207 results on '"Opslag"'
Search Results
2. Uitvoering van de Meststoffenwet : evaluatie Meststoffenwet 2012: deelrapport ex post
- Author
-
van den Ham, A., Doornewaard, G.J., and Daatselaar, C.H.G.
- Subjects
LEI SECT & OND - Duurzame Ontwikkeling Agrosectoren ,animal manures ,opslag ,legislation ,storage ,mineralenboekhouding ,bemesting ,dierlijke meststoffen ,Netherlands ,LEI Sector & Ondernemerschap ,mestverwerking ,fertilizer application ,manure policy ,LEI Agricultural sector & entrepreneurship ,manure treatment ,mestbeleid ,veehouderij ,normen ,wetgeving ,doelstellingen ,standards ,objectives ,Nederland ,livestock farming ,nutrient accounting system - Abstract
Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2012 (EMW 2012). Dit rapport gaat over het onderzoek naar de uitvoering van de instrumenten van de Meststoffenwet. Hierbij kijken we terug naar de werking van het beleidsinstrumentarium, dat wordt ingezet om de milieudoelen effectief en efficiënt te realiseren. Het resultaat van dit onderzoek wordt ook gebruikt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor het opstellen van de synthese van de EMW 2012. Dit rapport moet antwoord geven op de volgende vragen: - Hoe groot was de productie van mest en van mineralen in die mest (stikstof en fosfaat)?; - Hoe was de ontwikkeling in de dierrechten?; - Hoe heeft het transport van mest zich ontwikkeld en is er voldoende mestopslag?; - In hoeverre zijn de gebruiksnormen, de gebruiksvoorschriften en de dierrechten nageleefd?; - Hoe hoog zijn de administratieve lasten van het Gebruiksnormenstelsel?; - Welke knelpunten ervaart de landbouwsector bij het werken met het Gebruiksnormenstelsel?
- Published
- 2012
3. Uitvoering van de Meststoffenwet : evaluatie Meststoffenwet 2012: deelrapport ex post
- Subjects
LEI SECT & OND - Duurzame Ontwikkeling Agrosectoren ,LEI Sector & Ondernemerschap ,mestverwerking ,animal manures ,opslag ,fertilizer application ,manure policy ,legislation ,LEI Agricultural sector & entrepreneurship ,manure treatment ,mestbeleid ,veehouderij ,storage ,normen ,wetgeving ,mineralenboekhouding ,bemesting ,doelstellingen ,standards ,objectives ,Nederland ,livestock farming ,dierlijke meststoffen ,nutrient accounting system ,Netherlands - Abstract
Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2012 (EMW 2012). Dit rapport gaat over het onderzoek naar de uitvoering van de instrumenten van de Meststoffenwet. Hierbij kijken we terug naar de werking van het beleidsinstrumentarium, dat wordt ingezet om de milieudoelen effectief en efficiënt te realiseren. Het resultaat van dit onderzoek wordt ook gebruikt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor het opstellen van de synthese van de EMW 2012. Dit rapport moet antwoord geven op de volgende vragen: - Hoe groot was de productie van mest en van mineralen in die mest (stikstof en fosfaat)?; - Hoe was de ontwikkeling in de dierrechten?; - Hoe heeft het transport van mest zich ontwikkeld en is er voldoende mestopslag?; - In hoeverre zijn de gebruiksnormen, de gebruiksvoorschriften en de dierrechten nageleefd?; - Hoe hoog zijn de administratieve lasten van het Gebruiksnormenstelsel?; - Welke knelpunten ervaart de landbouwsector bij het werken met het Gebruiksnormenstelsel?
- Published
- 2012
4. Galmijtbestrijding in tulp : In deze openbare versie worden de niet-toegelaten middelen onder code vermeld : Resultaten onderzoek 2008-2010
- Subjects
tulips ,PPO BBF Bloembollen ,ornamental bulbs ,plant pests ,bloembollen ,opslag ,plantenplagen ,netherlands ,pesticides ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nederland ,plant disease control ,storage ,tulipa ,pesticiden ,Flower Bulbs ,plantenziektebestrijding ,tulpen - Abstract
Actellic, werkzame stof pirimifos-methyl, wordt tijdens de bewaring van tulpenbollen al vanaf 1980 gebruikt om grote veel voorkomende plagen zoals tulpengalmijt (Eriophyes tulipae) en bollenmijt (Rhizoglyphus soorten) te bestrijden. Ondanks toepassing van het middel in de praktijk komen er toch geregeld partijen tulpenbollen met problemen voor. Er zijn tot nu toe geen aanwijzingen dat de galmijt minder gevoelig is geworden voor Actellic. Daarnaast komt de werkzame stof pirimifos–methyl voor in het oppervlaktewater van bollenteeltgebieden als gevolg van lozen van condensvocht uit de met pirimifos–methyl behandelde bewaarcellen. Uit eerder onderzoek van PPO (PT 12510) ‘Alternatieve Bestrijding van Mijten in tulp en lelie’ is een behandeling naar voren gekomen, nl. een eenmalige boldompeling in chemische stoffen die een goed alternatief kan worden voor Actellic voor de bestrijding van tulpengalmijt in tulpenbollen. Om na te gaan op welk tijdstip de dompeling het meest effectief is werden de bollen in dit onderzoek (2008 – 2010) op verschillende tijdstippen na de oogst gedompeld in de middelen. In dit rapport wordt de bestrijdende werking op galmijten en de fytotoxiteit van vier verschillende middelen van gewasbeschermingfabrikanten beschreven. De middelen hebben momenteel geen toelating voor het bestrijden van galmijten in tulpenbollen en worden daarom onder code (1, 2, 3, 4) in dit rapport beschreven. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat drie van de vier middelen door middel van een eenmalige dompeling binnen 2 – 4 weken na de oogst de ruimtebehandeling met Actellic kunnen vervangen. Een dompeling van de bollen aansluitend op het pellen of sorteren kan een nadeel zijn als een partij is aangetast door zuur (Fusariumschimmel). De sporen van de schimmel van aangetaste bollen kunnen dan in het boldompelbad verspreid worden naar gezonde bollen. In verband met dit probleem wordt aan het boldompelbad het middel Spore Stop toegevoegd.
- Published
- 2010
5. Galmijtbestrijding in tulp : In deze openbare versie worden de niet-toegelaten middelen onder code vermeld : Resultaten onderzoek 2008-2010
- Author
-
van der Lans, A.M.
- Subjects
PPO BBF Bloembollen ,tulips ,ornamental bulbs ,plant pests ,bloembollen ,opslag ,plantenplagen ,netherlands ,pesticides ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nederland ,plant disease control ,storage ,tulipa ,pesticiden ,Flower Bulbs ,plantenziektebestrijding ,tulpen - Abstract
Actellic, werkzame stof pirimifos-methyl, wordt tijdens de bewaring van tulpenbollen al vanaf 1980 gebruikt om grote veel voorkomende plagen zoals tulpengalmijt (Eriophyes tulipae) en bollenmijt (Rhizoglyphus soorten) te bestrijden. Ondanks toepassing van het middel in de praktijk komen er toch geregeld partijen tulpenbollen met problemen voor. Er zijn tot nu toe geen aanwijzingen dat de galmijt minder gevoelig is geworden voor Actellic. Daarnaast komt de werkzame stof pirimifos–methyl voor in het oppervlaktewater van bollenteeltgebieden als gevolg van lozen van condensvocht uit de met pirimifos–methyl behandelde bewaarcellen. Uit eerder onderzoek van PPO (PT 12510) ‘Alternatieve Bestrijding van Mijten in tulp en lelie’ is een behandeling naar voren gekomen, nl. een eenmalige boldompeling in chemische stoffen die een goed alternatief kan worden voor Actellic voor de bestrijding van tulpengalmijt in tulpenbollen. Om na te gaan op welk tijdstip de dompeling het meest effectief is werden de bollen in dit onderzoek (2008 – 2010) op verschillende tijdstippen na de oogst gedompeld in de middelen. In dit rapport wordt de bestrijdende werking op galmijten en de fytotoxiteit van vier verschillende middelen van gewasbeschermingfabrikanten beschreven. De middelen hebben momenteel geen toelating voor het bestrijden van galmijten in tulpenbollen en worden daarom onder code (1, 2, 3, 4) in dit rapport beschreven. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat drie van de vier middelen door middel van een eenmalige dompeling binnen 2 – 4 weken na de oogst de ruimtebehandeling met Actellic kunnen vervangen. Een dompeling van de bollen aansluitend op het pellen of sorteren kan een nadeel zijn als een partij is aangetast door zuur (Fusariumschimmel). De sporen van de schimmel van aangetaste bollen kunnen dan in het boldompelbad verspreid worden naar gezonde bollen. In verband met dit probleem wordt aan het boldompelbad het middel Spore Stop toegevoegd.
