656 results on '"desinfectie"'
Search Results
2. Initial inventory of alternatives to biocidal products containing formaldehyde of formaldehyde releasers
- Author
-
Wezenbeek JM, Janssen MPM, Scheepmaker JWA, MSP, and M&V
- Subjects
carcinogeen ,desinfectie ,preservation ,biociden ,biocides ,ontsmetting ,RIVM report 2015-0186 ,kankerverwekkend ,formaldehyde ,alternatives ,disinfection ,alternatieven ,carcinogenic ,conservering - Abstract
Formaldehyde is de werkzame stof in veel desinfecteer- en conserveringsmiddelen, maar deze stof is kankerverwekkend. Daarom zal formaldehyde naar verwachting per 1 januari 2016 op Europees niveau als zodanig worden geclassificeerd (carcinogeen 1B). Dit kan betekenen dat formaldehyde-houdende middelen die momenteel op de markt zijn, niet meer worden toegelaten. Uit een eerste inventarisatie van het RIVM blijkt dat er voor de meerderheid van de toepassingen als desinfecteer- en conserveringsmiddel (biociden) voldoende chemische alternatieven beschikbaar zijn. Wel moet nog specifiek per sector en toepassing worden nagegaan of deze alternatieven daadwerkelijk geschikt zijn. Voorbeelden van toepassingen waar alternatieven voor zijn, zijn stal- en dierruimte ontsmetting, conserveringsmiddelen in wasmiddelen, verven en koelsystemen en slijmbestrijding in de papierindustrie. Voor sommige toepassingen zijn nauwelijks alternatieven gevonden. Dit betreft bijvoorbeeld de ontsmetting van champignonteeltcellen, schoeisel en de hoeven van vee. Hetzelfde geldt voor een aantal conserveringsmiddelen, bijvoorbeeld voor smeermiddelen en metaalbewerkingsvloeistoffen. Voor de desinfectie van afvalbakken voor maandverband (dameshygiëneboxen) blijkt geen enkel geregistreerd chemisch alternatief voor formaldehyde op de markt aanwezig. Dit geldt ook voor het (tijdelijk) conserveren van lichamen, dieren en weefsels. Hoewel dat niet is toegestaan, is het gebruik van formaldehyde voor deze conserveringen nog gangbaar. Vanwege de kankerverwekkende eigenschappen van formaldehyde wordt aanbevolen de blootstelling eraan te beperken of te voorkomen, dit vooruitlopend op mogelijk restrictief beleid. Als er geen alternatieven zijn, moet worden gestimuleerd dat ze worden ontwikkeld (innovatie). Het is van belang hierbij oog te hebben voor niet-chemische alternatieven, zoals verhitting en uv-straling als conserveermethode. Wanneer goede alternatieven beschikbaar zijn, moet worden aangemoedigd om daarop over te stappen, bijvoorbeeld via voorlichting. Er is een Nederlandse versie van dit rapport, inclusief bijlagen, rapportnummer 2015-0069.
- Published
- 2017
3. Eerste inventarisatie alternatieven voor biociden met formaldehyde of formaldehyde releasers
- Subjects
carcinogeen ,desinfectie ,preservation ,biociden ,causing cancer ,biocides ,carcinogen ,RIVM rapport 2015-0069 ,ontsmetting ,kankerverwekkend ,formaldehyde ,alternatives ,disinfection ,alternatieven ,conservering - Abstract
Formaldehyde is de werkzame stof in veel desinfecteer- en conserveringsmiddelen, maar deze stof is kankerverwekkend. Daarom zal formaldehyde naar verwachting per 1 januari 2016 op Europees niveau als zodanig worden geclassificeerd (carcinogeen 1B). Dit kan betekenen dat formaldehyde-houdende middelen die momenteel op de markt zijn, niet meer worden toegelaten. Uit een eerste inventarisatie van het RIVM blijkt dat er voor de meerderheid van de toepassingen als desinfecteer- en conserveringsmiddel (biociden) voldoende chemische alternatieven beschikbaar zijn. Wel moet nog specifiek per sector en toepassing worden nagegaan of deze alternatieven daadwerkelijk geschikt zijn. Voorbeelden van toepassingen waar alternatieven voor zijn, zijn stal- en dierruimte ontsmetting, conserveringsmiddelen in wasmiddelen, verven en koelsystemen en slijmbestrijding in de papierindustrie. Voor sommige toepassingen zijn nauwelijks alternatieven gevonden. Dit betreft bijvoorbeeld de ontsmetting van champignonteeltcellen, schoeisel en de hoeven van vee. Hetzelfde geldt voor een aantal conserveringsmiddelen, bijvoorbeeld voor smeermiddelen en metaalbewerkingsvloeistoffen. Voor de desinfectie van afvalbakken voor maandverband (dameshygiëneboxen) blijkt geen enkel geregistreerd chemisch alternatief voor formaldehyde op de markt aanwezig. Dit geldt ook voor het (tijdelijk) conserveren van lichamen, dieren en weefsels. Hoewel dat niet is toegestaan, is het gebruik van formaldehyde voor deze conserveringen nog gangbaar. Vanwege de kankerverwekkende eigenschappen van formaldehyde wordt aanbevolen de blootstelling eraan te beperken of te voorkomen, dit vooruitlopend op mogelijk restrictief beleid. Als er geen alternatieven zijn, moet worden gestimuleerd dat ze worden ontwikkeld (innovatie). Het is van belang hierbij oog te hebben voor niet-chemische alternatieven, zoals verhitting en uv-straling als conserveermethode. Wanneer goede alternatieven beschikbaar zijn, moet worden aangemoedigd om daarop over te stappen, bijvoorbeeld via voorlichting.
- Published
- 2017
4. Eerste inventarisatie alternatieven voor biociden met formaldehyde of formaldehyde releasers
- Author
-
Wezenbeek JJ, Janssen MPM, Scheepmaker JWA, MSP, and M&V
- Subjects
carcinogeen ,desinfectie ,preservation ,biociden ,causing cancer ,biocides ,carcinogen ,RIVM rapport 2015-0069 ,ontsmetting ,kankerverwekkend ,formaldehyde ,alternatives ,disinfection ,alternatieven ,conservering - Abstract
Formaldehyde is de werkzame stof in veel desinfecteer- en conserveringsmiddelen, maar deze stof is kankerverwekkend. Daarom zal formaldehyde naar verwachting per 1 januari 2016 op Europees niveau als zodanig worden geclassificeerd (carcinogeen 1B). Dit kan betekenen dat formaldehyde-houdende middelen die momenteel op de markt zijn, niet meer worden toegelaten. Uit een eerste inventarisatie van het RIVM blijkt dat er voor de meerderheid van de toepassingen als desinfecteer- en conserveringsmiddel (biociden) voldoende chemische alternatieven beschikbaar zijn. Wel moet nog specifiek per sector en toepassing worden nagegaan of deze alternatieven daadwerkelijk geschikt zijn. Voorbeelden van toepassingen waar alternatieven voor zijn, zijn stal- en dierruimte ontsmetting, conserveringsmiddelen in wasmiddelen, verven en koelsystemen en slijmbestrijding in de papierindustrie. Voor sommige toepassingen zijn nauwelijks alternatieven gevonden. Dit betreft bijvoorbeeld de ontsmetting van champignonteeltcellen, schoeisel en de hoeven van vee. Hetzelfde geldt voor een aantal conserveringsmiddelen, bijvoorbeeld voor smeermiddelen en metaalbewerkingsvloeistoffen. Voor de desinfectie van afvalbakken voor maandverband (dameshygiëneboxen) blijkt geen enkel geregistreerd chemisch alternatief voor formaldehyde op de markt aanwezig. Dit geldt ook voor het (tijdelijk) conserveren van lichamen, dieren en weefsels. Hoewel dat niet is toegestaan, is het gebruik van formaldehyde voor deze conserveringen nog gangbaar. Vanwege de kankerverwekkende eigenschappen van formaldehyde wordt aanbevolen de blootstelling eraan te beperken of te voorkomen, dit vooruitlopend op mogelijk restrictief beleid. Als er geen alternatieven zijn, moet worden gestimuleerd dat ze worden ontwikkeld (innovatie). Het is van belang hierbij oog te hebben voor niet-chemische alternatieven, zoals verhitting en uv-straling als conserveermethode. Wanneer goede alternatieven beschikbaar zijn, moet worden aangemoedigd om daarop over te stappen, bijvoorbeeld via voorlichting.
