Search

De Vlaamse Codex Dierenwelzijn vervangt de Dierenwelzijnswet van 1986. De Codex bevat meer dan 80 artikelen en treedt in werking vanaf 1 januari 2025. Het nieuwe decreet moderniseert de bestaande regelgeving, maar introduceert ook enkele nieuwe, strengere regels.

Binnen de Europese Unie (EU) zijn er regels om plantenziekten en plagen te bestrijden. Door hun impact reguleerde de EU bepaalde organismen. Deze organismen kunnen grote schade veroorzaken in de teelt of in de natuur, waardoor extra eisen en maatregelen noodzakelijk zijn.

Meer prestatieprikkels, meer maatwerk op gebieds- en bedrijfsniveau en meer draagvlak leiden tot een groter effect van ecoregelingen. Dat blijkt uit een pilot in Noordwest-Nederland: de provincies Noord-Holland, Flevoland en Groningen.

Staatssecretaris Heijnen (IenW) en minister Jetten (Klimaat en Energie) informeren de tweede Kamer over de stand van zaken van de invoering van de duurzaamheidscriteria voor biogrondstoffen in regelgeving.

Wet- en regelgeving, beleid. Minister Adema (LNV) informeert de Tweede Kamer over de voortgang van een aantal dierenwelzijnsonderwerpen, moties en toezeggingen. Daarbij biedt de minister de Kamer een verkenning aan over de problematiek en oplossingsrichtingen rondom loslopende huiskatten en zwerfkatten.

Wet- en regelgeving, beleid, advies - In deze aflevering van de Dier-aan-bodcast gaat onze podcasthost, Margreet Reijntjes, in gesprek met Jeroen Candel, raadslid en voorzitter van het forum dat de zienswijze "Dieren in het huis van Thorbecke" schreef. De RDA heeft zich verdiept in de rol van gemeenten en provincies als het gaat om dierenwelzijn. Hebben zij voldoende mogelijkheden om in te grijpen als er bijvoorbeeld sprake is van overlast, of als het dierenwelzijn wordt aangetast? Hierover meer in deze aflevering.

Wet- en regelgeving, beleid. De inspecteurs van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) komen in actie na meldingen van dieren in nood bij meldpunt 144. Het gaat dan vooral om gevallen van verwaarlozing van huis ook routinecontroles uit bij onder andere dierenwinkels, -- en hobbydieren. Daarnaast voert de LID pensions en fokkers/handelaren.

Minister Adema (MLNV) stuurt de Tweede Kamer de Kamerbrief: Toekomst Landbouw. Naar de Eerste Kamer is een gelijkluidend exemplaar gestuurd

In een beslisnota staat achtergrondinformatie die bewindspersonen gebruiken bij de besluitvorming over een Kamerstuk.

Gezelschapsdieren, wet- en regelgeving, beleid. Bevat: 1) Kamerbrief over huis- en hobbydierenlijst; 2) Zoogdieren beoordeeld: Het biologisch fundament voor de Huis- en Hobbydierenlijst zoogdieren. 3) Beslisnota bij Kamerbrief over huis- en hobbydierenlijst. 4) Beoordeling van de zoogdiersoorten.

Gezelschapsdieren, wet- en regelgeving, beleid. Kamerbrief over huis- en hobbydierenlijst.

Gezelschapsdieren, wet- en regelgeving, beleid. Het Adviescollege huis- en hobbydierenlijst adviseert in zijn advies aan de minister van LNV op grond van de beoordeling van 314 zoogdiersoorten om 29 zoogdiersoorten op de huis- en hobbydierenlijst te plaatsen. Zoogdieren die op de huis- en hobbydierenlijst staan mogen door iedereen worden gehouden en voor het houden van deze dieren is het Adviescollege van oordeel dat geen specialistische kennis of vaardigheid nodig is en volstaan kan worden met houderijvoorschriften.

Gezelschapsdieren, wet- en regelgeving, beleid.

Wet- en regelgeving, beleid, advies. De minister van LNV heeft de RDA advies gevraagd over de (on)mogelijkheden voor lagere overheden om beleid te ontwikkelen op dierenwelzijn. Volgens de RDA is er geen aanleiding voor extra bevoegdheden, met uitzondering van het vergunningenbeleid rondom evenementen met dieren.

De maatregelen in het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn moeten van de Tweede Kamer meer in lijn worden gebracht met lokale en teeltomstandigheden. Verschillende voorstellen om regelgeving aan de landbouwpraktijk aan te passen kregen donderdag voldoende steun.

