178 results on '"Gezondheid"'
Search Results
2. Risk perceptions of public health and food safety hazards in poultry husbandry by citizens, poultry farmers and poultry veterinarians
- Subjects
Pluimveehouderij ,genetic structures ,Nederland ,Gezondheid ,Voedselveiligheid - Abstract
Differences in risk perceptions of public health and food safety hazards in various poultry husbandry systems by various stakeholder groups, may affect the acceptability of those husbandry systems. Therefore, the objective was to gain insight into risk perceptions of citizens, poultry farmers, and poultry veterinarians regarding food safety and public health hazards in poultry husbandry systems, and into factors explaining these risk perceptions. We surveyed risk perceptions of Campylobacter contamination of broiler meat, avian influenza introduction in laying hens, and altered dioxin levels in eggs for the most commonly used broiler and laying hen husbandry systems in Dutch citizens (n = 2,259), poultry farmers (n = 100), and poultry veterinarians (n = 41). Citizens perceived the risks of the three hazards in the indoor systems higher and in the outdoor systems lower than did the professionals. Citizens reported higher concerns regarding aspects reflecting underlying psychological factors of risk perception compared to professionals. Professionals indicated a relatively low level of personal control, which might imply risk denial. Of the socio-demographic characteristics, gender and childhood residence were associated with risk perceptions. The influence of other factors of risks perception are discussed. It is suggested that risk perceptions of all stakeholder groups are influenced by affect, stigma, and underlying values. To adapt current or new husbandry systems that can count on societal support, views of key stakeholders and multiple aspects such as animal welfare, public health, food safety, and underlying values should be considered integrally. When trade-offs, such as between animal welfare and public health have to be made, insight into underlying values might help to find consensus among stakeholders.
- Published
- 2019
3. Health aspects of the Dutch diet : Background report to 'What is on our plate? Safe, healthy and sustainable diets in the Netherlands
- Subjects
nourishing framework ,nutrition ,beleid ,healt ,food ,the Netherlands ,voeding ,gezondheid ,Nederland ,RIVM rapport 2016-0197 ,policy - Abstract
De gezondheid van de Nederlandse bevolking kan aanzienlijk verbeteren als mensen gezonder eten. Als iedereen voldoende groente, fruit, vis, en niet te veel verzadigde vetzuren eet, kan de gemiddelde levensverwachting met ongeveer een half jaar toenemen. Als iedereen een gezond gewicht zou hebben, zou eenzelfde gezondheidswinst te behalen zijn. Nederlanders eten echter niet optimaal en slechts een klein deel van de bevolking eet volgens de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad uit 2015. Zo haalt ongeveer 10 procent van de 19-50 jarigen de richtlijn om 200 gram groente per dag te eten en ongeveer 8 procent de richtlijn van 200 gram fruit. Ook heeft 54 procent van de mannen en 46 procent van de vrouwen overgewicht. Dit percentage was 10 jaar geleden lager. Een gezond voedingspatroon vermindert het risico op overgewicht en chronische ziekten, waaronder hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en sommige soorten kanker. Met verschillende initiatieven worden Nederlanders gestimuleerd om gezonder te eten. De focus daarvan is dat het consumenten gemakkelijker wordt gemaakt om voor gezonde producten te kiezen. Zo heeft de levensmiddelenindustrie diverse programma's uitgevoerd om de samenstelling van hun producten te verbeteren. Ook hebben programma's en richtlijnen ervoor gezorgd dat het aanbod van voedsel in school, sport- en bedrijfskantines is verbeterd, alleen is dat nog niet overal het geval. Een ander voorbeeld is de ruim honderd zogeheten JOGG-gemeenten (Jongeren Op Gezond Gewicht). Hierin werken gemeenten samen met verschillende partners (scholen, winkels, enzovoort) om kinderen te laten opgroeien in een omgeving waarin 'de gezonde keuze' de normaalste zaak van de wereld is. Daarnaast geeft het Voedingscentrum consumenten wetenschappelijk onderbouwde en onafhankelijke informatie over gezonde voeding, bijvoorbeeld via de Schijf van Vijf. Ook bieden zij hulpmiddelen voor persoonlijk voedingsadvies, zoals de eetmeter. Dit rapport is een achtergrondstudie voor de rapportage 'Wat ligt er op ons bord? Gezond, veilig en duurzaam eten in Nederland' van het RIVM die op 24 januari 2017 is verschenen. Hierin worden de aspecten van gezond, veilig en ecologisch duurzaam voedsel geïntegreerd weergegeven
- Published
- 2020
4. Health aspects of the Dutch diet : Background report to 'What is on our plate? Safe, healthy and sustainable diets in the Netherlands
- Author
-
Boer JMA, Buurma-Rethans EJM, Broek I van den, van Kranen HJ, Milder IEJ, Ocke MC, Verkaik-Kloosterman J, van Raaij J, DCZ, and V&Z
- Subjects
nourishing framework ,nutrition ,beleid ,healt ,food ,the Netherlands ,voeding ,gezondheid ,Nederland ,RIVM rapport 2016-0197 ,policy - Abstract
De gezondheid van de Nederlandse bevolking kan aanzienlijk verbeteren als mensen gezonder eten. Als iedereen voldoende groente, fruit, vis, en niet te veel verzadigde vetzuren eet, kan de gemiddelde levensverwachting met ongeveer een half jaar toenemen. Als iedereen een gezond gewicht zou hebben, zou eenzelfde gezondheidswinst te behalen zijn. Nederlanders eten echter niet optimaal en slechts een klein deel van de bevolking eet volgens de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad uit 2015. Zo haalt ongeveer 10 procent van de 19-50 jarigen de richtlijn om 200 gram groente per dag te eten en ongeveer 8 procent de richtlijn van 200 gram fruit. Ook heeft 54 procent van de mannen en 46 procent van de vrouwen overgewicht. Dit percentage was 10 jaar geleden lager. Een gezond voedingspatroon vermindert het risico op overgewicht en chronische ziekten, waaronder hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en sommige soorten kanker. Met verschillende initiatieven worden Nederlanders gestimuleerd om gezonder te eten. De focus daarvan is dat het consumenten gemakkelijker wordt gemaakt om voor gezonde producten te kiezen. Zo heeft de levensmiddelenindustrie diverse programma's uitgevoerd om de samenstelling van hun producten te verbeteren. Ook hebben programma's en richtlijnen ervoor gezorgd dat het aanbod van voedsel in school, sport- en bedrijfskantines is verbeterd, alleen is dat nog niet overal het geval. Een ander voorbeeld is de ruim honderd zogeheten JOGG-gemeenten (Jongeren Op Gezond Gewicht). Hierin werken gemeenten samen met verschillende partners (scholen, winkels, enzovoort) om kinderen te laten opgroeien in een omgeving waarin 'de gezonde keuze' de normaalste zaak van de wereld is. Daarnaast geeft het Voedingscentrum consumenten wetenschappelijk onderbouwde en onafhankelijke informatie over gezonde voeding, bijvoorbeeld via de Schijf van Vijf. Ook bieden zij hulpmiddelen voor persoonlijk voedingsadvies, zoals de eetmeter. Dit rapport is een achtergrondstudie voor de rapportage 'Wat ligt er op ons bord? Gezond, veilig en duurzaam eten in Nederland' van het RIVM die op 24 januari 2017 is verschenen. Hierin worden de aspecten van gezond, veilig en ecologisch duurzaam voedsel geïntegreerd weergegeven
- Published
- 2020
5. Risk perceptions of public health and food safety hazards in poultry husbandry by citizens, poultry farmers and poultry veterinarians
- Author
-
Asselt, van, M., Poortvliet, P.M., and Ekkel, E.D.
- Subjects
Pluimveehouderij ,genetic structures ,Nederland ,Gezondheid ,Voedselveiligheid - Abstract
Differences in risk perceptions of public health and food safety hazards in various poultry husbandry systems by various stakeholder groups, may affect the acceptability of those husbandry systems. Therefore, the objective was to gain insight into risk perceptions of citizens, poultry farmers, and poultry veterinarians regarding food safety and public health hazards in poultry husbandry systems, and into factors explaining these risk perceptions. We surveyed risk perceptions of Campylobacter contamination of broiler meat, avian influenza introduction in laying hens, and altered dioxin levels in eggs for the most commonly used broiler and laying hen husbandry systems in Dutch citizens (n = 2,259), poultry farmers (n = 100), and poultry veterinarians (n = 41). Citizens perceived the risks of the three hazards in the indoor systems higher and in the outdoor systems lower than did the professionals. Citizens reported higher concerns regarding aspects reflecting underlying psychological factors of risk perception compared to professionals. Professionals indicated a relatively low level of personal control, which might imply risk denial. Of the socio-demographic characteristics, gender and childhood residence were associated with risk perceptions. The influence of other factors of risks perception are discussed. It is suggested that risk perceptions of all stakeholder groups are influenced by affect, stigma, and underlying values. To adapt current or new husbandry systems that can count on societal support, views of key stakeholders and multiple aspects such as animal welfare, public health, food safety, and underlying values should be considered integrally. When trade-offs, such as between animal welfare and public health have to be made, insight into underlying values might help to find consensus among stakeholders.
