Search

Dit rapport beschrijft de bevindingen vanuit de procesbegeleiding alsook de evaluatie van proefprojecten waarbij 26 Vlaamse steden en gemeenten ‘vierde pijler’ trajecten uitwerkten met het oog op het bevorderen van het sociale netwerk van nieuwkomers in het kader van hun inburgeringstraject. This report describes the findings from the evaluation of pilot projects in which 26 Flemish cities and municipalities developed 'fourth pillar' trajectories with a view to promoting the social network of newcomers in the context of their integration programme. status: Published online

Social mentoring for adult migrant newcomers is a new and emerging type of mentoring that has particularly gained in popularity in the wake of the European ‘refugee crisis.’ It is known by a multitude of names including ‘buddy programs’, ‘parrainage’, ‘mentoring’, ‘patenschaften’… As a new and barely studied field, good practices of social mentoring for newcomers are largely unknown or anecdotal. Yet, the design of a mentoring program will, to a large extent, determine its effects. This publication is developed to gain a better understanding of ‘what works’ within social mentoring for newcomers in order to ensure that newcomers can benefit from high quality and impactful mentoring. The publication starts from the state of the art related to the different steps in the mentoring process (recruiting, selection, matching, mentoring relationship, closure, training & follow up) and adds experiences and concrete examples from 10 good practices in Belgium. Based on these findings, recommendations were formulated, tested in three municipalities, and adjusted if needed. This publication offers inspiration for organisations and/or local governments that would like to set up a mentoring programme. It is also a starting point from which knowledge and expertise about ‘what works’ within social mentoring for migrants can be systematically developed. nrpages: 68 status: Published online

ispartof: Over.Werk - Tijdschrift van het Steunpunt Werk vol:32 issue:2 pages:153-160 status: Published online

ispartof: Cities for talent. Good practices for internationalization in medium sized European cities pages:183-207 ispartof: pages:183-207 status: Published online

In deze paper gaan we in op de hefbomen en drempels voor maatschappelijke participatie van vrouwen met een migratieachtergrond die in Antwerpen wonen. We focussen op de rol van de organisaties en op het stedelijk beleid. Naast onderzoeksvaststellingen biedt deze paper ook beleidsaanbevelingen gericht aan de stad Antwerpen. Deze paper is gebaseerd op een onderzoek dat werd uitgevoerd in 2021-2022. De aanleiding voor het onderzoek was de vraag van de stad Antwerpen om meer inzicht te krijgen in de drempels die spelen voor vrouwen met een migratieachtergrond om deel te nemen aan de samenleving. Naast de drempels wou de stedelijke overheid ook meer informatie over de mogelijke hefbomen om die participatie te versterken. Het onderzoek is dus beschrijvend en verklarend voor de situatie zoals ze vandaag is, maar daarnaast omvat ze ook aanbevelingen en suggesties om die situatie te verbeteren. ispartof: pages:1-29 status: Published online

ispartof: pages:1-71 status: published

Verzoekers om internationale bescherming die in de asielopvang verblijven, mogen tijdens hun verblijf onder bepaalde voorwaarden een vorming volgen en/of werken. Op deze manier kunnen zij aan hun arbeidsmarktcompetenties werken en/of reeds een eerste ervaring opdoen op de arbeidsmarkt. Er is echter nog weinig geweten over wat er binnen de opvangcentra gebeurt op het vlak van werk en vorming. In dit onderzoek stonden daarom twee vragen centraal: ten eerste wat de verschillende opvanginitiatieven in België doen inzake werk en vorming en welke eventuele drempels hierbij worden ervaren enerzijds, en ten tweede wat de wensen en noden van verzoekers zijn op het vlak van opleiding en werk anderzijds (en in welke mate vraag en aanbod op elkaar aansluiten). In dit exploratieve onderzoek is gebruik gemaakt van drie verschillende dataverzamelingsmethoden: focusgroepen met medewerkers in collectieve opvangcentra en lokale opvanginitiatieven, een korte survey of ‘quick scan’ bij 40 collectieve opvangcentra, en 32 interviews met verzoekers om internationale bescherming. Het onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met JobRoad, dat een model heeft ontwikkeld met als doel de arbeidsmarktkansen van personen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt te verhogen en dit model ook wil gaan inzetten voor verzoekers om internationale bescherming. De nota eindigt dan ook met een korte evaluatie van de toepasbaarheid van het JobRoad-model voor verzoekers om internationale bescherming. status: Published online