Ecomatters heeft in opdracht van InvestNL een overzichtsrapport geschreven over ‘Biopolymers from a regulatory perspective’. Het rapport gaat over de ontwikkelingen inzake regelgeving van biobased plastics door de hele keten zowel op EU als NL niveau. Het rapport bespreekt de relevante regelgevende implicaties voor de succesvolle marktintroductie van biobased polymeren. Net als bij de levenscyclusbeoordeling (LCA), waarbij de volledige levenscyclus van een product of proces (van de wieg tot het graf) wordt beoordeeld op milieueffecten zoals het broeikaseffect, zijn er pakketten van regelgeving voor elke stap in de levenscyclus van biogebaseerde stoffen, materialen en artikelen. Naast een momentopname van alle relevante bevindingen over en een leesbare samenvatting van de besproken regelgeving, is het ook een gids die als leidraad kan worden geraadpleegd., Ecomatters has written an overview report on 'Biopolymers from a regulatory perspective' on behalf of InvestNL. The report focuses on developments in the regulation of biobased plastics throughout the entire chain, both at EU and Dutch level. The report discusses the relevant regulatory implications for the successful market introduction of biobased polymers. Similar to the life cycle assessment (LCA), where the entire life cycle of a product or process (from cradle to grave) is assessed for environmental impacts such as global warming, there are sets of regulations for each step in the life cycle of bio-based substances, materials and articles. In addition to a snapshot of all relevant findings and a readable summary of the regulations discussed, it is also a guide that can be consulted as a guideline.

This session will discuss perspectives of biogas and biomethane in different parts of the world – Europe, North America, China and developing countries – and the role of policy frameworks for further deployment. It is important to consider that biogas is not just a renewable energy solution, but provides a strong contribution to circular and biobased economy, mostly starting from waste and residual flows and, amongst others, circulating nutrient and organic material flows, providing sanitation of treated material and contributing to development of rural areas. Sustainability of green gas concepts needs to be considered to make sure they positively contribute.

Minister Schouten informeert de Tweede Kamer over het handelsverbod voor honden die niet in Nederland gefokt mogen worden. Hiermee geeft zij een reactie op de brief van de organisaties die zijn aangesloten bij de werkgroep Bestrijding van illegale en malafide import van het project Fairdog.

Nader rapport inzake het voorstel van wet van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing).

Minister Schouten informeert de Tweede Kamer over de onderwerpen die samenhangen met de Europese diergezondheidsverordening. De brief gaat ook over het tekort aan dierenartsen, de Afrikaanse varkenspest, de audit van Wageningen Bioveterinary Research, preventieve vaccinatie tegen dierziekten en over het Europese monitoringsprogramma op Sars-Cov-2 bij specifieke diersoorten.

De regelgeving voor bodem binnen het stelsel van de Omgevingswet krijgt steeds meer vorm. Wij schreven in nummer 2 van dit jaar over het Aanvullingsbesluit bodem. Dit keer besteden we aandacht aan de Aanvullingsregeling bodem. Deze is op 1 juni 2021 in de Staatscourant verschenen. Wij verwachtten eerder dat het stelsel op 1 januari 2022 in werking zou treden. Het voornemen is thans gericht op inwerkingtreding op 1 juli 2022, zodat overheden nog meer tijd hebben om zich voor te bereiden en in de hoop dat het digitale stelsel dan op orde is. Aan de regelgeving zelf zou het niet moeten liggen. In ieder geval voor het onderwerp “bodem” is met het stelsel van regelgeving van het Rijk weer een belangrijke stap gezet. In het onderstaande stuk belichten wij de belangrijkste aspecten van de Aanvullingsregeling, ontleend aan de toelichting daarop.

dierenwelzijn, productiedieren, nertsen, diergezondheid, corona, wet- en regelgeving

Clear agreements are needed for the Dutch economy to achieve the goal of growing from its current 7 per cent circular and biobased production to 100 per cent by 2050. Agreements about standards that new materials have to meet, for instance. Not an easy task in a fast-changing world. Developing such standards takes a lot of scientific research.

Om de Nederlandse economie richting 2050 te laten groeien van 7 naar 100 procent circulair en biobased zijn heldere afspraken nodig. Bijvoorbeeld over de eigenschappen waaraan nieuwe materialen moeten voldoen. Dat is niet eenvoudig, in een wereld die volop in beweging is. Bij de ontwikkeling van dergelijke normen komt veel wetenschappelijk onderzoek kijken.