- Published
- 2010
6. De gecombineerde rol van ethyleen en het pelmoment in het ontstaan van zuur in tulp
- Author
-
van Dam, M.F.N. and Kreuk, F.
- Subjects
ethyleen ,PPO BBF Bloembollen ,tulips ,ornamental bulbs ,bloembollen ,opslag ,netherlands ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nederland ,plant disease control ,storage ,fusarium oxysporum ,tulipa ,Flower Bulbs ,ethylene ,plantenziektebestrijding ,tulpen - Abstract
Proeftuin Zwaagdijk (de Zuurgroep West Friesland) en PPO-Bloembollen te Lisse deden de laatste jaren beide onderzoek naar zuur in tulp. Bij PPO werd gevonden dat ethyleen al binnen enkele uren tot dagen een belangrijke rol speelt bij toename van zuurgevoeligheid van de bollen. Uit onderzoek van Proeftuin Zwaagdijk bleek dat pellen binnen korte tijd na het oogsten het gunstigst was tegen infectie door zuur. In 2010 is een onderzoek gestart op basis van de gezamenlijke resultaten van Proeftuin Zwaagdijk en PPO. Hierin werd onderzocht of het optimale pelmoment afhankelijk is van de aanwezigheid van ethyleen na het rooien. Als er sprake is van een ethyleeneffect, kan wellicht het ideale pelmoment worden uitgesteld en verlengd door het ethyleenprobleem te vermijden of te voorkomen Twee tulpencultivars (White Dream en Tineke van der Meer) van een West-Fries bedrijf werden na het rooien gezeefd en behandeld voor de proef. Een deel werd blootgesteld aan ethyleen, met of zonder voorafgaande FreshStartbehandeling. Na ongeveer 42 uur na het zeven werd een deel van de bollen gepeld. De rest van de bollen werd een week en twee weken later gepeld. Na bewaring tot hal oktober werd het percentage zuur van de monsters vastgesteld. De vroeg gepelde bollen bleken het laagste zuurpercentage te hebben opgelopen: ca. 2%. Bij de later gepelde bollen werd 4 tot 5,8% zuur aangetroffen. Als ethyleen was toegediend na het rooien, ontstond een verhoging (verdubbeling) van het zuurpercentage. Nog steeds hadden de bollen die het vroegst waren gepeld het laagste zuurpercentage (4 en 5% afhankelijk van de cultivar). Bij de latere peldata ontstond ca. 9% zuur. Bij de bollen die eerst aan FreshStart en daarna aan ethyleen werden blootgesteld werd die verhoging niet waargenomen, maar bleef de bovengrens steken op iets meer dan 5%. Opmerkelijk daarbij was dat de percentages zuur van de verschillende peldata niet meer onderling verschilden. Toediening van FreshStart, zonder een ethyleenbehandeling leidde onverwacht tot hogere zuurpercentages. Dit resultaat blijft vooralsnog onverklaarbaar. Ethyleen lijkt van invloed te zijn op de toename van zuurgevoeligheid bij een later moment van pellen. Als de bollen zijn beschermd tegen ethyleen, door toediening van FreshStart kort na rooien, dan is het moment van pellen een minder belangrijke factor. Uitstel van pellen heeft dan geen sterke toename van het zuur tot gevolg. FreshStart biedt bescherming tegen ethyleen. Als men er voor kiest om geen FreshStart te gebruiken, is het in ieder geval raadzaam om blootstelling van de bollen aan ethyleen te vermijden. © Praktijkonderzoek
- Published
- 2010
7. De invloed van ethyleen op zuur in tulp : Effect van ethyleen direct na de oogst op zuur : Toediening van FreshStart na het rooien op het veld : ontsmetting met ozon tegen latent zuur
- Subjects
ethyleen ,tulips ,PPO BBF Bloembollen ,opslag ,netherlands ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nederland ,schimmelziekten ,plant disease control ,storage ,fusarium oxysporum ,fungal diseases ,tulipa ,Flower Bulbs ,ethylene ,plantenziektebestrijding ,tulpen - Abstract
Uit onderzoek bij PPO in voorgaande jaren in bleek ethyleen de belangrijkste factor te zijn bij het ontstaan van hoge zuurpercentages. Dit heeft geleid tot onderzoek naar de invloed van ethyleen kort na het rooitijd-stip. De aanwezigheid van zure bollen in een partij tulpen en de stressreactie van de bol op het rooien kun-nen in de praktijk leiden tot ethyleenconcentraties van soms wel 1000 ppb gedurende de eerste 1 à 1½ week na het rooien. Als tulpen daaraan worden blootgesteld en ze vervolgens onder omstandigheden wor-den gebracht waarbij kieming van Fusariumsporen kan optreden, gaan veel bollen verloren door deze ziek-te. De lage zuurpercentages in de proeven waren oorzaak van het feit dat verschillen in de resultaten soms wegvielen tegen de spreiding daarvan. Desondanks kon voldoende bevestiging worden gevonden in een aantal eerder gevonden resultaten. Dit leidt tot de conclusies: - Ethyleen na het rooien is verantwoordelijk voor een verhoogde kans op hoge zuurpercentages. - De gevoeligheid van de bollen voor zuur wordt al bevorderd bij 300 ppb ethyleen.
- Published
- 2010
8. De invloed van ethyleen op zuur in tulp : Effect van ethyleen direct na de oogst op zuur : Toediening van FreshStart na het rooien op het veld : ontsmetting met ozon tegen latent zuur
- Author
-
van Dam, M.F.N., de Boer, M., and Gude, H.
- Subjects
ethyleen ,tulips ,PPO BBF Bloembollen ,opslag ,netherlands ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nederland ,schimmelziekten ,plant disease control ,storage ,fusarium oxysporum ,fungal diseases ,tulipa ,Flower Bulbs ,ethylene ,plantenziektebestrijding ,tulpen - Abstract
Uit onderzoek bij PPO in voorgaande jaren in bleek ethyleen de belangrijkste factor te zijn bij het ontstaan van hoge zuurpercentages. Dit heeft geleid tot onderzoek naar de invloed van ethyleen kort na het rooitijd-stip. De aanwezigheid van zure bollen in een partij tulpen en de stressreactie van de bol op het rooien kun-nen in de praktijk leiden tot ethyleenconcentraties van soms wel 1000 ppb gedurende de eerste 1 à 1½ week na het rooien. Als tulpen daaraan worden blootgesteld en ze vervolgens onder omstandigheden wor-den gebracht waarbij kieming van Fusariumsporen kan optreden, gaan veel bollen verloren door deze ziek-te. De lage zuurpercentages in de proeven waren oorzaak van het feit dat verschillen in de resultaten soms wegvielen tegen de spreiding daarvan. Desondanks kon voldoende bevestiging worden gevonden in een aantal eerder gevonden resultaten. Dit leidt tot de conclusies: - Ethyleen na het rooien is verantwoordelijk voor een verhoogde kans op hoge zuurpercentages. - De gevoeligheid van de bollen voor zuur wordt al bevorderd bij 300 ppb ethyleen.
- Published
- 2010
9. Donkere vlekjes bij gele courgettevruchten
- Subjects
teelt onder bescherming ,protected cultivation ,opslag ,netherlands ,planten ,WUR GTB Teelt & Bedrijfssystemen ,nederland ,storage ,chilling injury ,glastuinbouw ,afwijkingen ,plant disorders ,koudebeschadiging ,greenhouse horticulture ,cucurbita pepo - Abstract
Referaat In gele courgettes komen regelmatig grijsbruine vlekjes in de vruchtschil voor, deze zijn vaak pas in het handelskanaal te zien. In een door het Productschap Tuinbouw gefinancierd onderzoek heeft Wageningen UR Glastuinbouw onderzocht wat de oorzaken zouden kunnen zijn. Er is een duidelijk raseffect geconstateerd. Ook is er een effect van handling gevonden. Van andere factoren die zijn onderzocht, zowel in de teeltherkomst als tijdens de bewaring na de oogst, zijn nauwelijk of geen effecten gevonden. De bruinverkleuring wordt waarschijnlijk veroorzaakt door oxidatie van polyfenolen in de vruchten. Abstract Yellow zucchini fruits can have problems with grey-brown spots in the skin. Often they appear in the post-harvest chain. Financed by the Dutch Product Board for Horticulture, Wageningen UR Greenhouse Horticulture explored some possible causes for this problem. A cultivar effect was found. Also handling influenced the appearance of the spots. Other factors examined, both in growth conditions and in post harvest treatment, didn’t seem to cause the problems. It is assumed that oxidation of polyfenols in the fruit is the biochemical cause of the appearance of the spots.
