410 results on '"risicobeheersing"'
Search Results
2. Gele bieslelie: een risico voor de Nederlandse natuur
- Author
-
Leferink, J., Valkenburg, J. van, Odé, B., Leuven, R., Leferink, J., Valkenburg, J. van, Odé, B., and Leuven, R.
- Abstract
Gele bieslelie is een plant die wordt verkocht als oever- en tuinplant. In 2005 is deze soort in Nederland voor het eerst in het wild gezien en is daarna op talrijke andere plekken waargenomen, ook in kwetsbare natuurgebieden zoals orchideeënweiden. Terreinbeheerders proberen de planten te verwijderen. Tot nu toe zonder veel succes.
- Published
- 2024
3. Mogelijkheden voor effectieve reductie van risico’s door ganzen op en rond Schiphol – een overzichtsrapport
- Author
-
Stahl, J., Glastra, T., Stahl, J., and Glastra, T.
- Abstract
Advies, inspirerende voorbeelden - In de afgelopen decennia is zowel het aantal broedende- als overwinterende ganzen sterk toegenomen in Nederland. Dat leidt in het dichtbevolkte Nederland tot conflicten, zoals schade aan gewassen, maar ook tot een verhoogd risico op aanvaringen met vliegtuigen. In 2010 is de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen (NRV), inmiddels de Schiphol Regiegroep Vogelaanvaringen (SRV), gestart met een viersporenaanpak om het risico op vogelaanvaringen rond Schiphol te verminderen. Er is een convenant opgesteld om door preventieve en reactieve maatregelen tegen ganzen het risico voor het vliegverkeer te minimaliseren. In 2022 is deze regeling voor het laatst voor twee jaar verlengd (2023 en 2024). Het is de wens om vanaf 2025 met een nieuw strategisch meerjarenplan te gaan werken. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft Sovon Vogelonderzoek Nederland gevraagd een overzicht te maken van mogelijkheden voor effectieve wering van ganzen op en rond Schiphol waarbij specifiek veelbelovende weringstechnieken aan bod dienen te komen die in de laatste jaren zijn ontwikkeld en hun inzetbaarheid in combinatie met de conventionele wering. Aan de hand van een literatuurverkenning en expert kennis is een overzicht gemaakt van de meest actuele stand met betrekking tot de mogelijke inzet van verschillende weringstechnieken voor ganzen in een gebiedsgerichte aanpak. Dit rapport gaat daarbij uitsluitend in op het verlagen van de risico’s voor de luchtvaart op en rondom Schiphol. Advies ten gunste van de luchtvaartveiligheid kunnen eventuele negatieve gevolgen hebben voor andere conflicten, zoals vraatschade in de regio.
- Published
- 2024
4. Stadswerk Webinar Invasieve exoten: tips om aansprakelijkheidsrisico’s te beperken
- Abstract
Lokale overheden spelen een belangrijke rol bij beheersing en bestrijding van invasieve exotische plant- en diersoorten. Inwoners kijken al gauw naar de overheid als zij vrezen voor of te maken krijgen met invasieve exoten. Overheden willen vaak wel helpen, maar wet- en regelgeving is lang niet altijd één op één te vertalen naar praktijksituaties. Schade is vaak moeilijk aantoonbaar en de schadeveroorzakende partij is veelal lastig te achterhalen. Beheersing en bestrijding brengt daarnaast vaak de nodige praktische hobbels met zich mee. Rechtspraak over dit onderwerp komt pas net op gang. Rico Ligtvoet van Hekkelman Advocaten vertelt u meer over de juridische aspecten van invasieve exoten en gaat in op de geldende wet- en regelgeving. Hij gaat in op de rol van lokale overheden bij de bestrijding en beheersing van invasieve exoten en wat dat betekent voor onze leefomgeving. Ook geeft hij praktische tips om risico’s te voorkomen en beperken. Dit en meer hoort u tijdens dit webinar. Webinar terugkijken Dit webinar is een initiatief van het Kennisnetwerk Invasieve Exoten in samenwerking met Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland. Presentatie: Louise Kok.
- Published
- 2023
5. Bestuurlijke turbulentie in het sociaal werk: de uitdaging van meervoudige coalitievorming
- Author
-
Marc Hoijtink and Lia van Doorn
- Subjects
social work ,administrative changes ,new public management ,bureaucracy ,accountability ,sociaal werk ,bestuurlijke veranderingen ,bureaucratie ,marktwerking ,risicobeheersing ,achter-de-voordeur ,sociale innovatie ,Sociology (General) ,HM401-1281 - Abstract
Administrative turbulence in social work: the challenge of pluralist coalition-formation As elsewhere in Europe, social work in the Netherlands is facing ever more administrative changes. This article analyzes the administrative changes that local social work institutions are currently facing and how representatives of these institutions are reacting to these changes. The article is divided into three sections. The first section describes four administrative changes that organizations in the field of social work are currently facing. The second section is based on the results of four studies in local social work, and analyzes how social workers and managers from these organizations are experiencing and handling these administrative changes. We group the reactions into four different clusters: the confused reaction, the introvert reaction, the extravert reaction and the binding reaction. The third section zooms in on what we see as the most beneficial strategy: the binding reaction. We argue that these turbulent times call for organizations that are able to create strong coalitions, both internally and externally. These are necessary to guarantee service provision as well as innovation in a meaningful way. Bestuurlijk turbulentie in het sociaal werk: de uitdaging van meervoudige coalitievorming Net als elders in Europa wordt het sociaal werk in Nederland geconfronteerd met indringende bestuurlijke veranderingen. In dit artikel analyseren wij met welke bestuurlijke veranderingen instellingen in het lokaal sociaal werk te maken hebben en hoe representanten van deze instellingen op deze veranderingen reageren. Het artikel bestaat uit drie delen. In het eerste deel beschrijven we vier in het oog springende bestuurlijke veranderingen waarmee organisaties in dit veld geconfronteerd worden. In het tweede deel analyseren we op basis van verschillende onderzoeken in het lokaal sociaal werk hoe representanten van deze organisaties – sociaal werkers en managers – deze veranderingen ervaren en hoe zij hiermee omgaan. We onderscheiden vier clusters reacties: de verwarde reactie, de introverte reactie, de extraverte reactie en de verbindende reactie. In het derde deel zoomen we in op de ons inziens meest vruchtbare reactiewijze: de verbindende reactie. We betogen dat deze turbulente tijd vraagt om organisaties die erin slagen om zowel sterke interne als krachtige externe coalities te creëren, nodig om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen en betekenisvol te innoveren.