- Published
- 2019
6. Achtergronddocument bij 'Cumulatie van milieurisico's voor de mens: geografische verschillen in Nederland'
- Subjects
safety ,noise ,milieu ,risk analysis ,hinder ,accidents ,health ,netherlands ,veiligheid ,effecten ,ongeval ,gis ,nederland ,radiation ,straling ,nuisance ,geografisch informatiesysteem ,gevaarlijke stoffen ,geluid ,gezondheid ,risico-analyse ,hazardous substances ,effects ,environment - Abstract
Het project 'Cumulatie van milieurisico's' is gericht op het ontwikkelen en toepassen van methoden voor het in kaart brengen van die locaties waar risico's voor de mens als gevolg van diverse typen milieuverontreinigingen samenvallen. Daartoe zijn er kaarten van Nederland vervaardigd met risico's die zijn uitgedrukt in de kans op overlijden (externe veiligheid, straling en diverse stoffen), de kans op overige gezondheidseffecten (andere stoffen) en de kans op hinder (geluid). De kaarten zijn opgenomen in rapport 610127001, 'Cumulatie van milieurisico's voor de mens: geografische verschillen in Nederland'. In dit achtergronddocument is de nodige informatie opgenomen over ondermeer de methoden die zijn gevolgd bij de keuze van in kaart te brengen bronnen en stoffen en bij het maken van de kaarten. Dit achtergronddocument gaat achtereenvolgens in op de achtergrondinformatie betreffende het berekenen van externe-veiligheidsrisico's, het berekenen van doses en risico's als gevolg van blootstelling aan straling, het berekenen van concentraties van diverse luchtverontreinigende stoffen op een schaal van 500 bij 500 m, de toxicologische gegevens van de beschouwde stoffen en het berekenen van de risico's als gevolg van blootstelling aan deze stoffen, een mogelijke methode voor het combineren van diverse typen effecten op de gezondheid van de mens, en tenslotte het berekenen van hinder als gevolg van geluid en geur. Het achtergronddocument heeft de vorm van een 'bundel' bijlagen, die elk zelfstandig kunnen worden gelezen.
- Published
- 2017
7. Factors in the physical environment and the health of the Dutch population
- Subjects
activiteiten ,activities ,pathogene micro-organismen ,toxic substances ,health risks ,population ,pathogens ,netherlands ,blootstelling ,physical environment ,fysieke omgeving ,nederland ,radiation ,straling ,toxische stoffen ,bevolking ,exposure ,gezondheid ,risico - Abstract
Er is naar alle waarschijnlijkheid een groot aantal factoren in de fysieke omgeving met een schadelijk effect op de gezondheid. Zo zijn er talrijke pathogene micro-organismen, talloze stoffen die voor laboratorium dieren kankerverwekkend bleken, en verschillende vormen van straling. Daarenboven vormen vele activiteiten zoals autorijden, skien, of duiken een mogelijk gevaar voor onze gezondheid. In dit rapport dat is ontleend aan eerder gepubliceerd materiaal in de volksgezondheid toekomstverkenning, wordt een overzicht gegeven van factoren in de fysische omgeving die een schadelijk effect op de volksgezondheid hebben. De keten van gebeurtenissen van blootstelling aan de desbetreffende factor tot effect op de gezondheid wordt beschreven in termen van verschillende soort risico-indicatoren. Methoden voor het opsporen van gezondheidsrisico's en kwantitatieve schattingen worden kort besproken, alsmede mogelijke gezondheidswinst door risicoverlagende maatregelen. Na een algemene inleiding volgen voorbeelden van chemische (luchtvervuiling binnen en buiten het huis), fysische (geluid, straling), en biotische (micro-organismen in het drinkwater) factoren (hoofdstuk 2, 3 en 4). In alle bijdragen worden relaties aan de orde gesteld met andere determinanten van gezondheid, interventiemogelijkheden en beleid (mogelijke gezondheidswinst), gegevens- en informatiebehoefte.
- Published
- 2017
8. Klachten van het bewegingsapparaat in de Nederlandse bevolking, prevalenties, consequenties en risicogroepen
- Subjects
use of health care ,hip ,shoulder ,pols ,knie ,nek ,risk groups ,wrist ,ziekteverzuim ,pain ,postal ,higher back ,zorggebruik ,health ,the netherlands ,health survey ,gezondheidsenquete ,voet ,gezondheid ,epidemiology ,postenquete ,pijn ,work disability ,hoge-rug ,lage-rug ,prevalence ,sick leave ,beperkingen ,vragenlijstonderzoek ,prevalentie ,nederland ,complaint ,enkel ,beweginsapparaat ,ankle ,klachten ,musculoskeletal ,heup ,questionnaire ,epidemiologie ,risicogroepen ,elbow ,neck ,populatiestudie ,population-based ,schouder ,lower back ,bevolking ,foot ,hand ,elleboog - Abstract
Klachten van het bewegingsapparaat vormen een belangrijk volksgezondheidsprobleem maar geschikte gegevensbronnen betreffende de Nederlandse bevolking zijn schaars. Op basis van de landelijke studie naar klachten en aandoeningen van het bewegingsapparaat (de KAB-studie) is een analyse gemaakt van prevalenties, consequenties en risicogroepen van pijnklachten van het bewegingsapparaat in de bevolking. De KAB-studie is een postenquete onderzoek bij een aselecte steekproef uit de Nederlandse bevolking van 25 jaar en ouder, uitgevoerd door het RIVM in samenwerking met het CBS. Er zijn 10 klachtlocaties onderscheiden in vijf groepen; 1. nek, schouders of hoog in de rug, 2. elleboog of pols/hand, 3. lage rug, 4. heup of knie, 5. enkel of voet . Naast de periode-prevalentie (12 maanden) en de punt prevalentie (Pp) zijn diverse kenmerken(duur, ernst, beloop) en consequenties (voor gezondheid, zorg en werk) van de klachten vastgelegd. De zelf-gerapporteerde prevalentie van pijnklachten is zeer hoog. De top drie van klachten is: 1. lage rug (Pp=26,9%) 2. schouders (Pp=20,9%), 3. nek. (Pp=20,6%) Bij vrouwen is de prevalentie hoger dan bij mannen. De meeste klachten komen op alle leeftijden veel voor, maar de pijnklachten van knie en heup nemen duidelijk toe met de leeftijd. In de meeste gevallen is de klacht voortdurend of regelmatig aanwezig en gekarakteriseerd als 'lichte/zeurende pijn'. In 3 van de 10 gevallen gaan de klachten gepaard met verhindering in de uitvoering van de normale bezigheden. Het beroep op de gezondheidszorg is hoog en ziekteverzuim wordt vaak gemeld. Op basis van algemene sociaal-demografische kenmerken zijn geen duidelijke risicogroepen te onderscheiden behalve de groep die arbeidsongeschikt is.
- Published
- 2017
9. Air pollution and daily mortality in the Netherlands over the period 1992 - 2002
- Subjects
seasons ,daily mortality ,stad ,air pollution ,jaargetijden ,netherlands ,health ,seizoenverschillen ,dagelijkse sterfte ,mortality ,nederland ,diseases ,ziekte ,steden ,risico's ,cities ,gezondheid ,season differences ,luchtverontreiniging ,risks - Abstract
Dit technisch achtergrondrapport vergelijkt de risico's om te overlijden aan luchtverontreiniging in drie tijdperioden (1992-1994, 1995-1998 en 1999-2002) in Nederland. Hierbij is bekeken of het risico om te overlijden aan luchtverontreiniging in de laatste periode is veranderd ten opzichte van eerdere jaren. Er blijkt geen duidelijk patroon te zien in de tijd, hoewel de periodes onderling wel verschillen. Tijdens de zomermaanden blijkt het risico groter dan in de wintermaanden. Wonen in een van de vier grote steden was niet gerelateerd aan een hoger risico om te overlijden aan luchtverontreiniging dan het risico in de rest van Nederland. Op basis van deze risico's is geschat dat er in 2003 in Nederland 3.400 - 5.700 mensen vroegtijdig zijn overleden aan luchtverontreiniging. Deze gegevens zijn eerder dit jaar in de Milieubalans 2005 van het Milieu- en Natuurplanbureau gepubliceerd. Om de risico's te berekenen zijn meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit gekoppeld aan gegevens van de dagelijkse sterfte van het Centraal Bureau voor de Statistiek in de periode 1992 tot en met 2002. De totale dagelijkse sterfte is onderzocht. Dit zijn alle sterfgevallen, behalve die door niet-natuurlijke oorzaken. Naast de totale sterfte is de sterfte als gevolg van hart- en vaatziekten en longziekten apart beschreven.
