741 results on '"informatieverspreiding"'
Search Results
2. Gewasbescherming en omwonenden
- Abstract
Als agrariër ga je zorgvuldig te werk met gewasbeschermingsmiddelen. Toch maken burgers en omwonenden zich soms zorgen over het toepassen ervan. Hoe ga je daar als gebruiker mee om?
- Published
- 2020
3. Informatievoorziening bij calamiteiten : Deltafact
- Author
-
Verkade, J. and Verkade, J.
- Abstract
Deze Deltafact richt zich op de informatievoorziening bij hoog water en overstromingen vanuit de werkwijze bij de landelijke overheid en de aansluiting bij de waterschappen en veiligheidsregio’s. Als voorbeeld worden de voorspellingen in met name het rivierengebied gebruikt. Verschillende partijen werken samen en voorzien elkaar en de burger van informatie bij hoog water en een mogelijke overstroming. Betrokken partijen zijn de veiligheidsregio, het waterschap, Rijkswaterstaat, de gemeentes en de provincies.
- Published
- 2017
4. 10 stellingen over het delen van kostprijsinformatie : kostprijsdeling stellingsgewijs benaderd : focus op kostprijsinformatie
- Subjects
varkenshouderij ,informatieverspreiding ,landbouwproductie ,bedrijfseconomie ,publicity ,LEI Data ,publiciteit ,diffusion of information ,landbouwprijzen ,agricultural production ,agricultural prices ,Consument & Keten ,business economics ,Consumer and Chain ,pig farming - Abstract
Er is het laatste jaar meerdere malen geroepen dat de varkenssector moet ophouden met het voortdurend openbaar maken van informatie zoals kostprijzen, inkomens, technische cijfers. “De groenteboer vertelt toch ook niet wat een krop sla werkelijk kost?”, zo luidt dan een argument. Als LEI Wageningen UR hebben we met deze discussie te maken. De oorsprong van het LEI hangt samen met de wens tot inzicht in de productiekosten van de landbouw - in de jaren na de Tweede Wereldoorlog - toen er behoefte was om de voedselvoorziening veilig te stellen. We dragen in dit artikel ons steentje bij aan de discussie door een aantal stellingen en reacties daarop.
- Published
- 2014
5. Help, ik word geïnterviewd! : waarom geïnterviewd worden veel moeilijker is dan interviewen
- Author
-
Voskuil, P. and Voskuil, P.
- Abstract
Journalisten, redacties, ‘de media’ – je wordt er af en toe doodmoe van. Maar ze kunnen soms ook verrekte handig zijn om een bepaalde boodschap te verspreiden. Samenwerken is daarom vaak een noodzakelijk kwaad. Maar hoe pak je de zaken het beste aan als je ineens een journalist aan de lijn hebt? NWST geeft tips en een kijkje achter de schermen.
- Published
- 2016
6. Betrouwbare data als basis : CR Delta-voorzitter Wietse Duursma: ‘fokkerij wordt steeds meer datagestuurd’
- Author
-
Knaap, J. van der and Knaap, J. van der
- Abstract
De afgelopen jaren nam Wietse Duursma steeds meer managementbeslissingen op basis van fokkerijkengetallen. De melkveehouder uit Bellingwolde is de nieuwe voorzitter van de coöperatie CR Delta en voorziet nog veel mogelijkheden als bedrijfsdata vanuit bijvoorbeeld mpr meer gedeeld worden. ‘Pas als je data gaat delen, krijgen ze meerwaarde.’
- Published
- 2016
7. Mag de burger alles weten? : waterschappen en drinkwaterbedrijven krijgen steeds meer data
- Author
-
Peters, S. and Peters, S.
- Abstract
Open Data: al enige tijd een hot item in de waterwereld. Dát waterschappen en drinkwaterbedrijven informatie gaan delen, daarover geen twijfel. Maar welke data wèl en welke niet? In welke vorm? En hoe zit het met de veiligheid?
- Published
- 2016
8. Ik voel nattigheid
- Subjects
Communicatiewetenschap ,communication ,Soil Science Centre ,informatieverspreiding ,Communication Science ,waterbeheer ,farmers ,communicatie ,knowledge transfer ,boeren ,diffusion of information ,MGS ,polder boards ,water management ,kennisoverdracht ,Alterra - Centrum Bodem ,waterschappen - Published
- 2007
9. Vrijgeven van overheids(geo-)informatie
- Subjects
Alterra - Centrum Geo-informatie ,physical geography ,informatieverspreiding ,fysische geografie ,Centre Geo-information ,infrastructure ,PE&RC ,Centrum Ecosystemen ,Centre for Ecosystem Studies ,infrastructuur ,Laboratory of Geo-information Science and Remote Sensing ,diffusion of information ,distribution ,distributie ,Laboratorium voor Geo-informatiekunde en Remote Sensing - Abstract
Nu de digitalisering en informatisering van onze samenleving snel toenemen, ontstaat de vraag of de overheid haar geo-informatiebeleid moet aanpassen en deze informatie ook vrij beschikbaar moet stellen aan burgers en organisaties zodat maatschappelijke (en economische) ontwikkelingen niet worden geremd. Onduidelijk is echter welke maatschappelijke effecten kunnen worden verwacht indien de overheid dit doet. In dit artikel worden de resultaten van een korte verkennende studie gepresenteerd. Kortom: de toegang van burgers en overheden tot geo-informatie
- Published
- 2007
10. Dierenwelzijn in groen onderwijs
- Author
-
Ruis, M.A.W. and de Man, A.