Mette S. Herskin, Katy Overstreet and Inger Anneberg argue that increased veterinary inspection may not lead to better animal welfare during transport and suggest that other tools should be considered.

Mede namens de minister van justitie en Veiligheid worden vragen beantwoord over gevaarlijke honden, ingezonden 10 februari 2020 door de leden Moorlag en Kuiken (beiden PvdA).

Antwoorden op vragen van lid Wassenberg (PvdD) over het bericht dat het fokken van honden met extreem platte snuiten ondanks een verbod ongestraft doorgaat.

Informatie over de regels voor transport van dieren tijdens een periode van hitte.

Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) beoogt invulling te geven aan een lijst met diersoorten die door eenieder in of om het huis gehouden mogen worden (‘de Positieflijst’). Daartoe heeft LNV in de herfst van 2017 een groep onafhankelijke wetenschappelijk deskundigen gevraagd op persoonlijke titel te participeren in een Wetenschappelijke Adviescommissie Positieflijst (WAP). LNV heeft de WAP de opdracht verstrekt om te adviseren over een vereenvoudigd, wetenschappelijk valide, toetsingskader voor de positieflijst huisdieren. Randvoorwaarden hierbij zijn dat de systematiek voldoende goed uitvoerbaar is (eenvoudig, tijd- en kostenefficiënt) én dat de systematiek voldoet aan de Nederlandse en Europese wettelijke vereisten en aan wetenschappelijke betrouwbaarheid.

Kamerbrief bij de eindrapportage van het Fairfokprogramma en het rapport “Fokken met kortsnuitige honden”. Daarnaast ga ik in deze brief in op de vraag van het lid Wassenberg, tevens gesteld tijdens dit AO, over hoe om te gaan met de rasstandaard van kortsnuitige honden in het buitenland en de campagne die ik op het terrein van fokkerij zal voeren.

Het Fairfok-programma, gericht op een gezonde en sociale Nederlandse hond, is een bijzonder programma. Bijzonder, omdat het is opgesteld en wordt uitgevoerd in een samenwerkingsverband van organisaties en instituten met zeer uiteenlopende doelstellingen en achtergronden: dierenbeschermers en hondenliefhebbers, wetenschappers en dierenspeciaalzaken, voorlichters en opleiders. Hoe uiteenlopend hun doelstellingen ook zijn, over één ding waren zij het roerend eens: de Nederlandse (ras)hond moet gezonder en socialer en wij gaan daaraan werken. Deze eindrapportage beschrijft het resultaat van vier jaar Fairfok en de inmiddels ontstane vervolgplannen. In de bijlage is uitgebreid beschreven wat er bij de start van het programma in 2014 per ambitie is afgesproken en wat daarvan gerealiseerd is.

Op 1 juli 2014 is een aantal wijzigingen in het Besluit Houders van Dieren in werking getreden. Het doel van deze wijzigingen was de verbetering van het dierenwelzijn bij de bedrijfsmatige fokkerij van gezelschapsdieren.

Continue bewaking van procescondities en periodieke monitoring van reactieprocessen zijn onmisbaar bij biofermentaties. In-line pH-, zuurstof- en geleidbaarheidsmetingen en Raman-spectroscopie helpen laboratoria bioreactorprocessen te beheersen en te perfectioneren. “Wij bieden ze het instrumentarium om op te schalen van lab- naar pilot- of productieschaal en te voldoen aan de strengste regelgeving in gereguleerde omgevingen”, zegt Tomaso Della Vedova, Industry Manager Food & Beverage and Life Sciences bij Endress+Hauser.

Op 21 december presenteerde Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad, het ontwerp van het Klimaatakkoord aan het kabinet. Dit is het hoofdstuk over Biomassa.

In dit adviesrapport beschrijft de Taskforce in deel 1 de hoofdstukken 1 t/m 4 de afvalwet- en regelgeving, hoe de uitvoering daarvan is geregeld en hoe dit uitwerkt voor afval of product. Deel 2 de hoofdstukken 5 en 6, beschrijft de instelling van de Taskforce en de raakvlakken met de eerdere programma’s en adviezen. In deel 3 de hoofdstukken 7, 8 en 9, komen de problemen en belemmeringen in afvalwet- en regelgeving en op andere vlakken die worden ervaren door overheden en bedrijven bij het circulair gebruik van producten en materialen aan bod. Het laatste deel 4 en hoofdstuk 10 bevat de aanbevelingen van de Taskforce en geeft een aanzet tot oplossingen. Als bijlage bij dit rapport is op basis van deel 4 van dit rapport een lijst met belemmeringen, oplossingen en concrete actiehouders opgenomen.

