107 results on '"gammastraling"'
Search Results
2. Gammastralingsniveaumetingen aan de terreingrens van COVRA N.V. te Borsele in 2015 en 2016 met het MONET-meetnet
- Author
-
Tanzi CP, ABI, and VLH
- Subjects
storage ,gammastraling ,radioactief afval ,COVRA ,Omgevingsdosisequivalent ,external radiation ,radioactive waste ,opslag ,ambient dose equivalent ,RIVM rapport 2017-0052 - Abstract
Dit rapport bevat een erratum d.d. 08-10-2018 op pagina 41 Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA N.V.) te Borsele lag in 2015 en 2016 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en toetst of COVRA N.V. aan de vergunningseis voldoet Volgens de kernenergiewetvergunning moet COVRA N.V. ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens maximaal blootstaan aan een stralingsdosis van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op twaalf locaties het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de metingen wordt de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve gammastralingsdosis kan worden opgelopen. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de twaalf MONET-monitoren aan de terreingrens van COVRA N.V. weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. Over de jaren 2015 en 2016 is, na het gebruik van de ABC-factor, de hoogste berekende effectieve gammadosis per jaar 2,9 microsievert in 2015 en 3,0 microsievert in 2016.
- Published
- 2020
3. Gammastralingsniveaumetingen aan de terreingrens van COVRA N.V. te Borsele in 2015 en 2016 met het MONET-meetnet
- Subjects
storage ,gammastraling ,radioactief afval ,COVRA ,Omgevingsdosisequivalent ,external radiation ,radioactive waste ,opslag ,ambient dose equivalent ,RIVM rapport 2017-0052 - Abstract
Dit rapport bevat een erratum d.d. 08-10-2018 op pagina 41 Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA N.V.) te Borsele lag in 2015 en 2016 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en toetst of COVRA N.V. aan de vergunningseis voldoet Volgens de kernenergiewetvergunning moet COVRA N.V. ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens maximaal blootstaan aan een stralingsdosis van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op twaalf locaties het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de metingen wordt de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve gammastralingsdosis kan worden opgelopen. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de twaalf MONET-monitoren aan de terreingrens van COVRA N.V. weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. Over de jaren 2015 en 2016 is, na het gebruik van de ABC-factor, de hoogste berekende effectieve gammadosis per jaar 2,9 microsievert in 2015 en 3,0 microsievert in 2016.
- Published
- 2020
4. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2015
- Subjects
gammastraling ,RIVM rapport 2017-0053 ,NPP ,EPZ ,Omgevingsdosisequivalent ,external radiation ,ambient effective dose ,kerncentrale - Abstract
Het stralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2015 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de kernenergiewetvergunning moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een stralingsdosis ontvangen van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op acht punten op de terreingrens het stralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de stralingsdosis kan worden opgelopen. Aan het terrein van de kerncentrale Borssele geldt een ABC-factor van 0,2. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de acht MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2015 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2015 was de hoogste waarde, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 3,2 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 0,6 microsievert per jaar.
- Published
- 2020
5. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2015
- Author
-
Tanzi CP, ABI, and VLH
- Subjects
gammastraling ,RIVM rapport 2017-0053 ,NPP ,EPZ ,Omgevingsdosisequivalent ,external radiation ,ambient effective dose ,kerncentrale - Abstract
Het stralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2015 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de kernenergiewetvergunning moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een stralingsdosis ontvangen van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op acht punten op de terreingrens het stralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de stralingsdosis kan worden opgelopen. Aan het terrein van de kerncentrale Borssele geldt een ABC-factor van 0,2. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de acht MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2015 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2015 was de hoogste waarde, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 3,2 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 0,6 microsievert per jaar.
- Published
- 2020
6. Gammastralingsniveaumetingen aan de terreingrens van COVRA N.V. te Borsele in 2017 met het MONET-meetnet
- Subjects
storage ,gammastraling ,radioactief afval ,COVRA ,external radiation ,radioactive waste ,opslag ,omgevingsdosisequivalent ,ambient dose equivalent ,RIVM rapport 2019-0126 - Abstract
Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA N.V.) te Borsele lag in 2017 onder het toegestane maximum van 40 microsievert per jaar. De hoogste vastgestelde jaardosis is 3,0 microsievert. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en toetst of COVRA N.V. aan de vergunningseis voldoet COVRA N.V. moet ervoor zorgen dat de blootstelling van personen buiten de terreingrens maximaal 40 microsievert per jaar is. Dat is in de kernenergiewetvergunning vastgesteld. Om de maximale effectieve dosis te berekenen wordt het gammastralingsniveau op twaalf locaties langs de terreingrens gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de metingen wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. De resulterende meetwaarde wordt gecorrigeerd met de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor). Een ABC-factor hangt samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve gammastralingsdosis kan worden opgelopen. Na de toepassing van de ABC-factor is de berekende maximale effectieve gammadosis 3,0 microsievert per jaar. Dit is ruim onder de maximaal toegestane jaarlijkse limiet. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de twaalf MONET-monitoren aan de terreingrens van COVRA N.V. in 2017 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald.
- Published
- 2020
7. Stralingsniveaumetingen aan het terrein van de EPZ kerncentrale Borssele in 2017
- Author
-
ABI, VLH, Broek I van den, ABI, VLH, and Broek I van den
- Abstract
RIVM rapport:Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van kerncentrale Borssele lag in 2017 onder het toegestane maximum van 10 microsievert per jaar. De hoogste vastgestelde dosis is 1,04 microsievert. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. De kerncentrale moet ervoor zorgen dat de blootstelling van personen buiten de terreingrens maximaal 10 microsievert per jaar is. Dat is in de revisie van de kernenergiewetvergunning van 2016 vastgelegd. Om de maximale effectieve dosis te berekenen wordt op de terreingrens het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. De resulterende meetwaarde wordt gecorrigeerd met de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor). Een ABC-factor hangt samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond het terrein van kerncentrale Borssele is de bestemming uitsluitend industriële doeleinden en daarvoor geldt een ABC-factor van 0,2. Na de toepassing van deze ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 1,04 microsievert per jaar. In 2017 is met vier monitoren op de terreingrens het gammastralingsniveau continu gemeten. In juni 2017 is het reguliere netwerk van acht monitoren hersteld, dat in 2016 vanwege werkzaamheden was onderbroken. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2017 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald.