- Published
- 2017
10. Volksgezondheid Toekomst Verkenning. De gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking in de periode 1950-2010
- Subjects
future ,prognose ,bevolking ,public health ,toekomst ,gezondheid ,health policy ,netherlands ,prognosis ,eu ,health status indicators ,nederland - Abstract
Engelse versie zie: 431501016
- Published
- 2017
11. Monitoring of exposures, body burdens and health effects of environmental pollutants in the Netherlands; position paper from the perspective of environmental epidemiology
- Subjects
milieu ,epidemiologie ,health ,netherlands ,blootstelling ,effecten ,nederland ,monitoring ,exposure ,gezondheid ,pollution ,epidemiology ,verontreiniging ,effects ,environment - Abstract
Aan de hand van een werk-definitie, algemene kaderstelling en begripsdefinitie, wordt een bijdrage geleverd aan de discussie over mogelijkheden van monitoren van blootstelling, lichaamsbelasting en gezondheidseffecten van milieuverontreiniging in Nederland, vanuit het perspectief van de milieu-epidemiologie. Milieu - gezondheid monitoring wordt gedefinieerd als de combinatie van het routinematige meten en verzamelen, analyseren en interpreteren van relevante data om inzicht te krijgen in de (verdeling) van vooraf gedefinieerde indicatoren van blootstelling, lichaamsbelasting en maten van de effecten op de volksgezondheid. Voorbeelden van indicatoren en volksgezondheidseffectmaten worden beschreven. Vijf typen monitoring activiteiten worden nader toegelicht, elk met een specifieke onderliggende vraagstelling. Tevens wordt een kritische evaluatie van bestaande gegevensbestanden (voornamelijk gezondheidskundige registraties) in Nederland gegeven ; alsook een evaluatie van de bruikbaarheid van deze bestanden t.b.v. milieu - gezondheid monitoring. Buitenlandse monitoringprogramma's op het gebied van de volksgezondheid zijn talrijk, maar in nagenoeg geen van deze programma's wordt een directe relatie gelegd met milieufactoren. Om een monitoringprogramma met de gewenste functionaliteit te ontwerpen dient de omvang van het te meten effect gedefinieerd te worden. M.b.v. power-analyses kan vervolgens berekend worden wat de omvang (b.v. aantal te onderzoeken personen) van het monitoringprogramma dient te zijn. De voorwaarde van het stellen van een effect-omvang vereist een waarde-oordeel omtrent het biologische (of economische) belang van het effect ; dit ligt in het domein van het risk management. Tussen de ontwerpers (onderzoekers) en de gebruikers (beleid) dient overeenstemming te bestaan over de mate van het effect dat minimaal gedetecteerd dient te worden en de tijdperiode waarbinnen dit mogelijk is. Conclusie is dat de huidige monitoringsactiviteiten in Nederland en in het buitenland slechts beperkte functionaliteit hebben door de relatief kleine steekproef-omvang en/of het gebrek aan integratie van informatie van de verschillende aspecten van monitoringsdisciplines. Aanbevolen wordt om toekomstige monitoringprogramma's in een vroeg stadium interdisciplinair op te zetten, waarbij wetenschappers van verschillende disciplines betrokken worden. Suggesties worden hiertoe aangedragen.
- Published
- 2017
12. On health risks of ambient PM in the Netherlands
- Subjects
risico's ,gezondheid ,health ,netherlands ,effects ,effecten ,risks ,aerosolen ,aerosols ,nederland - Abstract
Alleen digitaal beschikbaarUitgebreide samenvatting onder nummer 650010033
- Published
- 2017
13. Public Health Status and Forecasts. The health status of the Dutch population over the period 1950-2010
- Subjects
future ,prognose ,bevolking ,public health ,toekomst ,prognosis ,netherlands ,gezondheid ,health policy ,eu ,health status indicators ,nederland - Abstract
available from authorized bookhopspublishing house: Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, Den Haag
- Published
- 2017
14. Samenwerking in de zorg in Nederland
- Author
-
Dhondt, Steve, Hubertus Vrijhoef, and Molema, Hanneke
- Subjects
Life ,Work and Employment ,Gezondheid ,Nederland ,Technologie ,ELSS - Earth, Life and Social Sciences ,SP - Sustainable Productivity and Employability ,Workplace ,Healthy Living ,Zorg - Abstract
Nederland geldt voor België, maar ook voor andere landen, vaak als gidsland voor geïntegreerde zorg. Nederland kent meer gericht onderzoek naar geïntegreerde zorg en shared decision making in de zorg dan menig ander land (zie onder meer. Omdat het onderwerp van geïntegreerde zorg reeds lang op de Nederlandse onderzoeksagenda staat, is redelijk goed in beeld welke voor- en nadelen bestaan aan samenwerking in de (Nederlandse) zorg. De beoordeling van samenwerking in Nederland is over het algemeen positief en geeft aan dat in Nederland met de samenwerking de beweging naar ‘langer thuis’ en het verlangen naar zorg die echt gericht is op de persoon onmiskenbaar aanwezig is. Samenwerken met andere domeinen dan ‘zorg’ en het sociale domein staan centraal in de aandacht bij het toekomstbestendig maken van de Nederlandse gezondheidszorg.
- Published
- 2017
15. Samenwerking in de zorg in Nederland
- Subjects
Life ,Work and Employment ,Gezondheid ,Nederland ,Technologie ,Life and Social Sciences ,SP - Sustainable Productivity and Employability ,ELSS - Earth ,Workplace ,Healthy Living ,Zorg - Abstract
Nederland geldt voor België, maar ook voor andere landen, vaak als gidsland voor geïntegreerde zorg. Nederland kent meer gericht onderzoek naar geïntegreerde zorg en shared decision making in de zorg dan menig ander land (zie onder meer. Omdat het onderwerp van geïntegreerde zorg reeds lang op de Nederlandse onderzoeksagenda staat, is redelijk goed in beeld welke voor- en nadelen bestaan aan samenwerking in de (Nederlandse) zorg. De beoordeling van samenwerking in Nederland is over het algemeen positief en geeft aan dat in Nederland met de samenwerking de beweging naar ‘langer thuis’ en het verlangen naar zorg die echt gericht is op de persoon onmiskenbaar aanwezig is. Samenwerken met andere domeinen dan ‘zorg’ en het sociale domein staan centraal in de aandacht bij het toekomstbestendig maken van de Nederlandse gezondheidszorg.
- Published
- 2017
16. Natuur en gezondheid; een verkennend onderzoek naar de relatie tussen volksgezondheid en groen in de leefomgeving
- Subjects
milieu ,natuur ,sociale ecologie ,health ,nature ,netherlands ,nederland ,well-being ,welzijn ,human ecology ,gezondheid ,ruimtelijke ordening ,Wageningen Environmental Research ,physical planning ,environment - Published
- 2000
17. Laat de varkens los : nieuw perspectief voor boer en landschapsbeheer in Overijssel
- Subjects
breeds ,dierhouderij ,landschapsbeheer ,natural landscape ,Emissie & Mestverwaarding ,Farm Technology ,netherlands ,landscape management ,nederland ,taste ,ATV Farm Technology ,Dierenwelzijn en gezondheid ,Animal Health & Welfare ,animal husbandry ,slachtdieren ,pigs ,health ,varkens ,free range husbandry ,overijssel ,natuurlandschap ,meat animals ,gezondheid ,Agrarische Bedrijfstechnologie ,Emissions & Manure Valorisation ,scharrelhouderij ,rassen (dieren) ,smaak - Abstract
Wat zijn precies de functies die een varken in het landschap kunnen vervullen? Kan dat zomaar, varkens in het wild; waar moet je dan rekening mee houden? Is het wel rendabel om varkens te houden? Dit e-book geeft antwoorden, beelden en richting op deze vragen, specifiek voor de provincie Overijssel.
- Published
- 2013
18. Laat de varkens los : nieuw perspectief voor boer en landschapsbeheer in Overijssel
- Author
-
Holster, H.C. and Mul, M.F.
- Subjects
breeds ,dierhouderij ,landschapsbeheer ,Emissie & Mestverwaarding ,natural landscape ,Farm Technology ,netherlands ,landscape management ,nederland ,taste ,ATV Farm Technology ,Dierenwelzijn en gezondheid ,Animal Health & Welfare ,animal husbandry ,slachtdieren ,pigs ,health ,varkens ,free range husbandry ,overijssel ,natuurlandschap ,meat animals ,gezondheid ,Agrarische Bedrijfstechnologie ,Emissions & Manure Valorisation ,scharrelhouderij ,rassen (dieren) ,smaak - Abstract
Wat zijn precies de functies die een varken in het landschap kunnen vervullen? Kan dat zomaar, varkens in het wild; waar moet je dan rekening mee houden? Is het wel rendabel om varkens te houden? Dit e-book geeft antwoorden, beelden en richting op deze vragen, specifiek voor de provincie Overijssel.
- Published
- 2013
19. Milieubalans 2003. Het Nederlandse milieu verklaard
- Author
-
Milieu- en Natuurplanbureau MNP - RIVM and MNP-NMD
- Subjects
gezondheidseffecten ,milieu ,ozonconcentratie ,inventarisatie ,afval ,vermesting ,milieukosten ,netherlands ,effecten ,risicoproblematiek ,ecosystemen ,milieudruk ,nederland ,verzuring ,vos ,environmental policy ,ontkoppeling ,geluid ,kwaliteit ,environmental balance ,effects ,mobiliteit ,verdroging ,fijn stof ,ComputingMilieux_MISCELLANEOUS ,externe veiligheid ,prioritaire stoffen ,klimaatverandering ,duurzaamheid ,milieubalans ,europa ,inventory ,emissie ,milieukwaliteit ,milieubeleid ,quality ,stedelijke leefomgeving ,co2 ,gezondheid ,luchtverontreiniging ,economie ,environment ,landelijk gebied - Abstract
Erratum op website!
