Search

Rubric allround business : instrument voor studenten: waar sta ik en hoever heb ik nog te gaan om examen te kunnen doen?

Annemarie Moons, sinds anderhalf jaar voorzitter van het College van Bestuur van Wellantcollege, staat voor haar gevoel middenin de organisatie. Ze geeft haar visie op de toekomst van groen onderwijs en de aanpak bij Wellantcollege.

Dit onderzoek bevat een regionale voedselstrategie masterplan voor de regio Twente. De behoefte is ontstaan vanuit het gebrek aan samenwerking tussen de belanghebbenden en de lage verkoop van regionale voedselproducten in Twente. De ‘Groene Kennispoort’ nam het initiatief met de vraag om deze regionale voedselstrategie te creëren. Een probleem voor ‘Viermarken’, een zorgboerderij in Twente, is de potentiele afname van subsidies en het ontbreken van activiteiten gericht op financiën en marketing. Daarom is het lange-termijn onderzoeksdoel “Het ontwikkelingen van een basis voor een regionale voedselstrategie waar 'Viermarken' inpast”. Het korte-termijn onderzoeksdoel is “Het creëren van een marketingplan voor Viermarken om hun financiële duurzaamheid te waarborgen”.

Rubric Outdoor manager niveau 2: instrument voor studenten: waar sta ik en hoever heb ik nog te gaan om examen te kunnen doen?

Het buitengebied van Borne bestaat uit meerdere kleinschalige landschappen. Het grootste grondgebruik is door de landbouw. Om als landbouwer te blijven bestaan is een grote afzet nodig. In de kleinschalige landschappen is het niet mogelijk om op grote schaal te produceren. De vraag is of men mee wil gaan in de vergroting waarvoor verkaveling nodig zal zijn. Het antwoord daarop is nee, want dit tast de eigenheid van het landschap aan. Daarom dient men het gebied op een andere manier een impuls te geven. Het idee is om de streekproducten een belangrijke rol te laten spelen in de ontwikkeling van het gebied.

Ondernemerschap stimuleert de economische groei, vooral startende ondernemers die bedrijfsmatig snel groeien zijn belangrijk voor de werkgelegenheid in Nederland. De overheid stimuleert daarom ook steeds meer om studenten ervaringen op te laten doen met het ondernemerschap. Ondernemerschap vergt durf en doorzettingsvermogen maar zeker ook de mogelijkheden zien. Dit geld zowel voor docenten en teamleiders als studenten. Door het competentiegerichte onderwijs is er steeds meer behoefte naar authentieke situaties. De bloemenbranche heeft aangegeven behoefte te hebben aan frisse, jonge startende ondernemers en ondernemers die een doorstart maken in een bestaand bedrijf. Fleuregio heeft contact opgenomen met het AOC Oost Enschede om mogelijkheden te verkennen naar samenwerkingen en studenten op te leiden tot ondernemers. Zij willen een samen met het AOC een leer/werk situatie creëren voor de studenten van het AOC.

De opdracht is: aanpassingen aan het schoolplein waarbij het leren naast het werken in de klas, doorgaat op het plein. Ook het spelelement en ontdekkend leren verdient meer aandacht.

In dit katern staan de volgende artikelen: Een lerende school in een lerende regio, regioleren als nationaal demonstratieproject; Regioleren - waarom eigenlijk?; 'De school uit, de regio in'; Nieuwe rollen voor docenten; Regioleren - de definitie; Permanente verbinding met de regio; Hoe nu verder?

In de bovenbouw van het middelbaar beroepsonderwijs op het AOC Terra te Groningen, wordt leren “in en uit de regio” vorm gegeven. Als leerling in het vierde leerjaar werk je dan in je “eigen” leerbedrijf. Lezers en gebruikers van deze gids vinden informatie over werkwijze, afspraken en alle andere belangrijke gegevens van regioleren.

Beschrijving en gebruikte formulieren van een leerlingenproject in het vmbo.

Staatsbosbeheer wil met een vaste rundveehouder vee inzetten voor het beheer van natuurgebieden. Studenten hebben onderzocht hoe een stuk natuurgebied rendabel is te maken met behoud van de huidige flora en fauna. Er is hierbij alleen gekeken naar beheer met runderen. Het dossier geeft een overzicht van bruikbare publicaties bij de deelvragen. Dit dossier van Groen Kennisnet is gemaakt ter ondersteuning van studenten van AOC Terra Groningen in het kader van Regioleren. Studenten gaan bij regioleren aan de slag met een ondernemersvraag in de regio.

