Search

Het proefschrift toont met een voorbeeld uit de Filippijnen aan dat ontstekingen in de mond gerelateerd zijn aan een lagere body mass index (BMI) van kinderen. In een representatieve groep kinderen van 11 tot 13 jaar vertoonde 56% een PUFA-score.

In de vakantie gaan we veelal met de auto op weg naar een zonnige bestemming. Alles in de kofferruimte, kinderen braaf op de achterbank, nog even de TomTom instellen en op naar de eindbestemming. Toch knap dat het navigatiesysteem altijd weet waar je bent, waar je naar toe gaat, hoe hard je rijdt en waar de snelheidscontroles zijn. Dat is nog eens echt meten, beslissen en monitoren!

With the mass-marketed introduction of fluoride in toothpaste in the 1950s, toothbrushing with paste became indispensable for good oral health. Both the industry and the dental profession had a shared interest in advocating the widespread correct use of good quality toothpaste. This publication starts with a general introduction on the purpose, history and composition of toothpaste. The following chapters deal with the clinical evidence of its effectiveness in caries prevention, reducing and preventing plaque, gin-givitis, halitosis, and calculus formation, facilitating removal and prevention of extrinsic stain, and preventing dentine hypersensitivity and erosion. Later chapters provide valuable information on the abrasiveness of the pastes, the substantivity of active ingredients in the oral cavity and the possible models to study the effectiveness of the pastes when full-scale clinical trials are not possible. The final chapter focuses on the frequency of toothbrushing and post-brushing rinsing behavior.The book provides indispensable information for dentists, dental students and community dental programs on whether toothpastes can be recommended to patients for specific aims and how to use them to obtain the best effect.

In de tandheelkundige literatuur wordt steeds meer geschreven over non-invasieve strategieën als alternatief voor de traditionele restauratieve benadering bij de behandeling van cariës. Een recent onderzoek in ’s Hertogenbosch toonde aan dat het zogeheten noctprogramma, ontwikkeld in het Deense Nexø, ook in de Nederlandse situatie effectief is. Hierbij kan het Advies Cariëspreventie van het Ivoren Kruis worden gebruikt. Een nieuwe methode vraagt borging in de praktijk. Om dit te faciliteren wordt een cariësindex voorgesteld.

In terms of novel formulations, there seems to have been a shift in emphasis from anti-caries/anti-gingivitis to anti-calculus/whitening toothpastes in recent years. The anti-calculus and whitening effects of toothpastes are to some extent based on the same active ingredients: compounds of high affinity for tooth mineral. Due to this affinity, crystal growth may be hindered (anti-calculus) and chromophores be displaced (whitening). Besides these common ingredients, both types of toothpaste may contain agents specifically aimed at each condition. Clinical studies have shown that these active ingredients can be successfully formulated in fluoride toothpastes to give significant reductions in supragingival calculus and stain formation and facilitate their removal. Some of the ingredients are formulated in toothpastes that additionally contain anti-plaque and anti-gingivitis ingredients, making these toothpastes (together with the fluoride) truly multi-functional. The development of these products is not straightforward because of interaction between formulation components and because the active ingredients must maintain their beneficial characteristics during the shelf life of the paste. Neither a therapeutic benefit (in terms of less gingivitis or less caries) nor a societal benefit (in terms of less treatment demand) has been demonstrated as a result of the anti-calculus and whitening effects of toothpastes.

Caries develops when the equilibrium between de- and remineralization is unbalanced favoring demineralization. De- and remineralization occur depending on the degree of saturation of the interstitial fluids with respect to the tooth mineral. This equilibrium is positively influenced when fluoride, calcium and phosphate ions are added favoring remineralization. In addition, when fluoride is present, it will be incorporated into the newly formed mineral which is then less soluble. Toothpastes may contain fluoride and calcium ions separately or together in various compounds (remineralization systems) and may therefore reduce demineralization and promote remineralization. Formulating all these compounds in one paste may be challenging due to possible premature calcium-fluoride interactions and the low solubility of CaF2. There is a large amount of clinical evidence supporting the potent caries preventive effect of fluoride toothpastes indisputably. The amount of clinical evidence of the effectiveness of the other remineralization systems is far less convincing. Evidence is lacking for head to head comparisons of the various remineralization systems.