- Subjects
agrarisch onderwijs ,informatieverspreiding ,lesmaterialen ,cooperation ,knowledge transfer ,agricultural education ,intermediate vocational training ,dierenwelzijn ,animal welfare ,teaching materials ,diffusion of information ,networks ,kennisoverdracht ,middelbaar beroepsonderwijs ,samenwerking ,netwerken - Published
- 2015
11. Spotlight on the presenter : a study into presentations of conference papers with PowerPoint
- Author
-
Hertz, B., Wageningen University, Cees van Woerkum, and P. Kerkhof
- Subjects
Strategic Communication ,applications ,toepassingen ,openbare redes ,communicatievaardigheden ,informatieverspreiding ,Strategische Communicatie ,verbal communication ,scientists ,publiceren ,verbale communicatie ,diffusion of information ,MGS ,wetenschappers ,publishing ,communication skills ,public speeches - Abstract
1. Introduction PowerPoint is the most widely used presentation software tool. As of 2012, PowerPoint had more than 200 million presenters worldwide. Presenters all over the world use the program. Some use it for university teaching, others for business meetings and some even use PowerPoint to deliver a sermon. But the program doesn’t always seem to be used to the satisfaction of the audience. In many critical articles, presenters are accused of using too many words on their slides and too often looking at the projection instead of keeping eye contact with the audience. Some authors also criticize the program itself for what they see as a negative influence on presentations. If these critical observations are valid, then PowerPoint presentations don’t conform to the advice given in instruction books nor to the outcome of research into human information processing. This advice usually proposes the use of minimal text on slides, and instead using pictures or other graphics. This would help the audience process the information. In addition, the instruction book stress the importance of maintaining eye contact with the audience. It is remarkable that the program is so frequently used, while it is so often criticized for what seem to be valid reasons. There has been some research into PowerPoint use in the classroom, investigating the effects on student appreciation and grades. Much of this research does not describe how nor why the program is used in these situations. The critical articles on PowerPoint are mainly based on personal experiences and not on research. So there has not been much empirical evidence that presenters actually do use too many words or that they look too often at the projection, nor has the influence of PowerPoint on the presentation been established. In addition it is not clear why so many presenters don’t seem to follow the advice in instruction books, which say to use a minimum amount of text on a slide and which stress the importance of maintaining eye contact with the audience. This dissertation focuses on the role of the presenter. It investigates how presenters use PowerPoint and if they are guilty of the negative behavior mentioned above. If they are guilty, what are the reasons they use PowerPoint in this way? Some authors have suggested that presenters use PowerPoint not only for the benefit of the audience, but that they also use the words on the slides as speaking notes. In particular, presenters suffering from speaking anxiety might be afraid of being “lost for words” or forgetting the structure of their presentation. They would then be able to turn to the text on the slides as support. This dissertation will investigate the possible role of speaking anxiety and how it affects PowerPoint usage. The research looks at the use of PowerPoint by scholars presenting conference papers. Conferences play a central role in the network of scientific communication and are important for a researcher’s profile. The majority of scholars present their work at conferences several times a year and these presentations can be demanding and challenging. In contrast with writing and publishing a paper, conferences allow scholars to interact with an audience of their peers who will evaluate their work by posing critical questions. Challenging exposure of this kind might well engender or increase speaking anxiety in the presenter. Clearly there is a need for empirical research on PowerPoint use, research focused on the program’s use in delivering scholarly presentations. Questions to be answered by the research include: • How do scholars use PowerPoint? • Why do scholars use PowerPoint in the way that they do? • Does speaking anxiety influence the way that scholars use PowerPoint? • Does PowerPoint influence the quality of presentations? This thesis studies the use of PowerPoint in a real life setting and looks at presentations as being complex interactions among slides, presenter behavior and audience. An overview of the different elements regarding the presenter, his/her background, the presentation, the presenter’s behavior and the PowerPoint program itself can be found in Figure I. 2. Method There is a literature review and three empirical studies. The literature review compares the program with its predecessors and describes the software, slide design and the user’s presentation behavior, focusing on the interaction of these elements. Instruction books and articles on PowerPoint, criticism and empirical research on the topics of slide design, presentation behavior and its effects on audiences are discussed. In the first empirical study, fifteen scientific presentations of language scientists are analyzed on the use of text and pictures on the slides. The physical and verbal behavior of the presenter has also been studied, specifically investigating how often presenters look at the projection and if they verbally introduce a slide. Furthermore the relation between the slides and the presenter’s behavior has been analyzed. The second empirical study employs interviews with scholars about their reasons for PowerPoint use. It distinguishes between first-year PhD students (beginners) and advanced, prize winning scholars from different disciplines of science (humanities, physical science, social science and medical science). Special attention is given to the acquisition of PowerPoint skills. The third study consists of a survey using social scientists and focuses on the influence of speaking anxiety on the use of PowerPoint. It tests if speaking anxiety causes presenters to spend more time on preparing and rehearsing the presentation, and analyzes the possible relationships among speaking anxiety, time spent on preparing and rehearsing a presentation, and the use of words on a slide. 3. Results Certain characteristics of PowerPoint such as its default-settings and the ability to use slides on the Internet and as handouts may tempt the presenter to increase the amount of text on slides. These choices, however, are not necessary, and are decisions made by the presenter. The scholars in our study used a relatively large number of words when compared to what instruction books advise (a maximum of 20 to 36 words per slide, depending on the author). An average number of 35 (language scientists) and 50 (social scientists) per slide was found. Many of the scholars used a small number of pictures (depending on the scientific discipline). Presenters look on average 73 times at the projection during their presentation of 20 minutes (more than three times a minute). Looking at the projection to indicate a new slide or ‘new’ elements on a slide seems to be characteristic for the use of PowerPoint. Presenters turn away from the audience and break eye-contact, something which is considered negative in making presentations. The critics of PowerPoint clearly have a point when they complain about the high number of words on the slides and about presenters looking towards the projection. There are differences, however, between beginning and advanced presenters. Beginners use more than twice as many words per minute than advanced presenters and only half as many pictures. In maintaining contact with the audience there is also a difference between beginning and advanced scholars. Advanced presenters often like to present without the use of PowerPoint because this allows more contact with their audience. Some scholars say that they use the text on the slides as speaking notes. Many have also said that they use pictures almost exclusively for the benefit of the audience. Beginners probably use more text and fewer pictures because they suffer more from speaking anxiety than advanced presenters. They might be more concerned with their own performance. Advanced scholars on the other hand have indicated that they have their audience in mind when preparing and delivering a presentation. Speaking anxiety, in an indirect way, also plays a role in the number of words used on the slides. Anxious presenters spend more time rehearsing the presentation; this is related to the number of words used on the slides. Scholars often seem to lack knowledge about how to use PowerPoint in an appropriate manner. Instead of receiving training in using PowerPoint, they learn to present with the program by experimenting and by observing colleagues and designing slides on the basis of common sense, which is often against the advice in instruction books. Moreover some scholars erroneously think that PowerPoint makes rhetorical skills redundant. 4. Conclusions The concept of “performance” seems to be appropriate in describing all the elements that matter in the presentation itself: speech, animated slides, working with projections, physical motion and maintaining eye contact with the audience. Presenters need an understanding of how audiences process different sources of information, and they must then be able to orchestrate their presentation skills in appropriate ways. If we look at PowerPoint presentations as performances, we can see that presenters must be designers, actors and directors at the same time. It is clear that PowerPoint elicits behavior that is not always consistent with what is considered to be good presentation form. This, however, is not the fault of the program. The apparent user friendliness of PowerPoint might disguise the fact that presentations with the program are in fact complex. It is not PowerPoint itself which causes some bad presentations, but the choices and behavior of the presenters who must deal with all the new possibilities and requirements inherent in this program. Presenters should be educated in appropriate slide design. They also should be taught how to direct the attention of the audience. It is not sufficient to teach presenters how they should design and present their slides, however, if they aren’t helped to learn how to reduce their speaking anxiety in ways other than using the PowerPoint slides as support. This thesis suggests ways of teaching these skills
- Published
- 2015
12. Spotlight on the presenter : a study into presentations of conference papers with PowerPoint
- Subjects
Strategic Communication ,applications ,toepassingen ,openbare redes ,communicatievaardigheden ,informatieverspreiding ,Strategische Communicatie ,verbal communication ,scientists ,publiceren ,verbale communicatie ,diffusion of information ,MGS ,wetenschappers ,publishing ,communication skills ,public speeches - Abstract