- Published
- 2012
20. Integrated assessment of vulnerability to climate change and adaptation options in the Netherlands
- Author
-
Ierland EC van, Groot RS de, Kuikman PJ, Martens P, Amelung B, Daan N, Huynen M, Kramer K, Szonyi J, Veraart JA, Verhagen A, Vliet A van, Walsum PEV van, Westein E, and NOP
- Subjects
assessment ,klimaatverandering ,netherlands ,health ,adaptatie ,adaptation ,effecten ,ecosystemen ,nederland ,climatic changes ,economy ,gezondheid ,effects ,economie ,ecosystems ,toetsing - Abstract
niet beschikbaar
- Published
- 2012
21. Milieubalans 2000. Het Nederlandse milieu verklaard
- Author
-
MNV
- Subjects
gezondheidseffecten ,milieu ,ozonconcentratie ,inventarisatie ,afval ,vermesting ,milieukosten ,netherlands ,effecten ,ecosystemen ,milieudruk ,nederland ,vos ,environmental policy ,geluid ,kwaliteit ,environmental balance ,effects ,mobiliteit ,verdroging ,fijn stof ,externe veiligheid ,prioritaire stoffen ,klimaatverandering ,MNP DOSSIER-MILIEUBALANS ,milieubalans ,europa ,inventory ,milieukwaliteit ,milieubeleid ,quality ,stedelijke leefomgeving ,gezondheid ,luchtverontreiniging ,economie ,environment ,landelijk gebied - Abstract
Geen rapportnummer in publicatie
- Published
- 2012
22. Fijn stof nader bekeken
- Subjects
decree ,particulate matter ,ec regulations ,luchtkwaliteit ,air pollution ,health ,netherlands ,effecten ,regelgeving ,air quality ,besluit ,nederland ,gezondheid ,ruimtelijke ordening ,besluit luchtkwaliteit ,physical planning ,dust ,effects ,luchtverontreiniging ,eg-regelgeving ,fijn stof ,dochterrichtlijn ,aerosolen ,aerosols - Abstract
Engelse vertaling: rapport 500037011
- Published
- 2012
23. Fijn stof nader bekeken
- Author
-
Buijsman E, Beck JP, van Bree L, Cassee FR, Koelemeijer RBA, Matthijsen J, Thomas R, Wieringa K, LED, and MGO
- Subjects
decree ,particulate matter ,ec regulations ,luchtkwaliteit ,air pollution ,health ,netherlands ,effecten ,regelgeving ,air quality ,besluit ,nederland ,gezondheid ,ruimtelijke ordening ,besluit luchtkwaliteit ,physical planning ,dust ,effects ,luchtverontreiniging ,eg-regelgeving ,fijn stof ,dochterrichtlijn ,aerosolen ,aerosols - Abstract
Engelse vertaling: rapport 500037011
- Published
- 2012
24. Milieubalans 2003. Het Nederlandse milieu verklaard
- Subjects
gezondheidseffecten ,milieu ,ozonconcentratie ,inventarisatie ,afval ,vermesting ,milieukosten ,netherlands ,effecten ,risicoproblematiek ,ecosystemen ,milieudruk ,nederland ,verzuring ,vos ,environmental policy ,ontkoppeling ,geluid ,kwaliteit ,environmental balance ,effects ,mobiliteit ,verdroging ,fijn stof ,ComputingMilieux_MISCELLANEOUS ,externe veiligheid ,prioritaire stoffen ,klimaatverandering ,duurzaamheid ,milieubalans ,europa ,inventory ,emissie ,milieukwaliteit ,milieubeleid ,quality ,stedelijke leefomgeving ,co2 ,gezondheid ,luchtverontreiniging ,economie ,environment ,landelijk gebied - Abstract
Erratum op website!
- Published
- 2012
25. Milieubalans 2000. Het Nederlandse milieu verklaard
- Subjects
gezondheidseffecten ,milieu ,ozonconcentratie ,inventarisatie ,afval ,vermesting ,milieukosten ,netherlands ,effecten ,ecosystemen ,milieudruk ,nederland ,vos ,environmental policy ,geluid ,kwaliteit ,environmental balance ,effects ,mobiliteit ,verdroging ,fijn stof ,externe veiligheid ,prioritaire stoffen ,klimaatverandering ,MNP DOSSIER-MILIEUBALANS ,milieubalans ,europa ,inventory ,milieukwaliteit ,milieubeleid ,quality ,stedelijke leefomgeving ,gezondheid ,luchtverontreiniging ,economie ,environment ,landelijk gebied - Abstract
Geen rapportnummer in publicatie
- Published
- 2012
26. De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij astma en COPD vergeleken met andere groepen in Nederland. Deel 2
- Subjects
leeftijd ,education ,region ,copd ,health ,asthma ,the netherlands ,nederland ,opleiding ,geslacht ,quality of life ,age ,regio ,astma ,gender ,gezondheid ,kwaliteit van leven - Abstract
In opdracht van het Nederlands Astma Fonds worden in dit rapport beschikbare gegevens in kaart gebracht over de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van personen met astma en COPD vergeleken met die van andere groepen. Hiertoe is enerzijds een literatuurstudie uitgevoerd waarvoor studies zijn geselecteerd waarin de kwaliteit van leven van personen met astma of COPD wordt vergeleken met die van de algemene bevolking of van personen met een andere (chronische) ziekte. In totaal werden 27 studies geselecteerd, waarvan 9 over kinderen en 18 over volwassenen. Anderzijds zijn secundaire analyses uitgevoerd op data verzameld in drie epidemiologische studies.Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven is een begrip met meerdere dimensies. Zowel de gezondheidstoestand als de gevolgen daarvan voor het functioneren en de waardering daarvoor zijn van belang. Astma en COPD kunnen leiden tot fysieke en emotionele klachten die op hun beurt kunnen leiden tot beperkingen in het fysieke, emotionele en sociale functioneren. Beperkingen in het functioneren kunnen door de ene patient anders worden ervaren dan door de andere. Bij kinderen ging het hebben van astma samen met een minder goed fysiek, emotioneel en sociaal functioneren. Dit gold sterker voor meisjes dan voor jongens, sterker voor 10-13-jarigen dan voor 7-9-jarigen en ook sterker voor kinderen van laagopgeleide ouders dan voor kinderen van ouders met een hogere opleiding. Bij kinderen met astma ging het hebben van recente astmaklachten samen met een minder goed fysiek en emotioneel functioneren. In vergelijking met kinderen met diabetes mellitus voerden kinderen met astma fysieke activiteiten minder vaak en goed uit, maar hadden zij minder zorgen om hun ziekte. In vergelijking met kinderen met epilepsie voerden kinderen met astma fysieke en sociale activiteiten minder goed uit. Bij volwassenen gingen astma en COPD gepaard met een slechtere kwaliteit van leven op zowel fysiek, emotioneel als op sociaal terrein. Ook ervoeren personen met astma of COPD hun gezondheid als slechter dan de gemiddelde algemene bevolking. Net als bij kinderen waren deze relaties sterker voor vrouwen dan voor mannen, sterker voor oudere dan voor jongere personen en sterker voor personen met een lage dan voor personen met een hoge opleiding. Personen met COPD leken een slechtere kwaliteit van leven te hebben dan personen met astma, zeker als het gaat om fysiek functioneren, ervaren gezondheid en de subjectieve beleving. In vergelijking met personen met andere ziekten rapporteerden personen met astma of COPD over het algemeen een goede kwaliteit van leven, zeker in sociaal opzicht. De resultaten naar ernstgradaties waren zoals te verwachten: hoe ernstiger de astma of COPD, hoe slechter de kwaliteit van leven. In een vervolgtraject lijkt onderzoek naar monitoring van, en verandering in, de kwaliteit van leven bij personen met astma en COPD zinvol, ook in relatie tot beloop en ernst van de aandoening en gebruik en kosten van zorg. Een aantal lopende studies zal hier aan bij kunnen dragen. Om specifieke risicofactoren voor een slechtere kwaliteit van leven binnen groepen met astma of COPD op te kunnen sporen is tevens nader onderzoek nodig.