Preventie heeft het kindergebit veel goed gedaan, 50% van de vijfjarige Nederlandse kinderen is klinisch cariësvrij. Maar de andere 50% van de peuters heeft gemiddeld acht caviteiten en bovendien is slechts 25% van deze caviteiten gerestaureerd (Schuller et al., 2011). In de – nog resterende – centra voor jeugdtandheelkunde zijn de cijfers niet veel beter, alleen is het aantal gerestaureerde elementen soms hoger (Kalsbeek en Poorterman, 1999). De gegevens suggereren dat de mondzorgverleners mogelijk tegen de zorg voor jeugdigen opzien. Juist daarom kan inzicht in het cariësrisico aanleiding zijn om extra effectieve preventieve maatregelen te nemen.

Interessant epidemiologisch onderzoek uit Australië (J Den Res 2008; 87: 69-72), waarin een cohort mensen vanaf de leeftijd van 5 tot 35 levensjaar werd gevolgd, toonde aan dat de populatie globaal kan worden ingedeeld in 3 groepen. Ongeveer 15% krijgt veel cariës, circa 40% een middelmatige hoeveelheid cariës en een ongeveer even groot gedeelte een geringe hoeveelheid cariës.

De laatste jaren zijn er veel veranderingen ontstaan op zowel het gebied van de financiering, als van de organisatie van mondzorgpraktijken, de taakverdeling tussen de verschillende zorgverleners en het zorgaanbod. De kwaliteit van de mondzorg lijkt voor zowel patiënten als zorgverzekeraars een punt van zorg en er worden vraagtekens geplaatst bij de transparantie ervan. Voor de Gezondheidsraad waren deze ontwikkelingen aanleiding om vooral de wetenschappelijke onderbouwing van de mondzorg grondig te onderzoeken.

Tegenstander: Cor van Loveren, sectie Cariologie, Endodontologie, Pedodontologie en Orale Microbiologie, Acta Amsterdam; Natuurlijk moet de tandarts ontwikkelingen op die gebieden van het vak bijhouden. We leiden tandartsen niet voor niets op tot ‘live long learners’. Maar het zou goed zijn als tandartsen hier te lande voor hun medische kennis zouden worden ondersteund door een instituut als bijvoorbeeld het National Medicines Information Service in het Verenigd Koninkrijk (UKMi).

This paper is part of a series of papers towards a European Core Curriculum in Cariology for undergraduate dental students. The European Core Curriculum in Cariology is the outcome of a joint workshop of the European Organisation for Caries Research (ORCA) together with the Association for Dental Education in Europe (ADEE), which was held in Berlin from 27 to 30 June 2010. The present paper covers decision-making and non-surgical treatment. In particular, it will provide some background information on this part of the European core curriculum. The dentist, on graduation, must be competent at applying the principles of prevention of dental hard tissue disease processes (primary prevention) and progression when it has manifested itself (secondary prevention). The competences should apply in differing ways to patients of all ages. Goals of prevention should be clearly defined in order for outcomes to be evaluated, and a dentist should be competent at determining these outcomes. Although this concept is recognised by many academics and experts, clinical teaching, practice and health insurance coverage frequently emphasise surgical treatment. There are many reasons and obstacles that might account for this, and this paper suggests some reasons why this might be and makes suggestions for how these can be addressed in the future. One factor that is essential in the provision of a preventive, non-surgical approach is that of communication with the patient. However, this unfortunately takes less space in the dental curricula compared with technical skills aimed at restorative procedures; this weighting needs to be more equally balanced.

