Search

De provincie Utrecht heeft een natuurdoelanalyse (NDA) opgesteld voor het Natura 2000-gebied Botshol, een verregaand afgegraven veengebied met ondiep water, meer of minder verlande petgaten, legakkers, rietlanden, galigaanmoerassen en moerasbos. In Botshol heeft verslechtering van natuurkwaliteit plaatsgevonden en vindt verdere verslechtering plaats. Het terreinbeheer kan nauwelijks beter, maar de maatregelen voor instandhouding en voor natuurherstel zijn onvoldoende. Om verdere verslechtering tegen te gaan moeten er op korte termijn maatregelen buiten het Natura 2000-gebied worden getroffen. Vooral de waterhuishouding moet flink worden verbeterd, Daarnaast spelen te hoge stikstofdeposities, te lage grondwaterstanden, een te klein areaal van verschillende habitats, weinig peildynamiek en diversiteit, gebrek aan biotische kwaliteit en de aanwezigheid van exoten een rol bij de slechte staat van de verschillende habitattypes en habitatrichtlijnsoorten.

In dit advies: 1. De oppervlakte en kwaliteit van de natuur in de Weerribben is achteruitgegaan voor zeker zes stikstofgevoelige habitats. Verdere verslechtering is voor vijf habitattypen niet uit te sluiten en de natuurdoelen zijn voor vijf daarvan niet in zicht. 2. Voor herstel van de natuur, ook op de lange termijn, is het belangrijk dat het inzicht in het gebied wordt vergroot, met name op het gebied van water en bodem. 3. De NDA brengt niet alle problemen van het gebied in beeld, en kijkt bij sommige problemen niet naar de onderliggende oorzaken daarvan. Daardoor wordt ook niet duidelijk welke maatregelen deze oorzaken kunnen wegnemen. 4. De NDA geeft aan dat zowel bronmaatregelen als maatregelen in het gebied nodig zijn voor natuurherstel. De Ecologische Autoriteit ondersteunt de eindconclusie en stelt dat uitvoering van deze maatregelen urgent is. Voor duurzaam systeemherstel zijn daarnaast ook maatregelen buiten het gebied nodig.

In dit advies: 1. De oppervlakte en kwaliteit van de natuur in De Wieden is achteruitgegaan voor zeker zes stikstofgevoelige habitats. Voor vijf habitattypen is verdere verslechtering niet uit te sluiten en zijn de natuurdoelen binnen bereik. 2. Voor herstel van de natuur, ook op de lange termijn, is het belangrijk dat het inzicht in het gebied wordt vergroot, met name op het gebied van water en bodem. 3. De NDA brengt niet alle problemen van het gebied in beeld, en kijkt bij sommige problemen niet naar de onderliggende oorzaken daarvan. Daardoor wordt ook niet duidelijk welke maatregelen deze oorzaken kunnen wegnemen. 4. De NDA geeft aan dat zowel bronmaatregelen als maatregelen in het gebied nodig zijn voor natuurherstel. De Ecologische Autoriteit ondersteunt de eindconclusie en stelt dat uitvoering van deze maatregelen urgent is. Voor duurzaam systeemherstel zijn daarnaast ook maatregelen buiten het gebied nodig.

In dit advies: 1. De kwaliteit van de natuur in de Olde Maten & Veerslootslanden is achteruitgegaan. Verdere verslechtering is voor bijna alle soorten en vegetaties niet uit te sluiten en de natuurdoelen zijn niet in zicht. 2. Overbelasting met stikstof en een watersysteem1 dat niet voldoende op de natuur is afgestemd zijn de grootste knelpunten voor het gebied. 3. Het inzicht in het landschapsecologisch functioneren van het gebied moet worden verbeterd. De NDA brengt onvoldoende in beeld wat de knelpunten van het gebied veroorzaakt. Daardoor wordt ook niet duidelijk welke maatregelen deze oorzaken kunnen wegnemen. 4. In de NDA staat dat uitvoering van aanvullende bron- en herstelmaatregelen voor de meeste habitattypen nodig is. De Ecologische Autoriteit ondersteunt de eindconclusie en stelt dat uitvoering van deze maatregelen urgent is. Voor duurzaam systeemherstel zijn ook maatregelen rond het Natura 2000-gebied nodig.

In dit advies: 1. De kwaliteit van de natuur in het Naardermeer is achteruitgegaan. Verdere verslechtering is voor bijna alle soorten en vegetaties niet uit te sluiten en de natuurdoelen zijn niet in zicht. 2. Een onvoldoende op de natuur afgestemd watersysteem en overbelasting met stikstof zijn twee cruciale knelpunten. Beide knelpunten versterken elkaar en zo de negatieve effecten op de natuur. 3. In de NDA staat dat uitvoering van bron- en herstelmaatregelen voor de meeste doelsoorten en habitattypen nodig is. De Ecologische Autoriteit ziet dat uitvoering van deze maatregelen urgent is. Voor duurzaam systeemherstel zijn ook maatregelen buiten het gebied nodig. 4. De NDA brengt niet alle knelpunten en doelen van het gebied in beeld, en kijkt bij sommige problemen niet naar de oorzaken daarvan. Daardoor wordt ook niet duidelijk welke maatregelen deze knelpunten structureel kunnen oplossen. Het inzicht in het landschapsecologisch functioneren van het gebied heeft verbetering nodig. Dan kunnen systeem- en herstelmaatregelen ook beter in beeld komen.