- Published
- 2010
10. De gecombineerde rol van ethyleen en het pelmoment in het ontstaan van zuur in tulp
- Subjects
ethyleen ,tulips ,PPO BBF Bloembollen ,ornamental bulbs ,bloembollen ,opslag ,netherlands ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nederland ,plant disease control ,storage ,fusarium oxysporum ,tulipa ,Flower Bulbs ,ethylene ,plantenziektebestrijding ,tulpen - Abstract
Proeftuin Zwaagdijk (de Zuurgroep West Friesland) en PPO-Bloembollen te Lisse deden de laatste jaren beide onderzoek naar zuur in tulp. Bij PPO werd gevonden dat ethyleen al binnen enkele uren tot dagen een belangrijke rol speelt bij toename van zuurgevoeligheid van de bollen. Uit onderzoek van Proeftuin Zwaagdijk bleek dat pellen binnen korte tijd na het oogsten het gunstigst was tegen infectie door zuur. In 2010 is een onderzoek gestart op basis van de gezamenlijke resultaten van Proeftuin Zwaagdijk en PPO. Hierin werd onderzocht of het optimale pelmoment afhankelijk is van de aanwezigheid van ethyleen na het rooien. Als er sprake is van een ethyleeneffect, kan wellicht het ideale pelmoment worden uitgesteld en verlengd door het ethyleenprobleem te vermijden of te voorkomen Twee tulpencultivars (White Dream en Tineke van der Meer) van een West-Fries bedrijf werden na het rooien gezeefd en behandeld voor de proef. Een deel werd blootgesteld aan ethyleen, met of zonder voorafgaande FreshStartbehandeling. Na ongeveer 42 uur na het zeven werd een deel van de bollen gepeld. De rest van de bollen werd een week en twee weken later gepeld. Na bewaring tot hal oktober werd het percentage zuur van de monsters vastgesteld. De vroeg gepelde bollen bleken het laagste zuurpercentage te hebben opgelopen: ca. 2%. Bij de later gepelde bollen werd 4 tot 5,8% zuur aangetroffen. Als ethyleen was toegediend na het rooien, ontstond een verhoging (verdubbeling) van het zuurpercentage. Nog steeds hadden de bollen die het vroegst waren gepeld het laagste zuurpercentage (4 en 5% afhankelijk van de cultivar). Bij de latere peldata ontstond ca. 9% zuur. Bij de bollen die eerst aan FreshStart en daarna aan ethyleen werden blootgesteld werd die verhoging niet waargenomen, maar bleef de bovengrens steken op iets meer dan 5%. Opmerkelijk daarbij was dat de percentages zuur van de verschillende peldata niet meer onderling verschilden. Toediening van FreshStart, zonder een ethyleenbehandeling leidde onverwacht tot hogere zuurpercentages. Dit resultaat blijft vooralsnog onverklaarbaar. Ethyleen lijkt van invloed te zijn op de toename van zuurgevoeligheid bij een later moment van pellen. Als de bollen zijn beschermd tegen ethyleen, door toediening van FreshStart kort na rooien, dan is het moment van pellen een minder belangrijke factor. Uitstel van pellen heeft dan geen sterke toename van het zuur tot gevolg. FreshStart biedt bescherming tegen ethyleen. Als men er voor kiest om geen FreshStart te gebruiken, is het in ieder geval raadzaam om blootstelling van de bollen aan ethyleen te vermijden. © Praktijkonderzoek
- Published
- 2010
11. Energiebesparing op het agrarisch bedrijf : kansen voor verhoging energie-efficiency in de akkerbouw, vollegrondsgroenten en fruitteelt
- Subjects
fruitteelt ,PPO BBF Fruitgewassen ,energiebesparing ,opslag ,netherlands ,arable farming ,nederland ,storage ,energy saving ,energy consumption ,field vegetables ,FBR Fresh Supply Chains ,groenteteelt ,Groene Ruimte en Vollegrondsgroente ,PPO Arable Farming ,energy conservation ,fruit growing ,vollegrondsgroenten ,Multifunctional Agriculture and Field Production of Vegetables ,vegetable growing ,energiegebruik ,Fruit ,energiebehoud ,bewerking ,akkerbouw ,handling ,PPO Akkerbouw - Abstract
Doel van het onderzoek is om in eerste instantie het energieverbruik van de belangrijkste gewassen in de akkerbouw, vollegrondsgroenten en fruitteelt in kaart te brengen. Zowel van de teelt- als van de naoogstfase. Trends zijn beschreven die invloed hebben op het energieverbruik, energiebesparingsmogelijkheden in de naoogstfase zijn geïnventariseerd en is een indicatie gegeven van de grootte ervan en de bijbehorende investering alsmede de terugverdientijd.
- Published
- 2010
12. Energiebesparing op het agrarisch bedrijf : kansen voor verhoging energie-efficiency in de akkerbouw, vollegrondsgroenten en fruitteelt
- Author
-
Kamp, J.A.L.M., van Reeuwijk, P., Schoorl, F.W., and Montsma, M.P.
- Subjects
energy conservation ,fruit growing ,fruitteelt ,vollegrondsgroenten ,PPO BBF Fruitgewassen ,energiebesparing ,opslag ,netherlands ,PPO Arable Farming, Multifunctional Agriculture and Field Production of Vegetables ,arable farming ,vegetable growing ,nederland ,storage ,energiegebruik ,energy saving ,Fruit ,energy consumption ,field vegetables ,energiebehoud ,FBR Fresh Supply Chains ,bewerking ,akkerbouw ,groenteteelt ,handling ,PPO Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente - Abstract
Doel van het onderzoek is om in eerste instantie het energieverbruik van de belangrijkste gewassen in de akkerbouw, vollegrondsgroenten en fruitteelt in kaart te brengen. Zowel van de teelt- als van de naoogstfase. Trends zijn beschreven die invloed hebben op het energieverbruik, energiebesparingsmogelijkheden in de naoogstfase zijn geïnventariseerd en is een indicatie gegeven van de grootte ervan en de bijbehorende investering alsmede de terugverdientijd.
- Published
- 2010
13. Inzicht in het EU-marktordeningsinstrument 'Particuliere Opslag van varkensvlees'
- Subjects
gemeenschappelijk landbouwbeleid ,varkenshouderij ,LEI MARKT & K - Ketenprestaties ,pigmeat ,pigs ,opslag ,prijsbewaking ,netherlands ,marktregulaties ,price controls ,vlees ,cap ,varkens ,europese unie ,nederland ,storage ,meat ,landbouwbeleid ,agricultural policy ,market regulations ,pig farming ,european union ,varkensvlees - Abstract
Particuliere opslag van varkensvlees (PO) is een instrument in de marktordening voor varkensvlees van de Europese Gemeenschap. De varkenssector heeft onvoldoende inzicht in de werkwijze en het nut van het instrument. Deze studie geeft inzicht en overweegt enkele aanpassingen. Geconcludeerd wordt dat PO als crisisinstrument voor marktbeheersing voor de Nederlandse varkenssector wenselijk is. Langer opslaan dan de huidige periode van vijf maanden lijkt een zinvolle aanpassing. Private storage aid for pork (PSA) is an EC instrument aimed at regulating the pork market. The pig sector has insufficient knowledge about the approach and use of the instrument. This study provides insight and considers various amendments. It concludes that PSA is desirable as a crisis instrument for market control for the Dutch pig sector. Extending the storage beyond the present period of five months would seem to be a sensible amendment.
- Published
- 2008
14. Inzicht in het EU-marktordeningsinstrument 'Particuliere Opslag van varkensvlees'
- Author
-
Hoste, R.
- Subjects
gemeenschappelijk landbouwbeleid ,varkenshouderij ,LEI MARKT & K - Ketenprestaties ,pigmeat ,pigs ,opslag ,prijsbewaking ,netherlands ,marktregulaties ,price controls ,vlees ,cap ,varkens ,europese unie ,nederland ,storage ,meat ,landbouwbeleid ,agricultural policy ,market regulations ,pig farming ,european union ,varkensvlees - Abstract
Particuliere opslag van varkensvlees (PO) is een instrument in de marktordening voor varkensvlees van de Europese Gemeenschap. De varkenssector heeft onvoldoende inzicht in de werkwijze en het nut van het instrument. Deze studie geeft inzicht en overweegt enkele aanpassingen. Geconcludeerd wordt dat PO als crisisinstrument voor marktbeheersing voor de Nederlandse varkenssector wenselijk is. Langer opslaan dan de huidige periode van vijf maanden lijkt een zinvolle aanpassing. Private storage aid for pork (PSA) is an EC instrument aimed at regulating the pork market. The pig sector has insufficient knowledge about the approach and use of the instrument. This study provides insight and considers various amendments. It concludes that PSA is desirable as a crisis instrument for market control for the Dutch pig sector. Extending the storage beyond the present period of five months would seem to be a sensible amendment.
- Published
- 2008
15. Handboek snijmaïs
- Author
-
van Schooten, H.A., Philipsen, A.P., and Groten, J.A.M.