- Published
- 2017
5. Initial inventory of alternatives to biocidal products containing formaldehyde of formaldehyde releasers
- Subjects
carcinogeen ,desinfectie ,preservation ,biociden ,biocides ,ontsmetting ,RIVM report 2015-0186 ,kankerverwekkend ,formaldehyde ,alternatives ,disinfection ,alternatieven ,carcinogenic ,conservering - Abstract
Formaldehyde is de werkzame stof in veel desinfecteer- en conserveringsmiddelen, maar deze stof is kankerverwekkend. Daarom zal formaldehyde naar verwachting per 1 januari 2016 op Europees niveau als zodanig worden geclassificeerd (carcinogeen 1B). Dit kan betekenen dat formaldehyde-houdende middelen die momenteel op de markt zijn, niet meer worden toegelaten. Uit een eerste inventarisatie van het RIVM blijkt dat er voor de meerderheid van de toepassingen als desinfecteer- en conserveringsmiddel (biociden) voldoende chemische alternatieven beschikbaar zijn. Wel moet nog specifiek per sector en toepassing worden nagegaan of deze alternatieven daadwerkelijk geschikt zijn. Voorbeelden van toepassingen waar alternatieven voor zijn, zijn stal- en dierruimte ontsmetting, conserveringsmiddelen in wasmiddelen, verven en koelsystemen en slijmbestrijding in de papierindustrie. Voor sommige toepassingen zijn nauwelijks alternatieven gevonden. Dit betreft bijvoorbeeld de ontsmetting van champignonteeltcellen, schoeisel en de hoeven van vee. Hetzelfde geldt voor een aantal conserveringsmiddelen, bijvoorbeeld voor smeermiddelen en metaalbewerkingsvloeistoffen. Voor de desinfectie van afvalbakken voor maandverband (dameshygiëneboxen) blijkt geen enkel geregistreerd chemisch alternatief voor formaldehyde op de markt aanwezig. Dit geldt ook voor het (tijdelijk) conserveren van lichamen, dieren en weefsels. Hoewel dat niet is toegestaan, is het gebruik van formaldehyde voor deze conserveringen nog gangbaar. Vanwege de kankerverwekkende eigenschappen van formaldehyde wordt aanbevolen de blootstelling eraan te beperken of te voorkomen, dit vooruitlopend op mogelijk restrictief beleid. Als er geen alternatieven zijn, moet worden gestimuleerd dat ze worden ontwikkeld (innovatie). Het is van belang hierbij oog te hebben voor niet-chemische alternatieven, zoals verhitting en uv-straling als conserveermethode. Wanneer goede alternatieven beschikbaar zijn, moet worden aangemoedigd om daarop over te stappen, bijvoorbeeld via voorlichting. Er is een Nederlandse versie van dit rapport, inclusief bijlagen, rapportnummer 2015-0069.
- Published
- 2017
6. Ontwikkeling van toepassingen met plasmawater in de glastuinbouw
- Subjects
WUR GTB Gewasgezondheid ,teelt onder bescherming ,GTB Bedrijfsbureau ,plant protection ,radicalen ,desinfectie ,gewasbescherming ,fungi ,Greenhouse Horticulture ,food and beverages ,protected cultivation ,biociden ,radicals ,biocides ,OT Team Bedrijfssyst.onderz./Bodemkwaliteit ,fertilizing ability ,irrigation water ,bevruchtingsvermogen ,BBF Team Lisse ,Glastuinbouw ,irrigatiewater ,disinfection - Abstract
In collaboration with Vitalfluid, TU Eindhoven, FloraHolland, Bactimm, Alewijnse and Medical faculty of UMC Radboud Wageningen UR Greenhouse Horticulture studied horticultural application for the use of plasma activated water. This research was funded by the GO programm Oost Nederland, the European Fund for Regional Development (EFRO) and Top sector Horticulture & Propagation materials. By using a specialized plasma reactor, an indirect air dielectric barrier discharge in close proximity to water can create an acidified, nitrogen-oxide containing solution called plasma-activated water (PAW). Plasma water is tested for properties as a biocidal product, plant protection treatment and as a fertilizer in horticultural applications. Mild plasma water with a short production time (15 min) can effectively control bacteria and meet the biocidal product legislation. Strong plasma water with a longer production time (45 min) is necessary for controlling molds as Fusarium, Botrytis and powdery mildew. The tomato mosaic virus can be reduced with strong plasma up to 80%. The crop treatments showed no damage on young gerbera plants, lettuce and tomato plants. Application of plasma water through the irrigation system to promote plant growth is not promising, because nitrogen supply is in general not limited. Application as seed disinfection is possible with low concentrations of plasma water.
- Published
- 2016
7. Ontwikkeling van toepassingen met plasmawater in de glastuinbouw
- Author
-
Quaedvlieg, William, Hofland-Zijlstra, J.D., Hollinger, T.C., Noordam, Marianne, Slootweg, G., van den Broek, R.C.F.M., van der Kolk, Jan Paul, van Ruijven, J.P.M., and Stijger, I.
- Subjects
WUR GTB Gewasgezondheid ,teelt onder bescherming ,GTB Bedrijfsbureau ,plant protection ,radicalen ,desinfectie ,gewasbescherming ,fungi ,Greenhouse Horticulture ,food and beverages ,protected cultivation ,biociden ,radicals ,biocides ,OT Team Bedrijfssyst.onderz./Bodemkwaliteit ,fertilizing ability ,irrigation water ,bevruchtingsvermogen ,BBF Team Lisse ,Glastuinbouw ,irrigatiewater ,disinfection - Abstract
In collaboration with Vitalfluid, TU Eindhoven, FloraHolland, Bactimm, Alewijnse and Medical faculty of UMC Radboud Wageningen UR Greenhouse Horticulture studied horticultural application for the use of plasma activated water. This research was funded by the GO programm Oost Nederland, the European Fund for Regional Development (EFRO) and Top sector Horticulture & Propagation materials. By using a specialized plasma reactor, an indirect air dielectric barrier discharge in close proximity to water can create an acidified, nitrogen-oxide containing solution called plasma-activated water (PAW). Plasma water is tested for properties as a biocidal product, plant protection treatment and as a fertilizer in horticultural applications. Mild plasma water with a short production time (15 min) can effectively control bacteria and meet the biocidal product legislation. Strong plasma water with a longer production time (45 min) is necessary for controlling molds as Fusarium, Botrytis and powdery mildew. The tomato mosaic virus can be reduced with strong plasma up to 80%. The crop treatments showed no damage on young gerbera plants, lettuce and tomato plants. Application of plasma water through the irrigation system to promote plant growth is not promising, because nitrogen supply is in general not limited. Application as seed disinfection is possible with low concentrations of plasma water. In samenwerking met Vitalfluid, TU Eindhoven, FloraHolland, Bactimm, Alewijnse en het UMC Radboud zijn door Wageningen UR Glastuinbouw toepassingen onderzocht voor plasma geactiveerd water in de glastuinbouw. Dit onderzoek is mogelijk geworden door een bijdrage vanuit het GO programma Oost Nederland, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) vanuit de Europese Unie en Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Plasmawater is te produceren door gebruik te maken van een gespecialiseerde plasmareactor. Met kraan- of demiwater is via een plasma een vloeistof op te wekken die rijk is aan stikstof- en zuurstofradicalen. Plasmawater is getest op zijn biocide, gewasbeschermings- en bemestende eigenschappen. Mild plasmawater met een korte productietijd (15 min) kan effectief bacteriën bestrijden die voldoet aan de biocide wetgeving. Sterk plasmawater met een langere productietijd (45 min) is nodig voor het bestrijden van schimmels als Fusarium, Botrytis en meeldauw. Het tomatenmozaïekvirus was eveneens met 80% te bestrijden met sterk plasmawater. Gewasbehandelingen leverden geen schade op voor jonge planten (sla, gerbera, tomaat) of snijbloemen. Toepassing van plasmawater via het irrigatiewater ter bevordering van de plantengroei lijkt weinig perspectiefvol omdat stikstof beschikbaarheid doorgaans niet beperkend is. Toepassing als zaadontsmetting is mogelijk met lage concentraties van plasmawater. Als toelating mogelijk wordt, heeft plasmawater zeker potentie als nieuw ontsmettingsmiddel binnen glastuinbouwtoepassingen.
