' antibioticum ceftriaxon gemeld. Wel is er resistentie tegen andere antibiotica. De resistentie tegen azitromycine steeg in de afgelopen jaren van 2 procent in 2012 tot 11 procent in 2018. Syfilis In 2018 was het aantal syfilis-diagnoses bij de CSG bijna gelijk aan dat in 2017 (1.224 versus 1.228). Daarvan is 96 procent bij MSM vastgesteld. Dit percentage daalde na een jarenlange stijging licht, van 2,9 procent in 2016 naar 2,6 procent in 2017 en 2,4 procent in 2018. Voornamelijk onder MSM met hiv was het percentage lager. Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met de infectie bleef in 2018 zeer laag, respectievelijk 0,1 en 0,2 procent. Hiv Het aantal nieuwe diagnoses van hiv gesteld bij de CSG's is afgenomen in 2018 (249) ten opzichte van 2017 en 2016 (respectievelijk 286 en 285). Negentig procent van deze diagnoses was bij MSM. Het aantal diagnoses onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleef zeer laag. Het aantal mensen met hiv dat in 2018 voor het eerst voor behandeling bij een van de Nederlandse hiv-behandelcentra kwam ('in zorg') was 909, wat minder was dan in 2017 (1.037). In totaal waren in 2018 20.181 mensen met hiv geregistreerd als in zorg.
- Published
- 2019