Social mentoring for adult newcomers is a new and emerging type of mentoring that has particularly gained in popularity in the wake of the European ‘refugee crisis.’ They are known by a multitude of names including ‘buddy programs’, ‘parrainage’, ‘mentoring’, ‘patenschaften.’… A meta-analysis of mentoring programs showed that mentoring programs are generally effective but the effects are limited in size (Eby et al., 2007; Dekker et al., 2013). In some instances, negative effects may even occur (see e.g. Rhodes, 2002). In this respect it is argued that the design of the program or how one develops mentoring in practice will, to a large extent, determine its effects (Escudero, 2018). However as a new and barely studied field, evidence about effective practices of social mentoring for newcomers is lacking or anecdotal. These guidelines were developed to gain a better understanding of effective practices in social mentoring for newcomers in order to ensure that newcomers can benefit from effective mentoring. The guidelines start from the state of the art related to the different steps in the mentoring process (recruiting, selection, matching, mentoring relationship, closure, training & follow up) and add experiences and concrete examples from 10 good practices in Belgium. nrpages: 76 status: Published online

nrpages: 43 status: Published online

An instrument that is increasingly being used to integrate people of foreign origin into the labor market is "mentoring-to-work" in which a newcomer (mentee) and a volunteer with knowledge of the local labor market (mentor) are paired ("matched") so that the latter can help the mentee on the road to employment. It is a relatively new concept that is gaining popularity in Europe and Canada. An evaluation of start-up projects showed that mentoring practices were not always optimal. (Vandermeerschen & De Cuyper: 2018). In order to ensure that mentors and mentees can benefit from quality mentoring, regardless of the specific approach of the project, we developed minimum quality criteria for mentoring-to-work projects. Based on a comparison of 7 existing quality labels in the broader field of mentoring, a set of criteria was selected applicable to mentoring-to-work. These criteria were tested through a series of workshops with mentoring organizations in order to determine (1) their applicability to the field of 'mentoring-to-work' (2) which criteria were missing (3) whether consensus could be reached on minimum criteria. The strength of this contribution lies in the fact that it is grounded in the reality of 'mentoring to work', but also builds on both scientific and practice-related expertise in other fields of mentoring. In this respect, the result of this paper is not only a set of minimum quality criteria applicable to the field of mentoring-to-work, but also a systematic overview of existing quality criteria and a starting point and method to develop criteria within other (national) contexts and domains of mentoring. nrpages: 97 status: Published online

status: Published online

Een instrument dat steeds meer opgang maakt om personen van buitenlandse herkomst op de arbeidsmarkt te integreren is ‘mentoring-naar-werk’ waarbij een nieuwkomer (mentee) en een vrijwilliger met kennis van de lokale arbeidsmarkt (mentor) aan elkaar worden gekoppeld (‘gematcht’), zodat deze laatste de mentee op weg kan helpen naar tewerkstelling. Het is een relatief nieuw concept dat vooral in Europa en Canada ingang vindt en steeds meer door overheden wordt gefinancierd. Uit een evaluatie van startende projecten bleek dat het voorzien van een kwalitatief aanbod niet altijd evident was (Vandermeerschen & De Cuyper: 2018). Het doel van deze bijdrage is dan ook om (minimale) kwaliteitscriteria te ontwikkelen voor mentoring-naar-werk programma’s voor migranten. Op basis van een vergelijking van 7 bestaande kwaliteitslabels in het bredere veld van mentoring werd een set van criteria geselecteerd toepasbaar op mentoring-naar-werk. Deze criteria werden afgetoetst via een reeks workshops bij mentoringorganisaties met als doel na te gaan (1) of ze toepasbaar zijn in het veld van ‘mentoring-naar-werk’ (2) welke criteria ontbraken (3) of er een consensus kon bereikt worden over minimale criteria. De sterkte van deze bijdrage ligt in het feit dat ze gegrond is in de realiteit van ‘mentoring naar werk’, maar ook verderbouwt op zowel wetenschappelijke als praktijk gerelateerde expertise in andere domeinen van mentoring. In dit opzicht is het resultaat van deze paper niet alléén een set van minimale kwaliteitscriteria toepasbaar op het veld van mentoring-naar-werk, maar ook een systematisch overzicht van bestaande kwaliteitscriteria en een startpunt en methode om criteria binnen andere (nationale) contexten en domeinen van mentoring te ontwikkelen. status: Published online