- Subjects
plant protection ,Animal Nutrition ,ruwvoer (roughage) ,plantenplagen ,opslag ,netherlands ,Research Institute for Animal Husbandry ,zaaien ,PPO Arable Farming, Multifunctional Agriculture and Field Production of Vegetables ,rassen (planten) ,arable farming ,maize ,rassenlijsten ,voederkwaliteit ,veevoeding ,zea mays ,bemesting ,rassenkeuze (gewassen) ,manures ,sowing ,gewasopbrengst ,fertilizer application ,cultuurmethoden ,harvesting ,maïskuilvoer ,nutrition ,cultivation ,teelt ,varieties ,melkveehouderij ,tillage ,agricultural economics ,descriptive list of varieties ,animal feeding ,plantenziekten ,plantenvoeding ,akkerbouw ,silage ,economie ,plant diseases ,Wageningen Livestock Research ,teeltsystemen ,PPO Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente ,dairy farming ,weed control ,plagen ,LR - Environment ,gewasbescherming ,grondbewerking ,maïs ,LR - Milieu ,cultivation manuals ,onkruidbestrijding ,diervoedering ,mest ,plant pests ,plant nutrition ,handbooks ,nederland ,storage ,fodder crops ,cultural methods ,kuilvoerbereiding ,diervoeding ,profitability ,oogsten ,OT Team Int. Prod. & Gewasinn ,Praktijkonderzoek Veehouderij ,crop husbandry ,roughage ,handboeken ,kuilvoer ,landbouwplantenteelt ,cropping systems ,livestock feeding ,economics ,crop yield ,teelthandleidingen ,rentabiliteit ,silage making ,animal nutrition ,agrarische economie ,voedergewassen ,forage quality ,voeding ,choice of varieties ,pests ,maize silage - Abstract
Na gras is snijmaïs het belangrijkste gewas voor de melkveehouderij. Een optimale teelt en benutting van dit gewas zijn daarmee van belang voor het rendement van de sector. Een actueel en compleet overzicht van de nieuwste informatie kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. De nieuwe informatie en ontwikkelingen over teelt en gebruik van maïs komen vaak nogal versnipperd en soms beperkt bij de melkveehouders. Dit heeft tot gevolg dat het lastig is voor de gebruiker om de juiste informatie te vinden. Dit handboek beschrijft de actuele stand van zaken over teelt, oogst, voeding en economie van snijmaïs. Jaarlijks wordt het handboek geactualiseerd met de nieuwste informatie.
- Published
- 2007
16. Optimaal pluktijdstipbepaling pruim : deelonderzoek A&F Wageningen ism PPO Randwijk
- Subjects
pruimen ,fruit growing ,fruitteelt ,Facility Management ,opslag ,netherlands ,harvesting ,prunus domestica ,nederland ,storage ,Health & Consumer Research ,Food ,FBR Fresh Supply Chains ,keeping quality ,houdbaarheid (kwaliteit) ,oogsten ,plums - Abstract
Pruimen hebben in Nederland een goede marktwaarde die echter wordt beperkt door beperkte beschikbaarheid en bewaarbaarheid. Enerzijds is de aanvoer kort in het jaar en kent dan een overschot in aanvoer, anderzijds heeft men na de oogst een prachtig, maar kwetsbaar product dan ook nog kort houdbaar is. Dit project is een onderdeel van een bredere aanpak om enerzijds te komen tot spreiding in aanvoer door een afgewogen combinatie van vroege, late en rassen die er tussen in zitten. Daarnaast is het belangrijk zowel voor verkoop dat de pruim in optimale conditie bij de consument komt en dan ook nog enkele dagen houdbaar, als ook voor het optimale tijdstip van plukken voor langere bewaring. Het vaststellen van het pluktijdstip van pruim gebeurt nu vooral op ervaring en gevoel. Objectieve criteria voor vaststelling van het optimale oogstmoment zijn er nauwelijks. Bij tweekleurige rassen geeft het voortschrijden van de dekkleurvorming houvast bij de bepaling van het pluktijdstip. Bij éénkleurige rassen met een donkere kleur (donkerrood, blauwrood of blauw) is veelal al geruime tijd voor het plukmoment sprake van geheel gekleurde vruchten. Bepaling van het juiste pluktijdstip wordt daardoor nog lastiger. Er is voor dit jaar (2006) gekozen zoveel mogelijk de pruimen, middels metingen te volgen in hun ontwikkeling om een indruk te krijgen welke objectieve methoden er zouden zijn om de rijping te volgen om zo voor de toekomst betrouwbare methoden te ontwikkelen om op het juiste moment te plukken.
- Published
- 2007
17. Optimaal pluktijdstipbepaling pruim : deelonderzoek A&F Wageningen ism PPO Randwijk
- Author
-
Braaksma, A., Staal, M.G., Schaap, D.J., Somhorst, D., and Tomassen, M.M.M.
- Subjects
pruimen ,fruit growing ,fruitteelt ,Facility Management ,opslag ,netherlands ,harvesting ,prunus domestica ,nederland ,storage ,FBR Fresh Supply Chains ,keeping quality ,houdbaarheid (kwaliteit) ,oogsten ,plums ,Food, Health & Consumer Research - Abstract
Pruimen hebben in Nederland een goede marktwaarde die echter wordt beperkt door beperkte beschikbaarheid en bewaarbaarheid. Enerzijds is de aanvoer kort in het jaar en kent dan een overschot in aanvoer, anderzijds heeft men na de oogst een prachtig, maar kwetsbaar product dan ook nog kort houdbaar is. Dit project is een onderdeel van een bredere aanpak om enerzijds te komen tot spreiding in aanvoer door een afgewogen combinatie van vroege, late en rassen die er tussen in zitten. Daarnaast is het belangrijk zowel voor verkoop dat de pruim in optimale conditie bij de consument komt en dan ook nog enkele dagen houdbaar, als ook voor het optimale tijdstip van plukken voor langere bewaring. Het vaststellen van het pluktijdstip van pruim gebeurt nu vooral op ervaring en gevoel. Objectieve criteria voor vaststelling van het optimale oogstmoment zijn er nauwelijks. Bij tweekleurige rassen geeft het voortschrijden van de dekkleurvorming houvast bij de bepaling van het pluktijdstip. Bij éénkleurige rassen met een donkere kleur (donkerrood, blauwrood of blauw) is veelal al geruime tijd voor het plukmoment sprake van geheel gekleurde vruchten. Bepaling van het juiste pluktijdstip wordt daardoor nog lastiger. Er is voor dit jaar (2006) gekozen zoveel mogelijk de pruimen, middels metingen te volgen in hun ontwikkeling om een indruk te krijgen welke objectieve methoden er zouden zijn om de rijping te volgen om zo voor de toekomst betrouwbare methoden te ontwikkelen om op het juiste moment te plukken.
- Published
- 2007
18. Nationaal systeem voor de rapportage van voorraad en veranderingen in bodem-C in relatie tot landgebruik en landgebruikveranderingen in Nederland aan de UNFCCC
- Subjects
soil chemistry ,koolstofcyclus ,opslag ,voorraden ,netherlands ,stocks ,landgebruik ,organisch bodemmateriaal ,nederland ,storage ,kaarten ,bodemchemie ,soil organic matter ,carbon cycle ,Alterra - Centrum Bodem ,Wageningen Environmental Research ,climatic change ,carbon ,maps ,Soil Science Centre ,land use ,klimaatverandering ,Centrum Ecosystemen ,Centre for Ecosystem Studies ,monitoring ,koolstof - Abstract
Metingen van de landelijke steekproef kaarteenheden (LSK) in combinatie met de bodemkaart 1: 50.000 leveren de meest geschikte meetdata om de C voorraad nauwkeurig te berekenen. Om het aandeel van de C voorraad van elk landgebruik in een willekeurig jaar te berekenen heeft het Historisch Grondgebruik Nederland (HGN) de voorkeur boven de bestanden van LGN
- Published
- 2005
19. Nationaal systeem voor de rapportage van voorraad en veranderingen in bodem-C in relatie tot landgebruik en landgebruikveranderingen in Nederland aan de UNFCCC
- Author
-
de Groot, W.J.M., Visschers, R., Kiestra, E., Kuikman, P.J., and Nabuurs, G.J.