- Published
- 2011
- Full Text
- View/download PDF
6. Risicoscan van exotische mierensoorten in Nederland
- Author
-
Thunnissen, N.W., Collas, F.P.L., Jongejans, E., Noordijk, J., Loon, A.J. van, Leuven, R.S.E.W., Thunnissen, N.W., Collas, F.P.L., Jongejans, E., Noordijk, J., Loon, A.J. van, and Leuven, R.S.E.W.
- Abstract
Het primaire doel van het voorliggende onderzoek is het analyseren van de introductieroutes (‘pathways’), verspreiding en risico’s van vestiging in het wild van (potentieel) invasieve mieren in Nederland. Hieruit zijn negen onderzoeksvragen afgeleid: 1. Welke uitheemse mierensoorten zijn in Nederland geïntroduceerd en te verwachten op grond van vestiging in omliggende landen of gebieden met vergelijkbaar klimaat? 2. Welke uitheemse mieren hebben zich in Nederland gevestigd en in welke mate hebben deze soorten zich verspreid in de natuur? 3. Welke uitheemse soorten zijn nog (vrijwel) alleen te vinden binnenshuis en kunnen zich mogelijk in de toekomst in het buitengebied vestigen? 4. Via welke routes worden uitheemse mieren in Nederland geïntroduceerd en verspreid? 5. Hoe ontwikkelt het aantal gevestigde (potentieel) invasieve mierensoorten die in Nederland zijn geïntroduceerd door de tijd heen? 6. Wat zijn de (potentiële) risico’s van deze uitheemse soorten voor biodiversiteit, plantenteelt, dierhouderij, functioneren van ecosystemen, ecosysteemdiensten, volksgezondheid, infrastructuur en veiligheid in Nederland en in omliggende landen? 7. Wat is bekend over de maatschappelijke kosten en baten van de geïntroduceerde soorten? 8. Welke beheersmaatregelen zijn mogelijk om de introductie en verspreiding van uitheemse mieren te beperken? 9. Hoe zijn uitheemse mieren te identificeren en in hoeverre is dit nodig om mogelijke beheersmaatregelen te kunnen uitvoeren?
- Published
- 2021
7. Technische onderbouwing beleidsregels voor risicobeperking gezondheidseffecten via de lucht van mestbewerkingsinstallaties
- Author
-
Hoekstra, B., Brouwer, A., Hoekstra, B., and Brouwer, A.
- Published
- 2018
8. A review of damage-reducing measures to manage fluvial flood risks in a changing climate
- Author
-
Ph. Bubeck, H. de Moel, M.T.H. van Vliet, Heidi Kreibich, Water and Climate Risk, Institute for Environmental Studies, and Amsterdam Global Change Institute
- Subjects
Vulnerability ,land use planning ,Climate change ,WASS ,risk management ,ontwikkelingslanden ,SDG 13 - Climate Action ,overstromingen ,Risk management ,Global and Planetary Change ,climatic change ,Ecology ,Land use ,Flood myth ,business.industry ,Public Administration and Policy ,Flooding (psychology) ,Environmental resource management ,klimaatverandering ,Land-use planning ,developing countries ,landgebruiksplanning ,floods ,Bestuurskunde ,risicobeheersing ,Institut für Geowissenschaften ,business ,Zoning - Abstract
Damage due to floods has increased during the last few decades, and further increases are expected in several regions due to climate change and growing vulnerability. To address the projected increase in flood risk, a combination of structural and non-structural flood risk mitigation measures is considered as a promising adaptation strategy. Such a combination takes into account that flood defence systems may fail, and prepares for unexpected crisis situations via land-use planning and private damage reduction, e.g. via building precautionary measures, and disaster response. However, knowledge about damage-reducing measures is scarce and often fragmented since based on case studies. For instance, it is believed that private precautionary measures, like shielding with water shutters or building fortification, are especially effective in areas with frequent flood events and low flood water levels. However, some of these measures showed a significant damage-reducing effect also during the extreme flood event in 2002 in Germany. This review analyses potentials of land-use planning and private flood precautionary measures as components of adaptation strategies for global change. Focus is on their implementation, their damage-reducing effects and their potential contribution to address projected changes in flood risk, particularly in developed countries.
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
9. Planning amid uncertainty : Adaptiveness for spatial interventions in delta areas
- Author
-
van den Brink, A., Vlist, M.J., Klijn, F., Zandvoort, Mark, van den Brink, A., Vlist, M.J., Klijn, F., and Zandvoort, Mark
- Abstract
Planning for delta areas happens amid uncertainty, which may influence the location, type and form of interventions such as infrastructure, spatial strategies and design standards. Interventions, however, may fix the spatial configuration for decades, for which insight in the appropriate use of adaptiveness to account for uncertainty is essential. This thesis explores uncertainty and adaptiveness in spatial planning and studies their expression and empirical manifestation in planning approaches, planning tools and planning processes. Uncertainty’s characteristics are used to distill information about the (in)adequacy of specific interventions and are related to three domains of adaptiveness: adaptive management, adaptive capacity and adaptive planning. The thesis shows that while some uncertainties demand interventions aimed at ensuring the effectiveness of planning while anticipating future change, others require a focus on the planning process by the co-construction of knowledge, deliberating about values and increasing the adaptive capacity of actors and institutions.
- Published
- 2017
10. Handbook on the public procurement of bio-based products and services
- Author
-
Narra, M.-M., Westkämper, M., Vos, J., Lammens, T., Spekreijse, J., Bovis, C., Dekker, C., Górczyńska, A., Izbicki, M., Ochoa, A., Longworth, G., Díaz Santos, M., Dammer, L., Sarmento, L., Kruchten, S. van, Prent, O.-J., Narra, M.-M., Westkämper, M., Vos, J., Lammens, T., Spekreijse, J., Bovis, C., Dekker, C., Górczyńska, A., Izbicki, M., Ochoa, A., Longworth, G., Díaz Santos, M., Dammer, L., Sarmento, L., Kruchten, S. van, and Prent, O.-J.