ispartof: Naar een meer diverse werkvloer. Ervaringen van werkgevers die anderstalige nieuwkomers hebben aangeworven status: Published online

Actief en gedeeld burgerschap. De monitoring van zes lokale AMIF-projecten die inzetten op burgerschap van en voor personen van buitenlandse herkomst’ ispartof: pages:1-124 status: Published online

nrpages: 40 status: Published online

nrpages: 117 status: published

ispartof: pages:1-60 status: published

status: Published online

In opdracht van het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft het HIVA–KU Leuven een onderzoek uitgevoerd naar de leef- en woonomstandigheden van rondtrekkende woonwagenbewoners en naar bestaande initiatieven ter ondersteuning.Het onderzoek had tot doel om in te spelen op de lacune in de kennis over rondtrekkende woonwagenbewoners en het formuleren van beleidsaanbevelingen via drie centrale vragen: 1) Hoe ziet de leefsituatie en maatschappelijke participatie van rondtrekkende woonwagenbewoners eruit? 2) Hoe ziet de bestaande ondersteuning, begeleiding en hulpverlening voor rondtrekkende woonwagenbewoners eruit? 3) Welke aanbevelingen kunnen gedaan worden op basis van de bevindingen uit de eerste twee clusters van onderzoeksvragen? Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden werd er gebruik gemaakt van meerdere data-verzamelingsmethoden: een uitgebreide literatuurstudie, het interviewen van sleutelfiguren, deelnemen aan vergaderingen en bijeenkomsten met woonwagenbewoners als thema, het organiseren van een search conference met zowel beleidsmedewerkers als praktijkwerkers en tot slot het bevragen van rondtrekkende woonwagenbewoners zelf over hun woonsituatie, ervaringen en wensen wat betreft het rondtrekken, onderwijs en hun leefsituatie. In totaal werden 48 Belgische woonwagenbewoners en 31 buitenlandse doortrekkers geïnterviewd, waarvan het merendeel op de Vlaamse doortrekkersterreinen. ispartof: Rondtrekkende woonwagenbewoners - Een overzicht van de leefomstandigheden van rondtrekkende woonwagenbewoners en bestaande initiatieven ter ondersteuning status: Published online

Faced with a large inflow of immigrants, and the many challenges that come with it, effective integration policies are of fundamental importance, both for the immigrants as well as for the receiving society. Across Europe, policy goals are set forward in terms of integration, and a multitude of policy initiatives are taken. However, it often remains unclear to what extent policies actually work. Moreover, the evaluation of the effectiveness of integration policy is complicated by the absence of a clear demarcation of policy goals (e.g. what is ‘social cohesion’, when can social services be considered ‘accessible’ for migrants?). In addition, there is a lack of clarity on how initiatives can reasonably be expected to contribute to the policy goals that have been set forward. Put differently, the connection between concrete policy measures and expected outcomes is rarely articulated in detail. Therefore, a comprehensive study was set up that allowed to develop an evaluation framework for integration policies in Flanders. In a first step the current policy goals (social cohesion, accessibility, participation and active & shared citizenship) were analysed and ‘confronted’ with academic conceptualizations. The synthesis was reviewed in a second step by a multitude of stakeholders and in a third step linked to concrete policy measures by using a large series of interactive workshops. The outcome of is a solid evaluation framework which is supported by different partners in the field of integration policies. It consists of 5 reports. The first 4 reports address the different policy goals and suggest indicators to monitor the progress concerning these policy goals. This report addresses the policy goal ‘active and shared citizenship’. nrpages: 84 status: published