- Published
- 2016
8. Dermal absorption and toxicological risk assessment : pitfalls and promises
- Author
-
Harrie Buist, TU Delft, Delft University of Technology, Wageningen University, Ruud Woutersen, Ivonne Rietjens, and J.J.M. van de Sandt
- Subjects
Biocide ,Preservative ,skin ,desinfectie ,exposure assessment ,media_common.quotation_subject ,RAPID - Risk Analysis for Products in Development ,rodenticiden ,biociden ,Absorption (skin) ,Toxicology ,Cosmetics ,biocides ,chemistry.chemical_compound ,Public space ,Life ,Medicine ,Food and Nutrition ,Food science ,experimenten ,rodenticides ,disinfection ,Toxicologie ,media_common ,Exposure assessment ,Nutrition ,VLAG ,Active ingredient ,integumentary system ,business.industry ,risk assessment ,toxicologie ,in vitro ,experiments ,absorptie ,permeabiliteit ,risicoschatting ,huid ,chemistry ,conserveermiddelen ,ELSS - Earth, Life and Social Sciences ,preservatives ,permeability ,business ,blootstellingsbepaling ,Healthy Living ,absorption ,Didecyldimethylammonium chloride ,toxicology - Abstract
Absorption of toxic substances via the skin is an important phenomenon in the assessment of the risk of exposure to these substances. People are exposed to a variety of substances and products via the skin, either directly or indirectly, while at work, at home or in public space. Pesticides, organic solvents and metalworking fluids are seen to be important contributors to adverse health effects due to occupational exposure via the skin. In daily life, cosmetics, clothing and household products are the most relevant commodities with respect to exposure via the skin. Given the importance of skin exposure in the assessment of the risk of toxic substances, the objective of this thesis was to further develop, evaluate and improve methods for including skin absorption data this assessment. In this thesis, four factors influencing dermal absorption, namely dermal loading (chapters 3 and 6), irritative/corrosive potential (chapters 3 and 4), frequency of exposure (chapters 3, 4 and 5) and the vehicle used (chapter 5), were investigated in more detail. Furthermore, a model to extrapolate infinite dose absorption data to finite dose conditions, baptized Dermal Absorption Model for Extrapolation (DAME), was developed and tested. I n chapter 2 of this thesis, the relationship between relative dermal absorption and dermal loading was investigated. Hundred-and-thirty-eight dermal publicly available absorption experiments with 98 substances were evaluated. The results obtained revealed that dermal loading ranged mostly between 0.001 and 10 mg/cm2. In 87 experiments (63%), an inverse relationship was observed between relative dermal absorption and dermal loading. On average, relative absorption at high dermal loading was 33 times lower than at low dermal loading. Known skin irritating and volatile substances less frequently showed an inverse relationship between dermal loading and relative absorption. It was concluded that when using relative dermal absorption in regulatory risk assessment, its value should be determined at or extrapolated to dermal loadings relevant for the exposure conditions being evaluated. I n chapter 3 of this thesis, a literature search was presented with the aim to investigate whether neglecting the effects of repeated exposure may lead to an incorrect estimate of dermal absorption. The results demonstrated that the effect of repeated versus single exposure does not demonstrate a unique trend. Nevertheless, an increase in daily absorption was frequently observed upon repeated daily exposure. The little information available mostly concerned pharmaceuticals. However, consumers and workers may be repeatedly exposed to other types of chemicals, like disinfectants and cleaning products, which often contain biocidal active substances that may decrease the barrier function of the skin, especially after repeated exposure. These biocidal products, therefore, may present a safety risk that is not covered by the current risk assessment practice since absorption data are usually obtained by single exposure experiments. Consequently, it was decided to investigate the importance of this issue for biocide safety evaluation. As the literature search revealed that hardly any data on absorption upon repeated dermal exposure to biocides are available, it was concluded that data need to be generated by testing. To cover the entire range of biocidal products in such testing, a representative series of biocidal substances should be tested, making in vitro testing of dermal absorption the preferred choice over in vivo testing. Based on an inventory made, it appeared that the 16 product types represented among the biocidal products authorised in the Netherlands could be clustered into 6 more or less homogeneous categories based on similarity in active substances. This result could facilitate experimental testing by providing a basis for selection of a limited number of representative compounds to be evaluated. I n chapter 4 of this thesis, the importance of the effect of repeated dermal exposure on skin permeability for biocide safety evaluation was investigated, using a selection of nine representative biocides from the inventory made in chapter 3. The in vitro dermal penetration of tritiated water and [14C]propoxur was chosen as a measure of the permeability and integrity of human abdominal skin after single and repeated exposure. The results indicated that single and repeated exposure to specific biocidal products (e.g. the quaternary ammonium chlorides DDAC and ADBAC) may significantly increase skin permeability, especially when the compounds are applied at high concentrations, while a substance like formaldehyde may reduce skin permeability under specific conditions. I n chapter 5 of this thesis, the in vitro dermal absorption kinetics of the quaternary ammonium compound didecyldimethylammonium chloride (DDAC) during single and repeated exposure was studied in more detail. In addition, the influence of biocidal formulations on the absorption of DDAC was investigated, because it was expected that formulation characteristics may be another factor influencing its dermal absorption. The analysis of biocidal products on the Dutch market, reported in chapter 3, indicated that DDAC is often used in combination with other active ingredients. DDAC was most frequently combined with formaldehyde, glutaraldehyde and/or alkyldimethylbenzylammonium chloride (ADBAC). Consequently, commercial formulations containing one or more of these additional active ingredients were selected, in addition to one formulation containing only DDAC as an active ingredient. The selected commercial formulations tended to reduce skin penetration of DDAC. This was most pronounced with the formulation containing the highest concentration of formaldehyde (196 mg/mL) and glutaraldehyde (106 mg/mL), which reduced the flux of DDAC across the skin by 95%. The reduction caused by the only tested formulation containing no other active ingredients than DDAC, and thus incorporating no aldehydes, was smallest, and did not reach statistical significance. I n chapter 6 of this thesis, a simple in silico model to predict finite dose dermal absorption from infinite dose data (kp and lag time) and the stratum corneum/water partition coefficient (KSC,W) was developed. This model was tentatively called Dermal Absorption Model for Extrapolation (DAME). As dermal exposure may occur under a large variety of conditions leading to quite different rates of absorption, such a predictive model using simple experimental or physicochemical inputs provides a cost-effective means to estimate dermal absorption under different conditions. To evaluate the DAME, a series of in vitro dermal absorption experiments was performed under both infinite and finite dose conditions using a variety of different substances. The kp’s and lag times determined in the infinite dose experiments were entered into DAME to predict relative dermal absorption value under finite dose conditions. For six substances, the predicted relative dermal absorption under finite dose conditions was not statistically different from the measured value. For all other substances, measured absorption was overpredicted by DAME, but most of the overpredicted values were still lower than 100%, the European default absorption value for the tested compounds. In conclusion, our finite dose prediction model (DAME) provides a useful and cost-effective estimate of in vitro dermal absorption, to be used in risk assessment for non-volatile substances dissolved in water at non-irritating concentrations. I n chapter 7 of this thesis, the results of the research reported in chapters 2 to 6 were put into perspective, the pitfalls and promises emanating from them discussed and general conclusions drawn. The possible influence of vehicles on absorption and the possible impact of irritative or corrosive vehicles or chemicals on the skin barrier have been demonstrated in this thesis. An in silico predictive model tentatively called DAME was developed, which enables the user to evaluate a variety of dermal exposure scenarios with limited experimental data (kp and lag time) and easy to obtain physicochemical properties (MW and log KOW). The predictions of our experiments reported in chapter 6 were compared to those of the Finite Dose Skin Permeation (FDSP) model published on the internet by the US Centers for Disease Control and Prevention (CDC). DAME outperformed FDSP (R2 of the correlation predicted/measured potential absorption 0.64 and 0.12, respectively). At present, the applicability domain of DAME is limited to non-volatile substances dissolved in aqueous solvents. However, in future the model will be adapted to include volatile substances as well. Altogether, it is concluded that dermal exposure can be an important factor in risks posed by chemicals and should be taken into account in risk assessment. The methods to actually do this are still open for further improvement to better account for the various factors influencing skin penetration and to develop adequate combinations of in vitro and in silico models that can accurately predict human dermal absorption.
- Published
- 2016
9. Dermal absorption and toxicological risk assessment : pitfalls and promises
- Author
-
Woutersen, Ruud, Rietjens, Ivonne, van de Sandt, J.J.M., Buist, H., Woutersen, Ruud, Rietjens, Ivonne, van de Sandt, J.J.M., and Buist, H.
- Abstract
Absorption of toxic substances via the skin is an important phenomenon in the assessment of the risk of exposure to these substances. People are exposed to a variety of substances and products via the skin, either directly or indirectly, while at work, at home or in public space. Pesticides, organic solvents and metalworking fluids are seen to be important contributors to adverse health effects due to occupational exposure via the skin. In daily life, cosmetics, clothing and household products are the most relevant commodities with respect to exposure via the skin. Given the importance of skin exposure in the assessment of the risk of toxic substances, the objective of this thesis was to further develop, evaluate and improve methods for including skin absorption data this assessment. In this thesis, four factors influencing dermal absorption, namely dermal loading (chapters 3 and 6), irritative/corrosive potential (chapters 3 and 4), frequency of exposure (chapters 3, 4 and 5) and the vehicle used (chapter 5), were investigated in more detail. Furthermore, a model to extrapolate infinite dose absorption data to finite dose conditions, baptized Dermal Absorption Model for Extrapolation (DAME), was developed and tested. I n chapter 2 of this thesis, the relationship between relative dermal absorption and dermal loading was investigated. Hundred-and-thirty-eight dermal publicly available absorption experiments with 98 substances were evaluated. The results obtained revealed that dermal loading ranged mostly between 0.001 and 10 mg/cm2. In 87 experiments (63%), an inverse relationship was observed between relative dermal absorption and dermal loading. On average, relative absorption at high dermal loading was 33 times lower than at low dermal loading. Known skin irritating and volatile substances less frequently showed an inverse relationship between dermal loading and relative absorption. It was concluded that when using relative dermal absorption in regulatory risk as
- Published
- 2016
10. Proefprogramma kamerplanten en knolbegonia 2016
- Author
-
Vissers, M. and Vissers, M.