Om een klinische vraag met behulp van de literatuur te kunnen beantwoorden, is het nodig te bepalen met wat voor onderzoek die vraag onderzocht kan worden. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen therapie en preventievragen, risico en etiologievragen, prognosevragen en diagnostiekvragen. Bij iedere soort vraag hoort de juiste onderzoeksdesign. Het zoeken naar literatuur wordt gedaan met behulp van zoektermen in een digitale bibliotheek. Daarvoor is een onderzoeksvraag nodig die opgedeeld kan worden in het ‘probleem’ dat moet worden uitgezocht (P), de interventie die daarbij aan de orde is (I), de ‘comparison’ waarmee vergeleken wordt (C) en de ‘outcome’ die het verschil aangeeft (O). Met behulp van deze PICO-vraag wordt het aantal bruikbare referenties tot een handelbare omvang teruggebracht.

TegenstanderCor van Loveren, sectie Cariologie, Endodontologie, Pedodontologie en Orale Microbiologie, Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam: Voor het overleg met artsen hoeft een tandarts niet dezelfde kennis te hebben om over problemen te kunnen praten. Het is juist goed om vanuit verschillende invalshoeken met begrip voor elkaars standpunt te overleggen.

Niemand zal ontkennen dat een mooie en gezonde mond of een mond vrij van pijn zal bijdragen aan de levenskwaliteit. Maar hoe dragen mondzorgverleners, hun behandelingen en de verschillende vakgebieden van de tandheelkunde bij aan levenskwaliteit? Ik ben benieuwd, maar voor u is reeds een tipje van de sluier opgelicht in het vorige nummer van dit tijdschrift. Toch vraag ik me af wat onze patiënten ervan vinden. Onderzoek naar de waardering van gezondheid (utiliteiten) laat zien dat patiënten dikwijls een andere mening hebben dan de zorgverleners.

For the dental care of parents and children, people in the Netherlands relyespecially on the advice of the Ivory Cross. The basis of this advice is plaqueremoval with fluoride toothpaste. W hen this offers insufficient protection,one usually finds irregular and careless dental hygiene. Information andinstruction concerning daily and careful dental hygiene should receive thehighest priority of dental care professionals. If a patient’s own dental carecannot be brought up to standard or if this cannot be done immediately, then(temporary) support can be provided by dental professionals in the form ofpreventive treatment. Doing this, however, without improving the self care ofpatients has to be regarded an inadequate treatment modality.

Na het plaatsen van een partiële gebitsprothese kunnen extra cariës en parodontale problemen optreden in de restdentitie. Deze problemen zijn het resultaat van onvoldoende mondverzorging. De mondverzorging wordt mogelijk bemoeilijkt door het dragen van de gebitsprothese. Het ontwerp van een gebitsprothese dient daarom preventiegericht te zijn. Voor het plaatsen van een gebitsprothese dient de mond geheel gezond te zijn en de patiënt dient te worden getraind in een goede mondverzorging. De patiënt dient zich bewust te zijn van zijn verantwoordelijkheid voor het onderhoud. Indien het tweemaal daags reinigen met fluoridetandpasta onvoldoende bescherming biedt, kan worden gekozen voor dagelijkse ondersteuning met een fluoridehoudend, antimicrobieel mondspoelmiddel. Minder effect valt te verwachten van professionele preventieve behandelingen in de vorm van fluorideof chloorhexidineapplicaties.

Voorstander Cor van Loveren: ´Een goede mondgezondheid kan worden bereikt met het opvolgen van het basisadvies mondhygiëne van het Ivoren Kruis: tweemaal daags zorgvuldig tandenpoetsen´. Tegenstander Cees de Baat: ´Mits goed geïndiceerd, zijn mondspoelmiddelen geen weggegooid geld´.

Voor de gebitsverzorging door ouder en kind worden in Nederland veelal de adviezen van het Ivoren Kruis gehanteerd. De basis van dit advies is plaqueverwijdering met fluoridetandpasta. Wanneer dit onvoldoende bescherming biedt, is er meestal sprake van onregelmatig en onzorgvuldig gebruik. Voorlichting en instructie over dagelijkse en zorgvuldige mondhygiëne dient een eerste prioriteit te zijn bij de zorgverlener. Als zelfzorg niet of niet meteen op peil kan worden gebracht, kan (tijdelijke) ondersteuning plaatsvinden met professionele preventieve behandelingen. Alleen professionele preventieve behandeling zonder aandacht voor verbetering van zelfzorg is onvoldoende en moet als een kunstfout in de behandelingsstrategie worden gezien.