Faced with a large inflow of immigrants, and the many challenges that come with it, effective integration policies are of fundamental importance, both for the immigrants as well as for the receiving society. Across Europe, policy goals are set forward in terms of integration, and a multitude of policy initiatives are taken. However, it often remains unclear to what extent policies actually work. Moreover, the evaluation of the effectiveness of integration policy is complicated by the absence of a clear demarcation of policy goals (e.g. what is ‘social cohesion’, when can social services be considered ‘accessible’ for migrants?). In addition, there is a lack of clarity on how initiatives can reasonably be expected to contribute to the policy goals that have been set forward. Put differently, the connection between concrete policy measures and expected outcomes is rarely articulated in detail. Therefore, a comprehensive study was set up that allowed to develop an evaluation framework for integration policies in Flanders. In a first step the current policy goals (social cohesion, accessibility, participation and active & shared citizenship) were analysed and ‘confronted’ with academic conceptualizations. The synthesis was reviewed in a second step by a multitude of stakeholders and in a third step linked to concrete policy measures by using a large series of interactive workshops. The outcome of is a solid evaluation framework which is supported by different partners in the field of integration policies. It consists of 5 reports. The first 4 reports address the different policy goals and suggest indicators to monitor the progress concerning these policy goals. This report addresses the policy goal ‘'equal participation’. nrpages: 106 status: published

Faced with a large inflow of immigrants, and the many challenges that come with it, effective integration policies are of fundamental importance, both for the immigrants as well as for the receiving society. Across Europe, policy goals are set forward in terms of integration, and a multitude of policy initiatives are taken. However, it often remains unclear to what extent policies actually work. Moreover, the evaluation of the effectiveness of integration policy is complicated by the absence of a clear demarcation of policy goals (e.g. what is ‘social cohesion’, when can social services be considered ‘accessible’ for migrants?). In addition, there is a lack of clarity on how initiatives can reasonably be expected to contribute to the policy goals that have been set forward. Put differently, the connection between concrete policy measures and expected outcomes is rarely articulated in detail. Therefore, a comprehensive study was set up that allowed to develop an evaluation framework for integration policies in Flanders. In a first step the current policy goals (social cohesion, accessibility, participation and active & shared citizenship) were analysed and ‘confronted’ with academic conceptualizations. The synthesis was reviewed in a second step by a multitude of stakeholders and in a third step linked to concrete policy measures by using a large series of interactive workshops. The outcome of is a solid evaluation framework which is supported by different partners in the field of integration policies. It consists of 5 reports. The first 4 reports address the different policy goals and suggest indicators to monitor the progress concerning these policy goals. This report describes the different policy instruments and links them with the goals. status: published

Faced with a large inflow of immigrants, and the many challenges that come with it, effective integration policies are of fundamental importance, both for the immigrants as well as for the receiving society. Across Europe, policy goals are set forward in terms of integration, and a multitude of policy initiatives are taken. However, it often remains unclear to what extent policies actually work. Moreover, the evaluation of the effectiveness of integration policy is complicated by the absence of a clear demarcation of policy goals (e.g. what is ‘social cohesion’, when can social services be considered ‘accessible’ for migrants?). In addition, there is a lack of clarity on how initiatives can reasonably be expected to contribute to the policy goals that have been set forward. Put differently, the connection between concrete policy measures and expected outcomes is rarely articulated in detail. Therefore, a comprehensive study was set up that allowed to develop an evaluation framework for integration policies in Flanders. In a first step the current policy goals (social cohesion, accessibility, participation and active & shared citizenship) were analysed and ‘confronted’ with academic conceptualizations. The synthesis was reviewed in a second step by a multitude of stakeholders and in a third step linked to concrete policy measures by using a large series of interactive workshops. The outcome of is a solid evaluation framework which is supported by different partners in the field of integration policies. It consists of 5 reports. The first 4 reports address the different policy goals and suggest indicators to monitor the progress concerning these policy goals. This report addresses the policy goal ‘social cohesion’. nrpages: 80 status: published