The STAR4BBI project will support adaption of the regulatory framework and relevant standards for selected existing value chains and for the development of new value chains based on biomass from forests, from agriculture and from organic waste

De effecten van het ‘Besluit houders van dieren’ komen met grote kracht binnen in alle lagen van onze branche. Vanwege het Besluit houders van dieren moeten ondernemers die bedrijfsmatig gezelschapsdieren houden, voortaan beschikken over een bewijs van vakbekwaamheid. Wat betekent dat voor jou? Hieronder hebben we het allemaal nog eens op een rij gezet.

Als de regels niet snel worden versoepeld en boorbedrijven het tempo van de woningbouwopgave niet weten bij te benen leggen ook gesloten, comfortabele en duurzame bodemenergiesystemen het straks af tegen de minder duurzame maar makkelijker te installeren én veel goedkopere luchtwarmtepompen. Het jaarlijks aantal geïnstalleerde open WKO-systemen is inmiddels al met 99 procent gereduceerd.

This dissertation analyzes the market effects of the coexistence of genetically modified organism (GMO) and conventional production, labeling policies, and strategic firm interactions through vertical product differentiation. Although we focus on GMOs, the applied frameworks can be adopted and extended to other differentiated products where similar concepts apply. The main body of the dissertation consists of four chapters. In the first chapter, we estimate the perceived costs of legal requirements (‘coexistence measures’) for growing genetically modified (GM) Bt maize in Germany using a choice experiment. The costs of the evaluated ex-ante and ex-post coexistence measures range from zero to more than 300 euros per hectare per measure, and most of them are greater than the extra revenue the farmers in our survey expect from growing Bt maize or than the estimates in the literature. The cost estimates for temporal separation, which were the highest in our evaluation, imply that the exclusion of this measure in Germany is justified. The costliest measures that are currently applied in Germany are joint and strict liability for all damages. Our results further show that neighbors do not cause a problem and that opportunities for reducing costs through agreements with them exist. Finally, we find that farmers’ attitudes toward genetically modified crops affect the probability of adoption of Bt maize. Our results imply that strict liability will deter the cultivation of Bt maize in Germany unless liability issues can be addressed through other means, for example, through neighbor agreements. The coexistence costs have implications for the supply of products in which GMOs are excluded from the production process (i.e., non-GM labeling). This is the topic of the second chapter. In that chapter, we discuss and illustrate the complexity of non-GM food labeling in Germany. We show how a multi-stakeholder organization that sets a voluntary private production and certification s

In this thesis the research focuses on the legal rules and regulations in the Netherlands that apply in the context of food purchases by consumers that are concluded online. Sale of food via the Internet takes place in the area of Civil Code requirements on distance selling and public law requirements on food labelling. In four research Chapters (chapters 2-5) the relevant topics are addressed. In Chapter 1 the legal context to the research is presented leading up to the formulation of the central problem statement and the research questions. The Chapter also provides the theoretical framework and the in this research applied methodology. Chapter 2 ‘'Real Food from Virtual Shops: the situation before 2014’ reports on research performed before the entry into force of the national implementation of the Consumer Rights Directive and of the Food Information Regulation. This chapter provides the historical baseline to this research. The research in this chapter shows that the instruments handed to the consumers to compensate their weakened position as online buyers, cannot function as intended in case the merchandise is food. It is argued that consumers derive more bite from general provisions of contract law than from the provisions specifically addressing distance contracts. In Chapter 3, ‘Food Online, Radical Changes to the Digital Shop Window after 2014’ the argument is continued by addressing in detail the implementation of the Consumer Rights Directive in the Netherlands and the entry into force of the Food Information Regulation. The differences become visible between civil law and public food legislation in the manner in which they envisage to protect the consumer. Civil law turns out to be rather scarce in requiring information provision to consumers. In his attempt to ensure that consumers are only bound to purchase contracts they actually want, the European legislator has chosen a far more draconic instrument. The consumer has been given the right to withdraw

Veel veehouders denken erover: omschakelen naar biologisch. Maar wat betekent dat in de praktijk? En aan welke regels moet je voldoen?