Een melkveebedrijf met 150 koeien heeft een ruwvoertekort. De melkveehouder verwacht dat de ruwvoerprijzen in de toekomst hoger zullen worden en vraagt zich daarom af of voersystemen zoals Total Lac of het Kempensysteem mogelijk voordelen gaan bieden op zijn bedrijf. Er zijn meer voersystemen, maar hij wil zich vooral laten informeren over deze twee systemen. Dit dossier van Groen Kennisnet is gemaakt ter ondersteuning van studenten van AOC Terra Groningen in het kader van Regioleren. Studenten gaan bij regioleren aan de slag met een ondernemersvraag in de regio.

De verbinding zoeken tussen theorie en praktijk. Daar draait het om bij regioleren. Opdrachten komen van regionale ondernemers. Studenten werken aan en zoeken naar een praktijkgerichte oplossing. Doordat de studenten in een echte omgeving werken, is het leereffect ontzettend groot.

Eigenwijs doen. Zo heet dit boekje dat als afsluiting van de KIGO D.O.E.N. kan worden gezien. D.O.E.N. staat voor DURVEN, OPPAKKEN, ERVAREN en NETWERKEN. Deze KIGO is voortgekomen uit een kritische kijk van twee directeuren van MBO vestigingen in Meppel en Emmen op het toen bestaande onderwijs. Beide scholen introduceerden regioleren in hun organisatie.

Roel Schilt heeft zelf een streep getrokken: hij neemt afscheid als bestuurder van Onderwijsgroep Noord. Hij heeft zijn visie op de toekomst van groen mbo neergelegd in een manifest. Vóór regioleren en tegen de barrières voor deze onderwijsaanpak.

42 Studenten van de HAS Hogeschool aan de slag in de bibliotheek van Oss. De samenwerking van de hogeschool met de gemeente en op locatie is een pilot. De evaluatie komt nog maar de studenten zijn alvast enthousiast.

Een student bereidt zich voor op zijn proeve. Maar hoever is hij en wat moet hij nog doen? Rubrics helpen de student een antwoord te vinden. En rubrics helpen de docent om de student daarin te begeleiden.

Handleiding voor studenten voor het aanleggen van een portfolio in het kader van regioleren.

Sinds de implementatie van het competentie- gerichte onderwijs worden steeds meer initiatieven genomen om de samenwerking tussen scholen en het bedrijfsleven te versterken. Een populaire werkvorm in het (middelbaar en hoger) beroepsonderwijs is het uitvoeren van authentieke en complexe opdrachten. Maar het begeleiden van een authentieke en complexe opdracht is allerminst gemakkelijk. Docenten zullen een balans moeten vinden tussen aansturen en coachen. Hoe begeleid je als docent studenten tijdens verschillende fasen van zo’n ingewikkeld project, hoe maak je onderscheid tussen de procesmatige kant en de inhoudelijke kant van begeleiding en hoe ga je om met groepsdynamiek? Deze vragen zijn het uitgangspunt van de 3-daagse training ‘authentieke en complexe opdrachten begeleiden voor docenten’

Wat is regioleren? Leerlingen AOC Terra MBO Meppel geven het antwoord.

Wat leren leerlingen en studenten van regioleren en, bovendien, welke kenmerken van de leeromgeving zijn belangrijk voor dit leren?

Regioleren en formatief beoordelen van werkprocessen Bij regioleren voeren studenten opdrachten uit voor bedrijven in de regio. Tijdens regioleren doen de studenten kennis op, breiden hun competenties uit en verbeteren hun kwaliteiten op het gebied van werkprocessen. Het beoordelen van kennis is voor de meeste docenten een bekend fenomeen. In het middelbare (groene) beroepsonderwijs heeft men al ervaring met het formatief en summatief beoordelen en het aanleren van competenties en werkprocessen, maar een gedegen instrumentarium om het aanleren en beoordelen van werkprocessen en competenties verdient nog steeds aandacht.

Onderwijsinstellingen als regionaal kenniscentrum. De overheid en de instellingen willen het, maar het gaat niet vanzelf. behalve extra financiering vraagt het ambitie, visie, hard werken op alle niveaus en slagvaardigheid. Er zijn heel wat hobbels te nemen.

Van Hardenberg tot Dronten en van Oldebroek tot Steenwijk: de regio Zwolle strekt zich uit over negentien gemeenten en vier provincies. De agrarische sector is er sterk aanwezig. Een sector op zoek naar een focus voor innovatieve ontwikkelingen.