- Published
- 2018
8. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2015
- Author
-
ABI, VLH, Tanzi CP, ABI, VLH, and Tanzi CP
- Abstract
RIVM rapport:Het stralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2015 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de kernenergiewetvergunning moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een stralingsdosis ontvangen van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op acht punten op de terreingrens het stralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de stralingsdosis kan worden opgelopen. Aan het terrein van de kerncentrale Borssele geldt een ABC-factor van 0,2. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de acht MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2015 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2015 was de hoogste waarde, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 3,2 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 0,6 microsievert per jaar., In 2015, the radiation level at the site boundary of the Borssele nuclear power plant was below the maximum permitted level. This is the conclusion of this report, which is based on measurements carried out by the RIVM on location. The permit, granted following the Dutch legislation on the use of nuclear energy, requires that the maximum effective dose received by persons outside the site boundary of Borssele NPP does not exceed 40 microsievert annually. Control measurements of the radiation level were therefore carried out at eight locations at the site boundary. This is done within the framework of the MONET monitoring network, which falls under the administrative management of the RIVM. The measurements are processed by subtracting the natural background value from the measured value. The result is then translated into the effective radiation dose for an individual by applying the so-called Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor). ABC-factors are closely linked with the specific use of the site where the effective radiation dose is calculated. RIVM is tasked by the Authority for Nuclear Safety and Radiation Protection (ANVS) to annually report on whether the Borssele nuclear power plant meets the criterion stipulated in the license. Both the daily averages of the eight MONET-monitors around the Borssele nuclear power plant and an explanation of how the background level at each measuring location was determined are provided in the report. In 2015, the highest value of all monitors, after correcting for the natural background level, was 3.2 microsievert per year. An ABC-factor of 0.2 for the site boundary of Borssele NPP has been set in the permit. This translates into a maximum effective dose of 0.6 microsievert per year, following the application of the ABC-factor, and allows comparison with the value stipulated in the permit
- Published
- 2018
9. Gammastralingsniveaumetingen aan de terreingrens van COVRA N.V. te Borsele in 2015 en 2016 met het MONET-meetnet
- Author
-
ABI, VLH, Tanzi CP, ABI, VLH, and Tanzi CP
- Abstract
RIVM rapport:Dit rapport bevat een erratum d.d. 08-10-2018 op pagina 41 Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA N.V.) te Borsele lag in 2015 en 2016 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en toetst of COVRA N.V. aan de vergunningseis voldoet Volgens de kernenergiewetvergunning moet COVRA N.V. ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens maximaal blootstaan aan een stralingsdosis van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op twaalf locaties het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de metingen wordt de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve gammastralingsdosis kan worden opgelopen. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de twaalf MONET-monitoren aan de terreingrens van COVRA N.V. weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. Over de jaren 2015 en 2016 is, na het gebruik van de ABC-factor, de hoogste berekende effectieve gammadosis per jaar 2,9 microsievert in 2015 en 3,0 microsievert in 2016., This report contains an erratum d.d. 08-10-2018 on page 41 Over the years 2015 and 2016, the radiation level caused by gamma radiation at the site boundary of the COVRA N.V., the Central Organisation for Radioactive Waste, was below the maximum permitted level. This is the conclusion of this report based on field measurements carried out by RIVM. Dutch legislation on the use of nuclear energy requires that the maximum dose rate at the site boundary of the COVRA N.V. does not exceed 40 microsievert annually. Control measurements of the gamma radiation level were therefore carried out with gamma radiation monitors placed at twelve locations at the site boundary. This is done within the framework of the MONET monitoring network, which falls under the administrative management of the RIVM. The measurements are processed by subtracting the natural background The result is then translated into the effective radiation dose for an individual by applying the so-called 'Actual Exposure Correction factor' (ABC-factor). ABC-factors are closely linked with the specific use of the site where the effective radiation dose is calculated. RIVM is tasked by the Authority of Nuclear Safety and Radiation Protection (ANVS, formerly known as KFD) to annually report on whether COVRA N.V. meets the criterion set out in its license. Both the daily averages of the effective gamma dose around COVRA N.V. are shown and an explanation of how the background level for the MONET monitors is determined is provided in the report. Over the period 2015 to 2016 the highest gamma yearly dose, to which the ABC-factor is applied, is found to be 2,9 and 3,0 microsievert respectively. This is lower than the value of 40 microsievert per year which is stipulated in the permit.
- Published
- 2018
10. Stralingsniveaumetingen aan het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2016
- Author
-
ABI, M&V, Broek I van den, ABI, M&V, and Broek I van den
- Abstract
RIVM rapport:Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2016 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de revisie van de kernenergiewetvergunning van 2016 moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een stralingsdosis ontvangen van hoogstens 10 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op minimaal vier punten op de terreingrens het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond het terrein van de kerncentrale in Borssele geldt voor de kerncentrale een ABC-factor van 0,2. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2016 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2016 was de hoogste waarde van de stralingsdosis op de vier locaties waar continu metingen zijn verricht, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 5,7 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 1,1 microsievert per jaar. Deze dosis is lager dan de vergunde maximale stralingsdosis van 10 microsievert per jaar., In 2016, the radiation level caused by gamma radiation at the site boundary of the Borssele nuclear power plant was below the maximum permitted level. This is the conclusion of this report, which is based on measurements carried out by the RIVM on location. The permit, granted following the Dutch legislation on the use of nuclear energy, requires that the maximum effective dose received by persons outside the site boundary of Borssele NPP does not exceed 10 microsievert annually. Control measurements of the radiation level were therefore carried out continuously at four locations at the site boundary. This is done within the framework of the MONET monitoring network, which falls under the administrative management of the RIVM. The measurements are analyzed by subtracting the natural background value from the measured value. The result is then translated into the effective radiation dose for an individual by applying the so-called Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor). ABC-factors are closely linked with the specific use of the site where the effective radiation dose is calculated. RIVM is tasked by the Authority for Nuclear Safety and Radiation Protection (ANVS) to annually report on whether the Borssele nuclear power plant meets the criterion stipulated in the license. Both the daily averages of the radiation dose recorded by the MONET-monitors around the Borssele nuclear power plant and an explanation of how the background level at each measuring location was determined are provided in the report. In 2016, the highest value of the radiation dose for all four locations with continuous monitoring, after correcting for the natural background level, was 5.7 microsievert per year. An ABC-factor of 0.2 for the site boundary of Borssele NPP has been set in the permit. Following the application of the ABC-factor, this translates into a maximum effective dose of 1.1 microsievert per year, which is lower than the maximum value of 10 microsievert per year stipul
- Published
- 2018
11. Gammastralingsniveaumetingen aan de terreingrens van COVRA N.V. te Borsele in 2017 met het MONET-meetnet
- Author
-
ABI, VLH, Broek I van den, ABI, VLH, and Broek I van den
- Abstract
RIVM rapport:Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA N.V.) te Borsele lag in 2017 onder het toegestane maximum van 40 microsievert per jaar. De hoogste vastgestelde jaardosis is 3,0 microsievert. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en toetst of COVRA N.V. aan de vergunningseis voldoet COVRA N.V. moet ervoor zorgen dat de blootstelling van personen buiten de terreingrens maximaal 40 microsievert per jaar is. Dat is in de kernenergiewetvergunning vastgesteld. Om de maximale effectieve dosis te berekenen wordt het gammastralingsniveau op twaalf locaties langs de terreingrens gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de metingen wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. De resulterende meetwaarde wordt gecorrigeerd met de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor). Een ABC-factor hangt samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve gammastralingsdosis kan worden opgelopen. Na de toepassing van de ABC-factor is de berekende maximale effectieve gammadosis 3,0 microsievert per jaar. Dit is ruim onder de maximaal toegestane jaarlijkse limiet. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de twaalf MONET-monitoren aan de terreingrens van COVRA N.V. in 2017 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald., In 2017, the radiation level in 2017 caused by gamma radiation at the site boundary of the COVRA N.V., the Central Organisation for Radioactive Waste, was below the maximum permitted level of 40 microsievert per year. The maximum measured gamma dose is 3,0 microsievert per year. This is the result of measurements carried out by RIVM. RIVM is tasked by the Authority of Nuclear Safety and Radiation Protection (ANVS) to annually report on whether COVRA N.V. meets the criterion set out in its operating license. COVRA N.V. needs to ensure that the maximum effective dose received by persons outside the boundary of COVRA N.V. does not exceed 40 microsievert annually, as is stipulated in the operating license. In order to determine the maximum effective dose, the gamma radiation is measured at twelve locations along the site boundary. The measurements are carried out within the framework of the MONET monitoring network, which falls under the administrative management of the RIVM. The measurements are analyzed by subtracting the natural background value. The resulting measurement data are corrected with the so-called "Actuele Blootstelling Correctiefactor" (ABC-factor). An ABC-factor takes into account the specific use of the area where the gamma dose may be incurred. This translates into a maximum effective dose of 3.0 microsievert per year, which is far below the maximum permitted yearly gamma dose. In this report the daily averages of the radiation dose recorded by the MONET-monitors at the boundary of COVRA N.V. in 2017 are shown, and an explanation is given of how the background level at each measuring location was determined.