De provincie Utrecht heeft een natuurdoelanalyse (NDA) opgesteld voor het Natura 2000-gebied Zouweboezem. Een NDA moet duidelijk maken of de huidige en geplande maatregelen voldoende zijn om de instandhoudingsdoelen van dit gebied te realiseren, of dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Ook moet blijken of aan het verslechteringsverbod wordt voldaan. De provincie heeft de Ecologische Autoriteit gevraagd te toetsen of de NDA als basis kan dienen voor de maatregelen in het gebiedsprogramma. Dit advies bevat de resultaten van deze toetsing.

De provincies Utrecht en Zuid-Holland hebben een natuurdoelanalyse (NDA) opgesteld voor het Natura 2000- gebied Uiterwaarden Lek. Een NDA moet duidelijk maken of de huidige en geplande maatregelen voldoende zijn om de instandhoudingsdoelen van dit gebied te realiseren, of dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Ook moet blijken of aan het verslechteringsverbod wordt voldaan. De provincie heeft de Ecologische Autoriteit gevraagd te toetsen of de NDA als basis kan dienen voor de maatregelen in het gebiedsprogramma. Dit advies bevat de resultaten van deze toetsing.

De provincie Noord-Brabant heeft een natuurdoelanalyse (NDA) opgesteld voor het Natura 2000-gebied Oeffelter Meent. Een NDA moet duidelijk maken of de huidige en geplande maatregelen voldoende zijn om de instandhoudingsdoelen van dit gebied te realiseren, of dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Ook moet blijken of aan het verslechteringsverbod wordt voldaan. De provincie heeft de Ecologische Autoriteit gevraagd te toetsen of de NDA als basis kan dienen voor de maatregelen in het gebiedsprogramma. Dit advies bevat de resultaten van deze toetsing.

De provincies Limburg heeft een natuurdoelanalyse opgesteld voor het Natura 2000-gebied Zeldersche Driessen. Deze analyse moet duidelijk maken of de huidige en geplande maatregelen voldoende zijn om de instandhoudingsdoelen van dit gebied te kunnen realiseren. De provincie heeft de Ecologische Autoriteit gevraagd te toetsen of de natuurdoelanalyse voldoet aan de actuele wetenschappelijke inzichten. Dit advies bevat de resultaten van deze toetsing.

1. Insufficient reproduction as a consequence of predation on eggs and chicks is a major determinant of population decline in ground-nesting birds, including waders. For many populations, there is an urgent need to maintain breeding populations at key sites, and conservation practitioners need to find viable management solutions to reduce predation. 2. One tool available to the practitioner is fences that exclude key predators from areas containing breeding birds. Temporary electric fencing is an increasingly popular predator exclusion intervention, but such fences have costs associated with purchase and the time needed to erect and maintain them. Their effectiveness and optimal application are also frequently questioned. 3. We evaluate the use of temporary ditch-side four-strand electric fences in lowland grasslands in two countries, The Netherlands and England, in areas containing high densities of breeding waders. 4. In both countries and in all years, godwit and lapwing nest survival was significantly higher within areas enclosed by ditch-side electric fences. Brood survival, assessed for godwits in The Netherlands, was also higher within fenced areas in all years. This demonstrates that using temporary electric fences to enclose ground-nesting birds can be an effective tool for improving breeding productivity. 5. In our study, closely managed electric fences were effective at excluding red foxes Vulpes vulpes, but not avian and other mammalian predators. The positive effect that electric fencing had on nest and brood survival therefore likely results from a reduction in the total number of visits by mammalian predators, and especially visits by foxes. 6. Although it requires a substantial time investment throughout the period of use, our temporary electric fence design provides flexibility compared to other fence designs when it comes to enclosing different areas within a season and between years, as the targets f

Op 16 september 2020 bespraken dertig beleidmakers, onderzoekers en beheerders op initiatief van BoerenNatuur in samenwerking met de WUR, Hogeschool van Hall Larenstein, Sovon, LandschappenNL en Vogelbescherming Nederland, de vraag hoe we het weidevogelbeheer in Nederland naar een hoger plan kunnen tillen. Want het gaat nog steeds niet goed met de weidevogels en steeds vaker rijst de vraag of we, ondanks alle goede wil en inzet, de weidevogels nog wel kunnen redden in Nederland. De experts brachten in beeld waar de kansen liggen in beleid, onderzoek en praktijk. Zij vinden unaniem dat intensief graslandgebruik niet verenigbaar is met een goede bescherming van weidevogels.

Presentaties van de terugkomdag over verdienmodellen in de Natuurinclusieve Landbouw.