- Published
- 2012
27. Composition and Origin of Airborne Particulate Matter in the Netherlands
- Author
-
Visser H, Buringh E, Breugel PB van, LLO, and CIM
- Subjects
sources ,pm10 ,analysis ,analyse ,health ,netherlands ,effecten ,nederland ,bronnen ,composition ,gezondheid ,dust ,compositie ,effects ,fijn stof ,aerosolen ,aerosols - Abstract
Fijn stof in de buitenlucht met een diameter kleiner dan 10 um (PM10) blijkt op een consistente wijze geassocieerd te zijn met ernstige humane gezondheidseffecten. Dergelijke gezondheidseffecten zijn over de hele wereld gevonden, inclusief in Nederland. Dit was voor de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) reden om fijn stof op te nemen in de "Air Quality Guidelines". De Europese Unie wijdde een aparte dochter-richtlijn aan fijn stof (1999/30/EC, onderdeel van de kaderrichtlijn luchtkwaliteit 96/62/EC). Voor de EU is dit een dubbele norm geworden met een jaargemiddelde waarde van 40 ug/m3 en een dagelijks gemiddelde van 50 ug/m3 met 35 toegestane overschrijdingen per jaar (het 90-percentiel van de daggemiddelde waarden) beide in 2005. De indicatieve waarden voor 2010 zijn 20 ug/m3 als jaargemiddelde met 7 toegestane overschrijdingen voor het daggemiddelde van 50 ug/m3. Voor de Nederlandse overheid leidden de nieuwe luchtkwaliteitsnormen tot een aantal vragen over de huidige niveaus van fijn stof, de deeltjesgrootte-verdeling, chemische samenstelling, en de bijdragen van natuurlijke en antropogene bronnen (zowel lokale als buitenlandse) aan de huidige PM-niveaus in Nederland. Meer in het bijzonder zou het in het verleden gevonden "gat "van 50% tussen modellen en metingen beter verklaard en zo mogelijk verkleind moeten worden. De ratio tussen metingen en modellen (waarbij alleen het antropogene deel van de bronnen is meegenomen) bedroeg in 1995 slechts 0,50. Dit rapport gaat in op de bovenstaande vragen. Op zes plaatsen in Nederland zijn gedurende de jaren 1998 en 1999 een groot aantal metingen uitgevoerd. We hebben naast PM10 ook de fijne fractie (PM2.5) gemeten en de grove fractie (PM10 - PM2.5). Verder zijn de concentraties van secundaire anorganische zouten: ammonium, nitraat en sulfaat; elementair koolstof en organisch koolstof, natrium en chloride als tracers voor zeezout en 16 verschillende chemische elementen bepaald. Ook werden er nog bronprofielen verzameld van wegverkeer in de IJ-tunnel in Amsterdam. De kwaliteitscontrole op het veldwerk werd uitgevoerd door OMEGAM. De kwaliteitscontrole op de filtermetingen werd uitgevoerd door het RIVM. Een van de conclusies van deze studie is dat er geen significant verschil bestaat tussen gemeten PM10-concentraties en gemodelleerde PM10-concentraties in combinatie met de bijdrage van natuurlijke bronnen. De gemiddelde ratio van de gemodelleerde versus gemeten concentraties bedraagt 0,94 (bij een uniforme correctiefactor voor de FAG-meetinstrumenten) of 0,91 (bij een locatie-specifieke correctiefactor). Wanneer ook rekening gehouden wordt met de verschillende onzekerheden, bedraagt 1 keer de standaardafwijking van de bovengenoemde ratio 0,20. Daaruit concluderen we dat het 'gat' tussen metingen en modellen adequaat is gesloten. Aan de hand van de berekeningen met OPS/SIGMA en de resultaten van deze studie hebben we ons een indruk kunnen vormen van datgene wat met behulp van maatregelen te verbeteren zou zijn aan de concentraties van fijn stof. We vonden daarbij dat het maximale deel van PM10 dat door binnenlandse maatregelen te beinvloeden zou zijn in Nederland, variabel is: 6 tot 18 ug/m3. Het maximale deel dat door buitenlandse maatregelen (EU) te beinvloeden is, varieert van 10 tot 15 ug/m3. Jaargemiddeld is ongeveer 7 tot 9 ug/m3 van het fijn stof in Nederland van natuurlijke oorsprong. Deze cijfers zijn indicatief: ze kunnen van jaar tot jaar varieren ten gevolge van meteorologische condities.
- Published
- 2012
28. Integrated assessment of vulnerability to climate change and adaptation options in the Netherlands
- Subjects
assessment ,klimaatverandering ,netherlands ,health ,adaptatie ,adaptation ,effecten ,ecosystemen ,nederland ,climatic changes ,economy ,gezondheid ,effects ,economie ,ecosystems ,toetsing - Abstract
niet beschikbaar
- Published
- 2012
29. Particulate Matter: a closer look
- Subjects
air pollution ,netherlands ,effecten ,legislation ,regelgeving ,besluit ,nederland ,besluit luchtkwaliteit ,effects ,fijn stof ,dochterrichtlijn ,decree ,particulate matter ,ec regulations ,luchtkwaliteit ,health ,air quality decree ,air quality ,gezondheid ,ruimtelijke ordening ,physical planning ,dust ,luchtverontreiniging ,eg-regelgeving ,aerosolen ,aerosols - Abstract
English translation of report 500037008
- Published
- 2012
30. Milieubalans 2004. Het Nederlandse milieu verklaard
- Subjects
gezondheidseffecten ,milieu ,ozonconcentratie ,europese richtlijnen ,inventarisatie ,afval ,vermesting ,milieukosten ,netherlands ,effecten ,ecosystemen ,milieudruk ,nederland ,verzuring ,vos ,environmental policy ,geluid ,kwaliteit ,environmental balance ,effects ,mobiliteit ,verdroging ,fijn stof ,ComputingMilieux_MISCELLANEOUS ,externe veiligheid ,prioritaire stoffen ,klimaatverandering ,duurzaamheid ,milieubalans ,europa ,inventory ,emissie ,milieukwaliteit ,milieubeleid ,quality ,stedelijke leefomgeving ,gezondheid ,luchtverontreiniging ,economie ,eu ,environment ,landelijk gebied - Abstract
Erratum op website!
- Published
- 2012
31. Composition and Origin of Airborne Particulate Matter in the Netherlands
- Subjects
sources ,pm10 ,analysis ,analyse ,health ,netherlands ,effecten ,nederland ,bronnen ,composition ,gezondheid ,dust ,compositie ,effects ,fijn stof ,aerosolen ,aerosols - Abstract
Fijn stof in de buitenlucht met een diameter kleiner dan 10 um (PM10) blijkt op een consistente wijze geassocieerd te zijn met ernstige humane gezondheidseffecten. Dergelijke gezondheidseffecten zijn over de hele wereld gevonden, inclusief in Nederland. Dit was voor de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) reden om fijn stof op te nemen in de "Air Quality Guidelines". De Europese Unie wijdde een aparte dochter-richtlijn aan fijn stof (1999/30/EC, onderdeel van de kaderrichtlijn luchtkwaliteit 96/62/EC). Voor de EU is dit een dubbele norm geworden met een jaargemiddelde waarde van 40 ug/m3 en een dagelijks gemiddelde van 50 ug/m3 met 35 toegestane overschrijdingen per jaar (het 90-percentiel van de daggemiddelde waarden) beide in 2005. De indicatieve waarden voor 2010 zijn 20 ug/m3 als jaargemiddelde met 7 toegestane overschrijdingen voor het daggemiddelde van 50 ug/m3. Voor de Nederlandse overheid leidden de nieuwe luchtkwaliteitsnormen tot een aantal vragen over de huidige niveaus van fijn stof, de deeltjesgrootte-verdeling, chemische samenstelling, en de bijdragen van natuurlijke en antropogene bronnen (zowel lokale als buitenlandse) aan de huidige PM-niveaus in Nederland. Meer in het bijzonder zou het in het verleden gevonden "gat "van 50% tussen modellen en metingen beter verklaard en zo mogelijk verkleind moeten worden. De ratio tussen metingen en modellen (waarbij alleen het antropogene deel van de bronnen is meegenomen) bedroeg in 1995 slechts 0,50. Dit rapport gaat in op de bovenstaande vragen. Op zes plaatsen in Nederland zijn gedurende de jaren 1998 en 1999 een groot aantal metingen uitgevoerd. We hebben naast PM10 ook de fijne fractie (PM2.5) gemeten en de grove fractie (PM10 - PM2.5). Verder zijn de concentraties van secundaire anorganische zouten: ammonium, nitraat en sulfaat; elementair koolstof en organisch koolstof, natrium en chloride als tracers voor zeezout en 16 verschillende chemische elementen bepaald. Ook werden er nog bronprofielen verzameld van wegverkeer in de IJ-tunnel in Amsterdam. De kwaliteitscontrole op het veldwerk werd uitgevoerd door OMEGAM. De kwaliteitscontrole op de filtermetingen werd uitgevoerd door het RIVM. Een van de conclusies van deze studie is dat er geen significant verschil bestaat tussen gemeten PM10-concentraties en gemodelleerde PM10-concentraties in combinatie met de bijdrage van natuurlijke bronnen. De gemiddelde ratio van de gemodelleerde versus gemeten concentraties bedraagt 0,94 (bij een uniforme correctiefactor voor de FAG-meetinstrumenten) of 0,91 (bij een locatie-specifieke correctiefactor). Wanneer ook rekening gehouden wordt met de verschillende onzekerheden, bedraagt 1 keer de standaardafwijking van de bovengenoemde ratio 0,20. Daaruit concluderen we dat het 'gat' tussen metingen en modellen adequaat is gesloten. Aan de hand van de berekeningen met OPS/SIGMA en de resultaten van deze studie hebben we ons een indruk kunnen vormen van datgene wat met behulp van maatregelen te verbeteren zou zijn aan de concentraties van fijn stof. We vonden daarbij dat het maximale deel van PM10 dat door binnenlandse maatregelen te beinvloeden zou zijn in Nederland, variabel is: 6 tot 18 ug/m3. Het maximale deel dat door buitenlandse maatregelen (EU) te beinvloeden is, varieert van 10 tot 15 ug/m3. Jaargemiddeld is ongeveer 7 tot 9 ug/m3 van het fijn stof in Nederland van natuurlijke oorsprong. Deze cijfers zijn indicatief: ze kunnen van jaar tot jaar varieren ten gevolge van meteorologische condities.