- Abstract
Drivers of the bio-economy include sustainability, economic opportunities for new products, energy and raw materials security, and improvement of the local and regional economy, particularly the agro-economy. On the basis of accepting that bio-based products can offer significant advantages with their use and application, it is logical that public authorities could set an example, especially in those application categories where a significant portion of public spending goes to.
- Published
- 2017
11. Interpretation and implications of the European Commission's definition on nanomaterials
- Subjects
CHEMIE ,wetgeving ,nanomateriaal ,VEILIGHEID ,definitie ,definition ,risk assessment ,risicobeheersing ,nanomaterial ,regulation ,legislation ,regelgeving - Abstract
In oktober 2011 heeft de Europese Commissie Aanbeveling Inzake de Definitie van Nanomateriaal vastgesteld. Het RIVM beschouwt deze definitie als een goede basis voor verdere discussie. De discussie zou zich vooral moeten richten op twee uitgangspunten van de definitie: de grenzen voor de afmeting van nanodeeltjes (van 1 tot 100 nanometer), en de eis voor nanomaterialen dat minimaal 50 procent van de deeltjes binnen de gestelde afmeting voor nanodeeltjes vallen. Volgens het RIVM kan wetenschappelijk onderzoek helpen om implicaties van de keuzes van deze uitgangspunten in te schatten. Verder is het van belang om betrouwbare en gestandaardiseerde methoden te hebben om de aantallen nanodeeltjes en de grootte ervan te kunnen meten. De Europese Commissie zal de definitie herzien in 2014 in het licht van de ervaringen en de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. Inzicht in potentiële risico's van belang: De laatste jaren is een toenemend aantal toepassingen en producten beschikbaar gekomen waarin of waarvoor nanomaterialen worden gebruikt. Vanwege de geringe afmeting van de deeltjes hebben ze andere eigenschappen dan materialen met grotere deeltjes. Een eenduidige definitie is een belangrijke stap om de term 'nanomateriaal' voor Europese wet- en regelgeving vast te stellen. Het uiteindelijk doel van de definitie is om de potentiële risico's van nanomaterialen voor mens en milieu te beheersen. Nu de definitie van een nanomateriaal nader is bepaald, is de volgende stap om deze in te passen in de diverse kaders van wet- en regelgeving. Dan kan ook worden vastgesteld voor welke typen nanomaterialen specifieke maatregelen nodig zijn om te kunnen waarborgen dat ze op een veilige manier worden geproduceerd en toegepast. Deeltjes buiten definitie: niet automatisch veilig: Het RIVM onderschrijft het uitgangspunt van de Commissie dat een nanomateriaal niet automatisch als gevaarlijk moet worden beschouwd. Tegelijkertijd benadrukt het instituut dat materialen met deeltjes die buiten de definitie vallen, niet automatisch als veilig moeten worden beschouwd. Zo kunnen materialen met deeltjes die net buiten de limieten vallen toch een risico vormen afhankelijk van de blootstelling van mens en milieu.
- Published
- 2017
12. Planning amid uncertainty : Adaptiveness for spatial interventions in delta areas
- Author
-
Mark Zandvoort, Wageningen University, A. van den Brink, M.J. Vlist, and F. Klijn
- Subjects
Adaptive capacity ,WIMEK ,climatic change ,Computer science ,Seven Management and Planning Tools ,Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning ,Psychological intervention ,klimaatverandering ,Appropriate use ,risk management ,Planning process ,onzekerheid ,Adaptive management ,Adaptive planning ,Risk analysis (engineering) ,Landscape Architecture and Spatial Planning ,ruimtelijke ordening ,delta's ,risicobeheersing ,deltas ,physical planning ,uncertainty ,Spatial planning - Abstract
Planning for delta areas happens amid uncertainty, which may influence the location, type and form of interventions such as infrastructure, spatial strategies and design standards. Interventions, however, may fix the spatial configuration for decades, for which insight in the appropriate use of adaptiveness to account for uncertainty is essential. This thesis explores uncertainty and adaptiveness in spatial planning and studies their expression and empirical manifestation in planning approaches, planning tools and planning processes. Uncertainty’s characteristics are used to distill information about the (in)adequacy of specific interventions and are related to three domains of adaptiveness: adaptive management, adaptive capacity and adaptive planning. The thesis shows that while some uncertainties demand interventions aimed at ensuring the effectiveness of planning while anticipating future change, others require a focus on the planning process by the co-construction of knowledge, deliberating about values and increasing the adaptive capacity of actors and institutions.
- Published
- 2017
13. Reactive versus anticipative adaptive management of Deltas: The Sacramento-San Joaquin Delta and the Rhine-Meuse Delta compared
- Subjects
Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning ,waterbeheer ,comparisons ,netherlands ,risk management ,vergelijkingen ,nederland ,governance ,water management ,Landscape Architecture and Spatial Planning ,californië ,risicobeheersing ,california ,onzekerheidsanalyse ,uncertainty analysis - Abstract
In this paper Californian Adaptive Management (AM) and Dutch Adaptive Delta Management (ADM) are compared. The concepts are introduced in a policy context to deal with prevailing types of uncertainty in water management in the Californian Sacramento-San Joaquin Delta and the Dutch Rhine-Meuse Delta respectively. While having the same objective, we show that adaptive management in these Deltas differs considerably, because the concepts address different uncertainties. Californian AM is primarily applied to ecosystem management while Dutch ADM is primarily developed for flood risk management and fresh water supply purposes. Californian AM is based on modeling the performance of different actions. It emphasizes that, once management actions are selected, formal and continuous learning is required to deal with uncertain effects and effectiveness of management actions. Thus it reacts on present states in a continuous fashion as adequately and flexible as possible. In contrary Dutch ADM anticipates on possible futures through projections of climate change and socio-economic circumstances. Different sets of measures to avoid or postpone projected problems are developed. In ADM uncertainty in projections is recognized, and possible rejection of projections over time is acknowledged. For climatic and socio-economic circumstances ADM aims to ensure that alternative adaptation pathways can still be opted. We argue that good Delta management should be based on long term projections, as in Dutch ADM, and scientific learning from implemented actions, as in Californian AM. A hybrid of both concepts can thus be created in order to strengthen adaptive management practice in the face of future uncertainty.