- Abstract
In dit artikel worden negen punten besproken aangaande het proefprogramma kamerplanten en knolbegonia 2016 in Vlaanderen.
- Published
- 2016
11. Proefprogramma Azalea en Rhododendron 2016
- Author
-
Pauwels, E. and Pauwels, E.
- Abstract
In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de onderwerpen waaraan het komende jaar binnen de Afdeling Azalea en Rhododendron gewerkt zal worden. Daarnaast wordt ook meer en meer meegewerkt aan diverse projecten en proeven in opdracht van firma's.
- Published
- 2016
12. Workshop: 'Bedreigingen aanpakken door goed hygiënebeleid'
- Author
-
Bakker, D., Empel, D. van, Bakker, D., and Empel, D. van
- Abstract
Deze workshop behandelt uitdagingen, twee stromen - biologie en ecologie versus techniek en chemie -, één balans, rol van biociden, reiniging en desinfectie. Workshop van het PlantgezondheidEvent 2016.
- Published
- 2016
13. Gerbera’s Colours of Nature bloeien op van betere waterkwaliteit : controle beregeningssysteem op aantal kritieke punten
- Author
-
Bezemer, J. and Bezemer, J.
- Abstract
De gerbera is zeer gevoelig voor de waterkwaliteit. Telersvereniging Colours of Nature besloot enkele jaren geleden om het onderwerp prioriteit te geven. De leden werken nu alle met een water- APK. De ervaringen zijn positief: dankzij een verbeterde waterkwaliteit doen de gewassen het een stuk beter.
- Published
- 2016
14. Paprikateelt in emissieloze kas haalt gelijke productie met zelfde kwaliteit : ‘bewustwording bij telers moet omhoog’
- Author
-
Rodenburg, J. and Rodenburg, J.
- Abstract
Als de proef met emissieloos telen één ding heeft duidelijk gemaakt, is het wel dat water meer vertrouwen verdient, menen Wageningen UR onderzoekers Ellen Beerling en Erik van Os. “Als we er bewust mee om gaan, neemt de noodzaak om te lozen aanzienlijk af.” De paprikateelt in het IDC Water in Bleiswijk verliep met volledige recirculatie van water en presteerde zeker niet minder dan de referentieteelt.
- Published
- 2016
15. Dossier Efficiënter omgaan met hygiëne
- Author
-
Dieleman, P., Van Bavel, J., De Meulemeester, S., Maetens, E., Van Dijck, L., Dieleman, P., Van Bavel, J., De Meulemeester, S., Maetens, E., and Van Dijck, L.
- Abstract
Dit dossier “Efficiënter omgaan met hygiëne omvat de volgende artikelen: 1) Vermijd vooral dat je knolcyperus krijgt. 2) Kratten wassen volgens strenge normen. 3) Biocidenwetgeving gewijzigd. 4) Autoriteit in reiniging en ontsmetting van stallen. 5) Ratten en muizen zijn ongewenste gasten. 6) Investeren in preventie. 7) Varkensbedrijven gezocht voor project veepeiler varken.
- Published
- 2016
16. Ontsmettingsmiddel niet altijd getest op effect in plantaardige teelten : toevoeging aan druppelwater of complete installatie
- Author
-
Rodenburg, J. and Rodenburg, J.
- Abstract
Een vertegenwoordiger rijdt het erf op, doet zijn kofferbak open en prijst een willekeurig ontsmettingsmiddel aan. Het gebeurt regelmatig, weten Wageningen UR onderzoekers Ineke Stijger en Erik van Os te vertellen. En er zijn nog steeds telers die de verkopers op hun woord geloven. “Niet veel later hebben wij ze aan de telefoon met de vraag waarom het water toch niet voldoende schoon is.” De onderzoekers roepen telers daarom op kritisch te blijven kijken naar nieuwe middelen en technieken. “Geloof de werking pas als die via onafhankelijk onderzoek is bewezen.”
- Published
- 2016
17. Afdrukplaatjes brengen verbeterpunten in kaart
- Abstract
Het grondig reinigen en ontsmetten van een stal draagt bij tot de preventie van de insleep en versleping van ziektekiemen op een varkensbedrijf. Elke varkenshouder is zich hiervan bewust, maar er is nog ruimte voor verbetering.
- Published
- 2016
18. Disinfection of vegetable seed by treatment with essential oils, organic acids and plant extract
- Subjects
Biointeracties and Plant Health ,antimicrobial activity ,antimicrobial properties ,desinfectie ,staphylococcus-aureus ,food and beverages ,seed treatment ,inhibition ,components ,PRI Bioscience ,storage fungi ,shelf-life ,antimicrobe-eigenschappen ,humid air ,biologische landbouw ,organic farming ,terpenoids ,PRI Biointeractions en Plantgezondheid ,tea-tree oil ,zaadbehandeling ,disinfection ,respiration - Abstract
Various essential oils, organic acids, Biosept, (grapefruit extract), Tillecur and extracts of stinging nettle and golden rod were tested for their antimicrobial properties in order to disinfect vegetable seed. In in vitro assays, thyme oil, oregano oil, cinnamon oil, clove oil and Biosept had the highest activity against the seed borne pathogens Xanthomonas campestris pv. campestris, Clavibacter michiganensis subsp. michiganensis, Alternaria dauci and Botrytis aclada. Low antimicrobial activity was found for the organic acids against the fungal pathogens. Seed treatment for 0.5 h with selected essential oils or Biosept in concentrations between 0.1 and 1% eliminated > 99% of total bacteria associated with cabbage seed. It also reduced the percentage of seeds contaminated with fungi in blotter tests from 70% to less than 10%. Extended periods of treatment did not significantly improve results. Cinnamon oil and Biosept used in concentrations exceeding 1% had a negative effect on seed germination. Antimicrobial effects with organic acids were variable, but in general, the organic acids ascorbic acids, propionic acid, acetic acid and lactic acid at concentrations of 2.5% or higher, reduced seed-associated bacteria. Of the organic acids, only propionic acid reduced seed germination at a concentration higher than 1%. Thyme oil was considered the most promising natural compound for reducing seed borne pathogens in seed.Various essential oils, organic acids, Biosept, (grapefruit extract), Tillecur and extracts of stinging nettle and golden rod were tested for their antimicrobial properties in order to disinfect vegetable seed. In in vitro assays, thyme oil, oregano oil, cinnamon oil, clove oil and Biosept had the highest activity against the seed borne pathogens Xanthomonas campestris pv. campestris, Clavibacter michiganensis subsp. michiganensis, Alternaria dauci and Botrytis aclada. Low antimicrobial activity was found for the organic acids against the fungal pathogens. Seed treatment for 0.5 h with selected essential oils or Biosept in concentrations between 0.1 and 1% eliminated > 99% of total bacteria associated with cabbage seed. It also reduced the percentage of seeds contaminated with fungi in blotter tests from 70% to less than 10%. Extended periods of treatment did not significantly improve results. Cinnamon oil and Biosept used in concentrations exceeding 1% had a negative effect on seed germination. Antimicrobial effects with organic acids were variable, but in general, the organic acids ascorbic acids, propionic acid, acetic acid and lactic acid at concentrations of 2.5% or higher, reduced seed-associated bacteria. Of the organic acids, only propionic acid reduced seed germination at a concentration higher than 1%. Thyme oil was considered the most promising natural compound for reducing seed borne pathogens in seed.