- Published
- 2012
32. On health risks of ambient PM in the Netherlands. Executive summary
- Author
-
Buringh E, Opperhuizen A (eds), and MNV
- Subjects
risico's ,gezondheid ,health ,netherlands ,effects ,effecten ,risks ,aerosolen ,aerosols ,nederland - Abstract
Samenvatting van 650010032 (CD-ROM)
- Published
- 2012
33. Milieubalans 2001. Het Nederlandse milieu verklaard
- Subjects
gezondheidseffecten ,milieu ,ozonconcentratie ,inventarisatie ,afval ,vermesting ,milieukosten ,netherlands ,effecten ,ecosystemen ,milieudruk ,nederland ,vos ,environmental policy ,geluid ,kwaliteit ,environmental balance ,effects ,mobiliteit ,verdroging ,fijn stof ,externe veiligheid ,prioritaire stoffen ,klimaatverandering ,MNP DOSSIER-MILIEUBALANS ,milieubalans ,europa ,inventory ,milieukwaliteit ,milieubeleid ,quality ,stedelijke leefomgeving ,gezondheid ,luchtverontreiniging ,economie ,environment ,landelijk gebied - Abstract
Geen rapportnummer in publicatie
- Published
- 2012
34. Longitudinaal onderzoek naar gezondheidsbaten van natuurspelen? : verkenning van reikwijdte en haalbaarheid
- Subjects
natuur ,speelterreinen ,CL - Mens en Maatschappij ,WASS ,health ,nature ,netherlands ,CL - The Human Factor ,Cultural Geography ,openluchtrecreatie ,nederland ,kinderen ,outdoor recreation ,children ,playgrounds ,gezondheid ,Wageningen Environmental Research - Abstract
Er is bij LNV, maar ook bij partijen in de gezondheidszorg, behoefte aan meer wetenschappelijke onderbouwing van de gezondheidsbaten van natuur. In een verkenning is nagegaan of longitudinaal onderzoek (a) inhoudelijk van grote waarde kan zijn en (b) haalbaar is. Met name voor gezondheidseffecten die via een groeiproces (regelmatig natuurspelen) ontstaan biedt longitudinaal onderzoek uitkomst, evenals voor gezondheidseffecten met een middellange effectduur. Cruciaal voor het aannemelijk maken van een causaal verband tussen natuur en gezondheid is de afstemming van het theoretisch model, het statistisch model en het waarnemingsregime. Het advies is om een longitudinaal onderzoek primair te richten op één categorie effecten, waarbij de mogelijkheid moet worden nagegaan om andere effecten op de gezondheid te laten ‘meeliften’ in zo’n onderzoek.
- Published
- 2010
35. Longitudinaal onderzoek naar gezondheidsbaten van natuurspelen? : verkenning van reikwijdte en haalbaarheid
- Author
-
Vreke, J., Langers, F., and van den Berg, A.E.
- Subjects
natuur ,speelterreinen ,CL - Mens en Maatschappij ,WASS ,health ,nature ,netherlands ,CL - The Human Factor ,Cultural Geography ,openluchtrecreatie ,nederland ,kinderen ,outdoor recreation ,children ,playgrounds ,gezondheid ,Wageningen Environmental Research - Abstract
Er is bij LNV, maar ook bij partijen in de gezondheidszorg, behoefte aan meer wetenschappelijke onderbouwing van de gezondheidsbaten van natuur. In een verkenning is nagegaan of longitudinaal onderzoek (a) inhoudelijk van grote waarde kan zijn en (b) haalbaar is. Met name voor gezondheidseffecten die via een groeiproces (regelmatig natuurspelen) ontstaan biedt longitudinaal onderzoek uitkomst, evenals voor gezondheidseffecten met een middellange effectduur. Cruciaal voor het aannemelijk maken van een causaal verband tussen natuur en gezondheid is de afstemming van het theoretisch model, het statistisch model en het waarnemingsregime. Het advies is om een longitudinaal onderzoek primair te richten op één categorie effecten, waarbij de mogelijkheid moet worden nagegaan om andere effecten op de gezondheid te laten ‘meeliften’ in zo’n onderzoek.
- Published
- 2010
36. Fusarium in wintertarwe (2007 en 2008). Inventarisatie, identificatie en kwantificering van nieuwe soorten
- Author
-
Waalwijk, C., Köhl, J., de Vries, P.M., and van der Lee, T.
- Subjects
animal health ,Bioint Moleculair Phytopathology ,eu regulations ,mycotoxinen ,duitsland ,health ,netherlands ,frankrijk ,diergezondheid ,germany ,nederland ,schimmelziekten ,fungal diseases ,tarwe ,mycotoxins ,wheat ,eu regelingen ,PRI BIOINT Ecological Interactions ,identification ,gezondheid ,triticum aestivum ,identificatie ,france ,fusarium - Abstract
Fusarium-aarziekte of kalfjesrood is vanwege de opbrengstderving een probleem in granen. Feitelijk wordt Fusarium-aarziekte veroorzaakt door een complex van schimmels dat in steeds andere samenstelling het gewas belaagt. Van recenter datum is de zorg over het vermogen van verschillende Fusariumsoorten om mycotoxinen te produceren. Deze secundaire metabolieten vormen reeds in geringe hoeveelheden een bedreiging voor de gezondheid van mens en dier. De Europese Commissie heeft daarom actielimieten vastgesteld voor een aantal mycotoxinen, terwij; voor enkele andere deze regels aanstaande zijn (Verordening (EG) nr. 1881/2006; Verordening (EG) nr. 1126/2007). Vanwege de steeds strengere normen voor diverse mycotoxinen in voedsel en voer zijn bji ongunstige teeltcondities partijen niet vermarktbaar en kan een tekort aan het te verwerken graanproduct ontstaan
- Published
- 2009
37. Participatie: iedereen doet mee!
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Job search ,Beroepsrehabilitatie ,Algemene bijstandswet ,Gezondheid ,ABW ,Gezondheidstoestand ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Uitkeringsgerechtigden ,Nederland ,Arbeidsmarktgedrag ,Workplace ,Reintegratie ,Ziekte en Gezondheid ,Niet-actieven ,Werklozen - Abstract
Voor het vergroten van participatie en re-integratie van WWB'ers uit het zgn. granieten bestand is meer kennis nodig over hun gezondheid. Een slechte gezondheid is immers één van de belemmerende factoren hierbij. In dit artikel staat een onderzoek centraal over hoe het met de fysieke en psychische gezondheid van bijstandscliënten is gesteld. Inderdaad blijkt bij veel van de cliënten dat sprake is van een slechte gezondheid. De meesten van hen geven aan dat zij fysieke en/of psychische klachten ervaren. Met name klachten aan het bewegingsapparaat, depressieve gevoelens en stress worden vaak genoemd. Tevens blijken die gezondheidsklachten een negatieve invloed te hebben op de mate van maatschappelijke participatie van bijstandscliënten tijdens hun werkloosheid. De cliënten ervaren een slechte fysieke of psychische gezondheid bovendien als een obstakel bij het zoeken naar werk. Deze resultaten bevestigen dat een goede gezondheid van groot belang is voor de maatschappelijke participatie van bijstandscliënten. Het is belangrijk bijstandscliënten zo snel mogelijk te activeren, omdat gezondheidsklachten blijven toenemen als zij te lang werkloos zijn. Deze verslechtering van de gezondheid heeft vaak tot gevolg dat mensen minder (effectief) zoekgedrag vertonen, waardoor de kans op uitstroom afneemt. Cliënten kunnen daardoor in een vicieuze cirkel belanden. Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2009,nr.2.
- Published
- 2009
38. Participatie: iedereen doet mee!
- Author
-
Genabeek, J. van, Bennenbroek, F., Huijs, J.J.J.M., Giesen, F., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Job search ,Beroepsrehabilitatie ,Algemene bijstandswet ,Gezondheid ,ABW ,Gezondheidstoestand ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Uitkeringsgerechtigden ,Nederland ,Arbeidsmarktgedrag ,Workplace ,Reintegratie ,Ziekte en Gezondheid ,Niet-actieven ,Werklozen - Abstract
Voor het vergroten van participatie en re-integratie van WWB'ers uit het zgn. granieten bestand is meer kennis nodig over hun gezondheid. Een slechte gezondheid is immers één van de belemmerende factoren hierbij. In dit artikel staat een onderzoek centraal over hoe het met de fysieke en psychische gezondheid van bijstandscliënten is gesteld. Inderdaad blijkt bij veel van de cliënten dat sprake is van een slechte gezondheid. De meesten van hen geven aan dat zij fysieke en/of psychische klachten ervaren. Met name klachten aan het bewegingsapparaat, depressieve gevoelens en stress worden vaak genoemd. Tevens blijken die gezondheidsklachten een negatieve invloed te hebben op de mate van maatschappelijke participatie van bijstandscliënten tijdens hun werkloosheid. De cliënten ervaren een slechte fysieke of psychische gezondheid bovendien als een obstakel bij het zoeken naar werk. Deze resultaten bevestigen dat een goede gezondheid van groot belang is voor de maatschappelijke participatie van bijstandscliënten. Het is belangrijk bijstandscliënten zo snel mogelijk te activeren, omdat gezondheidsklachten blijven toenemen als zij te lang werkloos zijn. Deze verslechtering van de gezondheid heeft vaak tot gevolg dat mensen minder (effectief) zoekgedrag vertonen, waardoor de kans op uitstroom afneemt. Cliënten kunnen daardoor in een vicieuze cirkel belanden. Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2009,nr.2.