- Published
- 2013
14. Leefbaarheid Theresiastraat Hengelo
- Author
-
W.K.F. Rodenhuis and H.J. Korthals Altes
- Subjects
leefbaarheid ,Hengelo ,sociale veiligheid ,risicobeheersing ,woningcorporatie ,leefomgeving - Abstract
In september 2015 ontving het Kenniscentrum Leefomgeving van Saxion het verzoek van woningcorporatie Welbions om een onderzoek uit te voeren naar de leefbaarheid van het woningcomplex van Welbions aan de Theresiastraat te Hengelo. De Theresiastraat is een bijzonder complex flatwoningen, met een hoog percentage bewoners uit bijzondere doelgroepen zoals ex-verslaafden en ex-gedetineerden. Welbions besteedt veel tijd aan het beheer van dit complex, maar desondanks komen relatief veel klachten over de leefbaarheid bij Welbions binnen. Welbions beschikt niet over een nauwkeurig beeld van de precieze problemen, de spreiding over de verschillende gebouwen binnen het complex en de doelgroepen die voornamelijk hinder ondervinden. Dat beeld moest uit het onderzoek van Saxion komen, vergezeld van een advies voor de aanpak van de gebleken problemen.In september 2015 is een groep studenten van Saxion in het kader van de minor Sociaal Veilig Ontwerpen aan de slag gegaan met deze opdracht. De supervisie werd uitgevoerd door docent-onderzoeker dr. Harm Jan Korthals Altes. In januari 2016 heeft de groep studenten het conceptrapport opgeleverd en gepresenteerd aan de opdrachtgever. De rapportage en de onderliggende databestanden die de studenten hebben geproduceerd, vormde in hoofdzaak de input voor de voorliggende rapportage van het Kenniscentrum Leefomgeving; tevens zijn de reacties die we bij de eindpresentatie hebben gekregen in het rapport verwerkt.
- Published
- 2016
- Full Text
- View/download PDF
15. ESBL Evaluation framework
- Author
-
M.A.P.M. van Asseldonk, Nico Bondt, and Ron Bergevoet
- Subjects
Engineering ,Psychological intervention ,vee ,WASS ,risk management ,animal welfare ,polycyclic compounds ,National level ,voedselveiligheid ,Risk management ,verbreed spectrum bèta-lactamases ,Animal health ,animal health ,business.industry ,volksgezondheid ,Environmental resource management ,public health ,epidemiologie ,diergezondheid ,biochemical phenomena, metabolism, and nutrition ,bacterial infections and mycoses ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,dierenwelzijn ,livestock ,food safety ,extended spectrum beta-lactamases ,Risk analysis (engineering) ,Accountability ,bacteria ,epidemiology ,risicobeheersing ,business - Abstract
Extended-spectrum beta-lactamases (ESBL)-producing bacteria have become increasingly common in animals and humans. The goal of the presented ESBL evaluation framework is to help policy makers to evaluate the effectiveness of possible interventions aimed to reduce ESBL levels in livestock. An objective-driven ESBL policy approach (i.e., setting more clear and stringent objectives, for example maximum ESBL prevalence on national level) is preferable since much is unknown about other potential relevant measures and moreover the accountability of individual agents is hampered, which are both requisites for a measure-driven policy approach. In addition, for the nearby future, an additional measure is to extend the ban on some other antibiotics that are related to ESBLs.
- Published
- 2016
16. Milieuveiligheid: ongelimiteerde uitdagingen?
- Author
-
Baets,de, Philippe, Bisschop, Lieselot, and Janssen, Janine
- Subjects
Risicobeheersing ,Milieuveiligheid ,Criminalisering ,Globalisering ,Leefmilieu - Abstract
Geen samenvatting aanwezig.
- Published
- 2016
17. Milieuveiligheid: ongelimiteerde uitdagingen?
- Subjects
Risicobeheersing ,Milieuveiligheid ,Criminalisering ,Globalisering ,Leefmilieu - Abstract
Geen samenvatting aanwezig.
- Published
- 2016
18. ESBL Evaluation framework
- Author
-
Bondt, N., van Asseldonk, M.A.P.M., Bergevoet, R.H.M., Bondt, N., van Asseldonk, M.A.P.M., and Bergevoet, R.H.M.
- Abstract
Extended-spectrum bèta-lactamases (ESBL)-producing bacteria have become increasingly common in animals and humans. The goal of the presented ESBL evaluation framework is to help policy makers to evaluate the effectiveness of possible interventions aimed to reduce ESBL levels in livestock. An objective-driven ESBL policy approach (i.e., setting more clear and stringent objectives, for example maximum ESBL prevalence on national level) is preferable since much is unknown about other potential relevant measures and moreover the accountability of individual agents is hampered, which are both requisites for a measure-driven policy approach. In addition, for the nearby future, an additional measure is to extend the ban on some other antibiotics that are related to ESBLs.
- Published
- 2016
19. Calculate your heat units : pointers on minimising risk and maximising starch and energy yield
- Author
-
Hainey, P. and Hainey, P.
- Abstract
The variable 2015 maize crop highlights that risk management should be built into to more maize growers’ strategies and underlines that selecting varieties that are suited to growing conditions is vital. We spoke to two leading forage experts to fi nd out more.
- Published
- 2016
20. PlantgezondheidEvent : plantgezondheid: van bedreiging naar kans
- Author
-
Boomen, W. van den and Boomen, W. van den
- Abstract
Deze bijdrage voor het PlantgezondheidEvent 2016 gaat over: Plantgezondheid: van bedreiging naar kans; Wat hebben we gerealiseerd?; Slim werken binnen beperkingen; Bestuursakkoord zuiveringsplicht; Beleid Plantgezondheid; Calamiteiten; Project Fytosanitaire preventie; Aanleiding; Wat willen we bereiken?; Hoe bereiken we dit?; Regeling risicoafdekking; Waarom een regeling?