- Published
- 2008
19. Initial inventory of alternatives to biocidal products containing formaldehyde of formaldehyde releasers
- Author
-
MSP, M&V, Wezenbeek JM, Janssen MPM, Scheepmaker JWA, MSP, M&V, Wezenbeek JM, Janssen MPM, and Scheepmaker JWA
- Abstract
RIVM rapport:Formaldehyde is de werkzame stof in veel desinfecteer- en conserveringsmiddelen, maar deze stof is kankerverwekkend. Daarom zal formaldehyde naar verwachting per 1 januari 2016 op Europees niveau als zodanig worden geclassificeerd (carcinogeen 1B). Dit kan betekenen dat formaldehyde-houdende middelen die momenteel op de markt zijn, niet meer worden toegelaten. Uit een eerste inventarisatie van het RIVM blijkt dat er voor de meerderheid van de toepassingen als desinfecteer- en conserveringsmiddel (biociden) voldoende chemische alternatieven beschikbaar zijn. Wel moet nog specifiek per sector en toepassing worden nagegaan of deze alternatieven daadwerkelijk geschikt zijn. Voorbeelden van toepassingen waar alternatieven voor zijn, zijn stal- en dierruimte ontsmetting, conserveringsmiddelen in wasmiddelen, verven en koelsystemen en slijmbestrijding in de papierindustrie. Voor sommige toepassingen zijn nauwelijks alternatieven gevonden. Dit betreft bijvoorbeeld de ontsmetting van champignonteeltcellen, schoeisel en de hoeven van vee. Hetzelfde geldt voor een aantal conserveringsmiddelen, bijvoorbeeld voor smeermiddelen en metaalbewerkingsvloeistoffen. Voor de desinfectie van afvalbakken voor maandverband (dameshygiëneboxen) blijkt geen enkel geregistreerd chemisch alternatief voor formaldehyde op de markt aanwezig. Dit geldt ook voor het (tijdelijk) conserveren van lichamen, dieren en weefsels. Hoewel dat niet is toegestaan, is het gebruik van formaldehyde voor deze conserveringen nog gangbaar. Vanwege de kankerverwekkende eigenschappen van formaldehyde wordt aanbevolen de blootstelling eraan te beperken of te voorkomen, dit vooruitlopend op mogelijk restrictief beleid. Als er geen alternatieven zijn, moet worden gestimuleerd dat ze worden ontwikkeld (innovatie). Het is van belang hierbij oog te hebben voor niet-chemische alternatieven, zoals verhitting en uv-straling als conserveermethode. Wanneer goede alternatieven beschikbaar zijn, moet worden aangemoedigd om daarop, Although formaldehyde is the active substance in many disinfectants and preservatives, this chemical is recognized as a carcinogenic substance. Formaldehyde is therefore expected to be classified as such at EU level (Category 1B carcinogenic substance) with effect from 1 January 2016. This may imply that products containing formaldehyde that are currently available on the market will no longer be authorized. An initial inventory conducted by RIVM showed that sufficient chemical alternatives are available for most disinfectants and preservatives (biocides) containing formaldehyde. An important follow-up step would be a more specific check to demonstrate that these alternatives are actually suitable for each application and industrial sector in question. Examples of applications for which alternatives are available include the disinfection of stables and animal housing, preservatives in detergents, paints and cooling systems, and slime control in the paper industry. For some biocidal applications using formaldehyde, only a very limited number of alternatives are available. These include products for the disinfection of mushroom-growing rooms, footwear and cattle hooves. The same holds for a range of preservatives, for example those used in lubricants and metalworking fluids. No registered chemical alternative to formaldehyde is available for the disinfection of litter bins for sanitary towels. The same applies to biocides used for the (temporary) preservation of human and animal corpses and biological tissues. Although the use of formaldehyde is not authorized in these applications, it is still common practice. Owing to formaldehyde's carcinogenic properties, it is recommended to limit or prevent exposure, pending a possibly restrictive policy. If alternatives are not yet available, their development should be encouraged (through innovation). In this respect, it is important to focus also on non-chemical alternatives, such as heating and ultraviolet radiation as prese
- Published
- 2015
20. Eerste inventarisatie alternatieven voor biociden met formaldehyde of formaldehyde releasers
- Author
-
MSP, M&V, Wezenbeek JJ, Janssen MPM, Scheepmaker JWA, MSP, M&V, Wezenbeek JJ, Janssen MPM, and Scheepmaker JWA
- Abstract
RIVM rapport:Formaldehyde is de werkzame stof in veel desinfecteer- en conserveringsmiddelen, maar deze stof is kankerverwekkend. Daarom zal formaldehyde naar verwachting per 1 januari 2016 op Europees niveau als zodanig worden geclassificeerd (carcinogeen 1B). Dit kan betekenen dat formaldehyde-houdende middelen die momenteel op de markt zijn, niet meer worden toegelaten. Uit een eerste inventarisatie van het RIVM blijkt dat er voor de meerderheid van de toepassingen als desinfecteer- en conserveringsmiddel (biociden) voldoende chemische alternatieven beschikbaar zijn. Wel moet nog specifiek per sector en toepassing worden nagegaan of deze alternatieven daadwerkelijk geschikt zijn. Voorbeelden van toepassingen waar alternatieven voor zijn, zijn stal- en dierruimte ontsmetting, conserveringsmiddelen in wasmiddelen, verven en koelsystemen en slijmbestrijding in de papierindustrie. Voor sommige toepassingen zijn nauwelijks alternatieven gevonden. Dit betreft bijvoorbeeld de ontsmetting van champignonteeltcellen, schoeisel en de hoeven van vee. Hetzelfde geldt voor een aantal conserveringsmiddelen, bijvoorbeeld voor smeermiddelen en metaalbewerkingsvloeistoffen. Voor de desinfectie van afvalbakken voor maandverband (dameshygiëneboxen) blijkt geen enkel geregistreerd chemisch alternatief voor formaldehyde op de markt aanwezig. Dit geldt ook voor het (tijdelijk) conserveren van lichamen, dieren en weefsels. Hoewel dat niet is toegestaan, is het gebruik van formaldehyde voor deze conserveringen nog gangbaar. Vanwege de kankerverwekkende eigenschappen van formaldehyde wordt aanbevolen de blootstelling eraan te beperken of te voorkomen, dit vooruitlopend op mogelijk restrictief beleid. Als er geen alternatieven zijn, moet worden gestimuleerd dat ze worden ontwikkeld (innovatie). Het is van belang hierbij oog te hebben voor niet-chemische alternatieven, zoals verhitting en uv-straling als conserveermethode. Wanneer goede alternatieven beschikbaar zijn, moet worden aangemoedigd om daarop, Formaldehyde is the active ingredient in many disinfectants and preservatives, but this chemical is recognized as a carcinogen. Therefore it is expected that from January 1, 2016, formaldehyde will be classified as such at EU level (carcinogen class 1B). This may imply that formaldehyde containing products will be no longer authorized. An initial screening performed by RIVM suggests that for a majority of formaldehyde applications as disinfectant or preservative (biocides) sufficient chemical alternatives are available. An important follow up step would be a more specific check per sector and application to demonstrate that these alternatives are actually suitable. Examples of applications for which alternatives may already be available are: disinfection of stables and animal housing, preservatives in detergents, paints and cooling systems, and slime prevention in the paper industry. For some biocidal applications with formaldehyde only a very limited number of alternatives are available such as for the disinfection of mushroom cultivation cells, footwear and cattle hoofs. The same holds for a range of preservatives, for example in lubricants and metal working fluids. For the disinfection of waste boxes for sanitary towels no registered chemical alternative for formaldehyde was found. This was also the case for the (temporary) preservation of bodies, animals and biological tissues. Although it is still common practice, the use of formaldehyde is currently not authorized in the latter applications. Owing to the carcinogenic properties it is recommended to reduce or prevent exposure to formaldehyde, anticipating possible restrictive measures. If alternatives are not yet available, their development should be stimulated (innovation). In this respect it is important to focus also on non-chemical alternatives, such as heating and ultraviolet radiation as preservation techniques. If good alternatives are already available, their usage should be encouraged, for example by
- Published
- 2015
21. Ultrageluid kan leidingen langer schoon houden : thema Watertechnologie
- Author
-
Steenbakker, T., Cappon, H., Groot, N., Steenbakker, T., Cappon, H., and Groot, N.
- Abstract
In veel sectoren is desinfectie van water essentieel. Of het nu gaat om drinkwatervoorziening, het legionellavrij houden van koeltorens of het schoonhouden van kweekbassins voor aquacultuur: het beperken van microbiologische groei is altijd belangrijk. Gangbare technieken om bacteriën te bestrijden maken gebruik van chemicaliën of geavanceerde filters. Dat zijn relatief dure methoden. HZ University of Applied Sciences deed onderzoek naar de toepassing van ultrageluid.
- Published
- 2015
22. Alternatief formaline is nog niet gevonden
- Author
-
Bouwmeester, R. and Bouwmeester, R.
- Abstract
Het ontsmettingsmiddel formaline is jarenlang toegepast in de bollenteelt, maar is nu verboden. Onder telers heerst echter veel onduidelijkheid over het middel. Zeven vragen en antwoorden over het gebruik van formaline.
- Published
- 2015
23. Kaarsemaker en Van Marrewijk over schoon water: ‘blijf bewust letten op de hygiëne in watersystemen’
- Author
-
Velden, P. van and Velden, P. van
- Abstract
Water is de bron van alle leven, maar kan even zo goed de drager zijn van schadelijke stoffen. Problemen met EHEC en legionella staan nog vers op het netvlies. Of het nu om de veiligheid gaat van het gewas, de medewerkers in de kas, of om voedselveiligheid, water moet schoon zijn. Naast het consequent nemen van voorzorgsmaatregelen gebruikt een ondernemer vaak ook zijn eigen ‘voelsprieten’.
- Published
- 2015
24. Proefprogramma kamerplanten knolbegonia 2015 : een overzicht van de proeven die in de loop van 2015 worden uitgevoerd voor kamerplanten en knolbegonia
- Author
-
Vissers, M. and Vissers, M.
- Abstract
Een overzicht van de proeven die in de loop van 2015 worden uitgevoerd voor kamerplanten en knolbegonia.
- Published
- 2015
25. Zonder goed water geen goed leven
- Author
-
Moll, L., Counotte, G., Moll, L., and Counotte, G.
- Abstract
Goed drinkwater is van levensbelang voor mens en dier, en dus ook voor uw geiten. Het is een voorwaarde voor gezonde dieren en een goede vruchtbaarheid. Slecht water kan gezondheidsproblemen en een daling van de technische resultaten veroorzaken.