- Subjects
soil chemistry ,koolstofcyclus ,opslag ,voorraden ,netherlands ,stocks ,landgebruik ,organisch bodemmateriaal ,nederland ,storage ,kaarten ,bodemchemie ,soil organic matter ,carbon cycle ,Alterra - Centrum Bodem ,Wageningen Environmental Research ,climatic change ,carbon ,maps ,Soil Science Centre ,land use ,klimaatverandering ,Centrum Ecosystemen ,Centre for Ecosystem Studies ,monitoring ,koolstof - Abstract
Metingen van de landelijke steekproef kaarteenheden (LSK) in combinatie met de bodemkaart 1: 50.000 leveren de meest geschikte meetdata om de C voorraad nauwkeurig te berekenen. Om het aandeel van de C voorraad van elk landgebruik in een willekeurig jaar te berekenen heeft het Historisch Grondgebruik Nederland (HGN) de voorkeur boven de bestanden van LGN
- Published
- 2005
20. Zuur in tulpen tijdens de exportfase
- Subjects
PPO Bloembollen en Bomen ,tulips ,ornamental bulbs ,bloembollen ,opslag ,netherlands ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nederland ,schimmelziekten ,storage ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,fusarium oxysporum ,fungal diseases ,tulipa ,tulpen ,exports ,export - Abstract
De schimmel Fusarium oxysporum is debet aan vrij veel uitval in tulp. Sinds 2000 is er sprake van een sterke toename van dit probleem door de hele keten. Naast onderzoek in het productiedeel van de keten, op de bollenteeltbedrijven, is ook bij de exportbedrijven de problematiek gevolgd. Exporteurs zien tijdens de bewaring door de jaren heen meer en meer zuur ontstaan. Het uitzoekwerk vormt een alsmaar groeiende kostenpost. Door dit onderzoek wilde men meer inzicht krijgen in de mate waarin Fusarium in de exportfase van de handelsketen wordt veroorzaakt en welke maatregelen exporteurs daartegen kunnen inzetten.
- Published
- 2004
21. Zuur in tulpen tijdens de exportfase
- Author
-
van Dam, M.F.N.
- Subjects
PPO Bloembollen en Bomen ,tulips ,ornamental bulbs ,bloembollen ,opslag ,netherlands ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nederland ,schimmelziekten ,storage ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,fusarium oxysporum ,fungal diseases ,tulipa ,tulpen ,exports ,export - Abstract
De schimmel Fusarium oxysporum is debet aan vrij veel uitval in tulp. Sinds 2000 is er sprake van een sterke toename van dit probleem door de hele keten. Naast onderzoek in het productiedeel van de keten, op de bollenteeltbedrijven, is ook bij de exportbedrijven de problematiek gevolgd. Exporteurs zien tijdens de bewaring door de jaren heen meer en meer zuur ontstaan. Het uitzoekwerk vormt een alsmaar groeiende kostenpost. Door dit onderzoek wilde men meer inzicht krijgen in de mate waarin Fusarium in de exportfase van de handelsketen wordt veroorzaakt en welke maatregelen exporteurs daartegen kunnen inzetten.
- Published
- 2004
22. Bewaring vaste planten : op zoek naar indicatoren voor bewaarbaarheid
- Author
-
van Telgen, H.J., Krijger, D.J.G., Marissen, A., Slootweg, G., and Cederhout, H.G.
- Subjects
PPO Bloembollen en Bomen ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,PPO BBF Bloembollen ,opslag ,netherlands ,Wageningen UR Glastuinbouw ,nederland ,sierplanten ,storage ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,quality ,Flower Bulbs ,keeping quality ,houdbaarheid (kwaliteit) ,kwaliteit ,ornamental plants - Abstract
Veel vaste planten waarvan zomerbloemen worden gesneden, worden in het najaar gerooid en tot het voorjaar bewaard bij 0 - 2°C. Tijdens en na deze bewaring treedt door onbekende oorzaak vaak massale uitval op met als gevolg productieonzekerheid van jaar tot jaar. De vraag is of de bewaarcondities zelf of de conditie van de planten op het moment dat zij de bewaring ingaan van belang is. Er zijn sterke aanwijzingen dat het laatste het geval is, vooral de mate van afrijping. In 2001, 2002 en 2003 is dit in veld- en bewaarproeven nader onderzocht. Met vijf gewassen (Achillea, Delphinium, Helenium, Phlox, Solidago) opgeplant in voorjaar 2001, zijn 25 verschillende combinaties van 5 rooidata in 2001 en 5 plantdata in 2002 gemaakt. Na rooien en voor planten zijn steeds een aantal fysiologische parameters van de overwinterende groeipunten gemeten: ademhaling, suikersamenstelling en brekingsindex. Het bleek dat hoe later gerooid werd, hoe beter de overleving na bewaring was. Er waren geen significante verschillen in ademhaling te meten tussen planten die bewaring goed of slecht overleven, zodat meting van de ademhaling geen betrouwbare meetparameter voor de mate van afrijping is. Bij later rooien nam het totaal aan vrije suikers in de groeipunten sterk toe, maar er werden geen speciale suikers gevormd. Bovendien bleek tijdens de bewaring het gehalte aan vrije suikers sterk aan verandering onderhevig, zodat suikersamenstelling ook niet geschikt is als indicator voor afrijping. Bij later rooien nam ook de brekingsindex van het perssap van de groeipunten toe en deze waarden bleken tijdens de bewaring veel stabieler. In 2002-2003 is de proef herhaald. Daarin werden de voorlopige conclusie uit het seizoen 2001-2002 opnieuw bevestigd. De plantdatum had geen invloed op conditie, het rooitijdstip wel: hoe later gerooid, hoe beter de overleving na bewaring. Bovendien was er een duidelijk verband tussen rooitijdstip en de gemeten brekingsindex: hoe later gerooid, hoe hoger de brekingsindex hoger en hoe hoger de overleving hoger, waarmee de brekingsindex mogelijk een indicator kan zijn voor mate van afrijping. Wel bleken er tussen de verschillende proefjaren verschillen in de hoogte en de mate van toename van de brekingsindex. Bovendien was het verloop van de toename verschillend voor verschillende groepen gewassen: voor Phlox en Achillea was de toename gelijkmatig, terwijl bij Delphinium en Solidago bij de laatste rooidata nog een extra toename optrad, mogelijk onder invloed van een extern signaal. Voor de toepasbaarheid van de brekingsindex als indicator, zal daarom eerst vastgesteld moeten worden in hoeverre de brekingsindex wordt beïnvloed door externe factoren als licht en temperatuur en of de meting bij het totale sortiment toe te passen is of dat er mogelijk plantengroepen zijn die zich anders gedragen.
- Published
- 2004
23. Bewaring vaste planten : op zoek naar indicatoren voor bewaarbaarheid
- Subjects
PPO Bloembollen en Bomen ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,PPO BBF Bloembollen ,opslag ,netherlands ,Wageningen UR Glastuinbouw ,nederland ,sierplanten ,storage ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,quality ,Flower Bulbs ,keeping quality ,houdbaarheid (kwaliteit) ,kwaliteit ,ornamental plants - Abstract
Veel vaste planten waarvan zomerbloemen worden gesneden, worden in het najaar gerooid en tot het voorjaar bewaard bij 0 - 2°C. Tijdens en na deze bewaring treedt door onbekende oorzaak vaak massale uitval op met als gevolg productieonzekerheid van jaar tot jaar. De vraag is of de bewaarcondities zelf of de conditie van de planten op het moment dat zij de bewaring ingaan van belang is. Er zijn sterke aanwijzingen dat het laatste het geval is, vooral de mate van afrijping. In 2001, 2002 en 2003 is dit in veld- en bewaarproeven nader onderzocht. Met vijf gewassen (Achillea, Delphinium, Helenium, Phlox, Solidago) opgeplant in voorjaar 2001, zijn 25 verschillende combinaties van 5 rooidata in 2001 en 5 plantdata in 2002 gemaakt. Na rooien en voor planten zijn steeds een aantal fysiologische parameters van de overwinterende groeipunten gemeten: ademhaling, suikersamenstelling en brekingsindex. Het bleek dat hoe later gerooid werd, hoe beter de overleving na bewaring was. Er waren geen significante verschillen in ademhaling te meten tussen planten die bewaring goed of slecht overleven, zodat meting van de ademhaling geen betrouwbare meetparameter voor de mate van afrijping is. Bij later rooien nam het totaal aan vrije suikers in de groeipunten sterk toe, maar er werden geen speciale suikers gevormd. Bovendien bleek tijdens de bewaring het gehalte aan vrije suikers sterk aan verandering onderhevig, zodat suikersamenstelling ook niet geschikt is als indicator voor afrijping. Bij later rooien nam ook de brekingsindex van het perssap van de groeipunten toe en deze waarden bleken tijdens de bewaring veel stabieler. In 2002-2003 is de proef herhaald. Daarin werden de voorlopige conclusie uit het seizoen 2001-2002 opnieuw bevestigd. De plantdatum had geen invloed op conditie, het rooitijdstip wel: hoe later gerooid, hoe beter de overleving na bewaring. Bovendien was er een duidelijk verband tussen rooitijdstip en de gemeten brekingsindex: hoe later gerooid, hoe hoger de brekingsindex hoger en hoe hoger de overleving hoger, waarmee de brekingsindex mogelijk een indicator kan zijn voor mate van afrijping. Wel bleken er tussen de verschillende proefjaren verschillen in de hoogte en de mate van toename van de brekingsindex. Bovendien was het verloop van de toename verschillend voor verschillende groepen gewassen: voor Phlox en Achillea was de toename gelijkmatig, terwijl bij Delphinium en Solidago bij de laatste rooidata nog een extra toename optrad, mogelijk onder invloed van een extern signaal. Voor de toepasbaarheid van de brekingsindex als indicator, zal daarom eerst vastgesteld moeten worden in hoeverre de brekingsindex wordt beïnvloed door externe factoren als licht en temperatuur en of de meting bij het totale sortiment toe te passen is of dat er mogelijk plantengroepen zijn die zich anders gedragen.
