Search

In de jaren 1995, 1996 en 1997 is onderzoek uitgevoerd met verschillende zetmeelaardappelrassen om na te gaan in hoeverre het oude bemestingsadvies voor kali nog voldoet bij een stikstofniveau dat is aangepast aan het ras

Tijdens de studiedag van het Opzoekingsstation van Gorsem werd een toelichting gegeven op de problemen met kaliumbemesting. Kalium beinvloedt de smaak (het suiker- en zuurgehalte) in de appel en de houdbaarheid

Bemestingsadvies bij appel voor stikstof, fosfaat, kali en magnesium in het voorjaar

Bemestingsadvies bij appel met kalium. Kalium heeft invloed op maat, smaak, kleur en stipgevoeligheid

De Nederlandse tuinbouw maakt op beperkte schaal gebruik van chloridemeststoffen. Grondtelers kunnen met deze meststof de zoutconcentratie in de grond verhogen zonder dat ze een extra meststof hoeven te geven. Maar ook tomatentelers hebben baat bij een chloridemeststof. De meststof vermindert namelijk neusrot

Bemestingsadvies voor stikstof en kali

Potassium is de oude benaming voor kalium. Kalium is na stikstof het belangrijkste plantenvoedende element.

Adviezen voor kaliumbemesting in verband met de mineralenbalans

In deze teelthandleiding wordt ingegaan op stikstofbemesting bij winterkarwij en zomerkarwij en de fosfaat- en kalibemesting bij karwij

Zowel patentkali als chloorhoudende kali zijn vergeleken bij de adviesbemesting en bij een extra bemesting

Invloed van kalibemesting op gewas- en eiwitopbrengst en de K2O-onttrekking per teeltjaar (periode 1989/1990)

M.b.v. veldproeven is op kalkhoudende gronden in de Noordoostpolder en in het Zuidwestelijk zeekleigebied en op loess een onderzoek ingesteld naar de invloed van een herfst- en winterbemesting met chloorhoudende kalimeststof tot zeer ruime giften (1200 kg K2O/ha) en van de kalitoestand van de grond op de blauwgevoeligheid van aardappelen, ras Bintje. Het onderzoek is uitgevoerd gedurende 6 jaren met in totaal 44 proeven

Onderscheid wordt gemaakt tussen een bemestingsbeleid op korte en op lange termijn

In verband met de verbouw van bieten in de vruchtopvolging is op zandgrond een onderzoek verricht naar de waarde van de in de herfst met het loof ondergeploegde kali voor de bemesting van aardappelen in het volgende jaar. Deze kali wordt bij gelijkmatige verdeling voor ongeveer 80% teruggevonden in het kaligehalte van de grond bepaald in de herfst tot in het voorjaar, maar kan bij de bemesting van het gewas volledig in mindering worden gebracht. Een deel van de kali komt blijkbaar nog vrij door mineralisatie gedurende het groeiseizoen. Het verdient aanbeveling grondmonsters vlak voor of tijdens de oogst van de bieten te nemen en niet na het onderploegen van het bietenloof, omdat het advies dat te hoog zou uitvallen

Een eerste proefopzet en de resultaten hiervan om het huidige bemestingsadvies voor de snijorchidee (Cymbidium) met objectieve onderzoeksgegevens te onderbouwen

In dit artikel worden de resultaten van het bemestingsonderzoek op sportvelden door het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid beschreven. Eerst komen kalk, fosfaat en kali aan de orde. Daarna wordt de betekenis van stikstof voor het grasbestand, de betredingsresistentie, de maaifrequentie en voor het optreden van schimmelziekten besproken

Verslag van eenjarige proeven

CILO bodemonderzoek

In het kader van het project rassenkeuze aardappelen zuidoost-Nederland is de kalivoorlichtingsboodschap voor zand- en Lössgronden onder de loep genomen. Middels het bodemgericht advies wordt aangegeven welk K-getal minimaal nodig is om een maximale opbrengst te kunnen halen: het streefgetal. Wanneer de toestand lager is dan het streefgetal dient extra kali te worden gestrooid om het streefgetal te bereiken. Voor zandgrond is dit een K-getal van 11, op Lössgrond een K-HCl van 15.