Faced with a large inflow of immigrants, and the many challenges that come with it, effective integration policies are of fundamental importance, both for the immigrants as well as for the receiving society. Across Europe, policy goals are set forward in terms of integration, and a multitude of policy initiatives are taken. However, it often remains unclear to what extent policies actually work. Moreover, the evaluation of the effectiveness of integration policy is complicated by the absence of a clear demarcation of policy goals (e.g. what is ‘social cohesion’, when can social services be considered ‘accessible’ for migrants?). In addition, there is a lack of clarity on how initiatives can reasonably be expected to contribute to the policy goals that have been set forward. Put differently, the connection between concrete policy measures and expected outcomes is rarely articulated in detail. Therefore, a comprehensive study was set up that allowed to develop an evaluation framework for integration policies in Flanders. In a first step the current policy goals (social cohesion, accessibility, participation and active & shared citizenship) were analysed and ‘confronted’ with academic conceptualizations. The synthesis was reviewed in a second step by a multitude of stakeholders and in a third step linked to concrete policy measures by using a large series of interactive workshops. The outcome of is a solid evaluation framework which is supported by different partners in the field of integration policies. It consists of 5 reports. The first 4 reports address the different policy goals and suggest indicators to monitor the progress concerning these policy goals. This report addresses the policy goal ‘accessibility’. nrpages: 81 status: published

De tewerkstellingskloof tussen personen van buitenlandse herkomst enerzijds en de ‘autochtone’ bevolking anderzijds is bijzonder hoog in België. Dit gaat ook op voor hooggeschoolde migranten. Een oorzaak hiervan ligt in de moeizame transfer van hun menselijk kapitaal naar het land van bestemming. Een oplossing die vaak naar voor wordt geschoven in deze context is de erkenning van buitenlandse diploma’s. Er is echter weinig zicht op welke waarde de erkenning van deze diploma’s heeft op de arbeidsmarkt, zowel voor werkgevers als voor de aanvragers: Kijken werkgevers naar de erkenning van diploma’s in hun aanwervingsbeslissingen? Hoe waarderen ze diploma-erkenning? Hebben de aanvragers van diploma-erkenning de indruk dat het hun loopbaan vooruit helpt? In opdracht van NARIC-Vlaanderen gingen we dit na door middel van een kwalitatieve bevraging van hr-professionals en een websurvey bij aanvragers van diplomaerkenning. ispartof: Over.Werk - Tijdschrift van het Steunpunt Werk issue:2 pages:91-97 status: published

nrpages: 93 status: Published online

More than 10 years after the introduction of immigrant integration policies in Western Europe, policy debates have shifted from conceptual issues (What is integration? When is an immigrant integrated into a society?) to the effectiveness of integration policies (Do integration policies help immigrants to find jobs, learn a language or access services?). There is, in other words, a manifest need of an evidence basis, but no scientific studies on the topic have been published so far. Is there an evidence basis for immigrant integration policies? Which standards ought such an evidence basis to fulfil? This article addresses the two questions from an exploratory perspective. It provides an overview of the available information on the effectiveness of immigrant integration policies across the European Union and the Organisation for Economic Co-operation and Development. By doing so, it contributes to the incorporation of the perspective of evidence-based policy literature from the field of public administration into immigrant integration studies. ispartof: Nordic Journal of Migration Research vol:8 issue:1 pages:15-24 status: published

Hooggeschoolde anderstalige nieuwkomer doen het slecht op de Vlaamse arbeidsmarkt: slechts 45% van deze doelgroep blijkt een job te hebben 5 jaar na aankomst in België en die is vaak onder hun niveau. Om deze ‘brain waste’ tegen te gaan, werden binnen het AMIF project @level2work diverse acties ontwikkeld om hoogopgeleide nieuwkomers uit derde landen meer kansen te geven op een job die gelijkloopt met hun opleidingsniveau. In totaal werden binnen 8 proeftuinen een 50-tal acties ontwikkeld en dit via een samenwerkingsverband tussen diverse partners waaronder VDAB, Actiris, de agentschappen I&I, …. HIVA stond binnen dit project in voor het lerend netwerk en de procesevaluatie. In dit rapport beschrijven we de voornaamste acties, vatten we de belangrijkste lessen samen en worden zowel aanbevelingen op beleidsniveau als handvatten voor de verdere implementatie beschreven. nrpages: 156 status: Published online

nrpages: 77 status: published

status: Published online

ispartof: Over.werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE vol:28 issue:2 pages:64-70 status: published