- Published
- 2018
12. Radon, thoron en gammastraling op werkplekken en in publiek toegankelijke gebouwen in Nederland : Resultaten RIVM-meetcampagne 2016-2017
- Author
-
ABI, VLH, Goemans P, de Waard IR, Blaauboer RO, Smetsers RCGM, de Groot GM, ABI, VLH, Goemans P, de Waard IR, Blaauboer RO, Smetsers RCGM, and de Groot GM
- Abstract
RIVM rapport:Op vrijwel alle werkplekken en in openbare gebouwen zijn de gemeten radonconcentraties laag, gemiddeld 15,9 Bq/m3 (Becquerel per kubieke meter). Wereldwijd bedraagt de gemiddelde radonconcentratie in gebouwen ongeveer 40 Bq/m3. Slechts in enkele zeer specifieke gevallen in dit onderzoek zijn de radonconcentraties hoger dan 300 Bq/m3. Bijvoorbeeld bij enkele grondwater-zuiveringsstations bij drinkwaterbedrijven en ondergrondse ruimten zoals grotten. De radonconcentraties zijn, net als in woningen, iets hoger in Zuid-Limburg en het Rivierengebied dan in de rest van Nederland. Dit komt doordat er in deze gebieden van nature meer radon vrijkomt uit de bodem. Dit blijkt uit een meetcampagne die het RIVM in de periode 2016-2017 heeft uitgevoerd op enkele honderden werkplekken en openbare gebouwen in Nederland. De resultaten van de meetcampagne geven een beeld van de radonconcentraties in gebouwen in Nederland. Dit is onder andere nodig om Europese regelgeving te implementeren. Een van de Europese verplichtingen is om nationale referentieniveaus vast te stellen voor radon op werkplekken en voor radon in openbare gebouwen. Beide referentieniveaus zijn in Nederland sinds 6 februari 2018 in het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgesteld op 100 Bq/m3. Behalve naar radon is onderzoek gedaan naar zogeheten thorondochters en naar gammastraling. Deze dragen net als radon bij aan de blootstelling aan natuurlijke radioactiviteit in gebouwen. De thorondochterconcentraties die nu op Nederlandse werkplekken en in openbare gebouwen zijn gemeten, liggen in lijn met de waarden die volgens internationale organisaties in gebouwen verwacht kunnen worden. De resultaten van de metingen naar gammastraling zijn vergelijkbaar met die in eerder uitgevoerde onderzoeken in Nederland en zijn laag ten opzichte van het vastgestelde referentieniveau voor gammastraling uit bouwmaterialen. Radon en thoron zijn radioactieve edelgassen die van nature ontstaan in de bodem en in bouwmater, Radon concentrations are low at almost all workplaces and public buildings in the Netherlands. The average radon concentration in workplaces and public buildings within this study is 15,9 Bq/m3 (Becquerel per cubic metre). The average radon concentration in buildings worldwide is around 40 Bq/m3. The radon concentrations exceeded 300 Bq/m3 only in a very few specific cases in this study, such as groundwater treatment stations at water companies, and underground rooms such as caves. As seen in dwellings, the radon concentrations are slightly higher in workplaces and public buildings in the southern part of Limburg and the Meuse-Rhine-Waal river delta. This is due to elevated concentrations of natural radionuclides in the soil. This was shown by a survey carried out by the RIVM at several hundred workplaces and public buildings in the Netherlands in the period 2016-2017. The reason for this survey was the European obligation to establish national reference levels for both radon in workplaces and radon in public buildings. On 6 February 2018 the Dutch government adopted national radon reference levels of 100 Bq/m3 in the Dutch Decree on Basic Safety Standards Radiation Protection (Bbs). In exceptional cases, the Minister can establish a higher reference level, of up to 300 Bq/m3. Within this survey, measurements are carried out on radon as well as thoron progeny and gamma radiation. They both contribute, along with radon, to exposure from natural radionuclides in buildings. The results of the current thoron progeny measurements in Dutch workplaces and public buildings are in line with values that, according to international organisations, are to be expected in buildings. The gamma radiation measurements are comparable with those of studies carried out earlier in the Netherlands and are relatively favourable. Radon and thoron are naturally occurring radioactive noble gasses, which are formed in soil and building materials made from soil. Indoor radon levels in the build
- Published
- 2018
13. Stralingsniveaumetingen aan het terrein van de EPZ kerncentrale Borssele in 2017
- Subjects
gammastraling ,NPP ,RIVM rapport 2018-0116 ,EPZ ,external radiation ,ambient effective dose ,omgevingsdosisequivalent ,kerncentrale - Abstract
Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van kerncentrale Borssele lag in 2017 onder het toegestane maximum van 10 microsievert per jaar. De hoogste vastgestelde dosis is 1,04 microsievert. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. De kerncentrale moet ervoor zorgen dat de blootstelling van personen buiten de terreingrens maximaal 10 microsievert per jaar is. Dat is in de revisie van de kernenergiewetvergunning van 2016 vastgelegd. Om de maximale effectieve dosis te berekenen wordt op de terreingrens het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. De resulterende meetwaarde wordt gecorrigeerd met de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor). Een ABC-factor hangt samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond het terrein van kerncentrale Borssele is de bestemming uitsluitend industriële doeleinden en daarvoor geldt een ABC-factor van 0,2. Na de toepassing van deze ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 1,04 microsievert per jaar. In 2017 is met vier monitoren op de terreingrens het gammastralingsniveau continu gemeten. In juni 2017 is het reguliere netwerk van acht monitoren hersteld, dat in 2016 vanwege werkzaamheden was onderbroken. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2017 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald.
- Published
- 2018
14. Stralingsniveaumetingen aan het terrein van de EPZ kerncentrale Borssele in 2017
- Author
-
Broek I van den, ABI, and VLH
- Subjects
gammastraling ,NPP ,RIVM rapport 2018-0116 ,EPZ ,external radiation ,ambient effective dose ,omgevingsdosisequivalent ,kerncentrale - Abstract
Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van kerncentrale Borssele lag in 2017 onder het toegestane maximum van 10 microsievert per jaar. De hoogste vastgestelde dosis is 1,04 microsievert. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. De kerncentrale moet ervoor zorgen dat de blootstelling van personen buiten de terreingrens maximaal 10 microsievert per jaar is. Dat is in de revisie van de kernenergiewetvergunning van 2016 vastgelegd. Om de maximale effectieve dosis te berekenen wordt op de terreingrens het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. De resulterende meetwaarde wordt gecorrigeerd met de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor). Een ABC-factor hangt samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond het terrein van kerncentrale Borssele is de bestemming uitsluitend industriële doeleinden en daarvoor geldt een ABC-factor van 0,2. Na de toepassing van deze ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 1,04 microsievert per jaar. In 2017 is met vier monitoren op de terreingrens het gammastralingsniveau continu gemeten. In juni 2017 is het reguliere netwerk van acht monitoren hersteld, dat in 2016 vanwege werkzaamheden was onderbroken. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2017 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald.
- Published
- 2018
15. Radon, thoron en gammastraling op werkplekken en in publiek toegankelijke gebouwen in Nederland : Resultaten RIVM-meetcampagne 2016-2017
- Author
-
Goemans P, de Waard IR, Blaauboer RO, Smetsers RCGM, de Groot GM, ABI, and VLH
- Subjects
radiation ,RIVM rapport 2018-0027 ,gammastraling ,straling ,natuurlijke radioactiviteit ,binnenmilieu ,working conditions ,gamma radiation ,natural radioactivity ,thoron ,radon ,indoor environment ,arbeidsomstandigheden - Abstract
Op vrijwel alle werkplekken en in openbare gebouwen zijn de gemeten radonconcentraties laag, gemiddeld 15,9 Bq/m3 (Becquerel per kubieke meter). Wereldwijd bedraagt de gemiddelde radonconcentratie in gebouwen ongeveer 40 Bq/m3. Slechts in enkele zeer specifieke gevallen in dit onderzoek zijn de radonconcentraties hoger dan 300 Bq/m3. Bijvoorbeeld bij enkele grondwater-zuiveringsstations bij drinkwaterbedrijven en ondergrondse ruimten zoals grotten. De radonconcentraties zijn, net als in woningen, iets hoger in Zuid-Limburg en het Rivierengebied dan in de rest van Nederland. Dit komt doordat er in deze gebieden van nature meer radon vrijkomt uit de bodem. Dit blijkt uit een meetcampagne die het RIVM in de periode 2016-2017 heeft uitgevoerd op enkele honderden werkplekken en openbare gebouwen in Nederland. De resultaten van de meetcampagne geven een beeld van de radonconcentraties in gebouwen in Nederland. Dit is onder andere nodig om Europese regelgeving te implementeren. Een van de Europese verplichtingen is om nationale referentieniveaus vast te stellen voor radon op werkplekken en voor radon in openbare gebouwen. Beide referentieniveaus zijn in Nederland sinds 6 februari 2018 in het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgesteld op 100 Bq/m3. Behalve naar radon is onderzoek gedaan naar zogeheten thorondochters en naar gammastraling. Deze dragen net als radon bij aan de blootstelling aan natuurlijke radioactiviteit in gebouwen. De thorondochterconcentraties die nu op Nederlandse werkplekken en in openbare gebouwen zijn gemeten, liggen in lijn met de waarden die volgens internationale organisaties in gebouwen verwacht kunnen worden. De resultaten van de metingen naar gammastraling zijn vergelijkbaar met die in eerder uitgevoerde onderzoeken in Nederland en zijn laag ten opzichte van het vastgestelde referentieniveau voor gammastraling uit bouwmaterialen. Radon en thoron zijn radioactieve edelgassen die van nature ontstaan in de bodem en in bouwmaterialen die daarvan worden gemaakt. Radon kan vanuit de bodem en bouwmaterialen in gebouwen terechtkomen. Thoron in gebouwen komt met name uit materialen waarmee de muren en plafonds zijn afgewerkt. De radioactieve stoffen die ontstaan als radon en thoron vervallen, vergroten het risico op het krijgen van longkanker, vooral bij rokers. Gammastraling in gebouwen komt uit bouwmaterialen en uit het buitenmilieu (al wordt de straling van buiten grotendeels weer door het gebouw afgeschermd) en draagt bij aan de blootstelling aan externe straling in gebouwen. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).