“Kan een netwerk promoveren?” vroeg een onderzoeker tijdens een bijeenkomst over de toekomst van regionale transitie en regioleren. oftewel, kan een netwerk leren? Zeker wel, is de conclusie, regionale transitie kan alleen blijven voortbestaan met lerende netwerken.

Met het project 'Leven lang leren in de Greenport' wil het GKC-programma Productie & handel Plant in samenwerking met bedrijfsleven en groene kennisinstellingen invulling geven aan versterking van kennis en innovatie, een van de agendapunten van de Greenport. Het gaat om een betere aansluiting tussen tuinbouwonderwijs en de vraag vanuit het bedrijfsleven.

Hoe zien jongeren in de Achterhoek hun toekomst? Wat vinden jongeren in de omgeving, welke voorzieningen zijn noodzakelijk? In samenwerking met Hogeschool Van Hall Larenstein, Achterhoek Agenda 2020 en VKK Gelderland.

Het economisch belang van de topsectoren is groot. Bijna een kwart van alle bedrijven in Nederland behoort in 2010 tot een topsector. Verbinding van topsector met groen (onderwijs) is op verschillende terreinen denkbaar. Deze verbindingen worden gerealiseerd via Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV's) en Centres of Expertise (CoE's).

In een gezamenlijk project van de Vereniging Buitengewoon Groen (VBG) werken dertien groen-afdelingen van vmbo-scholen op kleine schaal aan lokale groene vragen uit de directe omgeving van de school. Het biedt elk van de scholen de kans om praktisch, actief en levensecht leren vorm te geven. De deelprojecten zijn zeer verschillend van aard. Door samenwerking en uitwisseling levert dit een veelheid aan resultaten op over buitenschoolsleren. De resultaten van dit project vormen de basis voor toekomstig leermateriaal binnen de groene beroepskolom.

Powerpointpresentatie over methodieken van kennisoverdracht. Aandacht voor de doelstelling en het beoogde resultaat. De MK-projecten maken onderdeel uit van de bredere Greenportprogramma’s in de regio (o.a. EFRO). Het doel is tweeledig: monitoren en evalueren (M&E) van het proces om te komen tot goed functionerende regionale kennis- en innovatiesystemen om de regio’s zowel intern als regio-overstijgend een spiegel met geleerde lessen voor te houden en ‘best practices ’ te documenteren; hands-on actieonderzoek per regio en op maat om de samenwerkende partners in de gouden driehoek te faciliteren bij de verankering van een duurzaam kennis - en innovatiesysteem.

Voorbeeld van een project in Oldenzaal waarbij de gemeente en het groene onderwijs samenwerken aan de herontwikkeling van een woonwijk.

De groene hogescholen zijn kartrekker van een of meerdere Centres of Expertise. Daarin werken ze samen met het bedrijfsleven aan kennisontwikkeling en innovatie. Maar wat houdt dat concreet in?

Beter onderwijs tegen dezelfde of lagere kosten. Dat is het uitgangspunt van de Netwerkschool: een experiment waarbij vijf scholen, onder wetenschappelijke begeleiding, vijf jaar lang hun op het Netwerkschoolmodel gebaseerde plannen uitvoeren. Helicon Opleidingen MBO Velp heeft ervoor gekozen om als gehele school over te stappen naar het systeem van de Netwerkschool. Alle opleidingen bij Helicon in Velp doen mee.

Beter onderwijs tegen dezelfde of lagere kosten. Dat is het uitgangspunt van de Netwerkschool: een experiment waarbij vijf scholen, onder wetenschappelijke begeleiding, vijf jaar lang hun op het Netwerkschoolmodel gebaseerde plannen uitvoeren. Helicon Opleidingen MBO Velp heeft ervoor gekozen om als gehele school over te stappen naar het systeem van de Netwerkschool. Alle opleidingen bij Helicon in Velp doen mee.

Het GKC-programma internationalisering wil met onderzoekers van de Leerstoelgroep Educatie- en competentiestudies - WU en partners uit acht Europese landen (Denemarken, Spanje, Oostenrijk, Hongarije, Roemenië, Zweden, Frankrijk, en Nederland) mogelijkheden verkennen om dit informele leren meetbaar te inzichtelijk te maken. Wat leren studenten in verschillende landen? Kun je meten maken welke competenties studenten ontwikkelen? Zijn de uitkomsten in alle landen gelijk, of zitten er verschillen in. Kun je een methode voor assessment ontwikkelen om die uitkomsten inzichtelijk te maken? Om dit te realiseren zijn twee projectaanvragen ingediend: het project ‘Al het leren in het internationale context formaliseren’ een Wurks-project (initiatiefnemers: GKC-PIN, ECS-WU, Europea) en een Project ANGIE 2.0, een Leonardo da Vinci Transfer of Innovation project (een project van partners uit acht EU-landen). De projecten sluiten aan op eerdere projecten zoals de Leonardo da Vinci-projecten ALIE (Authentic learning in land based education, 2005), ALIVE (Authentic Learning in Vocational Education, 2008), het Kigo/Wurks project ‘internationale competenties voor het MBO’ en het Wurks-project ‘Regioleren methodieken en effecten’dat zich richt op leerprocessen en leren in de praktijk. De initiatiefnemers willen drie ECVET-eenheden* beschrijven voor taalvaardigheid, internationale competenties en management

In regioleerprojecten voeren studenten een opdracht uit in een regio die een opdrachtgever iets oplevert en waar studenten van kunnen leren. Maar wat kunnen ze leren en welke kenmerken van een regioleer-arrangement zijn cruciaal om die leereffecten te bereiken? Die vragen staan centraal in dit onderzoek.

De Kenniswerkplaats NHN is een regionale samenwerking tussen de provincie Noord-Holland, Kamer van Koophandel Noordwest Holland, Clusius College, Hogeschool Inholland en Wageningen UR en heeft tot doel om studenten tijdens hun studie in contact te brengen met bedrijven uit de regio NHN. Kennis van het onderwijs voor de regio en kennis uit de regio naar het onderwijs.

Het onderwijsvernieuwsingsprogramma Plant biedt ondersteuning aan innovaties in het groene onderwijs. Het doel van het programma is om verbinding te leggen tussen de diverse activiteiten die in de regio's plaats vinden. In het programma aandacht voor onder andere de visie, strategie, doel, activiteiten en partners, organisatie, positionering en planning.

De Groene Kennispoort Twente is een netwerk voor het realiseren van projecten op het gebied van innovatieve plattelandsontwikkeling in Twente. Het is opgezet door onderwijsinstellingen en Twentse overheden, met als doel de samenwerking op dit gebied te bevorderen tussen onderwijsinstellingen, overheden, ondernemers en bewoners in Twente. Zo zorgt het voor een wisselwerking tussen de dynamiek en mogelijkheden van de regio enerzijds en de kansen door en voor de studenten anderzijds.

Klaas Boer heeft lang nagedacht over de vraag: wat is leven lang leren? Hij bracht de dilemma’s en de keuzes waar onderwijsinstellingen voor staan in kaart. in fraaie schema’s. Daarmee en met zijn expertise ondersteunt hij scholen die vragen hebben op dit vlak.

Groene onderwijsinstellingen konden dit voorjaar een meerjarig investeringsprogramma (mip) opstellen voor de aanpak van praktijkleren. volgens de vereniging buitengewoon Groen, die zo’n programma maakte voor vmbo-groenafdelingen, biedt de mip nieuwe kansen. Hoe gaan de vbG-scholen om met de mip?

De rol van docenten verandert binnen regioleren. Ze hebben meerdere rollen tegelijk, sommige zijn nieuw. En vooral coachen blijkt lastig.

Je raakt als docent betrokken bij regioleren. Wat betekent het leren in de regio voor jouw rol als docent? Welke nieuwe taken staan je te wachten en welke competenties heb je daarvoor nodig? Deze brochure biedt een overzicht van de nieuwe rollen, taken en competenties.

Topsector Agro & Food geeft de voorkeur aan één centrum dat Agro sectoren en Food regio’s bundelt en een landelijke uitstraling geeft. Dit doet recht aan de nauwe samenwerking in de Agro & Food, die een kracht voor innovatie is. Dit is ook noodzakelijk vanwege de kleinschaligheid van veel van de MBO-­‐ opleidingen op dit gebied. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap versterkt de band tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs. Als deelnemers toegang hebben tot de expertise en faciliteiten van het bedrijfsleven, en vooral als zij betrokken worden bij vernieuwingen in technieken en bedrijfsvoering, worden zij uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Via een innovatiecyclus leveren MBO-­‐deelnemers hun bijdrage aan het oplossen van concrete vragen van ondernemers. Zo kunnen zij uitgroeien tot vaklieden die de invoering van nieuwe producten op de werkvloer ondersteunen, en bijdragen aan het behouden van de toppositie van Agro & Food op de wereldmarkt.