België heeft de grootste werkzaamheidskloof in Europa voor personen van buitenlandse herkomst. Het traditionele arbeidsmarktinstrumentarium werkt niet altijd even goed om deze groep op de arbeidsmarkt te integreren. In dit opzicht is er nood aan nieuwe methodieken en instrumenten. Een instrument dat in dit kader opgang maakt is ‘mentoring naar werk’ waarbij een nieuwkomer (mentee) en een vrijwilliger met kennis van de lokale arbeids¬markt (mentor) aan elkaar worden gekoppeld (‘gematcht’), zodat deze laatste de mentee op weg kan helpen naar tewerkstelling. In België is er een beweging op gang waarbij heel wat actoren zich achter het idee van mentoring scharen en er steeds meer projecten ontstaan. Het doel van deze bijdrage is om meer conceptuele duidelijkheid te scheppen met betrekking tot ‘mentoring naar werk voor personen van buitenlandse herkomst’. De vele opgestarte projecten hebben immers vaak een andere inhoud, waardoor het niet altijd meer duidelijk is waar het nu eigenlijk om gaat. Aan de hand van de wetenschappelijke literatuur kwamen de auteurs daarom tot een conceptuele afbakening van het begrip. Deze werd voorgelegd aan experten uit de praktijk. De sterkte van deze bijdrage schuilt er in dit opzicht in dat ze gegrond is in de realiteit en zowel op kennis uit de wetenschappelijke literatuur als op praktijkervaring is gebaseerd. Het resultaat is een heldere weergave van wat de kern is van mentoring naar werk als beleidsinstrument. status: published

Taalopleiding maakt in Vlaanderen een essentieel deel uit van het inburgeringsprogramma voor nieuwkomers. Taalverwerving wordt als een belangrijke component beschouwd door beleidsmakers voor de integratie van nieuwkomers, inclusief hun integratie op de arbeidsmarkt. Tot op heden is er echter weinig onderzoek gevoerd naar de link tussen participatie aan taalcursussen en arbeidsmarktintegratie. Met dit onderzoek willen we tegemoet komen aan deze lacune. We onderzoeken of de participatie aan cursussen met een hoger taalniveau gepaard gaat met een hogere kans op tewerkstelling en een hoger inkomen. We beschouwen taalniveau 1.1 daarbij als startpunt en analyseren wat het rendement is voor nieuwkomers van het investeren in bijkomende taalopleidingen (taalniveau 1.2 en hoger). Hiervoor doen we beroep op administratieve gegevens (van VDAB, de Kruispuntbank Inburgering, en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) van ruim 8500 inburgeraars gestart met 1.1 tussen 2007 en 2009. nrpages: 78 status: published

status: published

In opdracht van het Agentschap Binnenlands Bestuur werd het onderzoek ‘BELEIDSPARTICIPATIE VAN PERSONEN VAN BUITENLANDSE HERKOMST IN VLAANDEREN’ uitgevoerd. In deze onderzoeksopdracht moest worden nagegaan hoe de participatie van personen van buitenlandse herkomst aan het Vlaamse beleid gemaximaliseerd kan worden. De bestaande situatie moest hierbij worden getoetst aan een aantal goede praktijken om zo te komen tot een concreet voorstel. De centrale onderzoeksvraag was wat binnen de Vlaamse context de beste manier is om beleidsparticipatie van personen van buitenlandse herkomst te organiseren en aan welke randvoorwaarden hierbij moet worden voldaan. De onderzoeksopdracht werd gegund aan het HIVA, het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven. Het onderzoek werd gerealiseerd in samenwerking met het Instituut voor Overheid, het Kenniscentrum Kinderrechten (KEKI) en de Wakkere Burger. nrpages: 234 status: published