- Published
- 2018
16. Radon, thoron en gammastraling op werkplekken en in publiek toegankelijke gebouwen in Nederland : Resultaten RIVM-meetcampagne 2016-2017
- Subjects
radiation ,RIVM rapport 2018-0027 ,gammastraling ,straling ,natuurlijke radioactiviteit ,binnenmilieu ,working conditions ,gamma radiation ,natural radioactivity ,thoron ,radon ,indoor environment ,arbeidsomstandigheden - Abstract
Op vrijwel alle werkplekken en in openbare gebouwen zijn de gemeten radonconcentraties laag, gemiddeld 15,9 Bq/m3 (Becquerel per kubieke meter). Wereldwijd bedraagt de gemiddelde radonconcentratie in gebouwen ongeveer 40 Bq/m3. Slechts in enkele zeer specifieke gevallen in dit onderzoek zijn de radonconcentraties hoger dan 300 Bq/m3. Bijvoorbeeld bij enkele grondwater-zuiveringsstations bij drinkwaterbedrijven en ondergrondse ruimten zoals grotten. De radonconcentraties zijn, net als in woningen, iets hoger in Zuid-Limburg en het Rivierengebied dan in de rest van Nederland. Dit komt doordat er in deze gebieden van nature meer radon vrijkomt uit de bodem. Dit blijkt uit een meetcampagne die het RIVM in de periode 2016-2017 heeft uitgevoerd op enkele honderden werkplekken en openbare gebouwen in Nederland. De resultaten van de meetcampagne geven een beeld van de radonconcentraties in gebouwen in Nederland. Dit is onder andere nodig om Europese regelgeving te implementeren. Een van de Europese verplichtingen is om nationale referentieniveaus vast te stellen voor radon op werkplekken en voor radon in openbare gebouwen. Beide referentieniveaus zijn in Nederland sinds 6 februari 2018 in het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgesteld op 100 Bq/m3. Behalve naar radon is onderzoek gedaan naar zogeheten thorondochters en naar gammastraling. Deze dragen net als radon bij aan de blootstelling aan natuurlijke radioactiviteit in gebouwen. De thorondochterconcentraties die nu op Nederlandse werkplekken en in openbare gebouwen zijn gemeten, liggen in lijn met de waarden die volgens internationale organisaties in gebouwen verwacht kunnen worden. De resultaten van de metingen naar gammastraling zijn vergelijkbaar met die in eerder uitgevoerde onderzoeken in Nederland en zijn laag ten opzichte van het vastgestelde referentieniveau voor gammastraling uit bouwmaterialen. Radon en thoron zijn radioactieve edelgassen die van nature ontstaan in de bodem en in bouwmaterialen die daarvan worden gemaakt. Radon kan vanuit de bodem en bouwmaterialen in gebouwen terechtkomen. Thoron in gebouwen komt met name uit materialen waarmee de muren en plafonds zijn afgewerkt. De radioactieve stoffen die ontstaan als radon en thoron vervallen, vergroten het risico op het krijgen van longkanker, vooral bij rokers. Gammastraling in gebouwen komt uit bouwmaterialen en uit het buitenmilieu (al wordt de straling van buiten grotendeels weer door het gebouw afgeschermd) en draagt bij aan de blootstelling aan externe straling in gebouwen. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).
- Published
- 2018
17. Stralingsniveaumetingen aan het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2016
- Author
-
Broek I van den, ABI, and M&V
- Subjects
RIVM rapport 2017-0054 ,gammastraling ,NPP ,EPZ ,external radiation ,ambient effective dose ,omgevingsdosisequivalent ,kerncentrale - Abstract
Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2016 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de revisie van de kernenergiewetvergunning van 2016 moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een stralingsdosis ontvangen van hoogstens 10 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op minimaal vier punten op de terreingrens het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond het terrein van de kerncentrale in Borssele geldt voor de kerncentrale een ABC-factor van 0,2. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2016 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2016 was de hoogste waarde van de stralingsdosis op de vier locaties waar continu metingen zijn verricht, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 5,7 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 1,1 microsievert per jaar. Deze dosis is lager dan de vergunde maximale stralingsdosis van 10 microsievert per jaar.
- Published
- 2018
18. Stralingsniveaumetingen aan het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2016
- Subjects
RIVM rapport 2017-0054 ,gammastraling ,NPP ,EPZ ,external radiation ,ambient effective dose ,omgevingsdosisequivalent ,kerncentrale - Abstract
Het gammastralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2016 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de revisie van de kernenergiewetvergunning van 2016 moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een stralingsdosis ontvangen van hoogstens 10 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op minimaal vier punten op de terreingrens het gammastralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstelling Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond het terrein van de kerncentrale in Borssele geldt voor de kerncentrale een ABC-factor van 0,2. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2016 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2016 was de hoogste waarde van de stralingsdosis op de vier locaties waar continu metingen zijn verricht, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 5,7 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor is de berekende maximale effectieve dosis 1,1 microsievert per jaar. Deze dosis is lager dan de vergunde maximale stralingsdosis van 10 microsievert per jaar.
- Published
- 2018
19. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van COVRA N.V. te Borsele in de periode 2011-2014 met het MONET-meetnet
- Subjects
storage ,gammastraling ,radioactief afval ,COVRA ,external radiation ,RIVM rapport 2016-0105 ,radioactive waste ,opslag ,omgevingsdosisequivalent ,ambient dose equivalent - Abstract
alleen digitaal verschenen
- Published
- 2017
20. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van COVRA N.V. te Borsele in de periode 2011-2014 met het MONET-meetnet
- Author
-
Tanzi CP, ABI, and M&V
- Subjects
storage ,gammastraling ,radioactief afval ,COVRA ,external radiation ,RIVM rapport 2016-0105 ,radioactive waste ,opslag ,omgevingsdosisequivalent ,ambient dose equivalent - Abstract
alleen digitaal verschenen
- Published
- 2017
21. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2014
- Author
-
Tanzi CP, ABI, and M&V
- Subjects
gammastraling ,NPP ,EPZ ,external radiation ,ambient effective dose ,RIVM rapport 2015-0093 ,omgevingsdosisequivalent ,kerncentrale - Abstract
Het stralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2014 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de kernenergiewetvergunning moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een effectieve stralingsdosis ontvangen van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op acht punten op de terreingrens het stralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond Borssele geldt voor de kerncentrale een ABC-factor van 0,2. Het RIVM rapporteert in opdracht van de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de acht MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2014 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2014 was de hoogste waarde, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 1,7 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor, voor de toetsing van de vergunningslimiet, is de berekende maximale effectieve dosis 0,3 microsievert per jaar.