- Published
- 2004
24. Stocks of C in soils and emissions of CO2 from agricultural soils in the Netherlands
- Author
-
Kuikman, P.J., de Groot, W.J.M., Hendriks, R.F.A., Verhagen, J., and de Vries, F.
- Subjects
opslag ,netherlands ,landbouwgronden ,PRI Agrosysteemkunde ,landgebruik ,soil ,nederland ,storage ,soil carbon sequestration ,emission ,Alterra - Centre for Water and Climate ,Alterra - Centrum Bodem ,koolstofvastlegging in de bodem ,Wageningen Environmental Research ,carbon ,Soil Science Centre ,carbon dioxide ,land use ,monitoring ,bodem ,emissie ,kooldioxide ,koolstof ,Agrosystems ,agricultural soils ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Abstract
This report presents considerations for the choice of options to calculate and monitor stocks of carbon in all soils and emissions of CO2 from agricultural soils in the Netherlands for the Kyoto 1990 baseline and following years. The objective of the study was to prepare data for a national submission according to the Common Reporting Format for carbon stocks on specific land uses, land use changes en carbon fluxes according to Article 5.2 in the Kyoto Protocol. This study reports on the whereabouts of the carbon stocks in order to be geographically explicit, discusses the uncertainties in the inventory and analyses future inventory options.
- Published
- 2003
25. Waterplan voor de boomteeltbedrijven. Telen met toekomst
- Subjects
boomteelt ,evapotranspiration ,opslag ,netherlands ,forest nurseries ,PRI Gewas- en Productie-ecologie ,water quality ,PRI Agrosysteemkunde ,irrigation ,evaporation ,nederland ,storage ,desiccation ,water management ,evapotranspiratie ,rain ,ornamental woody plants ,verdroging ,arboriculture ,waterbeheer ,boomkwekerijen ,waterkwaliteit ,PRI Crop and Production Ecology ,houtachtige planten als sierplanten ,regen ,evaporatie ,Agrosystems ,irrigatie - Published
- 2003
26. Bezinklagen en bemonstering van varkensmest
- Subjects
phosphates ,sampling ,fosfaten ,accounting ,mineralen ,bemonsteren ,opslag ,netherlands ,Research Institute for Animal Husbandry ,minerals ,varkensmest ,nitrogen ,nederland ,pig manure ,storage ,sediment ,stikstof ,boekhouding ,Praktijkonderzoek Veehouderij - Abstract
Binnen het MINeralenAangifteSysteem (MINAS) dat ingevoerd is per 1 januari 1998, wordt vastgelegd hoeveel stikstof (N) en fosfaat (P2O5) op een veehouderijbedrijf men mag aan- en afvoeren. In het kader van het MINASonderzoek heeft het Praktijkonderzoek van de Animal Sciences Group van Wageningen UR onderzoek gedaan naar in hoeverre bezinklagen en bemonstering van varkensmest invloed hebben op de afvoer van mineralen. Uit het onderzoek blijkt dat het ontstaan van bezinklagen in mestkelders een langdurig proces is, waarbij in de loop van de tijd het fosfaatgehalte toeneemt en in mindere mate het stikstofgehalte. Daarnaast neemt de dichtheid toe en worden de bezinklagen dikker. Door bezinking van mest blijven mineralen achter in de mestput waardoor een gat op de MINAS-balans ontstaat, waarover men een mineralenheffing moet betalen
- Published
- 2003
27. Bezinklagen en bemonstering van varkensmest
- Author
-
Timmerman, M. and Smolders, M.M.A.H.H.
- Subjects
phosphates ,sampling ,fosfaten ,accounting ,mineralen ,bemonsteren ,opslag ,netherlands ,Research Institute for Animal Husbandry ,minerals ,varkensmest ,nitrogen ,nederland ,pig manure ,storage ,sediment ,stikstof ,boekhouding ,Praktijkonderzoek Veehouderij - Abstract
Binnen het MINeralenAangifteSysteem (MINAS) dat ingevoerd is per 1 januari 1998, wordt vastgelegd hoeveel stikstof (N) en fosfaat (P2O5) op een veehouderijbedrijf men mag aan- en afvoeren. In het kader van het MINASonderzoek heeft het Praktijkonderzoek van de Animal Sciences Group van Wageningen UR onderzoek gedaan naar in hoeverre bezinklagen en bemonstering van varkensmest invloed hebben op de afvoer van mineralen. Uit het onderzoek blijkt dat het ontstaan van bezinklagen in mestkelders een langdurig proces is, waarbij in de loop van de tijd het fosfaatgehalte toeneemt en in mindere mate het stikstofgehalte. Daarnaast neemt de dichtheid toe en worden de bezinklagen dikker. Door bezinking van mest blijven mineralen achter in de mestput waardoor een gat op de MINAS-balans ontstaat, waarover men een mineralenheffing moet betalen
- Published
- 2003
28. Stocks of C in soils and emissions of CO2 from agricultural soils in the Netherlands
- Subjects
opslag ,netherlands ,landbouwgronden ,PRI Agrosysteemkunde ,landgebruik ,soil ,nederland ,storage ,soil carbon sequestration ,emission ,Alterra - Centre for Water and Climate ,Alterra - Centrum Bodem ,koolstofvastlegging in de bodem ,Wageningen Environmental Research ,carbon ,Soil Science Centre ,carbon dioxide ,land use ,monitoring ,bodem ,emissie ,kooldioxide ,koolstof ,Agrosystems ,agricultural soils ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Abstract
This report presents considerations for the choice of options to calculate and monitor stocks of carbon in all soils and emissions of CO2 from agricultural soils in the Netherlands for the Kyoto 1990 baseline and following years. The objective of the study was to prepare data for a national submission according to the Common Reporting Format for carbon stocks on specific land uses, land use changes en carbon fluxes according to Article 5.2 in the Kyoto Protocol. This study reports on the whereabouts of the carbon stocks in order to be geographically explicit, discusses the uncertainties in the inventory and analyses future inventory options.
- Published
- 2003
29. Waterplan voor de boomteeltbedrijven. Telen met toekomst
- Author
-
Pronk, A.A. and Groenwold, J.
- Subjects
boomteelt ,evapotranspiration ,opslag ,netherlands ,forest nurseries ,PRI Gewas- en Productie-ecologie ,water quality ,PRI Agrosysteemkunde ,irrigation ,evaporation ,nederland ,storage ,desiccation ,water management ,evapotranspiratie ,rain ,ornamental woody plants ,verdroging ,arboriculture ,waterbeheer ,boomkwekerijen ,waterkwaliteit ,PRI Crop and Production Ecology ,houtachtige planten als sierplanten ,regen ,evaporatie ,Agrosystems ,irrigatie - Published
- 2003
30. Soil carbon sequestration in the Netherlands: inventory of long term experiments to validate effectiveness of soil carbon management in agriculture and land use change
- Subjects
assessment ,carbon ,long term experiments ,land use ,opslag ,netherlands ,beoordeling ,landbouwgronden ,landgebruik ,soil ,nederland ,storage ,bodem ,belastingskenmerken (grond) ,landbouw ,bodemchemie ,bearing characteristics ,koolstof ,koolstofkringloop ,Wageningen Environmental Research ,agricultural soils ,langlopende experimenten ,bedrijfsvoering ,management - Abstract
Carbon sequestration in agricultural soils is accountable under Article 3.4 of the Kyoto protocol. In this report we present an inventory of relevant long-term experiments that can provide estimates of carbon sequestration in soils for activities in the Netherlands. Two main sources relevant to Dutch conditions were identified: archived information on several dozens of concluded experiments (TAGA) and a series of some thirty ongoing experiments run by different research groups. The information of this inventory is stored in an accessible data base (www.carboninsoil.alterra.nl). A strategy is proposed to make the information in TAGA that is available on paper forms only accessible in digital form for easy use and renewed analyses. This will provide an assessment of the carbon sequestration potential, an upper limit (carrying capacity) of soil carbon and estimate of uncertainty and variability in space and time without having to set up long-lasting, new and costly experiments.
- Published
- 2002
31. Pivot in de praktijk : problemen bij archiefonderzoek
- Author
-
Berg, S.M.