- Published
- 2016
21. Bomen en bliksem : Risico’s en beheer van door bliksem getroffen bomen
- Author
-
Dekker, A. and Dekker, A.
- Abstract
Ruim twintig jaar geleden zag ik eind november op het landgoed het Woudhuis bij Apeldoorn in de bosrand een door de bliksem getroffen eik waarvan de stamvoet compleet was geëxplodeerd. De potlood dunne splinters hingen tot twintig meter hoog in de omringende bomen en waar de boom eerst stond, was alleen nog een meter diepe krater over. Sindsdien ben ik me gaan verdiepen in dit machtige natuurverschijnsel waar natuurbeheerders vaker mee te maken hebben dan ze denken. Er zijn preventieve maatregelen mogelijk om de kans op inslag te verkleinen. Na een blikseminslag is inspectie van de boom en aanvullend beheer wenselijk.
- Published
- 2016
22. Vernieuwing in waterbeleid: de kracht van kleine stapjes
- Author
-
Buuren, A. van, Ellen, G.J., Buuren, A. van, and Ellen, G.J.
- Abstract
Er is een vernieuwing gaande in het Nederlandse waterveiligheidsbeleid van een door preventie gedomineerde benadering naar een risicobenadering waarbij ook het beperken van de gevolgen met ruimtelijke maatregelen en rampenbeheersing een belangrijke rol speelt: meerlaagsveiligheid. Uit de resultaten van een lerende evaluatie van drie pilots meerlaagsveiligheid blijkt op welke wijze deze beleidsvernieuwing vorm krijgt. Een belangrijke conclusie is dat de verankeringen van resultaten bij de ‘thuisorganisaties’ essentieel is. De pilots tonen daarnaast aan dat beleidsvernieuwing een proces is van doormodderen: kleine stapjes en slimme duwtjes, in plaats van ‘grote stappen, snel thuis’.
- Published
- 2016
23. Dossier Venkel, kleine maar groeiende nicheteelt
- Author
-
Van Bavel, J. and Van Bavel, J.
- Abstract
In dit dossier 'venkel, kleine maar groeiende nicheteelt' de volgende artikelen: Rassen veredelen voor de West-Europese markt. Venkel als afwisseling voor prei en risicospreiding. Precisieplanten en -oogsten voor diepvriesmarkt.
- Published
- 2016
24. Vertraag het Lopend Vuurtje!
- Author
-
Zwart, H.J., Janssen, R., Francke, W., Kok, C., Zwart, H.J., Janssen, R., Francke, W., and Kok, C.
- Abstract
Natuurbranden zijn ‘hot’. Wereldwijd: denk aan de enorme, alles verwoestende branden in Australië en Californië en recent in Canada. Maar ook in onze eigen land raken de gemoederen bij tijd en wijle behoorlijk verhit als er weer een stuk bos of heide afbrandt. In het voorjaar van 2015 was de natuurbrand in Nationaal Park De Hoge Veluwe volop in het nieuws: een voor Nederlandse begrippen behoorlijke brand. Andere bekende grote natuurbranden deden zich voor in 1995 en in het record-droge jaar 1976.
- Published
- 2016
25. Mieke en Robin helpen om risico's op bedrijf in kaart te brengen : PreventAgri
- Author
-
De Geest, W. and De Geest, W.
- Abstract
De partners van de groene sectoren beslisten in het voorjaar van 2015 om meer te gaan doen rond risicobeheersing op de bedrijven. Een noodzaak want het aantal arbeidsongevallen in de land- en tuinbouw staat nog steeds bovenaan in de ongevallenstatistieken. Sinds oktober zijn Mieke Sevenans en Robin De Sutter de mensen bij Prevent Agri die u bijstaan in het in kaart brengen van de risico’s op uw bedrijf.
- Published
- 2016
26. Hoe kijkt boer naar risico? : veehouders ervaren marktontwikkelingen als grootste risico op hun bedrijf
- Author
-
Debergh, A. and Debergh, A.
- Abstract
Veehouders kijken anders dan de politiek naar bedrijfsrisico. Toch is het beleid rechtstreeks verwant met het inkomen van de boer, bleek op de studiedag van ingenieursvereniging ie-net. Jeroen Buysse: ‘Het is niet zeker dat meer vraag in China door Europese productie wordt ingevuld.’
- Published
- 2016
27. ‘Ik wil me niet laten verrassen door de energiemarkt’ : chrysantenteler over energie management programma
- Author
-
Velden, P. van and Velden, P. van
- Abstract
Hoewel de energieprijzen de afgelopen jaren zijn gedaald, lukt het nog steeds om op in- en verkoop van energie geld te besparen. Als een ondernemer dat doel wil bereiken dan moet hij ook inzicht hebben in zijn posities voor de komende periode en verbruik over de afgelopen jaren. Sinds kort werken Arjan en Richard van der Voort met een speciaal rekenprogramma.
- Published
- 2016
28. Risicobeheer van bodemverontreiniging in de Krimpenerwaard : een terugblik op 20 jaar actief bodembeheer
- Author
-
Lange, H.J. de, Veen, J. van der, Middendorp, B., Breedveld, M.M.S., Rietra R., Faber, J.H., Lange, H.J. de, Veen, J. van der, Middendorp, B., Breedveld, M.M.S., Rietra R., and Faber, J.H.
- Abstract
In de Krimpenerwaard liggen slootdempingen die in veel gevallen verontreinigd zijn. Het gebied wordt momenteel gesaneerd door de dempingen af te dekken met schone grond om risico’s voor landbouw en natuur te beperken. Het afdekken van dempingen was eind vorige eeuw een nieuwe vorm van omgaan met bodemverontreiniging in landelijk gebied die in de Krimpenerwaard op grote schaal als pilotproject Beleidsvernieuwing Bodem is toegepast.