- Published
- 2017
22. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2012
- Subjects
gammastraling ,NPP ,EPZ ,external radiation ,ambient effective dose ,omgevingsdosisequivalent ,RIVM rapport 2014-0139 - Abstract
Het stralingsniveau aan de terreingrens van kerncentrale Borssele lag in 2012 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Volgens de kernenergiewetvergunning moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een effectieve stralingsdosis ontvangen van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op acht punten op de terreingrens het stralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond Borssele geldt voor de kerncentrale een ABC-factor van 0,2. In opdracht van de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, Ministerie van Infrastructuur en Milieu rapporteert het RIVM jaarlijks of de kerncentrale aan deze vergunningseis voldoet. In dit rapport zijn voor 2012 de daggemiddelden van de metingen van de acht MONET-monitoren rond de kerncentrale weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2012 was de hoogste waarde, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 6,1 microsievert per jaar. Na toepassing van de ABC-factor, voor toetsing aan de vergunningslimiet, is de berekende maximale effectieve dosis 1,2 microsievert per jaar.
- Published
- 2017
23. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2014
- Subjects
gammastraling ,NPP ,EPZ ,external radiation ,ambient effective dose ,RIVM rapport 2015-0093 ,omgevingsdosisequivalent ,kerncentrale - Abstract
Het stralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2014 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de kernenergiewetvergunning moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een effectieve stralingsdosis ontvangen van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op acht punten op de terreingrens het stralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond Borssele geldt voor de kerncentrale een ABC-factor van 0,2. Het RIVM rapporteert in opdracht van de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de acht MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2014 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2014 was de hoogste waarde, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 1,7 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor, voor de toetsing van de vergunningslimiet, is de berekende maximale effectieve dosis 0,3 microsievert per jaar.
- Published
- 2017
24. Lokale detectie-efficiëntie van de gammadetectoren : NMR-meetposten
- Subjects
niet-uniforme depositie ,gammastraling ,meetnet ,gamma radiation ,monitoring network ,non-uniform depostion - Abstract
Het Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR) is een waarschuwingsmeetnet voor stralingsongevallen en bestaat uit 167 meetlocaties. Op de meetlocaties staan gammadetectoren die het stralingsniveau van een passerende wolk met radionucliden kunnen bepalen. Het NMR geeft inzicht in de omvang en het verloop van een radioactieve besmetting tijdens een stralingsongeval. In de praktijk staan de gammadetectoren niet op een ideaal groot en leeg grasveld maar staan er objecten zoals bomen en gebouwen in de buurt. Deze objecten beïnvloeden de mate van de radioactieve besmetting of schermen de straling af die afkomstig is van de achterliggende gebieden. Het RIVM heeft een methode ontwikkeld om het totale effect van deze objecten in verhouding tot de ideale situatie te kunnen bepalen, de zogeheten lokale detectie-efficiëntie. Vóór deze studie was niet duidelijk welke objecten relevant zijn en tot welke afstand dat aan de orde is. Op een ideaal grasveld wordt de besmetting tot een afstand van ongeveer 500 meter in een keer gemeten. Uit deze studie blijkt dat het voldoende is de omgeving van elke meetlocatie binnen een straal van slechts 8 meter nauwkeurig in kaart te brengen. Voor dit doel worden foto's van de omgeving gemaakt tijdens het reguliere onderhoud van de meetlocaties. Voor afstanden groter dan 8 meter volstaat een algemene methode die gebruikmaakt van het Geografisch Informatie Systeem (GIS) van het RIVM. Met de algemene methode is al voor elke meetlocatie de lokale detectie-efficiëntie bepaald; in een later stadium moet de informatie over de eerste 8 meter nog daarin worden verwerkt.
- Published
- 2017
25. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van COVRA N.V. te Borsele in de periode 2011-2014 met het MONET-meetnet
- Author
-
ABI, M&V, Tanzi CP, ABI, M&V, and Tanzi CP
- Abstract
RIVM rapport:Het stralingsniveau aan de terreingrens van de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA N.V.) te Borsele lag in 2011, 2012, 2013 en 2014 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Volgens de kernenergiewet-vergunning mag de stralingsdosis aan de terreingrens van COVRA N.V ten hoogste 40 microsievert per jaar bedragen. Om dit te controleren wordt met stralingsmonitoren op zestien locaties het stralingsniveau gemeten. De monitoren zijn op de terreingrens, of langs een omheining binnen de terreingrens, geplaatst. De stralingsmetingen horen bij het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van deze bruto metingen wordt de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Ook wordt gekeken naar bijdragen aan het stralingsniveau die niet door COVRA N.V worden veroorzaakt. Om het netto resultaat te vertalen naar een effectieve stralingsdosis voor een persoon, wordt de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Over de periode 2011-2014 is, na het toepassen van de ABC-factor en, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, de hoogste berekende jaarwaarde 18 microsievert (in 2014). Het RIVM rapporteert in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS, voorheen Kernfysische Dienst) en toetst of COVRA N.V. aan de vergunningseis voldoet. Voor de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014 zijn de daggemiddelden van de zestien MONET-monitoren rond COVRA N.V. weergegeven, is de achtergrondwaarde bepaald, en is de netto effectieve stralingsdosis per jaar berekend., Over the years 2011-2014, the radiation level at the site boundary of the Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA N.V.), the Central Organisation for Radioactive Waste, was below the maximum permitted level. This is the conclusion of this report based on field measurements carried out by RIVM. Dutch legislation on the use of nuclear energy requires that the maximum dose rate at the site boundary of the COVRA N.V. does not exceed 40 microsievert annually. Control measurements of the radiation level were therefore carried out with radiation monitors placed at sixteen locations, chosen either at the site boundary or along a fence within the site itself. The radiation monitors are part of the MONET monitoring network, which falls under the administrative management of the RIVM. The measurements are processed by subtracting contributions not caused by COVRA N.V., and the natural background value, from the measured value. This net result is then translated into the effective radiation dose for an individual, by applying the so-called 'Actual Exposure Correction factor' (ABC-factor). ABC-factors are closely linked with the specific use of the site where the effective radiation dose can be incurred. Over the period 2011 to 2014 the highest yearly dose (after correction for the ABC-factor and the natural background), is found to be 18 microsievert (in 2014). In order to fulfill the task assigned in the period 2011-2014 by the Authority of Nuclear Safety and Radiation Protection (ANVS, formerly known as KFD), RIVM reports on whether COVRA N.V. meets the criterion set out in its license. In this report the daily averages of the effective dose around COVRA N.V. are shown, together with an explanation of how the background level for the MONET monitors is determined.
- Published
- 2016
26. Stralingsniveaumetingen rond het terrein van de EPZ kerncentrale te Borssele in 2014
- Author
-
ABI, M&V, Tanzi CP, ABI, M&V, and Tanzi CP
- Abstract
RIVM rapport:Het stralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale in Borssele lag in 2014 onder het toegestane maximum. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM. Het RIVM rapporteert jaarlijks of de kerncentrale aan de vergunningseis voldoet. Volgens de kernenergiewetvergunning moet de kerncentrale ervoor zorgen dat personen buiten de terreingrens een effectieve stralingsdosis ontvangen van ten hoogste 40 microsievert per jaar. Om dit te controleren wordt op acht punten op de terreingrens het stralingsniveau gemeten. Dit gebeurt met het door het RIVM beheerde MONET-meetnet. Van de meting wordt vervolgens de natuurlijke achtergrondwaarde afgetrokken. Om het resultaat te vergelijken met het toegestane niveau, wordt de zogeheten Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) toegepast. ABC-factoren hangen samen met de bestemming van het gebied waar de effectieve stralingsdosis kan worden opgelopen. Rond Borssele geldt voor de kerncentrale een ABC-factor van 0,2. Het RIVM rapporteert in opdracht van de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport. In dit rapport zijn de daggemiddelden van de metingen van de acht MONET-monitoren rond de kerncentrale in 2014 weergegeven. Ook wordt uitgelegd hoe voor elk meetpunt de natuurlijke achtergrondwaarde is bepaald. In 2014 was de hoogste waarde, na aftrek van de natuurlijke achtergrond, 1,7 microsievert per jaar. Na de toepassing van de ABC-factor, voor de toetsing van de vergunningslimiet, is de berekende maximale effectieve dosis 0,3 microsievert per jaar., In 2014, the radiation level at the site boundary of the Borssele nuclear power plant (NPP) was below the maximum permitted level. This is the conclusion of this report, which is based on measurements carried out by the RIVM on location. The permit, granted following the Dutch legislation on the use of nuclear energy, requires that the maximum effective dose received by persons outside the site boundary of Borssele NPP does not exceed 40 microsievert annually. Control measurements of the radiation level were therefore carried out at eight locations at the site boundary. This is done within the framework of the MONET monitoring network, which falls under the administrative management of the RIVM. The measurements are processed by subtracting the natural background value from the measured value. The result is then translated into the effective radiation dose for an individual, and the so-called Actuele Blootstellings Correctiefactor (ABC-factor) is applied. ABC-factors are closely linked with the specific use of the site where the effective radiation dose is calculated. RIVM is tasked to annually report on whether the NPP Borssele meets the criterion stipulated in the license by the Department of Nuclear Safety, Security and Safeguards of the Human Environment and Transport Inspectorate, Dutch Ministry of Infrastructure and Environment of the Netherlands. Both the daily averages of the eight MONET-monitors around the NPP Borssele and an explanation of how the background level at each measuring location was determined are provided in the report. In 2014, the highest value of all monitors, after correcting for the natural background level, was 1.7 microsievert per year. An ABC-factor of 0.2 for the site boundary of Borssele NPP has been set in the permit. This translates into a maximum effective dose of 0.3 microsievert per year, following the application of the ABC-factor, and allows comparison with the value stipulated in the permit.