- Subjects
geschiedenis ,maps ,Division of Rural History ,opslag ,ruilverkaveling ,netherlands ,Afdeling Agrarische geschiedenis ,nederland ,storage ,kaarten ,recht ,history ,archieven ,law ,archives ,land consolidation - Abstract
PIVOT staat voor Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn. De behulp van deze wet (uit 1991) probeerde men de grote hoeveelheden 20e eeuwse archiefstukken terug te dringen. De ontwerpkaarten van de ruilverkaveling Nieuwleusen staan als voorbeeld van moeilijk terugvindbare archieven
- Published
- 2002
32. Natuurtoets vuurwerkconcentratiegebieden; effecten op flora en fauna van de aanleg en het gebruik van twee terreinen voor de opslag en bewerking van vuurwerk
- Author
-
Stumpel, A.H.P., van Blitterswijk, H., Slim, P.A., and van der Pol, J.J.C.
- Subjects
friesland ,milieueffect ,Alterra - Centrum Landschap ,explosive hazard ,nature conservation ,opslag ,netherlands ,explosives ,legislation ,environmental impact ,Centrum Ecosystemen ,nederland ,Centre for Ecosystem Studies ,noord-brabant ,storage ,flora ,natuurbescherming ,wetgeving ,Landscape Centre ,explosieven ,explosiegevaar ,fauna - Abstract
Bij Kollum en bij Ulicoten liggen terreinen die potentiëel geschikt zijn voor de opslag en bewerking van vuurwerk. In deze studie werd onderzocht of bij ingebruikneming als bedrijventerrein schade aan de natuur wordt aangericht. Op grond van juridische, bestuurlijke en ecologische criteria werd beoordeeld of dit ‘onaanvaardbaar’ is. Ook werden de mogelijkheden voor natuurontwikkeling aangegeven. In het veld en in archieven werden gegevens over planten en dieren verzameld. De gevolgen van mogelijke effecten werden beschreven en toegepast op de situatie van de beide locaties. Met inachtneming van randvoorwaarden werd geconcludeerd dat op de beide locaties geen ‘onaanvaardbare’ schade aan de natuur wordt berokkend wanneer die voor vuurwerkbedrijven worden ingericht
- Published
- 2002
33. Converging estimates of the forest carbon sink; a comparison of the carbon sink of Scots pine forest in The Netherlands as presented by the eddy covariance and the forest inventory method
- Subjects
forests ,cycling ,bosinventarisatie ,Ecologie en Milieu ,carbon ,koolstofhuishouding ,opslag ,netherlands ,forest inventories ,pinus sylvestris ,nederland ,storage ,monitoring ,bosinventarisaties ,meting ,koolstof ,measurement ,bossen ,kringlopen - Abstract
The aim of this study was to compare estimates of the net ecosystem exchange (NEE) by two different methods for a small pine forest in the Netherlands. The inventory-based carbon budgeting method estimated the average NEE for 1997-2001 at 202 g C per mr per year, with a confidence interval of 138-271 g C per mr per year. The estimate obtained by the eddy covariance method was 295 g C per mr per year on average for the same period, with a confidence interval of 224-366 g C per mr per year. Uncertainties in both methods are assessed, and recommendations are given for future research.
- Published
- 2002
34. Koolstofvastlegging in bossen: een kans voor de boseigenaar?
- Author
-
Schelhaas, M.J., van Wijk, M.N., and Nabuurs, G.J.
- Subjects
forest management ,opslag ,netherlands ,klimaatbeleid ,landeigenaren ,nederland ,storage ,koolstofvastlegging ,subsidies ,landowners ,Wageningen Environmental Research ,bosbedrijfsvoering ,forests ,subsidie ,climatic change ,Ecologie en Milieu ,carbon dioxide ,klimaatverandering ,carbon sequestration ,kooldioxide ,beleid ,koolstofkringloop ,bosbeheer ,bossen ,policy - Abstract
Dit rapport geeft de huidige stand van zaken van het klimaatbeleid en probeert antwoord te geven op vragen van beheerders met betrekking tot koolstofopslag in bos. Veranderingen in omlooptijd en dunningen hebben maar weinig invloed op de opgeslagen hoeveelheid koolstof. De boomsoortenkeus is grotendeels bepalend voor de koolstofopslag in biomassa. Rijkere gronden kunnen over het algemeen meer koolstof opslaan dan arme. De enige mogelijkheid in Nederland om de koolstofopslag in bos te vermarkten is via de verkoop van CO2-certificaten bij de aanleg van nieuw bos. Andere mogelijkheden die het Kyotoprotocol biedt, zijn nog niet uitgewerkt voor Nederland, of zijn financieel niet aantrekkelijk.
- Published
- 2002
35. Waterplan voor de vollegrondsgroentebedrijven
- Author
-
Pronk, A.A. and Groenwold, K.
- Subjects
evapotranspiration ,vollegrondsteelt ,opslag ,waterbeheer ,netherlands ,waterkwaliteit ,PRI Agrosysteemkunde ,vegetable growing ,water quality ,irrigation ,evaporation ,outdoor cropping ,nederland ,storage ,regen ,desiccation ,evaporatie ,water management ,Agrosystems ,evapotranspiratie ,rain ,irrigatie ,groenteteelt ,verdroging - Published
- 2002
36. Soil carbon sequestration in the Netherlands: inventory of long term experiments to validate effectiveness of soil carbon management in agriculture and land use change
- Author
-
Kooistra, L. and Kuikman, P.J.
- Subjects
assessment ,carbon ,long term experiments ,land use ,opslag ,netherlands ,beoordeling ,landbouwgronden ,landgebruik ,soil ,nederland ,storage ,bodem ,belastingskenmerken (grond) ,landbouw ,bodemchemie ,bearing characteristics ,koolstof ,koolstofkringloop ,Wageningen Environmental Research ,agricultural soils ,langlopende experimenten ,bedrijfsvoering ,management - Abstract
Carbon sequestration in agricultural soils is accountable under Article 3.4 of the Kyoto protocol. In this report we present an inventory of relevant long-term experiments that can provide estimates of carbon sequestration in soils for activities in the Netherlands. Two main sources relevant to Dutch conditions were identified: archived information on several dozens of concluded experiments (TAGA) and a series of some thirty ongoing experiments run by different research groups. The information of this inventory is stored in an accessible data base (www.carboninsoil.alterra.nl). A strategy is proposed to make the information in TAGA that is available on paper forms only accessible in digital form for easy use and renewed analyses. This will provide an assessment of the carbon sequestration potential, an upper limit (carrying capacity) of soil carbon and estimate of uncertainty and variability in space and time without having to set up long-lasting, new and costly experiments.
- Published
- 2002
37. Natuurtoets vuurwerkconcentratiegebieden; effecten op flora en fauna van de aanleg en het gebruik van twee terreinen voor de opslag en bewerking van vuurwerk
- Subjects
friesland ,milieueffect ,Alterra - Centrum Landschap ,explosive hazard ,nature conservation ,opslag ,netherlands ,explosives ,legislation ,environmental impact ,Centrum Ecosystemen ,nederland ,Centre for Ecosystem Studies ,noord-brabant ,storage ,flora ,natuurbescherming ,wetgeving ,Landscape Centre ,explosieven ,explosiegevaar ,fauna - Abstract
Bij Kollum en bij Ulicoten liggen terreinen die potentiëel geschikt zijn voor de opslag en bewerking van vuurwerk. In deze studie werd onderzocht of bij ingebruikneming als bedrijventerrein schade aan de natuur wordt aangericht. Op grond van juridische, bestuurlijke en ecologische criteria werd beoordeeld of dit ‘onaanvaardbaar’ is. Ook werden de mogelijkheden voor natuurontwikkeling aangegeven. In het veld en in archieven werden gegevens over planten en dieren verzameld. De gevolgen van mogelijke effecten werden beschreven en toegepast op de situatie van de beide locaties. Met inachtneming van randvoorwaarden werd geconcludeerd dat op de beide locaties geen ‘onaanvaardbare’ schade aan de natuur wordt berokkend wanneer die voor vuurwerkbedrijven worden ingericht
- Published
- 2002
38. Koolstofvastlegging in bossen: een kans voor de boseigenaar?
- Subjects
forests ,subsidie ,climatic change ,Ecologie en Milieu ,forest management ,carbon dioxide ,opslag ,klimaatverandering ,netherlands ,klimaatbeleid ,carbon sequestration ,landeigenaren ,nederland ,storage ,koolstofvastlegging ,subsidies ,kooldioxide ,beleid ,landowners ,koolstofkringloop ,bosbeheer ,Wageningen Environmental Research ,bosbedrijfsvoering ,bossen ,policy - Abstract
Dit rapport geeft de huidige stand van zaken van het klimaatbeleid en probeert antwoord te geven op vragen van beheerders met betrekking tot koolstofopslag in bos. Veranderingen in omlooptijd en dunningen hebben maar weinig invloed op de opgeslagen hoeveelheid koolstof. De boomsoortenkeus is grotendeels bepalend voor de koolstofopslag in biomassa. Rijkere gronden kunnen over het algemeen meer koolstof opslaan dan arme. De enige mogelijkheid in Nederland om de koolstofopslag in bos te vermarkten is via de verkoop van CO2-certificaten bij de aanleg van nieuw bos. Andere mogelijkheden die het Kyotoprotocol biedt, zijn nog niet uitgewerkt voor Nederland, of zijn financieel niet aantrekkelijk.