Er zijn aanwijzingen om na het tandenpoetsen de mond niet te rigoureus te spoelen. Als alternatieven worden voorgesteld: ‘niet spoelen, alleen uitspugen’, ‘naspoelen met de slurry van speeksel en tandpasta’ of ‘naspoelen met een spoelmiddel met actieve ingrediënten’. In welke mate deze adviezen bijdragen aan een verhoogde effectiviteit is niet met zekerheid te zeggen. Het is dan ook nog te vroeg om een van deze adviezen tot standaardadvies te maken. Op individuele indicatie kunnen alle drie de adviezen zinvol zijn. Een ander naspoelregime na een slechte poetsbeurt is echter niet zinvol: eerst moet de kwaliteit van het poetsen op orde zijn.

Objectives: The objectives of this study were to report on the prevalence of enamel opacities from seven European study sites using a standardized photographic method, and to investigate the importance of variables responsible for enamel fluorosis. Methods: The sample comprised a randomly selected group of 300 8-year-old children in each of the study areas. One examiner from each area was trained and calibrated in the use of a standardized photographic technique. Two transparencies were taken of each child's permanent maxillary central incisor teeth; one to represent the teeth 'wet' and one when the teeth had been allowed to dry out naturally for 105 s. The transparencies were viewed 'blind' by the author (JAC) and scored using the DDE and TF indices. Data relating to variables considered to be associated with enamel fluorosis were also collected. Results: The prevalence of diffuse opacities ranged from 61% in fluoridated Cork (Ireland) to 28% in Athens (Greece). The percentage of subjects with a TF score of three or more ranged from 4% in Cork and nonfluoridated Haarlem (the Netherlands) to zero in Oulu (Finland) and Athens. Fluoridated water and the prolonged use of fluoride tablets were found to be significant contributory factors to fluorosis. Conclusions: The prevalence of fluorosis was found to be highest in fluoridated Cork. The prolonged use of fluoride supplements was also found to be a significant risk indicator associated with fluorosis. © Blackwell Munksgaard, 2004.

Objectives: To develop a standardized method for measuring the variables affecting fluoride ingestion from toothpaste in young children between the ages of 1.5 and 3.5 years, and to use the method at seven European sites. Methods: Random samples of children were invited to take part in the study. Parents who gave consent were visited at home. The children brushed their teeth using the toothpaste brand and toothbrush type currently in use. The difference between the fluoride dispensed onto the toothbrush and the fluoride recovered after accounting for losses was deemed to be the fluoride ingested. Details of other oral health-care habits were collected by questionnaire. For each child, the fluoride concentration of the toothpaste used was measured in the laboratory, from which an estimate of total daily fluoride ingestion was made. Results: There was considerable variation between countries in the types of toothpaste used and in the amounts of toothpaste applied and ingested. The amount of fluoride ingested ranged from 0.01 to 0.04 mg fluoride per kg of body weight per day. Conclusion: The amount of fluoride ingested that is likely to be a risk factor for the development of dental fluorosis during tooth formation is equivocal and was found to vary widely between European countries. There appears to be a need for clearer health messages regarding the use of fluoridated toothpaste by young children. © Blackwell Munksgaard, 2004.

An important challenge encountered in this multicentred project was the need to take account of the different cultural and legal differences between the seven sites when agreeing the protocol. Examples such as access to registers of births and subject consent dictated that there were some differences in the methods used in the different sites. The data presented showed that it was possible to train and calibrate a number of examiners in a standardized photographic method for recording enamel fluorosis. This method has a number of important advantages for the objective monitoring of enamel fluorosis over time. There were considerable differences between the seven sites in the formulations of the toothpaste used and in the pattern of their use. The results indicate that it is possible to agree and adopt a standardized method for measuring fluoride ingestion from toothpaste. The aesthetic impact of enamel fluorosis seemed low in the populations included in this project, but further work is required on this issue. © Blackwell Munksgaard, 2004.