- Published
- 2015
27. SOIL-RAD - A computer program to calculate air kerma, ambient dose rate and effective dose rate due to photons emitted by radionuclides distributed in soil or on the soil-air surface
- Subjects
gammastraling ,bodem ,model ,effectief dosistempo ,radionucliden ,kerma tempo - Abstract
In verschillende onderzoeken is er behoefte aan een geautomatiseerde methode voor het bepalen van de dosis ten gevolge van externe bestraling door radionucliden in en op de bodem. Hierbij kan gedacht worden aan migratie van fallout in de bodem, berekenen van de afschermende werking van de bodem bij het opbrengen van een afdeklaag over een laag ertsafval en het dosistempo door de natuurlijke aanwezigheid van radionucliden. In het kader van een onderzoek naar het gebruik van het Landelijk Meetnet voor Radioactiviteit (LMR) voor de bepaling van de natuurlijke achtergrond is daarvoor een computerprogramma ontwikkeld. In dit rapport wordt de onderliggende berekeningsmethode beschreven. Hiertoe werd een reeds bestaande methode aangepast en uitgebreid. Naast een beschrijving van de methode wordt ook de opbouw van het computerprogramma SOIL-RAD toegelicht en is een gebruiksaanwijzing toegevoegd. Vergelijking van de eerste modelresultaten met elders gepubliceerde gegevens geeft vertrouwen in de bruikbaarheid van het programma.
- Published
- 2012
28. Technisch memorandum betreffende de gamma-calibratie-opstelling voor stralingsbeschermingsdoeleinden
- Author
-
Bader and F.J.M.
- Subjects
gammastraling ,vgz ,calibratiefaciliteit ,stralingsbescherming ,dosimetrie - Abstract
In dit rapport is de ontwikkeling beschreven van een bestralingsfaciliteit ten behoeve van het calibreren van stralingsmeetapparatuur voor stralingshygienische toepassingen. Vanaf de bouw van een prototype (1e generatie) medio 1972 tot en met de in gebruik neming van de laatste versie van de bestralingsfaciliteit (3e generatie) in het voorjaar 1982, hebben alle medewerkers van de Afdeling Standaarddosimetrie bijdragen aan dit project geleverd. De aanzet tot het bundelen van al deze bijdragen tot en met juli 1983 is gegeven door Ir.G.H.Hofmeester in samenwerking met Drs.A.H.L.Aalbers. De samenstelling van dit technisch memorandum is ter hand genomen door F.J.M.Bader die ook het grootste deel van de dosimetrische experimenten heeft uitgevoerd.
- Published
- 2012
29. SOIL-RAD - A computer program to calculate air kerma, ambient dose rate and effective dose rate due to photons emitted by radionuclides distributed in soil or on the soil-air surface
- Author
-
Blaauboer RO and LSO
- Subjects
gammastraling ,bodem ,model ,effectief dosistempo ,radionucliden ,kerma tempo - Abstract
In verschillende onderzoeken is er behoefte aan een geautomatiseerde methode voor het bepalen van de dosis ten gevolge van externe bestraling door radionucliden in en op de bodem. Hierbij kan gedacht worden aan migratie van fallout in de bodem, berekenen van de afschermende werking van de bodem bij het opbrengen van een afdeklaag over een laag ertsafval en het dosistempo door de natuurlijke aanwezigheid van radionucliden. In het kader van een onderzoek naar het gebruik van het Landelijk Meetnet voor Radioactiviteit (LMR) voor de bepaling van de natuurlijke achtergrond is daarvoor een computerprogramma ontwikkeld. In dit rapport wordt de onderliggende berekeningsmethode beschreven. Hiertoe werd een reeds bestaande methode aangepast en uitgebreid. Naast een beschrijving van de methode wordt ook de opbouw van het computerprogramma SOIL-RAD toegelicht en is een gebruiksaanwijzing toegevoegd. Vergelijking van de eerste modelresultaten met elders gepubliceerde gegevens geeft vertrouwen in de bruikbaarheid van het programma.
- Published
- 2012
30. Stralingsniveaumetingen op het terrein van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene gedurende de jaren 1987 en 1988
- Author
-
Dongen R van, Zanten R van, and Lunenburg APPA van
- Subjects
gammastraling ,stralingsniveau ,tld ,exposietempo - Abstract
In dit rapport zijn de resultaten samengevat van de stralingsniveaumetingen, welke op een elftal plaatsen in 1987 en op een twaalftal plaatsen in 1988 op het terrein van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene zijn uitgevoerd. De metingen vonden plaats door gebruik te maken van thermoluminiscentiedosimeters. Een van de meetpunten diende ter bepaling van het exposietempo van de natuurlijke achtergrondstraling (referentieniveau). In het algemeen kan geconcludeerd worden dat de exposietempi op de meetpunten in 1987 en 1988, wellicht met uitzondering van de waarden gemeten aan de voorkant van het gebouw Sg gedurende de de periode 23/10/1987-16/11/1987, niet significant afwijken van het niveau van de natuurlijke achtergrondstraling in Nederland. De geringe verhoging van het gemiddelde stralingsniveau bij gebouw Sg ten opzichte van het referentieniveau dient toegeschreven te worden aan de aldaar uitgevoerde bestralingswerkzaamheden voor calibratiedoeleinden.
- Published
- 2012
31. TRAX: a track structure model for nanometer resolution in calculating the response of several single-hit and biological detectors to different radiations
- Subjects
gammastraling ,stopping power ,straling ,inactivering fibroblast ,track model ,elektronen ,biologisch effect ,alanine dosimeter - Abstract
Een 'track structure' (ionisatiespoor) model (TRAX) van de ruimtelijke energiedepositie door elektronen, ionen en gamma-straling wordt gepresenteerd. Het model is gebaseerd op fundamentele fysische principes zoals Coulomb-interactie en het excitatiespectrum van water. Met het model is het mogelijk om, binnen een groot energiebereik, de 'collision stopping power', de gemiddelde energie-overdracht per botsing en de gemiddelde straal van het ionisatiespoor te berekenen. Daarnaast is het voor een gegeven initieel spectrum van primaire deeltjes mogelijk het gehele verstrooiingsspectrum van gamma-straling, rontgenstraling, elektronen en ionen te berekenen alsmede de relatieve bijdrage van alle primaire en secundaire deeltjes in het energie-absorptieproces. Met het model is de respons berekend van twee zogenaamde single-hit targets (een radiochrome kleurenfilm en een alanine dosimeter) en een biologisch systeem (de inactivering van menselijke fibroblasten) na bestraling met fotonen, elektronen en diverse ionen. De relatieve respons is aan het model gefit en de fitparameters worden hier nader besproken. Toepassing van het TRAX-model geeft inzicht in de relatieve bijdrage van de verschillende primaire en secundaire deeltjes in het stralingseffect op diverse biologische en niet-biologische systemen.