1. Introduction PowerPoint is the most widely used presentation software tool. As of 2012, PowerPoint had more than 200 million presenters worldwide. Presenters all over the world use the program. Some use it for university teaching, others for business meetings and some even use PowerPoint to deliver a sermon. But the program doesn’t always seem to be used to the satisfaction of the audience. In many critical articles, presenters are accused of using too many words on their slides and too often looking at the projection instead of keeping eye contact with the audience. Some authors also criticize the program itself for what they see as a negative influence on presentations. If these critical observations are valid, then PowerPoint presentations don’t conform to the advice given in instruction books nor to the outcome of research into human information processing. This advice usually proposes the use of minimal text on slides, and instead using pictures or other graphics. This would help the audience process the information. In addition, the instruction book stress the importance of maintaining eye contact with the audience. It is remarkable that the program is so frequently used, while it is so often criticized for what seem to be valid reasons. There has been some research into PowerPoint use in the classroom, investigating the effects on student appreciation and grades. Much of this research does not describe how nor why the program is used in these situations. The critical articles on PowerPoint are mainly based on personal experiences and not on research. So there has not been much empirical evidence that presenters actually do use too many words or that they look too often at the projection, nor has the influence of PowerPoint on the presentation been established. In addition it is not clear why so many presenters don’t seem to follow the advice in instruction books, which say to use a minimum amount of text on a slide and which stress the importance of maintaining eye contact with the audience. This dissertation focuses on the role of the presenter. It investigates how presenters use PowerPoint and if they are guilty of the negative behavior mentioned above. If they are guilty, what are the reasons they use PowerPoint in this way? Some authors have suggested that presenters use PowerPoint not only for the benefit of the audience, but that they also use the words on the slides as speaking notes. In particular, presenters suffering from speaking anxiety might be afraid of being “lost for words” or forgetting the structure of their presentation. They would then be able to turn to the text on the slides as support. This dissertation will investigate the possible role of speaking anxiety and how it affects PowerPoint usage. The research looks at the use of PowerPoint by scholars presenting conference papers. Conferences play a central role in the network of scientific communication and are important for a researcher’s profile. The majority of scholars present their work at conferences several times a year and these presentations can be demanding and challenging. In contrast with writing and publishing a paper, conferences allow scholars to interact with an audience of their peers who will evaluate their work by posing critical questions. Challenging exposure of this kind might well engender or increase speaking anxiety in the presenter. Clearly there is a need for empirical research on PowerPoint use, research focused on the program’s use in delivering scholarly presentations. Questions to be answered by the research include: • How do scholars use PowerPoint? • Why do scholars use PowerPoint in the way that they do? • Does speaking anxiety influence the way that scholars use PowerPoint? • Does PowerPoint influence the quality of presentations? This thesis studies the use of PowerPoint in a real life setting and looks at presentations as being complex interactions among slides, presenter behavior and audience. An overview of the different elements regarding the presenter, his/her background, the presentation, the presenter’s behavior and the PowerPoint program itself can be found in Figure I. 2. Method There is a literature review and three empirical studies. The literature review compares the program with its predecessors and describes the software, slide design and the user’s presentation behavior, focusing on the interaction of these elements. Instruction books and articles on PowerPoint, criticism and empirical research on the topics of slide design, presentation behavior and its effects on audiences are discussed. In the first empirical study, fifteen scientific presentations of language scientists are analyzed on the use of text and pictures on the slides. The physical and verbal behavior of the presenter has also been studied, specifically investigating how often presenters look at the projection and if they verbally introduce a slide. Furthermore the relation between the slides and the presenter’s behavior has been analyzed. The second empirical study employs interviews with scholars about their reasons for PowerPoint use. It distinguishes between first-year PhD students (beginners) and advanced, prize winning scholars from different disciplines of science (humanities, physical science, social science and medical science). Special attention is given to the acquisition of PowerPoint skills. The third study consists of a survey using social scientists and focuses on the influence of speaking anxiety on the use of PowerPoint. It tests if speaking anxiety causes presenters to spend more time on preparing and rehearsing the presentation, and analyzes the possible relationships among speaking anxiety, time spent on preparing and rehearsing a presentation, and the use of words on a slide. 3. Results Certain characteristics of PowerPoint such as its default-settings and the ability to use slides on the Internet and as handouts may tempt the presenter to increase the amount of text on slides. These choices, however, are not necessary, and are decisions made by the presenter. The scholars in our study used a relatively large number of words when compared to what instruction books advise (a maximum of 20 to 36 words per slide, depending on the author). An average number of 35 (language scientists) and 50 (social scientists) per slide was found. Many of the scholars used a small number of pictures (depending on the scientific discipline). Presenters look on average 73 times at the projection during their presentation of 20 minutes (more than three times a minute). Looking at the projection to indicate a new slide or ‘new’ elements on a slide seems to be characteristic for the use of PowerPoint. Presenters turn away from the audience and break eye-contact, something which is considered negative in making presentations. The critics of PowerPoint clearly have a point when they complain about the high number of words on the slides and about presenters looking towards the projection. There are differences, however, between beginning and advanced presenters. Beginners use more than twice as many words per minute than advanced presenters and only half as many pictures. In maintaining contact with the audience there is also a difference between beginning and advanced scholars. Advanced presenters often like to present without the use of PowerPoint because this allows more contact with their audience. Some scholars say that they use the text on the slides as speaking notes. Many have also said that they use pictures almost exclusively for the benefit of the audience. Beginners probably use more text and fewer pictures because they suffer more from speaking anxiety than advanced presenters. They might be more concerned with their own performance. Advanced scholars on the other hand have indicated that they have their audience in mind when preparing and delivering a presentation. Speaking anxiety, in an indirect way, also plays a role in the number of words used on the slides. Anxious presenters spend more time rehearsing the presentation; this is related to the number of words used on the slides. Scholars often seem to lack knowledge about how to use PowerPoint in an appropriate manner. Instead of receiving training in using PowerPoint, they learn to present with the program by experimenting and by observing colleagues and designing slides on the basis of common sense, which is often against the advice in instruction books. Moreover some scholars erroneously think that PowerPoint makes rhetorical skills redundant. 4. Conclusions The concept of “performance” seems to be appropriate in describing all the elements that matter in the presentation itself: speech, animated slides, working with projections, physical motion and maintaining eye contact with the audience. Presenters need an understanding of how audiences process different sources of information, and they must then be able to orchestrate their presentation skills in appropriate ways. If we look at PowerPoint presentations as performances, we can see that presenters must be designers, actors and directors at the same time. It is clear that PowerPoint elicits behavior that is not always consistent with what is considered to be good presentation form. This, however, is not the fault of the program. The apparent user friendliness of PowerPoint might disguise the fact that presentations with the program are in fact complex. It is not PowerPoint itself which causes some bad presentations, but the choices and behavior of the presenters who must deal with all the new possibilities and requirements inherent in this program. Presenters should be educated in appropriate slide design. They also should be taught how to direct the attention of the audience. It is not sufficient to teach presenters how they should design and present their slides, however, if they aren’t helped to learn how to reduce their speaking anxiety in ways other than using the PowerPoint slides as support. This thesis suggests ways of teaching these skills
- Published
- 2015
13. Spatial information in public consultation within environmental impact assessments
- Author
-
Mwenda, A.N., Wageningen University, Arnold Bregt, Arend Ligtenberg, and T.N. Kibutu
- Subjects
public participation ,Alterra - Centrum Geo-informatie ,milieueffect ,environmental impact reporting ,informatie ,informatieverspreiding ,publieke participatie ,Centre Geo-information ,PE&RC ,environmental impact ,information ,kenya ,Laboratory of Geo-information Science and Remote Sensing ,diffusion of information ,Laboratorium voor Geo-informatiekunde en Remote Sensing ,milieueffectrapportage - Abstract