- Published
- 2016
29. De ontwikkeling van een informatiesysteem voor invasieve plantensoorten
- Subjects
geïntroduceerde soorten ,plant dispersal ,databases ,ecological risk assessment ,inventarisaties ,ecologische risicoschatting ,PE&RC ,risk management ,Biosystematiek ,PRI Biodiversity and Breeding ,introduced species ,Plant Breeding ,verspreiding van planten ,inventories ,PRI Biodiversiteit en Veredeling ,Biosystematics ,risicobeheersing ,Laboratory of Nematology ,databanken ,Laboratorium voor Nematologie - Abstract
De laatste decennia kent de Nederlandse flora een sterke toename van exoten. Soorten die door een sterke uitbreiding of verdichting van hun areaal overlast veroorzaken, worden invasieve soorten genoemd. De overlast van invasieve soorten (vaak kortweg invasieven genoemd) kan bestaan uit economische schade en gezondheids- en/of veiligheidsproblemen. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft daarom het Uitvoeringsconsortium Invasieve Plantensoorten een FES‑subsidie verleend om in vier jaar tijd een informatiesysteem over potentieel invasieve exotische plantensoorten op te zetten. Doel is informatie aan te leveren op basis waarvan ingeschat kan worden hoe groot de kans is dat exotische soorten zich bij introductie in Nederland invasief zullen gaan gedragen. Daarnaast is het doel hulp te bieden bij het herkennen van zulke soorten als ze worden geïmporteerd. Het informatiesysteem is ondergebracht in Q-bank.
- Published
- 2011
30. Naar een meer centrale rol voor veiligheid bij ruimtelijke ontwikkelingen
- Subjects
Land Use Planning ,Landgebruiksplanning ,ruimtelijke ordening ,WASS ,water storage ,risicobeheersing ,physical planning ,wateropslag ,risk management - Abstract
Artikel gebaseerd op het proefschrift van Dr J.M.M. Neuvel
- Published
- 2010
31. Risk analysis-based food safety policy: scientific factors versus socio-cultural factors
- Subjects
milk ,risicofactoren ,voedselkwaliteit ,risk assessment ,food and nutrition controversies ,food quality ,risk management ,beleid inzake voedsel ,food policy ,risicoschatting ,sociaal welzijn ,food safety ,risk factors ,voedsel- en voedingsgeschilpunten ,risicobeheersing ,voedselveiligheid ,france ,science ,social welfare - Abstract
The purpose of this article is to illustrate the importance of socio-cultural factors in risk management and the need to incorporate these factors in a standard, internationally recognized (wto) framework. This was achieved by analysing the relevance of these factors in 3 casesThe purpose of this article is to illustrate the importance of socio-cultural factors in risk management and the need to incorporate these factors in a standard, internationally recognized (WTO) framework. This was achieved by analysing the relevance of these factors in three cases. It can be concluded that the pre-eminent role of science in food-related regulatory decisions is debatable. At a risk management level, other factors, such as cultural, social, or economic issues, are often more important than scientific advice in determining policy. There is a need for transparency at an international level as trade barriers are gradually being removed and these other factors arc becoming more apparent. Therefore it is important that all the factors implicated in the food safety policy-making process are recognized in a standard framework.
- Published
- 2008
32. Economic optimization of surveillance in livestock production chains
- Author
-
Guo, X., Wageningen University, Alfons Oude Lansink, Helmut Saatkamp, and Frits Claassen
- Subjects
Bedrijfseconomie ,vee ,WASS ,netherlands ,livestock economics ,risk management ,vee- en vleesindustrie ,nederland ,Operationele Research en Logistiek ,Business Economics ,agro-industrial chains ,dierziekten ,meat and livestock industry ,optimalisatie ,risk ,risico ,animal diseases ,agro-industriële ketens ,livestock ,gevaren ,agrarische economie ,agricultural economics ,economie van de veehouderij ,risicobeheersing ,Operations Research and Logistics ,hazards ,optimization - Abstract
Hazard surveillance in livestock production chains is an essential activity that is usually conducted by surveillance organizations. Its importance has been highlighted by the major crises that occurred in the field of livestock production and food safety during the last decades. Although extensive research has been conducted to achieve surveillance improvement in livestock production chains, they have limitations in terms of coverage of economic aspects and in the level of detail in modelling the interactions between hazard dynamics and surveillance activities. Hence, the dissertation aims to (1) improve the understanding of hazard surveillance in livestock production chains from an economic perspective, and (2) to apply the obtained knowledge for better model-based in-depth analysis of livestock hazard surveillance. In this thesis, we first presents a conceptual framework for the economic analysis of single-hazard surveillance systems in livestock production chains which differs from most of the previous research focusing on the technical aspect of livestock hazard surveillance. We conclude that that the conceptual approach is scientifically credible for economic analysis of single-hazard surveillance systems and that the applicability of the approach critically depends on data availability. Then we present a conceptual framework for the economic optimization of a surveillance- portfolio consisting of multiple livestock hazards to survey. This framework applies the portfolio perspective to investigate the surveillance resource allocation problem, which is beyond the state of art that mainly focuses on single hazard surveillance analyses. The credibility and practicability of the framework were also checked. To demonstrate the usefulness of the developed frameworks, two case studies are conducted. We applied the single-hazard surveillance framework to conduct a comprehensive economic analysis of classical swine fever (CSF) surveillance in the Netherlands. The results of the cost-effectiveness analysis show that the alternative surveillance setups with “PCR on rendered animals” are effective for the moderately virulent CSF strain, whereas the surveillance setups with “routine serology in slaughterhouses” or “routine serology on sow farms” are effective for the low virulent strain. Moreover, the current CSF surveillance system in the Netherlands is cost-effective for both moderately virulent and low virulent CSF strains. The results of the cost-benefit analysis for the moderately virulent CSF strain indicate that the current surveillance system in the Netherlands is adequate. From an economic perspective, there is little to be gained from intensifying surveillance. We also applied the surveillance-portfolio analysis framework to conduct economic optimization of a pig-hazard surveillance-portfolio, consisting of five pig-related hazards, in a Dutch food company. We draw the conclusion that surveillance organizations need to use a portfolio perspective to guide their surveillance resource allocation. This is because the case clearly shows that arbitrarily allocating surveillance resource can cause efficiency losses (either in terms of higher surveillance costs or low SP performance).