After more than a decade of implementing the Family Reunification Directive 2003/86/EC and in times when regional migration policies in the EU are being questioned, this fact sheet aims to provide insight in the commonality of the ‘common’ European framework for family reunification for Third Country Nationals. By studying the variety in national application of the Directive’s optional provisions, it looks into the extent to which national Member States form part of and co-shape regional EU migration policy. Family reunification policy is a critical case to study the multi-levelness of migration policies and the interactions between the different (regional and national) governance levels, policy processes which are most relevant to gain insight into contemporary EU migration policy-making. nrpages: 15 status: published

Vlaanderen ontvang jaarlijks tussen de 30000 en 40000 nieuwkomers. Vanuit de human capital theorie wordt gesteld dat verschillen in werkzaamheidsgraad, maar ook lonen tussen nieuwkomers en de autochtone populatie uitvlakken naarmate de tijd verstrijkt en nieuwkomers ondermeer de taal eigen zijn en professionele expertise hebben verworven (Chiswick, 2005). Vraag is of dit ook in Vlaanderen het geval is en in welke mate inburgeringstrajecten hiertoe bijdragen. Deze vragen werden beantwoord via onderzoek binnen het steunpunt inburgering en integratie waarbij een cohorte nieuwkomers gedurende 5 tot 7 jaar werd opgevolgd ispartof: Over.werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE vol:2 pages:99-105 status: published

This working paper is structured as follows. The first section reviews the main historical roots that have led to the emergence of a diversity of models related to social enterprise and the social economy in Belgium. Next, the second section sketches the main features of these models in terms of legal forms, types of social missions addressed, governance dynamics and resources. In the third section, these models are then illustrated in different fields of activity, both established and emerging. Finally, the fourth section proposes a transversal analysis of the main trends and challenges that the different models face in terms of development and coexistence.

nrpages: 88 status: published

status: published

Op zoek naar een inburgeringstraject dat klikt - Onderzoek naar digitale geletterdheid bij laaggeletterde anderstalige nieuwkomers' werd in Vlaanderen uitgevoerd. De resultaten werden gepubliceerd in 2016. Via een beknopte literatuurstudie wordt erin nagegaan of er specifiek onderzoek werd gedaan naar de digitale kloof bij de groep nieuwkomers en in het bijzonder bij de groep laaggeletterde inburgeraars. Verder richtte dit onderzoek zich op de kwetsbare groep van de laaggeletterde inburgeraars: wat is hun gebruik van digitale media, welke behoeften hebben ze en hoe kan hierop worden ingespeeld tijdens het inburgeringstraject. Tot slot formuleerden de onderzoekers hun conclusies en enkele aanbevelingen waarbij niet enkel laaggeletterde inburgeraars, maar ook de ruimere groep en in sommige gevallen ook de groep laaggeletterde autochtonen baat kunnen hebben. Dit onderzoek kwam tot stand in opdracht van het Steunpunt Inburgering en Integratie. Het HIVA werkte de literatuurstudie en het ondezoeksmodel uit. Het Centrum voor Taal en Onderwijs voerde het onderzoeksluik uit. Dit alles gebeurde in nauwe samenwerking met de medewerker e-inclusie van de stad Antwerpen. nrpages: 77 status: published

nrpages: 24 status: published

Dit onderzoek gaat in op regelgeving voor immigratie van niet-EU-burgers of zogenaamde ‘derdelanders’ in België en andere EU-lidstaten. De toekenning van verblijfsrecht onder een bepaald verblijfsstatuut is onderhevig aan de toelatingscriteria die de gastlidstaat hanteert. Door het in kaart brengen van deze toelatingscriteria - specifiek voor verblijfsstatuten met betrekking tot gezinshereniging, tewerkstelling, zelfstandige beroepsactiviteiten en studies - beoogt dit rapport inzicht te bieden in de manier waarop EU-lidstaten de instroom van derdelanders trachten te beheren, door barrières of opportuniteiten te creëren. Deze studie presenteert een vergelijking van toelatingsbeleid in België met een aantal andere EU-lidstaten, en biedt eveneens een overzicht van relevante Europese regelgeving voor toelating van derdelanders. Gemeenschappelijke regels op een Europees niveau garanderen immers bepaalde toelatingsrechten van derdelanders en beperken de bewegingsruimte van nationale overheden om de instroom in hun lidstaat te beheren. nrpages: 217 status: published

status: published

nrpages: 84 status: published