- Published
- 2012
32. Technisch memorandum betreffende de gamma-calibratie-opstelling voor stralingsbeschermingsdoeleinden
- Subjects
gammastraling ,vgz ,calibratiefaciliteit ,stralingsbescherming ,dosimetrie - Abstract
In dit rapport is de ontwikkeling beschreven van een bestralingsfaciliteit ten behoeve van het calibreren van stralingsmeetapparatuur voor stralingshygienische toepassingen. Vanaf de bouw van een prototype (1e generatie) medio 1972 tot en met de in gebruik neming van de laatste versie van de bestralingsfaciliteit (3e generatie) in het voorjaar 1982, hebben alle medewerkers van de Afdeling Standaarddosimetrie bijdragen aan dit project geleverd. De aanzet tot het bundelen van al deze bijdragen tot en met juli 1983 is gegeven door Ir.G.H.Hofmeester in samenwerking met Drs.A.H.L.Aalbers. De samenstelling van dit technisch memorandum is ter hand genomen door F.J.M.Bader die ook het grootste deel van de dosimetrische experimenten heeft uitgevoerd.
- Published
- 2012
33. Lokale detectie-efficiëntie van de gammadetectoren : NMR-meetposten
- Author
-
LSO, mev, den Outer PN, LSO, mev, and den Outer PN
- Abstract
RIVM rapport:Het Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR) is een waarschuwingsmeetnet voor stralingsongevallen en bestaat uit 167 meetlocaties. Op de meetlocaties staan gammadetectoren die het stralingsniveau van een passerende wolk met radionucliden kunnen bepalen. Het NMR geeft inzicht in de omvang en het verloop van een radioactieve besmetting tijdens een stralingsongeval. In de praktijk staan de gammadetectoren niet op een ideaal groot en leeg grasveld maar staan er objecten zoals bomen en gebouwen in de buurt. Deze objecten beïnvloeden de mate van de radioactieve besmetting of schermen de straling af die afkomstig is van de achterliggende gebieden. Het RIVM heeft een methode ontwikkeld om het totale effect van deze objecten in verhouding tot de ideale situatie te kunnen bepalen, de zogeheten lokale detectie-efficiëntie. Vóór deze studie was niet duidelijk welke objecten relevant zijn en tot welke afstand dat aan de orde is. Op een ideaal grasveld wordt de besmetting tot een afstand van ongeveer 500 meter in een keer gemeten. Uit deze studie blijkt dat het voldoende is de omgeving van elke meetlocatie binnen een straal van slechts 8 meter nauwkeurig in kaart te brengen. Voor dit doel worden foto's van de omgeving gemaakt tijdens het reguliere onderhoud van de meetlocaties. Voor afstanden groter dan 8 meter volstaat een algemene methode die gebruikmaakt van het Geografisch Informatie Systeem (GIS) van het RIVM. Met de algemene methode is al voor elke meetlocatie de lokale detectie-efficiëntie bepaald; in een later stadium moet de informatie over de eerste 8 meter nog daarin worden verwerkt., The National Monitoring network of Radiation (NMR) is an early warning system for nuclear accidents and comprises 167 measuring locations. Gamma detectors at each measuring location are able to determine the level of radioactivity of a passing cloud containing radionuclides. The network gives insight into the extent and development of the radioactive contamination during a nuclear accident. Genenarly , the surroudings of gamma detectors are not ideal, i.e. on a relatively large and empty grass field without objects such as trees and nearby buildings. Such objects influence the radioactive contamination or shield from radiation emanating from places located further away. RIVM has developed a method that assesses the total influence of these objects relative to the ideal situation, the so-called local detection efficiency (LDE). Little information concerning the importance of the various objects and the distances to which it applies was available at the start of the project. In an ideal situation, an area up to 500 meters is measured at once. This project shows that it is sufficient to accurately map the direct surrounding of a detector only up to 8 meters. For this purpose, photographs of the surroundings are made during scheduled maintenance of the network. For distances beyond 8 meters, a more generic approach suffices that uses the Geographical Information System (GIS) of RIVM. The local detection efficiency for each detector has already been determined by applying this generic approach; at a later stage information on the local surroundings, up to 8 meters, should still be incorporated in the results.
- Published
- 2013
34. In-situ element analysis from gamma-ray and neutron spectra using a pulsed-neutron source
- Author
-
Maleka, Peane Peter, Meijer, Rob, and Research unit Medical Physics
- Subjects
Gammastraling ,Pulsen ,specifieke kernreacties en kernverstrooiing ,hoge-energiekernfysica ,Versnellers ,Elementen (chemie) ,Proefschriften (vorm) ,Neutronenspectra - Published
- 2010
35. In-situ element analysis from gamma-ray and neutron spectra using a pulsed-neutron source
- Subjects
Gammastraling ,Pulsen ,specifieke kernreacties en kernverstrooiing ,hoge-energiekernfysica ,Versnellers ,Elementen (chemie) ,Proefschriften (vorm) ,Neutronenspectra - Published
- 2010
36. In-situ element analysis from gamma-ray and neutron spectra using a pulsed-neutron source
- Subjects
Gammastraling ,Pulsen ,specifieke kernreacties en kernverstrooiing ,hoge-energiekernfysica ,Versnellers ,Elementen (chemie) ,Proefschriften (vorm) ,Neutronenspectra - Published
- 2010
37. Salt-marsh sediment
- Subjects
Gammastraling ,Waddenzee ,elektromagnetische overgangen ,Sedimenten ,radioactiviteit ,Proefschriften (vorm) ,sedimentatie ,Schorren ,Slik ,Schiermonnikoog ,Patronen (modellen) - Published
- 2009
38. Salt-marsh sediment: Natural γ-radioactivity and spatial patterns
- Author
-
de Groot, Alma Vimala, de Meijer, R.J., Bakker, Jan, and van der Graaf, E.R.
- Subjects
Gammastraling ,Waddenzee ,elektromagnetische overgangen ,Sedimenten ,radioactiviteit ,ComputingMethodologies_DOCUMENTANDTEXTPROCESSING ,Proefschriften (vorm) ,sedimentatie ,Schorren ,GeneralLiterature_REFERENCE(e.g.,dictionaries,encyclopedias,glossaries) ,Slik ,Schiermonnikoog ,Patronen (modellen) - Published
- 2009
39. Salt-marsh sediment:Natural gamma-radioactivity and spatial patterns
- Author
-
de Groot, Alma Vimala, de Groot, Alma Vimala, de Groot, Alma Vimala, and de Groot, Alma Vimala
- Published
- 2009
40. Zand in beweging. Het transport van zware mineralen voor de kust van Ameland
- Author
-
R. Koomans and R. Koomans
- Abstract
Het zand van de kust van Ameland heeft al menige GEA-donateur tot vervoering gebracht. Niet alleen door de uitge-strekte kustvlakte waar mooie sedimentaire structuren te vinden zijn, maar vooral door de grote concentratie en ver-scheidenheid van zware mineralen in het sediment (Stemvers - van Bemmel, 1995; Stemvers - van Bemmel, 1999). De voornoemde Gea artikelen laten vooral zien dat op micro-scopische schaal het sediment van Ameland heel erg geva-rieerd is. Dit artikel geeft een overzicht van de processen die ervoor zorgen dat grote hoeveelheden zware mineralen voor de kust van Ameland gevonden kunnen worden; het is een samenvatting van delen van mijn promotieonderzoek naar effecten van korreldichtheid en korrelgrootte op het transport van zand in het kustgebied (Koomans, 2000).