Thesis Summary Spatial information in public consultation within Environmental Impact Assessments Angela N. Mwenda Established in the United States of America in 1970, Environmental Impact Assessment (EIA) is an interdisciplinary approach that considers the anticipated impacts of development on the environment, and proposes timely mitigation of these impacts to the extent possible. Since then, EIA has continued to be established in countries worldwide, with modifications being made to suit regional and local requirements. Essential to EIA is an attempt to balance environmental concerns with social, economic and other human needs, which has led to partnership with society, to the extent that public participation is deeply incorporated into EIA. Also central to the EIA process is information related to the natural and human environment. Sources of this information, particularly those that contain spatial elements, are valuable due to their ability to provide information on location. Sources of spatial information are numerous, and may include photographs, maps, satellite images, orthophotographs, verbal descriptions, animations, and virtual reality, among others. Despite its innovative presentation of project-relevant information and communication function during public participation, debate exists on the value of spatial information to EIA. For example, high levels of visual realism may hinder the interpretation of spatial information, while high costs, and technical demands may cause certain types of spatial information to be inaccessible to a large number of stakeholders. These challenges are not unique to any one country, and have also been observed in developing countries, where, in addition to a deficiency of information, less developed and poorly enforced legislative, administrative, institutional and procedural frameworks for EIA intensify the challenges. For example, despite an official recommendation for the use of spatial information during public participation within EIA in Kenya, whether this happens, and the extent, was largely undocumented. In view of this observation, an investigation into the use and status of spatial information during public participation within EIA in Kenya was considered. The main objective of this research was to establish whether spatial information is used in public participation within EIA, and if so, the extent of its use. Three specific sub-objectives were developed, namely: to confirm the presence and extent of public participation within EIA in Kenya; to establish the extent to which spatial information is used in EIA in Kenya; and to evaluate, using case studies, the use of spatial information during public participation within EIA in Kenya. Combined methods of surveys and case studies were used to address the sub-objectives earlier developed. In response to the first sub-objective, namely, to confirm the presence and extent of public participation within EIA in Kenya, five dimensions for the evaluation of public participation within EIA were identified from legal and best practice requirements. These five dimensions were: notification, participation methods, venue, language used, and type of participants, which were then constituted into a Consultation and Public Participation Index (CPPI), developed within this research to analyze a sample of 223 EIA Study Reports submitted to the Environment Authority between 2002 and 2010. EIA Study Reports record activities during the EIA Study Stage, where public participation activities are most intensive, hence their choice as a source of data for the survey. Following analysis of the five dimensions presented in the CPPI, public participation was found to be relatively low, with the highest score of 1.65 out of a possible score of 5. The dimensions of ‘participation methods’ and ‘type of participants’ scored the highest, followed by ‘venue’, ‘notification’, and ‘language used’, in that order. Variations within the dimensions was also evident during the study period. Despite a 95% mention of public participation in the EIA Study Reports, the low CPPI scores were attributed to gaps in reporting and limited choices per dimension. In response to the second sub-objective, namely, to establish the extent to which spatial information is used in EIA in Kenya, survey methods similar to those used to address the first sub-objective were employed, where a sample of 434 EIA Study Reports submitted to the Environment Authority between 2002 and 2013 were analyzed for the presence/absence of spatial presentations, levels of visual realism exhibited, and content presented in the spatial presentations. Almost all (95%) of the EIA Study Reports sampled displayed a variety of spatial presentation types, with preference for the combined use of spatial presentations with low and high levels of visual realism. On the content, information depicting a combination of project location and project activities/details was most popular. In response to the third sub-objective, namely, to evaluate, using case studies, the use of spatial information during public participation within EIA in Kenya, two case studies were conducted, the first in Katani, in the Eastern Province of Kenya, and the second in Kericho, in the Rift Valley Province of Kenya. Both case studies were based on a conceptual framework developed in this research to assess the interplay between EIA, public participation, spatial information and type of participants. In both studies, EIA stages was limited to the EIA Study stage, levels of public participation was limited to ‘inform’, and categories of participants was limited to ‘affected persons’. Seven aspects of spatial information were deemed relevant to public participation, namely: availability, accessibility, content, appropriateness, language, translation, and technical support. In the first case study, all the seven aspects were evaluated, using a cadastral map, where it was established that the requirements for accessibility, language, translation and technical support were met, but those for availability were unsatisfactory, and unconfirmed for content and appropriateness. Out of the 7 aspects of spatial information that were deemed relevant to public participation, the second case study was limited to the aspect of ‘content’, and specifically distance perception. It was argued that distance perception is critical when determining potential benefits or threats from a proposed project. Three types of spatial presentations with different levels of visual realism were used, namely a topographic map, overlay map and aerial map. From this case study, preference was noted for topographic maps, indicating that higher levels of visual realism in spatial presentations were not always preferred. On whether maps improve distance perception, the results indicated that they encourage Euclidian distance perception. The unique point of the case studies was that they were conducted in ‘real-life’ settings, similar to those in which actual EIAs are carried out, as opposed to highly controlled and laboratory-like set ups. Two main innovations are evident: the consultation and public participation index (CPPI) and the conceptual framework developed in this research. The CPPI brought together, for the first time dimensions that are specifically relevant to public participation within EIA, that is, notification, participation methods, venue, language used, and type of participants. These dimensions offer the opportunity for deeper and more structured analysis of public participation within EIA, and the opportunity to improve practice. The second innovation, the conceptual framework, brought together the elements of EIA, public participation, spatial information and types of participants. The novelty of this conceptual framework was the combination of these elements and their placement within the framework of EIA, which will encourage in-depth investigation on their quality and effectiveness to EIA. Still related to the conceptual framework was the emphasis on ‘affected persons’, who often face direct impacts from development projects, yet are often not included in EIA public participation activities due to their low socio-economic status and challenges in accessing them, e.g. poor infrastructure and insecurity. It is due to their increased stake in any decision made that we specifically sought their opinions in this research.
- Published
- 2015
14. Spatial information in public consultation within environmental impact assessments
- Subjects
public participation ,Alterra - Centrum Geo-informatie ,milieueffect ,environmental impact reporting ,informatie ,informatieverspreiding ,publieke participatie ,Centre Geo-information ,PE&RC ,environmental impact ,information ,kenya ,Laboratory of Geo-information Science and Remote Sensing ,diffusion of information ,Laboratorium voor Geo-informatiekunde en Remote Sensing ,milieueffectrapportage - Abstract
Thesis Summary Spatial information in public consultation within Environmental Impact Assessments Angela N. Mwenda Established in the United States of America in 1970, Environmental Impact Assessment (EIA) is an interdisciplinary approach that considers the anticipated impacts of development on the environment, and proposes timely mitigation of these impacts to the extent possible. Since then, EIA has continued to be established in countries worldwide, with modifications being made to suit regional and local requirements. Essential to EIA is an attempt to balance environmental concerns with social, economic and other human needs, which has led to partnership with society, to the extent that public participation is deeply incorporated into EIA. Also central to the EIA process is information related to the natural and human environment. Sources of this information, particularly those that contain spatial elements, are valuable due to their ability to provide information on location. Sources of spatial information are numerous, and may include photographs, maps, satellite images, orthophotographs, verbal descriptions, animations, and virtual reality, among others. Despite its innovative presentation of project-relevant information and communication function during public participation, debate exists on the value of spatial information to EIA. For example, high levels of visual realism may hinder the interpretation of spatial information, while high costs, and technical demands may cause certain types of spatial information to be inaccessible to a large number of stakeholders. These challenges are not unique to any one country, and have also been observed in developing countries, where, in addition to a deficiency of information, less developed and poorly enforced legislative, administrative, institutional and procedural frameworks for EIA intensify the challenges. For example, despite an official recommendation for the use of spatial information during public participation within EIA in Kenya, whether this happens, and the extent, was largely undocumented. In view of this observation, an investigation into the use and status of spatial information during public participation within EIA in Kenya was considered. The main objective of this research was to establish whether spatial information is used in public participation within EIA, and if so, the extent of its use. Three specific sub-objectives were developed, namely: to confirm the presence and extent of public participation within EIA in Kenya; to establish the extent to which spatial information is used in EIA in