- Published
- 2009
39. Fusarium in wintertarwe (2007 en 2008). Inventarisatie, identificatie en kwantificering van nieuwe soorten
- Subjects
animal health ,Bioint Moleculair Phytopathology ,eu regulations ,mycotoxinen ,duitsland ,health ,netherlands ,frankrijk ,diergezondheid ,germany ,nederland ,schimmelziekten ,fungal diseases ,tarwe ,mycotoxins ,wheat ,eu regelingen ,PRI BIOINT Ecological Interactions ,identification ,gezondheid ,triticum aestivum ,identificatie ,france ,fusarium - Abstract
Fusarium-aarziekte of kalfjesrood is vanwege de opbrengstderving een probleem in granen. Feitelijk wordt Fusarium-aarziekte veroorzaakt door een complex van schimmels dat in steeds andere samenstelling het gewas belaagt. Van recenter datum is de zorg over het vermogen van verschillende Fusariumsoorten om mycotoxinen te produceren. Deze secundaire metabolieten vormen reeds in geringe hoeveelheden een bedreiging voor de gezondheid van mens en dier. De Europese Commissie heeft daarom actielimieten vastgesteld voor een aantal mycotoxinen, terwij; voor enkele andere deze regels aanstaande zijn (Verordening (EG) nr. 1881/2006; Verordening (EG) nr. 1126/2007). Vanwege de steeds strengere normen voor diverse mycotoxinen in voedsel en voer zijn bji ongunstige teeltcondities partijen niet vermarktbaar en kan een tekort aan het te verwerken graanproduct ontstaan
- Published
- 2009
40. Jeugd, overgewicht en groen : nadere beschouwing en analyse van de mogelijke bijdrage van groen in de woonomgeving aan de preventie van overgewicht bij schoolkinderen
- Author
-
de Vries, S., van Winsum-Westra, M., Vreke, J., and Langers, F.
- Subjects
natuur ,urban areas ,lichamelijke activiteit ,speelterreinen ,physical activity ,netherlands ,nederland ,kinderen ,Landscape Centre ,children ,well-being ,overweight ,youth ,volksgezondheid ,public health ,Alterra - Centrum Landschap ,CL - Mens en Maatschappij ,public green areas ,health ,nature ,CL - The Human Factor ,stedelijke gebieden ,welzijn ,playgrounds ,recreatiegebieden ,gezondheid ,amenity and recreation areas ,openbaar groen ,movement ,overgewicht ,jeugd ,beweging - Abstract
Een in eerder onderzoek gevonden relatie tussen de aanwezigheid van groen en de prevalentie van overgewicht onder schoolkinderen is theoretisch uitgediept. Dit heeft geleid tot een conceptueel model waarin het (zelfstandig) buitenspelen van kinderen een belangrijke schakel vormt. Dat maakt op haar beurt de fysiekruimtelijke (en andere) condities voor deze activiteit van belang. Middels een secundaire analyse van data verzameld door de GGD Regio IJssel-Vecht zijn een aantal uit het model voortvloeiende hypothesen onderzocht. Er werd inderdaad een relatie tussen de hoeveelheid nabij groen en buitenspeeltijd gevonden, maar deze was niet erg sterk. Kanttekening is dat de beschikbare groenindicator niet optimaal was afgestemd op de activiteit. Buitenspeeltijd bleek vervolgens alleen voor jongens (negatief) gerelateerd aan overgewicht. Opvallend was verder de duidelijke relatie tussen buitenspeeltijd en de (door ouders gerapporteerde) gezondheid van het kind, ook na correctie voor overgewicht. Buiten spelen lijkt daarmee meer dan alleen bewegen
- Published
- 2008
41. Wie kan en wil doorwerken tot 65-jarige leeftijd?
- Subjects
Werkomstandigheden ,Werknemers ,VUT ,Gezondheid ,Personeel ,Arbeidsomstandigheden ,Enquetes ,Fysieke arbeidsbelasting ,Bevordering van arbeid door ouderen ,Werkomgeving ,Statistieken ,Vervroegde uittreding ,Nederland ,Ziekteverzuim ,Workplace ,Oudere arbeidskrachten ,Werkdruk ,Sociaal verzuim - Abstract
In een representatieve steekproef onder ruim 23.000 werknemers is nagegaan in welke mate werkkenmerken evenals kenmerken van de persoon en diens thuissituatie voorspellen of werknemers door kunnen werken in hun huidige werk tot hun 65-jarige leeftijd én door willen werken tot hun 65-jarige leeftijd. Uit de analyses die zijn uitgevoerd op de groep werknemers in de leeftijd van 20 tot en met 60 jaar, blijkt dat belangrijkste voorspellers voor door kunnen werken in het huidige werk tot 65-jarige leeftijd zijn: gunstige werkkenmerken (lage werkdruk en fysieke arbeidsbelasting, hoge mate van zelfstandigheid en ontwikkelingsmogelijkheden in het werk) en een goede gezondheid. Voorts blijkt dat vooral werknemers die door kunnen werken in het huidige werk tot de 65-jarige leeftijd alsook alleenstaande werknemers een grotere kans hebben door te willen werken tot 65-jarige leeftijd. Werkkenmerken spelen hierbij slechts een beperkte rol. Het artikel is met name gebaseerd op het rapport "De Nationale enquête arbeidsomstandigheden 2005" (Hoofddorp, 2006), zoals uitgevoerd door TNO Kwaliteit van Leven en het Centraal Bureau voor de Statistiek.
- Published
- 2008
42. Verkenning kinderen en speelnatuur : literatuurstudie en inventarisatie van vigerend rijksbeleid en spelers in het veld
- Author
-
Langers, F., van Blitterswijk, H., Brinkhuijsen, M., and Westerink - Petersen, J.
- Subjects
algemene vorming ,natuur ,netherlands ,government policy ,nederland ,kinderen ,Landscape Centre ,children ,Landscape Architecture and Spatial Planning ,Wageningen Environmental Research ,overheidsbeleid ,general education ,child welfare ,education ,youth ,onderwijs ,Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning ,Alterra - Centrum Landschap ,health ,nature ,jeugdzorg ,gezondheid ,natuur- en milieueducatie ,nature and environmental education ,jeugd - Abstract
Het Ministerie van LNV wil weten op wat voor manieren de betrokkenheid van kinderen bij natuur vergroot kan worden. Dit rapport beschrijft de resultaten van een literatuurstudie naar de baten van (speel)natuur voor kinderen, en van twee inventarisaties: (a) het vigerend rijksbeleid en (b) een stakeholderanalyse onder praktijkinitiatieven. Het onderzoek maakt deel uit van de studie Opgroeien in het groen, waarbinnen ook het domein van groene kinderopvang is uitgelicht. De wetenschappelijke bewijslast van een positief effect van natuur op de gezondheid en het welzijn van kinderen wordt steeds sterker. In overheidsprogramma’s komt groen als gezondheidsinterventie nog onvoldoende tot zijn recht. Vanuit de samenleving wordt een grote diversiteit aan initiatieven opgezet om het contact van kinderen met natuur te stimuleren. De klankbordgroep heeft groene kinderopvang gekozen als kansrijk domein om verder aandacht te geven. Resultaten van deze tweede fase zijn in een apart onderzoeksrapport beschreven.
- Published
- 2008
43. Biefstuk komt niet van de kip : de rol van herkomst en gezondheid in de voedselkeuze van kinderen
- Subjects
consumer behaviour ,netherlands ,food quality ,consumentengedrag ,LEI Sector en Ondernemerschap ,decision making ,nederland ,kinderen ,LEI Consumer & behaviour ,LEI Consument en Gedrag (CONS & GEDRAG) ,children ,foods ,besluitvorming ,LEI Consument and Behaviour ,LEI Markt en Ketens ,awareness ,LEI Consument & Gedrag ,keuzegedrag ,decision analysis ,voedselkwaliteit ,attitudes ,digestive, oral, and skin physiology ,health ,choice behaviour ,voedingsmiddelen ,bewustzijn (awareness) ,gezondheid ,analyse van besluiten - Abstract
This study investigated how children make choices with regard to food and their attitudes towards the origin and health value of food. More specifically, the study measured the extent to which children are interested in and knowledgeable about the origin and health value of food and the extent to which they make conscious choices based on these factors
- Published
- 2008
44. Medische kosten van onvoldoende bewegen
- Subjects
Lichaamshouding ,Movement ,Lichaamsbeweging ,Nederland ,Gezondheid ,Arbeid ,Sport - Published
- 2008
45. Medische kosten van onvoldoende bewegen
- Author
-
Bernaards, C., Toet, H., and Chorus, A.