- Published
- 2015
33. Economic optimization of surveillance in livestock production chains
- Subjects
Bedrijfseconomie ,vee ,WASS ,netherlands ,livestock economics ,risk management ,vee- en vleesindustrie ,nederland ,Operationele Research en Logistiek ,Business Economics ,agro-industrial chains ,dierziekten ,meat and livestock industry ,optimalisatie ,risk ,risico ,animal diseases ,agro-industriële ketens ,livestock ,gevaren ,agrarische economie ,agricultural economics ,economie van de veehouderij ,risicobeheersing ,Operations Research and Logistics ,hazards ,optimization - Abstract
Hazard surveillance in livestock production chains is an essential activity that is usually conducted by surveillance organizations. Its importance has been highlighted by the major crises that occurred in the field of livestock production and food safety during the last decades. Although extensive research has been conducted to achieve surveillance improvement in livestock production chains, they have limitations in terms of coverage of economic aspects and in the level of detail in modelling the interactions between hazard dynamics and surveillance activities. Hence, the dissertation aims to (1) improve the understanding of hazard surveillance in livestock production chains from an economic perspective, and (2) to apply the obtained knowledge for better model-based in-depth analysis of livestock hazard surveillance. In this thesis, we first presents a conceptual framework for the economic analysis of single-hazard surveillance systems in livestock production chains which differs from most of the previous research focusing on the technical aspect of livestock hazard surveillance. We conclude that that the conceptual approach is scientifically credible for economic analysis of single-hazard surveillance systems and that the applicability of the approach critically depends on data availability. Then we present a conceptual framework for the economic optimization of a surveillance- portfolio consisting of multiple livestock hazards to survey. This framework applies the portfolio perspective to investigate the surveillance resource allocation problem, which is beyond the state of art that mainly focuses on single hazard surveillance analyses. The credibility and practicability of the framework were also checked. To demonstrate the usefulness of the developed frameworks, two case studies are conducted. We applied the single-hazard surveillance framework to conduct a comprehensive economic analysis of classical swine fever (CSF) surveillance in the Netherlands. The results of the cost-effectiveness analysis show that the alternative surveillance setups with “PCR on rendered animals” are effective for the moderately virulent CSF strain, whereas the surveillance setups with “routine serology in slaughterhouses” or “routine serology on sow farms” are effective for the low virulent strain. Moreover, the current CSF surveillance system in the Netherlands is cost-effective for both moderately virulent and low virulent CSF strains. The results of the cost-benefit analysis for the moderately virulent CSF strain indicate that the current surveillance system in the Netherlands is adequate. From an economic perspective, there is little to be gained from intensifying surveillance. We also applied the surveillance-portfolio analysis framework to conduct economic optimization of a pig-hazard surveillance-portfolio, consisting of five pig-related hazards, in a Dutch food company. We draw the conclusion that surveillance organizations need to use a portfolio perspective to guide their surveillance resource allocation. This is because the case clearly shows that arbitrarily allocating surveillance resource can cause efficiency losses (either in terms of higher surveillance costs or low SP performance).
- Published
- 2015
34. Shrimp quality and safety management along the supply chain in Benin
- Subjects
animal structures ,risk analysis ,benin ,kwaliteitszorg ,quality controls ,food quality ,risk management ,Levensmiddelenmicrobiologie ,bacteriëntelling ,penaeus ,shrimps ,risicoanalyse ,quantitative methods ,voedselveiligheid ,microbiologie ,VLAG ,voedselkwaliteit ,bacterial counting ,fungi ,microbiology ,food safety ,kwaliteitscontroles ,kwantitatieve methoden ,Food Microbiology ,garnalen ,risicobeheersing ,penaeus monodon ,quality management - Abstract
This thesis focuses on quality and safety management of tropical shrimp (Penaeus spp.) using Benin (West Africa) as an example of a shrimp exporting country. The entire supply chain, from fishing areas (brackish waters) to shrimp processing plants, was investigated. The steps of the chain prior to shrimp processing at the freezer plants were critical for shrimp quality and safety because of prevailing temperature abuse and inappropriate hygienic conditions. Combining culture-dependent (plate counts) and culture independent (DGGE, clone libraries analysis) approaches, it was found that bacterial concentration in shrimps was higher than that of their surrounding water and sediment. Conversely, bacterial diversity was higher in water or sediment than in shrimps. At species level, distinct bacterial communities were associated with sediment, water or shrimp samples. Spoilage evaluation of shrimps showed that during storage at 0ºC, Pseudomonas spp. were dominant, whereas at 7ºC and 28ºC, H2S-producing bacteria were the dominant group of microorganisms. An empirical model predicting shrimp shelf-life as a function of constant storage temperature was developed. Isolates producing strong off-odor were identified by 16S rRNA sequencing as mainly lactic acid bacteria (LAB) and Enterobacteriaceae at 28ºC or 7ºC and Pseudomonas spp. and LAB (Carnobacterium maltaromaticum) at 0ºC. The fastest growing isolates namely, Pseudomonas psychrophila and C. maltaromaticum were selected for their spoilage activity and for modeling studies. P. psychrophila had a higher growth rate and a higher spoilage activity at 0 to 15ºC, while at 28ºC, C. maltaromaticum had a higher growth rate. Models predicting the growth of pseudomonads in shrimps as a function of temperature were constructed. These models were validated under dynamic storage temperatures simulating actual temperature fluctuation in the supply chain. Using different risk classification approaches, the main foodborne pathogen risks identified were Vibrio parahaemolyticus and Salmonella. The management of the risks posed by the main pathogens was addressed using different scenarios to meet the set food safety objectives. Based on quantitative and ecological studies, this thesis developed tools that can be used in decision-making regarding tropical shrimp quality and safety management.