Kenya; and to evaluate, using case studies, the use of spatial information during public participation within EIA in Kenya. Combined methods of surveys and case studies were used to address the sub-objectives earlier developed. In response to the first sub-objective, namely, to confirm the presence and extent of public participation within EIA in Kenya, five dimensions for the evaluation of public participation within EIA were identified from legal and best practice requirements. These five dimensions were: notification, participation methods, venue, language used, and type of participants, which were then constituted into a Consultation and Public Participation Index (CPPI), developed within this research to analyze a sample of 223 EIA Study Reports submitted to the Environment Authority between 2002 and 2010. EIA Study Reports record activities during the EIA Study Stage, where public participation activities are most intensive, hence their choice as a source of data for the survey. Following analysis of the five dimensions presented in the CPPI, public participation was found to be relatively low, with the highest score of 1.65 out of a possible score of 5. The dimensions of ‘participation methods’ and ‘type of participants’ scored the highest, followed by ‘venue’, ‘notification’, and ‘language used’, in that order. Variations within the dimensions was also evident during the study period. Despite a 95% mention of public participation in the EIA Study Reports, the low CPPI scores were attributed to gaps in reporting and limited choices per dimension. In response to the second sub-objective, namely, to establish the extent to which spatial information is used in EIA in Kenya, survey methods similar to those used to address the first sub-objective were employed, where a sample of 434 EIA Study Reports submitted to the Environment Authority between 2002 and 2013 were analyzed for the presence/absence of spatial presentations, levels of visual realism exhibited, and content presented in the spatial presentations. Almost all (95%) of the EIA Study Reports sampled displayed a variety of spatial presentation types, with preference for the combined use of spatial presentations with low and high levels of visual realism. On the content, information depicting a combination of project location and project activities/details was most popular. In response to the third sub-objective, namely, to evaluate, using case studies, the use of spatial information during public participation within EIA in Kenya, two case studies were conducted, the first in Katani, in the Eastern Province of Kenya, and the second in Kericho, in the Rift Valley Province of Kenya. Both case studies were based on a conceptual framework developed in this research to assess the interplay between EIA, public participation, spatial information and type of participants. In both studies, EIA stages was limited to the EIA Study stage, levels of public participation was limited to ‘inform’, and categories of participants was limited to ‘affected persons’. Seven aspects of spatial information were deemed relevant to public participation, namely: availability, accessibility, content, appropriateness, language, translation, and technical support. In the first case study, all the seven aspects were evaluated, using a cadastral map, where it was established that the requirements for accessibility, language, translation and technical support were met, but those for availability were unsatisfactory, and unconfirmed for content and appropriateness. Out of the 7 aspects of spatial information that were deemed relevant to public participation, the second case study was limited to the aspect of ‘content’, and specifically distance perception. It was argued that distance perception is critical when determining potential benefits or threats from a proposed project. Three types of spatial presentations with different levels of visual realism were used, namely a topographic map, overlay map and aerial map. From this case study, preference was noted for topographic maps, indicating that higher levels of visual realism in spatial presentations were not always preferred. On whether maps improve distance perception, the results indicated that they encourage Euclidian distance perception. The unique point of the case studies was that they were conducted in ‘real-life’ settings, similar to those in which actual EIAs are carried out, as opposed to highly controlled and laboratory-like set ups. Two main innovations are evident: the consultation and public participation index (CPPI) and the conceptual framework developed in this research. The CPPI brought together, for the first time dimensions that are specifically relevant to public participation within EIA, that is, notification, participation methods, venue, language used, and type of participants. These dimensions offer the opportunity for deeper and more structured analysis of public participation within EIA, and the opportunity to improve practice. The second innovation, the conceptual framework, brought together the elements of EIA, public participation, spatial information and types of participants. The novelty of this conceptual framework was the combination of these elements and their placement within the framework of EIA, which will encourage in-depth investigation on their quality and effectiveness to EIA. Still related to the conceptual framework was the emphasis on ‘affected persons’, who often face direct impacts from development projects, yet are often not included in EIA public participation activities due to their low socio-economic status and challenges in accessing them, e.g. poor infrastructure and insecurity. It is due to their increased stake in any decision made that we specifically sought their opinions in this research.
- Published
- 2015
15. Internet en geo-informatie: een perfecte combinatie
- Subjects
management information systems ,Alterra - Centrum Geo-informatie ,Alterra - Centrum Landschap ,informatieverspreiding ,Centre Geo-information ,farm management ,geographical information systems ,Landscape Centre ,diffusion of information ,registration ,Wageningen Environmental Research ,internet ,agrarische bedrijfsvoering ,bedrijfsinformatiesystemen ,registratie ,geografische informatiesystemen - Abstract
Geo-informatie speelt een steeds grotere rol bij vastlegging en administratie van het agrarisch bedrijf Door de wensen en verplichtingen van het agrarische bedrijf te combineren met de mogelijkheden die (internet)-GIS oplossingen bieden, ontstaan innovatieve combinaties waarmee de sector zijn voordeel kan doen
- Published
- 2006
16. Spatial information in public consultation within environmental impact assessments
- Author
-
Bregt, Arnold, Ligtenberg, Arend, Kibutu, T.N., Mwenda, A.N., Bregt, Arnold, Ligtenberg, Arend, Kibutu, T.N., and Mwenda, A.N.
- Abstract
Thesis Summary Spatial information in public consultation within Environmental Impact Assessments Angela N. Mwenda Established in the United States of America in 1970, Environmental Impact Assessment (EIA) is an interdisciplinary approach that considers the anticipated impacts of development on the environment, and proposes timely mitigation of these impacts to the extent possible. Since then, EIA has continued to be established in countries worldwide, with modifications being made to suit regional and local requirements. Essential to EIA is an attempt to balance environmental concerns with social, economic and other human needs, which has led to partnership with society, to the extent that public participation is deeply incorporated into EIA. Also central to the EIA process is information related to the natural and human environment. Sources of this information, particularly those that contain spatial elements, are valuable due to their ability to provide information on location. Sources of spatial information are numerous, and may include photographs, maps, satellite images, orthophotographs, verbal descriptions, animations, and virtual reality, among others. Despite its innovative presentation of project-relevant information and communication function during public participation, debate exists on the value of spatial information to EIA. For example, high levels of visual realism may hinder the interpretation of spatial information, while high costs, and technical demands may cause certain types of spatial information to be inaccessible to a large number of stakeholders. These challenges are not unique to any one country, and have also been observed in developing countries, where, in addition to a deficiency of information, less developed and poorly enforced legislative, administrative, institutional and procedural frameworks for EIA intensify the challenges. For example, despite an official recommendation for the use of spatial information during public participa
- Published
- 2015
17. Spotlight on the presenter : a study into presentations of conference papers with PowerPoint
- Author
-
van Woerkum, Cees, Kerkhof, P., Hertz, B., van Woerkum, Cees, Kerkhof, P., and Hertz, B.
- Abstract
1. Introduction PowerPoint is the most widely used presentation software tool. As of 2012, PowerPoint had more than 200 million presenters worldwide. Presenters all over the world use the program. Some use it for university teaching, others for business meetings and some even use PowerPoint to deliver a sermon. But the program doesn’t always seem to be used to the satisfaction of the audience. In many critical articles, presenters are accused of using too many words on their slides and too often looking at the projection instead of keeping eye contact with the audience. Some authors also criticize the program itself for what they see as a negative influence on presentations. If these critical observations are valid, then PowerPoint presentations don’t conform to the advice given in instruction books nor to the outcome of research into human information processing. This advice usually proposes the use of minimal text on slides, and instead using pictures or other graphics. This would help the audience process the information. In addition, the instruction book stress the importance of maintaining eye contact with the audience. It is remarkable that the program is so frequently used, while it is so often criticized for what seem to be valid reasons. There has been some research into PowerPoint use in the classroom, investigating the effects on student appreciation and grades. Much of this research does not describe how nor why the program is used in these situations. The critical articles on PowerPoint are mainly based on personal experiences and not on research. So there has not been much empirical evidence that presenters actually do use too many words or that they look too often at the projection, nor has the influence of PowerPoint on the presentation been established. In addition it is not clear why so many presenters don’t seem to follow the advice in instruction books, which say to use a minimum amount of text on a slide and which stress the importance
- Published
- 2015
18. moeizame weg naar open access
- Author
-
Ramaker, R. and Ramaker, R.