- Published
- 2015
26. Huidige dompelmethode heeft zijn beperkingen
- Author
-
Niet, M. van der, Wit, N.J.J. de, Niet, M. van der, and Wit, N.J.J. de
- Abstract
Een kwartier dompelen is de meest gangbare bolontsmettingsmethode. Aan deze manier van werken zitten naast voordelen ook nadelen. Ondernemers gaan na welke alternatieven er zijn, zoals coaten en schuimen. Marc van der Niet zet de stand van zaken uiteen.
- Published
- 2015
27. Alternative to iron chelates tests positive in practise : separate administration gives better results
- Author
-
Hoogstraten, K. van and Hoogstraten, K. van
- Abstract
Iron is an essential element that is required for the formation of chlorophyll and in doing so prevents chlorosis. Because the element doesn’t usually remain dissolved in a solution – and therefore is not available to the plant – for years growers have been using iron chelates. With the launch of a new fertiliser the iron is bound in a different way, namely in combination with polyphosphates. When given via a separate container it appears to work well in practice. The fertiliser also produces other effects such as less leaf curling and it makes UV disinfection of drain water more efficient. Recent research and practical experiences support these findings.
- Published
- 2015
28. Wat speelt er op gebied van teeltwisseling?
- Abstract
De maanden van de teeltwissel staan weer voor de deur, dus is het voor tuinbouwondernemers goed om zich te oriënteren op de mogelijkheden. Loonwerkers en fabrikanten van specifieke producten blijven constant nieuwe producten en diensten introduceren. KAS biedt een aantal bedrijven op deze pagina’s de mogelijkheid om hun nieuwigheden toe te lichten of telers te voorzien van bruikbare tips.
- Published
- 2015
29. Fusarium te lijf met nieuwe generatie gestabiliseerde waterstofperoxide : uitval bij paprikateler drastisch verminderd
- Author
-
Arkesteijn, M. and Arkesteijn, M.
- Abstract
Paprikateler Jaco van den Bosch had tot 30% uitval op zijn paprikabedrijf na het ontsmetten van de kas op de gebruikelijke manier: met formaline. Nu gebruikt hij een gestabiliseerde vorm van waterstofperoxide om de kas van binnen schoon te spuiten en om zijn slangen gedurende de teelt schoon te houden van biofilm. De eerste resultaten van deze nieuwe manier van ontsmetten zijn veelbelovend. Hij had niet eerder zo weinig aantasting.
- Published
- 2015
30. Ontstaan en opsporing van nevenproducten bij UV-processen
- Author
-
Baken, K., Kolkman, A., Hofman-Caris, R., Vughs, D., Wezel, A. van, Baken, K., Kolkman, A., Hofman-Caris, R., Vughs, D., and Wezel, A. van
- Abstract
De laatste decennia wordt UV-straling steeds vaker toegepast in de waterzuivering. Bij lage doses voor desinfectie, bij hoge doses in combinatie met waterstofperoxide (geavanceerde oxidatie) voor verwijdering van organische microverontreinigingen. Bij zulke hoge doses kunnen er echter ook mutagene bijproducten gevormd worden. Twee recente studies uit het bedrijfstakonderzoek (BTO) leverden (i) meer kennis over en inzicht in de vorming van bijproducten, en (ii) een analytisch-chemische tool voor het opsporen van deze bijproducten. Dit type studies kan helpen een verantwoorde toepassing van UV-processen bij diverse watertypen en in diverse zuiveringsschema’s te bewerkstelligen.
- Published
- 2015
31. Het effect van chloordioxide op de microbiologische kwaliteit van drinkwater
- Subjects
desinfectie ,vgz - Abstract
In dit rapport worden enkele eerste resultaten beschreven van onderzoek aan het desinfecterend vermogen van chloordioxide in drinkwater. Hiertoe zijn in eerste instantie de bereiding van zuiver chloordioxide c.q. de kwantitatieve bepaling hiervan in drinkwater in het concentratiegebied van 0-1 mg ClO2/l geoptimaliseerd. Vervolgens zijn in een modelsysteem de inactiveringssnelheden bepaald voor diverse micro-organismen, zowel in buffers vrij van organische stoffen als in een tweetal typen drinkwater (Amsterdam-Leiduin en 's Gravenhage). Voor de drie onderzochte bacterie species, te weten S.faecalis, E.coli en L.pneumophila serogroep 1, geldt dat de inactiveringssnelheden in nagenoeg alle experimenten in dezelfde grootte-orde liggen. Als gevolg van een waarschijnlijk initieel chloordioxide verbruik door in het drinkwater aanwezige stoffen zijn over het algemeen in beide typen drinkwater de inactiveringssnelheden circa een factor vier lager dan in de gebruikte bufferoplossingen. In het temperatuurgebied van 15 graden C tot 25 graden C is de inactiveringssnelheid praktisch evenredig met de temperatuur. Een verhoging van de pH van pH=7.5 tot pH=9 leidt maximaal tot een verdubbeling van de inactiveringssnelheid.
- Published
- 2014
32. Het ontwerpen van een nieuw duurzaam bewaar- en verwerkingssysteem voor bloembollen
- Subjects
desinfectie ,kwaliteitszorg ,ornamental bulbs ,aangepaste technologie ,bloembollen ,opslag ,duurzame landbouw ,environmental management ,innovations ,storage ,cultural methods ,Flower Bulbs ,Nursery Stock ,disinfection ,PPO BBF Boomkwekerij ,milieubeheer ,PPO BBF Bloembollen ,inventarisaties ,cultuurmethoden ,optimalisatiemethoden ,appropriate technology ,sustainable agriculture ,inventories ,optimization methods ,innovaties ,quality management - Abstract
De huidige bewaar-, verwerkings- en ontsmettingssystemen voor bloembollen functioneren verre van optimaal: de bewaring wordt gekenmerkt door een hoog energieverbruik, tijdens het verwerken en ontsmetten treedt verspreiding van ziekten op, en stress en verwonding van de bollen dragen bij aan uitval door ziekten en andere vormen van kwaliteitsverlies. Daarnaast staat het ontsmetten onder grote druk door de risico’s van blootstelling van medewerkers en emissie van middelen naar het milieu. Het sorteren van bollen voorkomt niet dat in de broeierij grote variatie in groeisnelheid en bloemkwaliteit optreedt en de onmogelijkheid om bollen geautomatiseerd rechtop te planten brengt hoge arbeidskosten met zich mee. Dit project had tot doel innovatieve technieken voor de verschillende onderdelen van het verwerken (inclusief ontsmetten) en bewaren te inventariseren en die te integreren tot een totaalsysteem waarin energiezuinig bewaard wordt, blootstelling aan en emissie van middelen tot het verleden behoren, en gezondere en kwalitatief betere bollen geproduceerd worden.
- Published
- 2014
33. Oppervlakte-ontsmetting door oxidatie met waterstofperoxide of ozon
- Author
-
Schoorl, F.W.
- Subjects
plant protection ,schimmelbestrijding ,desinfectie ,applications ,pears ,gewasbescherming ,toepassingen ,vruchtrot ,PPO BBF Fruitgewassen ,appels ,opslag ,hydrogen peroxide ,fruit rots ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,storage ,ozone ,Fruit ,ozon ,peren ,fungus control ,waterstofperoxide ,disinfection ,apples - Abstract
Het optreden van vruchtrot kan leiden tot aanzienlijke verliezen van geoogste en opgeslagen appels en peren. Fungiciden worden doorgaans gebruikt om deze verliezen te beperken. Ondanks toepassing van fungiciden komt het optreden van vruchtrot voor. Verschillende winkelketens hanteren normen met betrekking tot de aanwezigheid van residuen van gewasbeschermingsmiddelen die boven de wettelijke normen liggen. Naast wettelijke normen vormt dit een extra aanleiding om te komen tot aangepaste werkwijze ter bestrijding van vruchtrot schimmels. Meerdere schimmels zijn verantwoordelijk voor het optreden van vruchtrot. Daaronder zijn ook schimmels die via het oppervlak van de vruchten, veelal via een wond, vruchten infecteren. Bij de oogst kunnen, afhankelijk van de zorgvuldigheid waarmee geplukt wordt, wonden optreden die een invalspoort vormen voor schimmels. In dit project is aandacht besteed aan het voorkomen van infecties.
- Published
- 2014
34. Het ontwerpen van een nieuw duurzaam bewaar- en verwerkingssysteem voor bloembollen
- Author
-
Gude, H., van Dam, M.F.N., Bulle, A.A.E., Vreeburg, P.J.M., Wildschut, J., and Baltissen, A.H.M.C.