- Subjects
Lichaamshouding ,Movement ,Lichaamsbeweging ,Nederland ,Gezondheid ,Arbeid ,Sport - Published
- 2008
46. Jeugd, overgewicht en groen : nadere beschouwing en analyse van de mogelijke bijdrage van groen in de woonomgeving aan de preventie van overgewicht bij schoolkinderen
- Subjects
natuur ,urban areas ,lichamelijke activiteit ,speelterreinen ,physical activity ,netherlands ,nederland ,kinderen ,Landscape Centre ,children ,well-being ,overweight ,youth ,volksgezondheid ,public health ,Alterra - Centrum Landschap ,public green areas ,CL - Mens en Maatschappij ,health ,nature ,CL - The Human Factor ,stedelijke gebieden ,welzijn ,playgrounds ,recreatiegebieden ,gezondheid ,amenity and recreation areas ,openbaar groen ,movement ,overgewicht ,jeugd ,beweging - Abstract
Een in eerder onderzoek gevonden relatie tussen de aanwezigheid van groen en de prevalentie van overgewicht onder schoolkinderen is theoretisch uitgediept. Dit heeft geleid tot een conceptueel model waarin het (zelfstandig) buitenspelen van kinderen een belangrijke schakel vormt. Dat maakt op haar beurt de fysiekruimtelijke (en andere) condities voor deze activiteit van belang. Middels een secundaire analyse van data verzameld door de GGD Regio IJssel-Vecht zijn een aantal uit het model voortvloeiende hypothesen onderzocht. Er werd inderdaad een relatie tussen de hoeveelheid nabij groen en buitenspeeltijd gevonden, maar deze was niet erg sterk. Kanttekening is dat de beschikbare groenindicator niet optimaal was afgestemd op de activiteit. Buitenspeeltijd bleek vervolgens alleen voor jongens (negatief) gerelateerd aan overgewicht. Opvallend was verder de duidelijke relatie tussen buitenspeeltijd en de (door ouders gerapporteerde) gezondheid van het kind, ook na correctie voor overgewicht. Buiten spelen lijkt daarmee meer dan alleen bewegen
- Published
- 2008
47. Wie kan en wil doorwerken tot 65-jarige leeftijd?
- Author
-
Smulders, P.G.W., Jettinghoff, K., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Werkomstandigheden ,Werknemers ,VUT ,Gezondheid ,Personeel ,Arbeidsomstandigheden ,Enquetes ,Fysieke arbeidsbelasting ,Bevordering van arbeid door ouderen ,Werkomgeving ,Statistieken ,Vervroegde uittreding ,Nederland ,Ziekteverzuim ,Workplace ,Oudere arbeidskrachten ,Werkdruk ,Sociaal verzuim - Abstract
In een representatieve steekproef onder ruim 23.000 werknemers is nagegaan in welke mate werkkenmerken evenals kenmerken van de persoon en diens thuissituatie voorspellen of werknemers door kunnen werken in hun huidige werk tot hun 65-jarige leeftijd én door willen werken tot hun 65-jarige leeftijd. Uit de analyses die zijn uitgevoerd op de groep werknemers in de leeftijd van 20 tot en met 60 jaar, blijkt dat belangrijkste voorspellers voor door kunnen werken in het huidige werk tot 65-jarige leeftijd zijn: gunstige werkkenmerken (lage werkdruk en fysieke arbeidsbelasting, hoge mate van zelfstandigheid en ontwikkelingsmogelijkheden in het werk) en een goede gezondheid. Voorts blijkt dat vooral werknemers die door kunnen werken in het huidige werk tot de 65-jarige leeftijd alsook alleenstaande werknemers een grotere kans hebben door te willen werken tot 65-jarige leeftijd. Werkkenmerken spelen hierbij slechts een beperkte rol. Het artikel is met name gebaseerd op het rapport "De Nationale enquête arbeidsomstandigheden 2005" (Hoofddorp, 2006), zoals uitgevoerd door TNO Kwaliteit van Leven en het Centraal Bureau voor de Statistiek.
- Published
- 2008
48. Verkenning kinderen en speelnatuur : literatuurstudie en inventarisatie van vigerend rijksbeleid en spelers in het veld
- Subjects
child welfare ,education ,youth ,algemene vorming ,natuur ,onderwijs ,Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning ,Alterra - Centrum Landschap ,health ,nature ,netherlands ,jeugdzorg ,government policy ,nederland ,kinderen ,Landscape Centre ,children ,Landscape Architecture and Spatial Planning ,gezondheid ,Wageningen Environmental Research ,natuur- en milieueducatie ,overheidsbeleid ,nature and environmental education ,jeugd ,general education - Abstract
Het Ministerie van LNV wil weten op wat voor manieren de betrokkenheid van kinderen bij natuur vergroot kan worden. Dit rapport beschrijft de resultaten van een literatuurstudie naar de baten van (speel)natuur voor kinderen, en van twee inventarisaties: (a) het vigerend rijksbeleid en (b) een stakeholderanalyse onder praktijkinitiatieven. Het onderzoek maakt deel uit van de studie Opgroeien in het groen, waarbinnen ook het domein van groene kinderopvang is uitgelicht. De wetenschappelijke bewijslast van een positief effect van natuur op de gezondheid en het welzijn van kinderen wordt steeds sterker. In overheidsprogramma’s komt groen als gezondheidsinterventie nog onvoldoende tot zijn recht. Vanuit de samenleving wordt een grote diversiteit aan initiatieven opgezet om het contact van kinderen met natuur te stimuleren. De klankbordgroep heeft groene kinderopvang gekozen als kansrijk domein om verder aandacht te geven. Resultaten van deze tweede fase zijn in een apart onderzoeksrapport beschreven.
- Published
- 2008
49. Cumulatie van milieurisico's voor de mens: geografische verschillen in Nederland
- Author
-
Pruppers MJM, Hout KD van den, Ale BJM, Buringh E, Miedema HME, Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO), LSO, ACT, CCM, LAE, LEO, LLO, TNO-MEP, TNO-PG, and TNO-Voeding
- Subjects
safety ,noise ,milieu ,risk analysis ,accidents ,hinder ,health ,netherlands ,veiligheid ,effecten ,gis ,ongeval ,nederland ,radiation ,straling ,nuisance ,geografisch informatiesysteem ,gevaarlijke stoffen ,geluid ,gezondheid ,hazardous substances ,risico-analyse ,effects ,environment - Abstract
The question whether there are correlations between observed geographical differences in human health and risks due to several types of environmental contamination led to the project 'Accumulation of environmental risks'. The project aimed, firstly, at developing methods to illustrate these geographical differences and, secondly, at applying these methods. The methods are applied to map the risks due to possible severe accidents (external safety), radioactive substances and radiation, substances in air, and environmental noise. The investigation resulted in two reports. The main report contains a general description of the methods applied and the maps created. The accompanying background document (report no. 610127002) focuses on the details of the methods and on the data used. In spite of the complexity of the discussions on risk-related subjects, it appears that by applying the methods developed insight has been obtained into the geographical distribution and the proportions of risks. These methods are based on the risk concept which is implemented in the environmental policy in the Netherlands. The geographical distribution of risks differs greatly between external safety and noise on the one hand and radiation and substances on the other hand. The maps for external safety and noise show high risks on a local scale ; there are areas where risk for these two categories is equal to zero (areas without sources of danger or disturbing noise). Spatial coincidence of external safety risks rarely occurs. Especially for noise the areas of zero risk are smaller than those shown by the maps because the lack of information made a significant part of the risk incalculable. Spatial coincidence of environmental noise occurs mainly near junctions of transport lines and near (large) airports. The risks due to radiation and substances, on the contrary, cover large parts of the Netherlands, with local increases near large (industrial) sources. Peaks in risks on scales less than 500 or 100 m, e.g. near road traffic, are not visible on the maps.
- Published
- 2007
50. Cumulatie van milieurisico's voor de mens: geografische verschillen in Nederland
- Subjects
safety ,noise ,milieu ,risk analysis ,accidents ,hinder ,health ,netherlands ,veiligheid ,effecten ,gis ,ongeval ,nederland ,radiation ,straling ,nuisance ,geografisch informatiesysteem ,gevaarlijke stoffen ,geluid ,gezondheid ,hazardous substances ,risico-analyse ,effects ,environment - Abstract
The question whether there are correlations between observed geographical differences in human health and risks due to several types of environmental contamination led to the project 'Accumulation of environmental risks'. The project aimed, firstly, at developing methods to illustrate these geographical differences and, secondly, at applying these methods. The methods are applied to map the risks due to possible severe accidents (external safety), radioactive substances and radiation, substances in air, and environmental noise. The investigation resulted in two reports. The main report contains a general description of the methods applied and the maps created. The accompanying background document (report no. 610127002) focuses on the details of the methods and on the data used. In spite of the complexity of the discussions on risk-related subjects, it appears that by applying the methods developed insight has been obtained into the geographical distribution and the proportions of risks. These methods are based on the risk concept which is implemented in the environmental policy in the Netherlands. The geographical distribution of risks differs greatly between external safety and noise on the one hand and radiation and substances on the other hand. The maps for external safety and noise show high risks on a local scale ; there are areas where risk for these two categories is equal to zero (areas without sources of danger or disturbing noise). Spatial coincidence of external safety risks rarely occurs. Especially for noise the areas of zero risk are smaller than those shown by the maps because the lack of information made a significant part of the risk incalculable. Spatial coincidence of environmental noise occurs mainly near junctions of transport lines and near (large) airports. The risks due to radiation and substances, on the contrary, cover large parts of the Netherlands, with local increases near large (industrial) sources. Peaks in risks on scales less than 500 or 100 m, e.g. near road traffic, are not visible on the maps.
- Published
- 2007
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.