- Published
- 2015
35. Shrimp quality and safety management along the supply chain in Benin
- Author
-
Dabade, D.S., Wageningen University, Marcel Zwietering, D.J. Hounhouigan, and Heidy den Besten
- Subjects
animal structures ,risk analysis ,benin ,kwaliteitszorg ,quality controls ,food quality ,risk management ,Levensmiddelenmicrobiologie ,bacteriëntelling ,penaeus ,shrimps ,risicoanalyse ,quantitative methods ,voedselveiligheid ,microbiologie ,VLAG ,voedselkwaliteit ,bacterial counting ,fungi ,microbiology ,food safety ,kwaliteitscontroles ,kwantitatieve methoden ,Food Microbiology ,garnalen ,risicobeheersing ,penaeus monodon ,quality management - Abstract
This thesis focuses on quality and safety management of tropical shrimp (Penaeus spp.) using Benin (West Africa) as an example of a shrimp exporting country. The entire supply chain, from fishing areas (brackish waters) to shrimp processing plants, was investigated. The steps of the chain prior to shrimp processing at the freezer plants were critical for shrimp quality and safety because of prevailing temperature abuse and inappropriate hygienic conditions. Combining culture-dependent (plate counts) and culture independent (DGGE, clone libraries analysis) approaches, it was found that bacterial concentration in shrimps was higher than that of their surrounding water and sediment. Conversely, bacterial diversity was higher in water or sediment than in shrimps. At species level, distinct bacterial communities were associated with sediment, water or shrimp samples. Spoilage evaluation of shrimps showed that during storage at 0ºC, Pseudomonas spp. were dominant, whereas at 7ºC and 28ºC, H2S-producing bacteria were the dominant group of microorganisms. An empirical model predicting shrimp shelf-life as a function of constant storage temperature was developed. Isolates producing strong off-odor were identified by 16S rRNA sequencing as mainly lactic acid bacteria (LAB) and Enterobacteriaceae at 28ºC or 7ºC and Pseudomonas spp. and LAB (Carnobacterium maltaromaticum) at 0ºC. The fastest growing isolates namely, Pseudomonas psychrophila and C. maltaromaticum were selected for their spoilage activity and for modeling studies. P. psychrophila had a higher growth rate and a higher spoilage activity at 0 to 15ºC, while at 28ºC, C. maltaromaticum had a higher growth rate. Models predicting the growth of pseudomonads in shrimps as a function of temperature were constructed. These models were validated under dynamic storage temperatures simulating actual temperature fluctuation in the supply chain. Using different risk classification approaches, the main foodborne pathogen risks identified were Vibrio parahaemolyticus and Salmonella. The management of the risks posed by the main pathogens was addressed using different scenarios to meet the set food safety objectives. Based on quantitative and ecological studies, this thesis developed tools that can be used in decision-making regarding tropical shrimp quality and safety management.
- Published
- 2015
36. Shrimp quality and safety management along the supply chain in Benin
- Author
-
Zwietering, Marcel, Hounhouigan, D.J., den Besten, Heidy, Dabade, D.S., Zwietering, Marcel, Hounhouigan, D.J., den Besten, Heidy, and Dabade, D.S.
- Abstract
This thesis focuses on quality and safety management of tropical shrimp (Penaeus spp.) using Benin (West Africa) as an example of a shrimp exporting country. The entire supply chain, from fishing areas (brackish waters) to shrimp processing plants, was investigated. The steps of the chain prior to shrimp processing at the freezer plants were critical for shrimp quality and safety because of prevailing temperature abuse and inappropriate hygienic conditions. Combining culture-dependent (plate counts) and culture independent (DGGE, clone libraries analysis) approaches, it was found that bacterial concentration in shrimps was higher than that of their surrounding water and sediment. Conversely, bacterial diversity was higher in water or sediment than in shrimps. At species level, distinct bacterial communities were associated with sediment, water or shrimp samples. Spoilage evaluation of shrimps showed that during storage at 0ºC, Pseudomonas spp. were dominant, whereas at 7ºC and 28ºC, H2S-producing bacteria were the dominant group of microorganisms. An empirical model predicting shrimp shelf-life as a function of constant storage temperature was developed. Isolates producing strong off-odor were identified by 16S rRNA sequencing as mainly lactic acid bacteria (LAB) and Enterobacteriaceae at 28ºC or 7ºC and Pseudomonas spp. and LAB (Carnobacterium maltaromaticum) at 0ºC. The fastest growing isolates namely, Pseudomonas psychrophila and C. maltaromaticum were selected for their spoilage activity and for modeling studies. P. psychrophila had a higher growth rate and a higher spoilage activity at 0 to 15ºC, while at 28ºC, C. maltaromaticum had a higher growth rate. Models predicting the growth of pseudomonads in shrimps as a function of temperature were constructed. These models were validated under dynamic storage temperatures simulating actual temperature fluctuation in the supply chain. Using different risk classification approaches, the main foodborne pathoge
- Published
- 2015
37. Economic optimization of surveillance in livestock production chains
- Author
-
Oude Lansink, Alfons, Saatkamp, Helmut, Claassen, Frits, Guo, X., Oude Lansink, Alfons, Saatkamp, Helmut, Claassen, Frits, and Guo, X.
- Abstract
Hazard surveillance in livestock production chains is an essential activity that is usually conducted by surveillance organizations. Its importance has been highlighted by the major crises that occurred in the field of livestock production and food safety during the last decades. Although extensive research has been conducted to achieve surveillance improvement in livestock production chains, they have limitations in terms of coverage of economic aspects and in the level of detail in modelling the interactions between hazard dynamics and surveillance activities. Hence, the dissertation aims to (1) improve the understanding of hazard surveillance in livestock production chains from an economic perspective, and (2) to apply the obtained knowledge for better model-based in-depth analysis of livestock hazard surveillance. In this thesis, we first presents a conceptual framework for the economic analysis of single-hazard surveillance systems in livestock production chains which differs from most of the previous research focusing on the technical aspect of livestock hazard surveillance. We conclude that that the conceptual approach is scientifically credible for economic analysis of single-hazard surveillance systems and that the applicability of the approach critically depends on data availability. Then we present a conceptual framework for the economic optimization of a surveillance- portfolio consisting of multiple livestock hazards to survey. This framework applies the portfolio perspective to investigate the surveillance resource allocation problem, which is beyond the state of art that mainly focuses on single hazard surveillance analyses. The credibility and practicability of the framework were also checked. To demonstrate the usefulness of the developed frameworks, two case studies are conducted. We applied the single-hazard surveillance framework to conduct a comprehensive economic analysis of classical swine fever (CSF) surveillance in the Netherlands.
- Published
- 2015
38. Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden: werken met onzekerheid en complexiteit
- