Search

Amsterdam was in de succesvolle, ‘gouden’, zeventiende eeuw ’s werelds bijenkorf nummer één. In een ongekend veelzijdige culturele industrie produceerde de stad massa’s schilderijen, prenten, literatuur en informatieve media. De bijenkorf werd bevolkt door een kluwen van onderling verknoopte netwerken met onder anderen kunstenaars, handelaren, bestuurders en geleerden. Wie mee wilde tellen moest strategisch manoeuvreren. Literatuur was daar een goed middel voor. Schrijvers en uitgevers gebruikten hun producten als visitekaartjes om belangen van henzelf en hun groepen te behartigen.

Media en communicatie speelden een onmisbare rol in de Nederlandse Opstand. Op grote schaal zetten de betrokken partijen verschillende media in om een breed publiek te betrekken bij de gebeurtenissen. Zo kon een levendig publiek debat ontstaan over de politieke en religieuze ontwikkelingen. Dat debat, waarin lokale thema’s en actoren een doorslaggevende rol speelden, bepaalde in belangrijke mate de politieke agenda. De opstandelingen onder leiding van Willem van Oranje gebruikten met veel succes verschillende media tijdens hun strijd tegen de Spanjaarden. Femke Deen onderzocht hoe de partijen op lokaal niveau communicatiemiddelen inzetten voor eigen doeleinden, waaruit blijkt hoe uitgekiend hun mediastrategieën waren. Ook laat ze zien dat de vorm en inhoud van het debat voor een belangrijk deel werden bepaald door lokale aspecten. De bestaande machtsverhoudingen in de stad beïnvloedden bijvoorbeeld de mate waarin de partijen het debat konden beheersen. Ook lieten de partijen zich leiden door lokale sentimenten en angsten bij hun keuze voor media en boodschappen. Door deze constante blootstelling aan politieke argumenten, ontstond uiteindelijk een kritisch en goed geïnformeerd publiek.

Over de expressie van de Laocoön.

This book deals with the De Bry collection of voyages, one of the most monumental publications of Early Modern Europe. It analyzes the textual and iconographic changes the De Bry publishing family made to travel accounts describing Asia, Africa and the New World. It discusses this editorial strategy in the context of the publishing industry around 1600, investigating the biography of the De Brys, the publications of the Frankfurt firm, and the making of the collection, as well as its reception by Iberian inquisitors and seventeenth-century readers across the Old World. The book draws on a wide variety of primary sources, and is hence important for historians, book historians, and art historians interested in the development of Europe's overseas empires.

Naval shipyards were among the largest production facilities of the pre-industrial world. The Venetian Arsenal and the British Royal Dockyards therefore play a prominent role in the historiography of early modern labor relations. However, labor relations at the Dutch naval shipyards remain understudied. The research of the Amsterdam naval storehouse and shipyard presented in this paper shows that in many respects, systems of administration, management methods, and shop-floor hierarchies were more ‘modern’ in the Dutch Republic than in its European counterparts, and more developed in these state facilities than in most other enterprises. The Dutch naval shipyards thus provide important keys to an understanding of the role of the state in the evolution of ‘capitalist’ systems of production. Furthermore, contrary to established views on Dutch naval management, substantial restructuring of labor relations continued during the ‘quiet years’ of the eighteenth century, changing our perspective on the evolution of manufacture after the seventeenth-century ‘Golden Age’.

Wie de werkkamer van de burgervader van Katwijk binnenloopt, kan er niet omheen. Een grote prent van Willem van Oranje siert de muur. Verder een kast met geschiedenisboeken. In gesprek met burgemeester Jos Wienen over In Katwijk is alles anders, het nieuwste boek van A.Th. van Deursen.

This research examines differences between family and non-family owned small and medium tourism enterprises (SMTEs) in regional tourism destinations. The study examines the long term ambitions of SMTE owners with regard to their commitment to stay in their town and maintain their business operations. Data was collected from 298 SMTE owners operating in small towns across regional South Australia. The sample comprised of family (n = 157) and non-family owned (n= 141) businesses. Using a four-item measure of 'commitment to stay in the town', results of the t-test analysis indicate significant differences between the two business groups. Family business owners have a stronger commitment to staying in their town and to continue operating their business for as long as possible. These results contribute to our understanding of the strategies and behaviours of family businesses in tourism and present important implications to destination managers aiming to support sustainable entrepreneurial development. Refereed/Peer-reviewed

A diasporic reading of seventeenth century Yiddish itineraries to Eretz Israel.