- Abstract
Nederlandse wetenschappelijke publicaties moeten vanaf 2024 vrij toegankelijk zijn voor iedereen. Maar de onderhandelingen tussen universiteiten en uitgeverijen over open access verlopen vooralsnog moeizaam. ‘In 2015 is het erop of eronder.’
- Published
- 2015
19. Groente- en fruitbeurs Berlijn zet productinnovatie in spotlight : Fruit Logistica focust op consument
- Author
-
Abbenhuijs, R. and Abbenhuijs, R.
- Abstract
Inspelend op dalende consumptiecijfers voor groente en fruit in een groot aantal Europese landen, legt de internationale vakbeurs Fruit Logistica komende editie de nadruk op de jeugd. Nieuwe, verrassende en humoristische marketingconcepten moeten de jonge generatie weer enthousiast maken voor groente en fruit. De beurs wordt van 4 tot 6 februari a.s. gehouden in de Messe Berlin.
- Published
- 2015
20. Monitoring in de glastuinbouw: nieuw demonstratieproject van start
- Author
-
Audenaert, J., Verhoeven, R., Moerkens, R., Dewitte, J., Berckmoes, E., Audenaert, J., Verhoeven, R., Moerkens, R., Dewitte, J., and Berckmoes, E.
- Abstract
Binnen het ADLO-demonstratieproject 'Monitoring in de glastuinbouw', dat net gestart is, willen we telers overtuigen van het belang van monitoringssystemen als basis voor een goede geïntegreerde gewasbescherming. Het efficiënt herkennen van ziekten en plagen en het correct interpreteren van deze waarnemingen, op regelmatige tijdstippen, is de sleutel tot een duurzame gewasbescherming met minimale kosten en kwaliteitsvolle planten. Door samen te werken, over de sectoren groenten en sierteelt heen, zal een vruchtbare kennisuitwisseling ontstaan.
- Published
- 2015
21. Inspiratie zoeken in het virtuele café
- Author
-
Vandenbosch, A. and Vandenbosch, A.
- Abstract
Verslag van een bezoek aan FarmCafe, het nieuwe digitale samenwerkingsplatform voor de land- en tuinbouw. Ontvangst door Peter Nyffels, de maître D. van FarmCafe.
- Published
- 2015
22. Presentaties Kennisnetwerk Biociden 29 mei 2015
- Abstract
Deze drie presentaties gaan over het toevoegen van lessen over biociden in het agrarisch onderwijs. Het is van het allergrootste belang dat opleidingen biociden expliciet in het agrarisch lesprogramma opnemen.
- Published
- 2015
23. Arbeidsveiligheid op een glastuinbouwbedrijf
- Abstract
Filmpje over arbeidsveiligheid op een glastuinbouwbedrijf. Het filmpje is gemaakt om medewerkers te stimuleren veilig(er) te werken.
- Published
- 2015
24. Bezoekers: mag ik u wat vragen? (deel 2)
- Author
-
Laan, I. van der and Laan, I. van der
- Abstract
In het vorige vakblad is ingegaan op het uitvoeren van een enquête onder bezoekers om erachter te komen wat zij van uw kinderboerderij vinden. Hoe pak je dit nou aan, zo’n vragenlijst opstellen en verspreiden onder de bezoekers en welke vragen stel je? In dit artikel zullen we hier nader op ingaan en een aantal praktische voorbeelden geven.
- Published
- 2015
25. Dierenwelzijn in groen onderwijs
- Author
-
Ruis, M., Man, A. de, Ruis, M., and Man, A. de
- Published
- 2015
26. Online monitoring van start
- Author
-
Megens, S. and Megens, S.
- Abstract
De GD houdt zich al sinds 2002 intensief bezig met het monitoren van de diergezondheid in Nederland. Dat gebeurt in samenwerking met veel partijen en met behulp van verschillende, elkaar aanvullende instrumenten. Per 1 juli 2015 komt daar in de varkenssector een digitaal instrument bij: online monitoring via VeeOnline.
- Published
- 2015
27. Noelle Aarts over The art of dialogue
- Abstract
Communication and change in the field of life sciences. The focus of Noelle Aarts is on inter-human processes and communication with an emphasis on the significance of conversations and stories in change processes.
- Published
- 2015
28. Vijfde Boom Innovatie Dag bezorgt bezoekers waardevolle kennismiddag : Lezingen en Inspiratieboom-pitches zorgen voor kennisdeling en vermaak
- Author
-
Raats, S. and Raats, S.
- Abstract
Op 17 september 2015 organiseerden de vakbladen Boomzorg, Stad + Groen en Boom in Business voor de vijfde maal de Boom Innovatie Dag, ditmaal in het Ebben Inspyrium in Cuijk. De dag was zeer geslaagd met een hoge opkomst van zo’n driehonderd bezoekers en met de zaakkundige dagvoorzitter Henry Kuppen aan het stuur. De regen kon de sfeer op het demoterrein buiten niet verstoren.
- Published
- 2015
29. SZH-dag 2015: een dag vol inspiratie, interactie en beleving
- Author
-
Janssens, C. and Janssens, C.
- Abstract
Op 3 oktober stond de biologische zorgboerderij De Groote Modderkolk in het Gelderse Loenen geheel en al in het teken van de SZH-vriendendag. Ruim vijftig belangstellenden wisten hun weg naar dit terrein van Natuurmonumenten te vinden.
- Published
- 2015
30. LEI Wageningen Agrimatie
- Abstract
Heel Nederland heeft te maken met de agrosector: of het nu gaat om werk, voedsel of vrije tijd. Op Agrimatie.nl staan gegevens verzameld van allerlei projecten, databases en 1500 agrarische ondernemers (helemaal anoniem natuurlijk).
- Published
- 2015
31. Alles aan elkaar linken : John Deere presenteert Agritechnica-nieuws
- Author
-
Menten, P. and Menten, P.
- Abstract
John Deere timmert met FarmSight Precision Farming allang aan de weg. Tijdens de persconferentie bleek dat de Europese ‘Amerikanen’ meer en meer de weg van samenwerking met anderen in de sector op gaan om letterlijk alle data aan elkaar te kunnen knopen voor een totale digitale snelweg.
- Published
- 2015
32. gezonde voedingsbodem voor de jong professional
- Author
-
Ros, G., Miltenburg, S. van, Naus, M., Koot, C., Ros, G., Miltenburg, S. van, Naus, M., and Koot, C.
- Abstract
Samenwerking en uitwisseling van kennis tussen jong professionals en senior adviseurs en onderzoekers is van groot belang voor een gezond bodemwerkveld. Vernieuwing in advies en onderzoek ontstaat wanneer er ruimte is voor experimenteren en wanneer (jong) professionals op de hoogte zijn van de actualiteit. Een bron voor samenwerking
- Published
- 2015
33. Dagje speeddaten : vooral hogescholen maken kennis met Wageningen
- Subjects
agrarisch onderwijs ,diffusion of information ,informatieverspreiding ,kennisoverdracht ,cooperation ,samenwerking ,knowledge transfer ,agricultural education - Abstract
Een dikke honderd mensen uit de wereld van groen onderwijs en onderzoek zochten elkaar eind mei op. Om de basis te leggen voor meer uitwisseling tussen Wageningse kennis en praktische toepassingen in het onderwijs.
- Published
- 2011
34. The green information chain : Groen Kennisnet brings agricultural knowledge from research to the classroom, on the farm, and into agri-business
- Author
-
van Genderen, R.A. and Ringersma, J.