- Subjects
desinfectie ,kwaliteitszorg ,ornamental bulbs ,aangepaste technologie ,bloembollen ,opslag ,duurzame landbouw ,environmental management ,innovations ,storage ,cultural methods ,Flower Bulbs ,Nursery Stock ,PPO BBF Boomkwekerij ,disinfection ,milieubeheer ,PPO BBF Bloembollen ,inventarisaties ,cultuurmethoden ,optimalisatiemethoden ,appropriate technology ,sustainable agriculture ,inventories ,optimization methods ,innovaties ,quality management - Abstract
De huidige bewaar-, verwerkings- en ontsmettingssystemen voor bloembollen functioneren verre van optimaal: de bewaring wordt gekenmerkt door een hoog energieverbruik, tijdens het verwerken en ontsmetten treedt verspreiding van ziekten op, en stress en verwonding van de bollen dragen bij aan uitval door ziekten en andere vormen van kwaliteitsverlies. Daarnaast staat het ontsmetten onder grote druk door de risico’s van blootstelling van medewerkers en emissie van middelen naar het milieu. Het sorteren van bollen voorkomt niet dat in de broeierij grote variatie in groeisnelheid en bloemkwaliteit optreedt en de onmogelijkheid om bollen geautomatiseerd rechtop te planten brengt hoge arbeidskosten met zich mee. Dit project had tot doel innovatieve technieken voor de verschillende onderdelen van het verwerken (inclusief ontsmetten) en bewaren te inventariseren en die te integreren tot een totaalsysteem waarin energiezuinig bewaard wordt, blootstelling aan en emissie van middelen tot het verleden behoren, en gezondere en kwalitatief betere bollen geproduceerd worden.
- Published
- 2014
35. Onderzoek naar de effectiviteit van ontsmettingsapparatuur en -middelen
- Author
-
Stijger, I., van Os, E.A., van Marrewijk, D., and Klein, M.
- Subjects
WUR GTB Gewasgezondheid ,desinfectie ,treatment ,vollegrondsteelt ,richtlijnen (guidelines) ,drainage water ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,outdoor cropping ,behandeling ,sierplanten ,uv lamps ,GTB Tuinbouw Technologie ,uv-lampen ,drainagewater ,guidelines ,ornamental plants ,disinfection - Abstract
In teelten die los van de ondergrond op verschillende substraten worden geteeld, wordt het drainwater gerecirculeerd. In het recirculatiewater kunnen diverse pathogenen (ziekteverwekkers) zoals schimmels, bacteriën en virussen voorkomen. Daarom wordt op veel bedrijven het drainwater ontsmet en dit kan op verschillende manieren worden gedaan met ontsmettingsapparatuur en ontsmettingsmiddelen. Bij de teelt in de vollegrond vindt nu nog geen of nauwelijks recirculatie van drainagewater plaats. De samenstelling van drainagewater verschilt aanzienlijk van drainwater. Daardoor is de ontsmettingsmethodiek niet per definitie gelijk. Zo kunnen organische stof en ijzerdeeltjes de transmissie sterk omlaag brengen. Dit kan tot gevolg hebben dat bijvoorbeeld een UV-ontsmetting onvoldoende werkt. Drainagewater behoeft daarom soms een voorbehandeling voordat het met een standaard ontsmettingsmethode behandeld kan worden. Voor drainagewater worden op basis van analyses en interviews aanbevelingen gedaan voor verbetering om tot een goede ontsmetting van drainagewater te komen.
- Published
- 2014
36. Koken en bolontsmetting narcis zonder formaline
- Subjects
disease control ,desinfectie ,PPO BBF Bloembollen ,ornamental bulbs ,bloembollen ,ziektebestrijding ,alternative methods ,heetwaterbehandeling ,Flower Bulbs ,alternatieve methoden ,penicillium ,hot water treatment ,narcissus ,disinfectants ,disinfection ,ontsmettingsmiddelen ,fusarium - Abstract
Bij narcis valt het gebruik van formaline weg als basis voor de bolontsmetting bij voorweken, koken en de ontsmetting vlak voor planten. In dit PPO-onderzoek is een aantal alternatieve middelen(combinaties) getest op hun werking tegen Fusarium bolrot, huidziek en Penicillium en beoordeeld op invloed op de opbrengst. Captan en combinaties van prochloraz + thiofanaat-methyl waren instaat formaline goed te vervangen ten aanzien van de opbrengst en huidkwaliteit. Als de bollen na het koken nog worden verwerkt is het gebruik van captan sterk af te raden i.v.m. blootstellingsrisico’s. De bestrijding van bolrot viel in alle gevallen zwaar tegen. Zowel bij de oude adviezen met formaline als bij de alternatieve middelencombinaties zonder formaline trad zeer veel bolrot op. Achteraf bleek de gebruikte partij Dutch Master zeer zwaar latent besmet te zijn met Fusarium. Een conclusie ten aanzien van de bolrotbestrijding viel daardoor niet met zekerheid te trekken. Vervolgonderzoek is noodzakelijk om na te gaan of formaline voor het voorkomen van de bolrotverspreiding, kan worden vervangen door de andere middelen captan, prochloraz en thiofanaat-methyl. De werking van de middelen werden niet meetbaar beïnvloed door het tijdstip van de warmwaterbehandelingen (vroeg of laat) met of zonder voorweken. Getest is zowel bij voorweken gevolgd door een warmwaterbehandeling van 4 uur 47°C, als bij een vroege (half augustus) en late (half september) warmwaterbehandeling bij 2 uur 45°C. Vroeg koken leidde soms wel tot meer bolrot dan laat koken. De geteste cultivars waren Tête-à-Tête (o.a. Penicillium), Barrett Browning (o.a. huidkwaliteit) en Dutch Master (o.a. bolrot).
- Published
- 2014
37. Koken en bolontsmetting narcis zonder formaline
- Author
-
Vreeburg, P.J.M. and Korsuize, C.A.
- Subjects
disease control ,desinfectie ,PPO BBF Bloembollen ,ornamental bulbs ,bloembollen ,ziektebestrijding ,alternative methods ,heetwaterbehandeling ,Flower Bulbs ,alternatieve methoden ,penicillium ,hot water treatment ,narcissus ,disinfectants ,disinfection ,ontsmettingsmiddelen ,fusarium - Abstract
Bij narcis valt het gebruik van formaline weg als basis voor de bolontsmetting bij voorweken, koken en de ontsmetting vlak voor planten. In dit PPO-onderzoek is een aantal alternatieve middelen(combinaties) getest op hun werking tegen Fusarium bolrot, huidziek en Penicillium en beoordeeld op invloed op de opbrengst. Captan en combinaties van prochloraz + thiofanaat-methyl waren instaat formaline goed te vervangen ten aanzien van de opbrengst en huidkwaliteit. Als de bollen na het koken nog worden verwerkt is het gebruik van captan sterk af te raden i.v.m. blootstellingsrisico’s. De bestrijding van bolrot viel in alle gevallen zwaar tegen. Zowel bij de oude adviezen met formaline als bij de alternatieve middelencombinaties zonder formaline trad zeer veel bolrot op. Achteraf bleek de gebruikte partij Dutch Master zeer zwaar latent besmet te zijn met Fusarium. Een conclusie ten aanzien van de bolrotbestrijding viel daardoor niet met zekerheid te trekken. Vervolgonderzoek is noodzakelijk om na te gaan of formaline voor het voorkomen van de bolrotverspreiding, kan worden vervangen door de andere middelen captan, prochloraz en thiofanaat-methyl. De werking van de middelen werden niet meetbaar beïnvloed door het tijdstip van de warmwaterbehandelingen (vroeg of laat) met of zonder voorweken. Getest is zowel bij voorweken gevolgd door een warmwaterbehandeling van 4 uur 47°C, als bij een vroege (half augustus) en late (half september) warmwaterbehandeling bij 2 uur 45°C. Vroeg koken leidde soms wel tot meer bolrot dan laat koken. De geteste cultivars waren Tête-à-Tête (o.a. Penicillium), Barrett Browning (o.a. huidkwaliteit) en Dutch Master (o.a. bolrot).
- Published
- 2014
38. Beheersing bacterieziekten in de sierteelt
- Subjects
disease control ,desinfectie ,bacterieziekten ,ziektebestrijding ,elicitors ,Flower Bulbs ,Nursery Stock ,summer flowers ,disinfection ,PPO BBF Boomkwekerij ,heteluchtbehandeling ,bacterial diseases ,ornamental horticulture ,PPO BBF Bloembollen ,retardants ,sierteelt ,aantasting ,control methods ,hot air treatment ,sedum ,zomerbloemen ,heetwaterbehandeling ,vertragers ,plantenziekten ,hot water treatment ,bestrijdingsmethoden ,plant diseases ,elicitoren ,infestation - Abstract
Bacterieziekten vormen een toenemend probleem in de bloemisterij. Voor met name de zomerbloemenbranche, maar feitelijk bloemisterij breed, wordt gezocht naar effectieve behandeling van (jong) plantmateriaal en volgroeide gewassen tegen bacteriën. Er zijn geen chemische middelen beschikbaar om deze bacterieproblemen het hoofd te bieden. Hygiëne maatregelen zijn noodzakelijk, maar niet altijd voldoende ingepast in de bedrijfsvoering. Er bestaat sterk de behoefte aan meer informatie over bacteriebeheersing uit andere branches. Daarnaast is onderzoek naar beschikbare mogelijkheden om bacterieziekten in de sierteelt in ieder geval beter beheersbaar te kunnen maken, noodzakelijk.