- Published
- 2001
41. Begrijpelijke radioactiviteitmeter
- Author
-
P. Stemvers and P. Stemvers
- Published
- 1999
42. Gamma-ray emission in the spontaneous fission of 252Cf and in the induced fission of 229Np* (fission time scales)
- Subjects
Gammastraling ,Neptunium ,elektromagnetische overgangen ,Californium ,radioactiviteit ,Proefschriften (vorm) ,Kernsplitsing - Published
- 1995
43. Gamma-ray emission in the spontaneous fission of 252Cf and in the induced fission of 229Np* (fission time scales)
- Subjects
Gammastraling ,Neptunium ,elektromagnetische overgangen ,Californium ,radioactiviteit ,Proefschriften (vorm) ,Kernsplitsing - Published
- 1995
44. TRAX: a track structure model for nanometer resolution in calculating the response of several single-hit and biological detectors to different radiations
- Author
-
LSO, Blaauboer RO, Leenhouts HP, LSO, Blaauboer RO, and Leenhouts HP
- Abstract
RIVM rapport:Een 'track structure' (ionisatiespoor) model (TRAX) van de ruimtelijke energiedepositie door elektronen, ionen en gamma-straling wordt gepresenteerd. Het model is gebaseerd op fundamentele fysische principes zoals Coulomb-interactie en het excitatiespectrum van water. Met het model is het mogelijk om, binnen een groot energiebereik, de 'collision stopping power', de gemiddelde energie-overdracht per botsing en de gemiddelde straal van het ionisatiespoor te berekenen. Daarnaast is het voor een gegeven initieel spectrum van primaire deeltjes mogelijk het gehele verstrooiingsspectrum van gamma-straling, rontgenstraling, elektronen en ionen te berekenen alsmede de relatieve bijdrage van alle primaire en secundaire deeltjes in het energie-absorptieproces. Met het model is de respons berekend van twee zogenaamde single-hit targets (een radiochrome kleurenfilm en een alanine dosimeter) en een biologisch systeem (de inactivering van menselijke fibroblasten) na bestraling met fotonen, elektronen en diverse ionen. De relatieve respons is aan het model gefit en de fitparameters worden hier nader besproken. Toepassing van het TRAX-model geeft inzicht in de relatieve bijdrage van de verschillende primaire en secundaire deeltjes in het stralingseffect op diverse biologische en niet-biologische systemen., Described in this report is a track structure model (TRAX) for the spatial energy deposition of electrons, ions and gamma-rays based on such elementary physical principles as Coulomb interaction and the excitation spectrum of water. The model enables calculation over a wide energy range of the collision stopping power, the average energy transfer per event and the average track radius. Further, for a given initial spectrum of primary particles or gamma-rays, the entire spectrum of secondary particles can be calculated, along with the relative contribution of primary and secondary particles participating in the energy absorption process. The model is used to determine the response of two single-hit detectors (a radiochromic dye film and an alanine detector) and a biological system (the inactivation of human fibroblasts) to gamma-rays, electrons and various ions. The relative response of the systems is fitted using the model and the significance of the fitting parameters is discussed. Use of the model provides insight into the relative contribution of the various primary and secondary particles in the radiation effect on several one-hit dosimeters and biological systems.
- Published
- 1995
45. SOIL-RAD - A computer program to calculate air kerma, ambient dose rate and effective dose rate due to photons emitted by radionuclides distributed in soil or on the soil-air surface
- Author
-
LSO, Blaauboer RO, LSO, and Blaauboer RO
- Abstract
RIVM rapport:In verschillende onderzoeken is er behoefte aan een geautomatiseerde methode voor het bepalen van de dosis ten gevolge van externe bestraling door radionucliden in en op de bodem. Hierbij kan gedacht worden aan migratie van fallout in de bodem, berekenen van de afschermende werking van de bodem bij het opbrengen van een afdeklaag over een laag ertsafval en het dosistempo door de natuurlijke aanwezigheid van radionucliden. In het kader van een onderzoek naar het gebruik van het Landelijk Meetnet voor Radioactiviteit (LMR) voor de bepaling van de natuurlijke achtergrond is daarvoor een computerprogramma ontwikkeld. In dit rapport wordt de onderliggende berekeningsmethode beschreven. Hiertoe werd een reeds bestaande methode aangepast en uitgebreid. Naast een beschrijving van de methode wordt ook de opbouw van het computerprogramma SOIL-RAD toegelicht en is een gebruiksaanwijzing toegevoegd. Vergelijking van de eerste modelresultaten met elders gepubliceerde gegevens geeft vertrouwen in de bruikbaarheid van het programma., In several research projects on environmental radiation there is a need for an automated system to calculate, for instance, the kerma in air or ambient dose rate that results from photons emitted by radionuclides in soil or on the soil surface. Some applications are migration of fallout radionuclides in soil, calculation of the shielding effect of soil due to landfill and the calculation of dose rate due to the naturally occurring radionuclides in soil. In the framework of an investigation aimed at determining the natural radiation background using the National Radioactivity Monitoring network (NRM), a computer application was developed for this purpose. In this report the underlying calculation method is described. An already existing method was adapted and expanded. Besides a description of this method, the structure of the SOIL-RAD program is illustrated and instructions for use are given. Comparison of the first results to data published elsewhere confirms the usefulness of the program.
- Published
- 1995
46. Mechanism of high-energy gamma-ray production in nuclear collisions
- Subjects
Gammastraling ,hoge-energiekernfysica ,Kernreacties ,Proefschriften (vorm) ,Nucleonen ,Spectrometrie - Published
- 1991
47. Mechanism of high-energy gamma-ray production in nuclear collisions
- Subjects
Gammastraling ,hoge-energiekernfysica ,Kernreacties ,Proefschriften (vorm) ,Nucleonen ,Spectrometrie - Published
- 1991
48. De continentale diepteboring in Duitsland: een speldeprik in de aardkorst?
- Author
-
J.H.A. te Boekhorst and J.H.A. te Boekhorst
- Abstract
Vorig jaar waren wij, mijn echtgenote en ik, op vakantie in de Oberpfalz, in de nabijheid van de Duits-Tsjechische grens. Niet om specifiek geologische redenen, alhoewel uiteraard bezoeken aan enige vindplaatsen op het programma stonden. In een bij het plaatselijke VVV-kantoor veroverde folder werd iets vermeld over het KTB-project, dat in de Oberpfalz wordt uitgevoerd. KTB staat voor "Continentales Tiefbohrprogramm der Bundesrepublik Deutschland". Over dit project had ik inderdaad gelezen, ook dat dit werd uitgevoerd in het Duits-Tsjechische grensgebied. De exacte lokatie van deze boring bleek op nog geen 15 km van ons vakantieonderkomen te liggen, er was dus geen enkele belemmering om er eens langs te gaan.
- Published
- 1992
49. 'T zit in 't zand en 't tikt
- Author
-
R.J. de Meijer and R.J. de Meijer
- Abstract
All natural materials are radioactive and radioactivity is a phenomenon as old as the earth. In this paper it is indicated how we think that radioactivity can be a tool to enhance our knowledge on topics like sand transport in coastal zones, provenance of sand, its age and the age of the sediment of which it is a part. This paper reviews the research by our group, carried out in collaboration with various research groups and agencies.
- Published
- 1990
50. Stralingsniveaumetingen op het terrein van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene gedurende de jaren 1987 en 1988
- Author
-
Dongen R van, Zanten R van, Lunenburg APPA van, Dongen R van, Zanten R van, and Lunenburg APPA van
- Abstract
RIVM rapport:In dit rapport zijn de resultaten samengevat van de stralingsniveaumetingen, welke op een elftal plaatsen in 1987 en op een twaalftal plaatsen in 1988 op het terrein van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene zijn uitgevoerd. De metingen vonden plaats door gebruik te maken van thermoluminiscentiedosimeters. Een van de meetpunten diende ter bepaling van het exposietempo van de natuurlijke achtergrondstraling (referentieniveau). In het algemeen kan geconcludeerd worden dat de exposietempi op de meetpunten in 1987 en 1988, wellicht met uitzondering van de waarden gemeten aan de voorkant van het gebouw Sg gedurende de de periode 23/10/1987-16/11/1987, niet significant afwijken van het niveau van de natuurlijke achtergrondstraling in Nederland. De geringe verhoging van het gemiddelde stralingsniveau bij gebouw Sg ten opzichte van het referentieniveau dient toegeschreven te worden aan de aldaar uitgevoerde bestralingswerkzaamheden voor calibratiedoeleinden., not available
- Published
- 1989
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.