- Subjects
animal husbandry ,knowledge ,dierhouderij ,natuur ,tuinbouw ,horticulture ,informatieverspreiding ,nature ,information systems ,knowledge transfer ,informatiesystemen ,nutrition ,landbouw ,diffusion of information ,kennisoverdracht ,voeding ,kennis ,Library Systems & Metadata ,agriculture - Abstract
“Groen Kennisnet” creates a content collection and professional “green” knowledge base (agriculture, horticulture, animal welfare, environmental protection, water management, food, fisheries). “Groen Kennisnet” makes these available to the Dutch agricultural education system and agri-business, and organizes communities around specific themes. “Groen Kennisnet” thus contributes to the connection between innovation in research and business & teaching. In our paper we explain how we organize the green information chain, the IT infrastructure and the communities. The combination of content, IT and community results in bringing new innovative knowledge available in the classroom and on the farm.
- Published
- 2014
35. Rapportage werkbezoek Zuid-Korea
- Author
-
Baptist, M.J.
- Subjects
international cooperation ,informatieverspreiding ,netherlands ,republiek korea ,wetlands ,nederland ,marine areas ,internationale samenwerking ,wadden ,diffusion of information ,Ecosystemen ,tidal flats ,mariene gebieden ,korea republic - Abstract
Sinds 2009 bestaat er een samenwerkingsovereenkomst tussen de trilaterale waddenzeestaten en Korea. In de afgelopen vijf jaar is er veel bereikt, vooral op het gebied van educatie en voorlichting, en zijn diverse MoU bijeenkomsten gehouden. Voor de komende jaren is de doelstelling om meer aan wetenschap, management en monitoring te doen. In dat kader is een nadere samenwerking op de vakgebieden van monitoring en onderzoek naar benthische ecologie en morfologie gevraagd.
- Published
- 2014
36. 'Kom met vragen en voorstellen'
- Author
-
Wildenbeest, G. and Looman, B.H.M.
- Subjects
demonstrations ,ornamental bulbs ,informatieverspreiding ,bloembollen ,knowledge transfer ,informatiecentra ,innovations ,diffusion of information ,kwekers ,kennisoverdracht ,demonstraties (vertoning) ,growers ,information centres ,innovaties - Abstract
Eind vorig jaar is het Innovatie en Demonstratie Centrum (IDC) Bollen en Vaste Planten van start gegaan. Gevestigd bij PPO in Lisse is het doel van het IDC innovaties te realiseren en te stimuleren. 'Ik roep ondernemers in de Bollenstreek op om met vragen te komen,' zegt projectleider Barry Looman.
- Published
- 2014
37. Mobiles for agricultural development : exploring trends, challenges and policy options for the Dutch government
- Author
-
Danes, M.H.G.I., Jellema, A., Janssen, S.J.C., and Janssen, H.
- Subjects
development policy ,Earth Observation and Environmental Informatics ,Applied Spatial Research ,Alterra - Centrum Landschap ,informatieverspreiding ,agricultural extension ,netherlands ,landbouwvoorlichting ,ontwikkelingsbeleid ,mobile applications ,nederland ,small farms ,Landscape Centre ,agricultural development ,diffusion of information ,mobiele toepassingen ,Aardobservatie en omgevingsinformatica ,kleine landbouwbedrijven ,landbouwontwikkeling - Abstract
Currently many initiatives for m-Agri Apps for smallholder development are taking place. The effectiveness and sustainability of the development is promising, however factual evidence of its impact on livelihood improvements is still rare. As a whole the development of m-Agri Apps is mainly stimulated by donor incentives. Among different stakeholders there is the wish to collaborate more and exchange knowledge on: good practises, setting up learning communities, developing m-Agri Apps with open software, making existing data available, developing locally scaled agricultural content and connecting the poorest to mobile networks. Chances lay in better involvement of the agribusiness sector, which gets currently more and more involved with the smallholder communities around the world.
- Published
- 2014
38. The green information chain : Groen Kennisnet brings agricultural knowledge from research to the classroom, on the farm, and into agri-business
- Subjects
animal husbandry ,knowledge ,dierhouderij ,natuur ,tuinbouw ,horticulture ,informatieverspreiding ,nature ,information systems ,knowledge transfer ,informatiesystemen ,nutrition ,landbouw ,diffusion of information ,kennisoverdracht ,voeding ,kennis ,Library Systems & Metadata ,agriculture - Abstract
“Groen Kennisnet” creates a content collection and professional “green” knowledge base (agriculture, horticulture, animal welfare, environmental protection, water management, food, fisheries). “Groen Kennisnet” makes these available to the Dutch agricultural education system and agri-business, and organizes communities around specific themes. “Groen Kennisnet” thus contributes to the connection between innovation in research and business & teaching. In our paper we explain how we organize the green information chain, the IT infrastructure and the communities. The combination of content, IT and community results in bringing new innovative knowledge available in the classroom and on the farm.
- Published
- 2014
39. 'BloembollenWEB: digitale kennis binnen handbereik'
- Author
-
Looman, B.H.M.
- Subjects
information services ,communication ,target groups ,doelgroepen ,networking ,ornamental bulbs ,informatieverspreiding ,bloembollen ,telecommunicatie ,communicatie ,knowledge transfer ,diffusion of information ,telecommunications ,kwekers ,netwerken (activiteit) ,informatiediensten ,kennisoverdracht ,growers ,internet - Abstract
Wat is nodig om te doen wat je doet? Geld, mensen, maar vooral kennis. Welke kennis is belangrijk, hoe sla je kennis op, wat deel je er van met andere? Vragen en antwoorden in de serie Kennis. In deze dertiende aflevering Barry Looman, projectmanager Kennis bij PPO.
- Published
- 2014
40. Mobiles for agricultural development : exploring trends, challenges and policy options for the Dutch government
- Subjects
development policy ,Earth Observation and Environmental Informatics ,Applied Spatial Research ,Alterra - Centrum Landschap ,informatieverspreiding ,agricultural extension ,netherlands ,landbouwvoorlichting ,ontwikkelingsbeleid ,mobile applications ,nederland ,small farms ,Landscape Centre ,agricultural development ,diffusion of information ,mobiele toepassingen ,Aardobservatie en omgevingsinformatica ,kleine landbouwbedrijven ,landbouwontwikkeling - Abstract
Currently many initiatives for m-Agri Apps for smallholder development are taking place. The effectiveness and sustainability of the development is promising, however factual evidence of its impact on livelihood improvements is still rare. As a whole the development of m-Agri Apps is mainly stimulated by donor incentives. Among different stakeholders there is the wish to collaborate more and exchange knowledge on: good practises, setting up learning communities, developing m-Agri Apps with open software, making existing data available, developing locally scaled agricultural content and connecting the poorest to mobile networks. Chances lay in better involvement of the agribusiness sector, which gets currently more and more involved with the smallholder communities around the world.
- Published
- 2014
41. Rapportage werkbezoek Zuid-Korea
- Subjects
international cooperation ,informatieverspreiding ,netherlands ,republiek korea ,wetlands ,nederland ,marine areas ,internationale samenwerking ,wadden ,diffusion of information ,Ecosystemen ,tidal flats ,mariene gebieden ,korea republic - Abstract
Sinds 2009 bestaat er een samenwerkingsovereenkomst tussen de trilaterale waddenzeestaten en Korea. In de afgelopen vijf jaar is er veel bereikt, vooral op het gebied van educatie en voorlichting, en zijn diverse MoU bijeenkomsten gehouden. Voor de komende jaren is de doelstelling om meer aan wetenschap, management en monitoring te doen. In dat kader is een nadere samenwerking op de vakgebieden van monitoring en onderzoek naar benthische ecologie en morfologie gevraagd.
- Published
- 2014
42. Twitterende Boswachter
- Author
-
Elands, B.H.M. and Jongkoen, Y.