- Published
- 2014
39. Ozon bezig aan stille wederopstanding in de tuinbouw
- Author
-
van Ruijven, J.P.M.
- Subjects
WUR GTB Gewasgezondheid ,desinfectie ,technieken ,methodology ,pesticides ,water treatment ,waterzuivering ,irrigation water ,ozone ,recirculating systems ,ozon ,pesticiden ,glastuinbouw ,recirculatiesystemen ,irrigatiewater ,techniques ,disinfection ,methodologie ,greenhouse horticulture - Abstract
Ozon lijkt een comeback te maken binnen de glastuinbouw. Waar de ontsmettingsinstallaties vorige eeuw nogal eens te maken hadden met storingen en veiligheidsproblemen, lijken die aspecten tegenwoordig beter onder controle. Dit maakt de weg vrij voor andere toepassingen van de techniek dan alleen ontsmetting. Agrozone onderzoekt momenteel samen met Wageningen UR Glastuinbouw wat de toepassingsmogelijkheden zijn.
- Published
- 2014
40. Ozon bezig aan stille wederopstanding in de tuinbouw
- Subjects
WUR GTB Gewasgezondheid ,desinfectie ,technieken ,methodology ,pesticides ,water treatment ,waterzuivering ,irrigation water ,ozone ,recirculating systems ,ozon ,pesticiden ,glastuinbouw ,recirculatiesystemen ,irrigatiewater ,techniques ,disinfection ,methodologie ,greenhouse horticulture - Abstract
Ozon lijkt een comeback te maken binnen de glastuinbouw. Waar de ontsmettingsinstallaties vorige eeuw nogal eens te maken hadden met storingen en veiligheidsproblemen, lijken die aspecten tegenwoordig beter onder controle. Dit maakt de weg vrij voor andere toepassingen van de techniek dan alleen ontsmetting. Agrozone onderzoekt momenteel samen met Wageningen UR Glastuinbouw wat de toepassingsmogelijkheden zijn.
- Published
- 2014
41. Beheersing bacterieziekten in de sierteelt
- Author
-
Slootweg, G., Bulle, A.A.E., Dees, R.H.L., and Trompert, J.P.T.
- Subjects
disease control ,desinfectie ,bacterieziekten ,ziektebestrijding ,elicitors ,Flower Bulbs ,Nursery Stock ,summer flowers ,disinfection ,PPO BBF Boomkwekerij ,heteluchtbehandeling ,bacterial diseases ,ornamental horticulture ,PPO BBF Bloembollen ,retardants ,sierteelt ,aantasting ,control methods ,hot air treatment ,sedum ,zomerbloemen ,heetwaterbehandeling ,vertragers ,plantenziekten ,hot water treatment ,bestrijdingsmethoden ,plant diseases ,elicitoren ,infestation - Abstract
Bacterieziekten vormen een toenemend probleem in de bloemisterij. Voor met name de zomerbloemenbranche, maar feitelijk bloemisterij breed, wordt gezocht naar effectieve behandeling van (jong) plantmateriaal en volgroeide gewassen tegen bacteriën. Er zijn geen chemische middelen beschikbaar om deze bacterieproblemen het hoofd te bieden. Hygiëne maatregelen zijn noodzakelijk, maar niet altijd voldoende ingepast in de bedrijfsvoering. Er bestaat sterk de behoefte aan meer informatie over bacteriebeheersing uit andere branches. Daarnaast is onderzoek naar beschikbare mogelijkheden om bacterieziekten in de sierteelt in ieder geval beter beheersbaar te kunnen maken, noodzakelijk.
- Published
- 2014
42. Verbeteren reiniging levert altijd voordeel op
- Subjects
dairy farming ,desinfectie ,Schapen en Paarden ,cleaning ,dairy farms ,Sheep and Horse Husbandry ,components ,componenten ,melkmachines ,machine milking ,Research Institute for Cattle ,milking machines ,melkveehouderij ,Praktijkonderzoek Rundvee ,machinaal melken ,disinfection ,schoonmaken ,melkveebedrijven - Abstract
Een laag kiemgetal betekent niet altijd dat de reiniging optimaal verloopt. Optimaliseren van de reiniging leidt tot een effectief gebruik van de reinigingscomponenten en kan zelfs leiden tot besparingen.
- Published
- 2000
43. Afvalwater witloftrekkerijen : naar een duurzame oplossing
- Subjects
desinfectie ,natuur ,cichorei ,water reuse ,rioolafvalwater ,sewage ,cichorium intybus ,waste utilization ,disinfection ,agriculture ,waste water ,hergebruik van water ,afvalwaterbehandeling ,afvalwater ,afvoerwater ,chicory ,nature ,water treatment ,waterzuivering ,landbouw ,waste water treatment ,afvalhergebruik ,rioolwater ,sewage effluent ,Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond ,effluents - Abstract
Het PAV heeft twee methoden onderzocht om afvalwater uit de witloftrek te zuiveren en te ontsmetten: ontsmetting met ultra violet licht + Reciclean en zuivering met een helofytenfilter. Het gezuiverde water is in beide gevallen van goede kwaliteit en kan tijdens de trek opnieuw als proceswater worden gebruikt
- Published
- 1999
44. Praktijk beproeft Nontox tegen Fusarium
- Author
-
Dwarswaard, A. and Dwarswaard, A.
- Abstract
In de leliesector groeit de belangstelling gestaag voor het inzetten van Nontox van Watter als mogelijkheid om PLAMV aan te pakken. In andere bolgewassen is die belangstelling niet onopgemerkt gebleven. Zuur in tulpen is de nieuwe uitdaging, zo maken Martin Hilberts en Alfred Koop duidelijk.
- Published
- 2014
45. Ozon bezig aan stille wederopstanding in de tuinbouw
- Author
-
Ruijven, J. van and Ruijven, J. van
- Abstract
Ozon lijkt een comeback te maken binnen de glastuinbouw. Waar de ontsmettingsinstallaties vorige eeuw nogal eens te maken hadden met storingen en veiligheidsproblemen, lijken die aspecten tegenwoordig beter onder controle. Dit maakt de weg vrij voor andere toepassingen van de techniek dan alleen ontsmetting. Agrozone onderzoekt momenteel samen met Wageningen UR Glastuinbouw wat de toepassingsmogelijkheden zijn.
- Published
- 2014
46. Refurbish and renew : new products and equipment to 'make their hose a home' : housing and equipment special
- Author
-
Porter, R. and Porter, R.
- Abstract
We showcase a few of the latest products designed to help producers take the pain out of repairing, maintaining and improving cow housing and facilities during the next few months: a simple-fix sheeting system, an automated spray system which is designed to wash hooves with a measured dose of water and solution, and alloy hooks for hanging feeders.
- Published
- 2014
47. Effectief, toegelaten en veilig : ontsmettingstechniek Nontox
- Author
-
Wildenbeest, G. and Wildenbeest, G.
- Abstract
De leliesector zoekt naarstig naar methoden om de miljoenenschade die PlAMV aanricht in te dammen. Zorgen voor optimale hygiëne om kruisbesmetting te voorkomen, is een belangrijke bestrijdingsroute. Op hygiënegebied kan er nog veel verbeterd worden, vinden Alfred Koop en Mike Hilbolling van Watter BV. Zij introduceerden bij Seubring Bloembollen Drenthe BV het elektronisch-chemisch desinfectiemiddel Nontox.
- Published
- 2014
48. Bodembacteriën maken restwater schoon
- Author
-
Dwarswaard, A. and Dwarswaard, A.
- Abstract
De PhytoBac kan elk bedrijf neerzetten, en is heel erg duurzaam. Dat stelt Jan Karel Apeldoorn uit Egmond-Binnen. Hoewel zijn bedrijf werkt met een proefopstelling, is hij al erg tevreden. Met dit systeem is uitrijden van restanten van de bolontsmetting overbodig.
- Published
- 2014
49. Trichoderma-stengelrot in de broei van lelies
- Author
-
Kok, H. and Kok, H.
- Abstract
Met enige regekmaat treft DLV in de leliebroei problemen aan met stengelrot. Verschillende schimmels zijn te isoleren, maar uiteindelijk blijkt Trichoderma de aanstichter van dit probleem. DLV voerde een praktijkproef uit, met als resultaat dat bolontsmetting met Topsin M de kans op Trichoderma sterk inperkt.
- Published
- 2014
50. Bolontsmetting lang niet vanzelfsprekend
- Author
-
Dwarswaard, A. and Dwarswaard, A.
- Abstract
De afgelopen eeuw is er veel onderzoek gedaan aan bloembollen. Praktische problemen werden opgelost. Nu de sector op een keerpunt staat waar het gaat om de collectieve financiering van onderzoek, is het goed om nog eens na te gaan wat het onderzoek de praktijk heeft gebracht. In deze nieuwe serie staat die vraag centraal. In deze aflevering: de bolontsmetting.
- Published
- 2014
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.