- Published
- 2002
39. Waterplan voor de vollegrondsgroentebedrijven
- Subjects
evapotranspiration ,vollegrondsteelt ,opslag ,waterbeheer ,netherlands ,waterkwaliteit ,vegetable growing ,water quality ,PRI Agrosysteemkunde ,irrigation ,evaporation ,outdoor cropping ,nederland ,storage ,regen ,desiccation ,evaporatie ,water management ,Agrosystems ,evapotranspiratie ,rain ,irrigatie ,groenteteelt ,verdroging - Published
- 2002
40. Converging estimates of the forest carbon sink; a comparison of the carbon sink of Scots pine forest in The Netherlands as presented by the eddy covariance and the forest inventory method
- Author
-
Schelhaas, M.J., Nabuurs, G.J., Jans, W.W.P., Moors, E.J., Sabaté, S., and Daamen, W.P.
- Subjects
forests ,cycling ,bosinventarisatie ,Ecologie en Milieu ,carbon ,koolstofhuishouding ,opslag ,netherlands ,forest inventories ,pinus sylvestris ,nederland ,storage ,monitoring ,bosinventarisaties ,meting ,koolstof ,measurement ,bossen ,kringlopen - Abstract
The aim of this study was to compare estimates of the net ecosystem exchange (NEE) by two different methods for a small pine forest in the Netherlands. The inventory-based carbon budgeting method estimated the average NEE for 1997-2001 at 202 g C per mr per year, with a confidence interval of 138-271 g C per mr per year. The estimate obtained by the eddy covariance method was 295 g C per mr per year on average for the same period, with a confidence interval of 224-366 g C per mr per year. Uncertainties in both methods are assessed, and recommendations are given for future research.
- Published
- 2002
41. Klaasje J. Hartmans : investeren in onderzoek naar plantaardige bestrijdingsmiddelen noodzakelijk
- Author
-
van Delft, R.
- Subjects
investering ,plant protection ,gewasbescherming ,preservation ,agrarisch recht ,opslag ,netherlands ,Instituut voor Agrotechnologisch Onderzoek ,legislation ,nederland ,storage ,pesticiden ,recht ,potatoes ,law ,research ,irradiation ,aardappelen ,investment ,pesticides ,onderzoek ,behoud ,europa ,wetgeving ,Agrotechnological Research Institute ,bestraling ,agricultural law ,europe - Abstract
Bij het zoeken naar een alternatief voor kiemremmingsmiddelen voor de aardappel ontdekte men de plantaardige stof carvon als goede vervanger. De regelgeving in Nederland en binnen Europa is dermate dichtgetimmerd, dat zelfs het onderzoek naar toepassing van dit middel, dat gewonnen kan worden uit Karwijzaad, geldverslindend wordt
- Published
- 2001
42. Klaasje J. Hartmans : investeren in onderzoek naar plantaardige bestrijdingsmiddelen noodzakelijk
- Author
-
van Delft, R.
- Subjects
investering ,plant protection ,gewasbescherming ,preservation ,agrarisch recht ,opslag ,netherlands ,legislation ,nederland ,storage ,pesticiden ,recht ,potatoes ,law ,research ,irradiation ,aardappelen ,investment ,pesticides ,onderzoek ,behoud ,europa ,wetgeving ,bestraling ,agricultural law ,europe - Abstract
Bij het zoeken naar een alternatief voor kiemremmingsmiddelen voor de aardappel ontdekte men de plantaardige stof carvon als goede vervanger. De regelgeving in Nederland en binnen Europa is dermate dichtgetimmerd, dat zelfs het onderzoek naar toepassing van dit middel, dat gewonnen kan worden uit Karwijzaad, geldverslindend wordt
- Published
- 2001
43. Jaarrond levering amaryllis (Hippeastrum) : bollenteelt voor de vroege pottenbroei
- Subjects
all-year-round production ,Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente ,ornamental bulbs ,bloembollen ,opslag ,netherlands ,koudeopslag ,cultuurmethoden ,nederland ,storage ,cold storage ,cultivation ,jaarrondproductie ,teelt ,cultural methods ,hippeastrum ,amaryllis - Published
- 2000
44. Jaarrond levering amaryllis (Hippeastrum) : bollenteelt voor de vroege pottenbroei
- Author
-
Doorduin, J.C.
- Subjects
all-year-round production ,Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente ,ornamental bulbs ,bloembollen ,opslag ,netherlands ,koudeopslag ,cultuurmethoden ,nederland ,storage ,cold storage ,cultivation ,jaarrondproductie ,teelt ,cultural methods ,hippeastrum ,amaryllis - Published
- 2000
45. Gewasbeschermingsmiddelen testen tijdens bewaren: hoe gaat dat?
- Author
-
Oosterhaven, K. and Braaksma, A.
- Subjects
plant protection ,certification ,aardappelen ,gewasbescherming ,opslag ,netherlands ,pesticides ,legislation ,europese unie ,nederland ,innovations ,storage ,wetgeving ,landbouw ,pesticiden ,potatoes ,certificering ,innovaties ,european union ,agriculture - Abstract
De weg die gewasbeschermingsmiddelen moeten gaan om ze op de markt te krijgen. De uitvoering van het registratieonderzoek onder een Erkenning is daarbij een noodzakelijke stap die onderhevig is aan vele wettelijke procedures en regels
- Published
- 2000
46. Gewasbeschermingsmiddelen testen tijdens bewaren: hoe gaat dat?
- Author
-
Oosterhaven, K. and Braaksma, A.
- Subjects
plant protection ,certification ,aardappelen ,gewasbescherming ,opslag ,netherlands ,pesticides ,Instituut voor Agrotechnologisch Onderzoek ,legislation ,europese unie ,nederland ,innovations ,storage ,wetgeving ,landbouw ,Agrotechnological Research Institute ,pesticiden ,potatoes ,certificering ,innovaties ,european union ,agriculture - Abstract
De weg die gewasbeschermingsmiddelen moeten gaan om ze op de markt te krijgen. De uitvoering van het registratieonderzoek onder een Erkenning is daarbij een noodzakelijke stap die onderhevig is aan vele wettelijke procedures en regels
- Published
- 2000
47. Klimaatregeling met koude-opslag in vleesvarkensstallen
- Author
-
Verdoes, N., Telle, M.G., Mouwen, I.A.A.C., Tuinte, J.H.G., Vrielink, M.G.M., and van Brakel, C.E.P.
- Subjects
geothermische energie ,energie ,pig housing ,pigs ,opslag ,netherlands ,watervoerende lagen ,Research Institute for Pig Husbandry ,Proefstation voor de Varkenshouderij ,aquifers ,varkens ,nederland ,storage ,finishing ,afmesten ,geothermal energy ,varkensstallen ,energy - Published
- 1996
48. Klimaatregeling met koude-opslag in vleesvarkensstallen
- Subjects
geothermische energie ,energie ,pig housing ,pigs ,opslag ,netherlands ,watervoerende lagen ,Research Institute for Pig Husbandry ,aquifers ,Proefstation voor de Varkenshouderij ,varkens ,nederland ,storage ,finishing ,afmesten ,geothermal energy ,varkensstallen ,energy - Published
- 1996
49. Perspectieven voor korrelmais als zetmeelbron voor het noordelijke veenkoloniale- en zandgebied = Prospects of grain maize as starch source for no[r]thern sandy and peaty soils
- Subjects
zetmeelwaarde ,maïs ,maize starch ,voer ,opslag ,voedermiddelbewerking ,netherlands ,maize ,soil ,nederland ,storage ,zea mays ,bodem ,feeds ,nematoda ,Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond ,maïszetmeel ,starch equivalent ,feed processing - Published
- 1996
50. Perspectieven voor korrelmais als zetmeelbron voor het noordelijke veenkoloniale- en zandgebied = Prospects of grain maize as starch source for no[r]thern sandy and peaty soils
- Author
-
van Dijk, W., van Swaaij, A.C., and Wijnholds, K.H.
- Subjects
zetmeelwaarde ,maïs ,maize starch ,voer ,opslag ,voedermiddelbewerking ,netherlands ,maize ,soil ,nederland ,storage ,zea mays ,bodem ,feeds ,nematoda ,Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond ,maïszetmeel ,starch equivalent ,feed processing - Published
- 1996
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.