- Subjects
social networks ,diffusion of information ,nature management ,forest administration ,informatieverspreiding ,sociale netwerken ,bosbeheer ,natuurbeheer - Abstract
Het sociale medium Twitter rukt op in de Nederlandse samenleving. De natuurwereld gaat hier aardig in mee. Vooral boswachters ontdekken de mogelijkheden die deze online dienst biedt om in contact te komen met elkaar en het grote publiek. De persoonlijke verhalen van de boswachters kunnen bijdragen aan het draagvlak voor natuur, is hun eigen overtuiging.
- Published
- 2014
43. 10 stellingen over het delen van kostprijsinformatie : kostprijsdeling stellingsgewijs benaderd : focus op kostprijsinformatie
- Author
-
Hoste, R. and Poppe, K.J.
- Subjects
varkenshouderij ,informatieverspreiding ,landbouwproductie ,bedrijfseconomie ,publicity ,LEI Data ,publiciteit ,diffusion of information ,landbouwprijzen ,agricultural production ,agricultural prices ,Consument & Keten ,business economics ,Consumer and Chain ,pig farming - Abstract
Er is het laatste jaar meerdere malen geroepen dat de varkenssector moet ophouden met het voortdurend openbaar maken van informatie zoals kostprijzen, inkomens, technische cijfers. “De groenteboer vertelt toch ook niet wat een krop sla werkelijk kost?”, zo luidt dan een argument. Als LEI Wageningen UR hebben we met deze discussie te maken. De oorsprong van het LEI hangt samen met de wens tot inzicht in de productiekosten van de landbouw - in de jaren na de Tweede Wereldoorlog - toen er behoefte was om de voedselvoorziening veilig te stellen. We dragen in dit artikel ons steentje bij aan de discussie door een aantal stellingen en reacties daarop.
- Published
- 2014
44. Twitterende Boswachter
- Subjects
social networks ,diffusion of information ,nature management ,forest administration ,informatieverspreiding ,Bos- en Natuurbeleid ,WASS ,sociale netwerken ,bosbeheer ,Forest and Nature Conservation Policy ,natuurbeheer - Abstract
Het sociale medium Twitter rukt op in de Nederlandse samenleving. De natuurwereld gaat hier aardig in mee. Vooral boswachters ontdekken de mogelijkheden die deze online dienst biedt om in contact te komen met elkaar en het grote publiek. De persoonlijke verhalen van de boswachters kunnen bijdragen aan het draagvlak voor natuur, is hun eigen overtuiging.
- Published
- 2014
45. Strategische communicatie. Principes en toepassingen
- Author
-
Aarts, N., Steuten, C.D.M., and van Woerkum, C.M.J.
- Subjects
communication theory ,knowledge ,Strategic Communication ,conflict ,communicatievaardigheden ,informatieverspreiding ,WASS ,Strategische Communicatie ,decision making ,innovations ,diffusion of information ,problem solving ,besluitvorming ,change ,organisaties ,bedrijfsvoering ,probleemoplossing ,organizations ,communication ,verandering ,behavioural changes ,communicatietheorie ,communicatie ,gedragsveranderingen ,beleid ,communication skills ,planning ,innovaties ,kennis ,management ,policy - Abstract
De hele dag door worden we bestookt met informatie en suggesties, bedoeld om ons ergens toe aan te zetten of juist van af te brengen, in het belang van onszelf of van de wereld om ons heen. Ook bij het bedenken van oplossingen voor de meest uiteenlopende problemen roepen we al gauw om meer of betere communicatie. Kortom, strategische communicatie is aan de orde van de dag. Dit boek gaat over principes en toepassingen van strategische communicatie. Het betreft een derde, sterk gewijzigde druk waaraan nieuwe, actuele thema's zijn toegevoegd zoals onbewuste beïnvloeding, social media en de rol van communicatie bij innovatieprocessen. Het uitgangspunt van het boek is dat een goed begrip van de wijze waarop mensen met elkaar communiceren en een gedegen inzicht in de mechanismen die daarbij een rol spelen, noodzakelijk zijn voor een effectieve toepassing van communicatie, ook in professionele settings. De schrijvers richten zich op studenten die communicatie studeren aan de universiteit of het HBO. Tegelijkertijd is het boek van nut voor communicatiespecialisten bij overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties, die verantwoordelijk zijn voor een optimale positionering in een voortdurende veranderende omgeving. Ook voor beleidsmakers, artsen en andere professionals, voor wie strategische communicatie een belangrijk aspect vormt van het dagelijkse werk is dit boek van grote waarde. Een belangrijk deel van hun functioneren hangt af van hun inzicht in de principes van communicatie en de vaardigheid daarmee om te gaan.
- Published
- 2014
46. Milieueffectkaarten als basis voor maatwerk in gewasbescherming
- Subjects
arboriculture ,plant protection ,fruit growing ,gewasbescherming ,PPO Bloembollen en Bomen ,milieueffect ,fruitteelt ,boomteelt ,ornamental bulbs ,informatieverspreiding ,bloembollen ,pesticides ,environmental impact ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,diffusion of information ,pesticiden - Abstract
De milieueffectenkaarten van Telen met toekomst helpen telers bij het kiezen van de meest milieuvriendelijke gewasbeschermingsmiddelen. De verspreiding en het gebruik ervan verschilt per sector. In de boomkwekerijsector zijn de kaarten op grote schaal verspreid. Zeker de helft van de telers kent ze en past ze in meerdere of mindere mate toe. In de bollenteelt is het gebruik nog relatief gering. Om de informatie aantrekkelijker te maken en meer draagvlak te krijgen, zijn de kaarten voor de bollenteelt aangepast aan specifieke wensen.
- Published
- 2010
47. Bosbouw op Internet
- Subjects
computernetwerken ,informatie ,forestry ,informatieverspreiding ,Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek ,information systems ,informatiesystemen ,bosbouw ,information ,diffusion of information ,Institute for Forestry and Nature Research ,computers ,computer networks ,internet - Abstract
Bespreking van een aantal interessante bosbouw-sites in binnen- en buitenland
- Published
- 1999
48. Kansen benutten voor meer groene daken en gevels : aanbevelingen op een rij
- Author
-
Bos, A. and Bos, A.
- Abstract
Alert zijn op kansen die zich voor de leden voordoen. En daar tijdig op inspringen. Dat is een belangrijke taak van Branchevereniging VHG. Maar hoe werkt dat in de praktijk? Welke kansen zijn er bijvoorbeeld voor de dak- en gevelbegroeners? VHG-directeur Egbert Roozen en Mario Geuze, beleidsmedewerker Dak- en Gevelbegroening, geven antwoord.
- Published
- 2014
49. Blijvers investeren in bodemgezondheid : studieclub in Kop van Overijssel heeft echte kennisfunctie
- Author
-
Jonkheer, E. and Jonkheer, E.
- Abstract
Als kennis niet automatisch naar je toe komt, zul je er naar op zoek moeten. Een studieclub speelt daar een belangrijke rol in, vinden de bestuursleden van de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting Rondom Reest en Vecht. Ondanks vergrijzing, krimp en fusies weten zij hun club actief te houden.
- Published
- 2014
50. Pluimveesector Indonesië : Nederlands bedrijfsleven verzilvert kansen
- Author
-
Brienen, M. and Brienen, M.
- Abstract
Bedrijven uit de Nederlandse pluimveeketen werken sinds 2013 samen in het publiek-private consortium FoodTechIndonesia. Doel: integrale oplossingen aanbieden voor het Indonesische bedrijfsleven en bijdragen aan voedselzekerheid en voedselveiligheid.
- Published
- 2014
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.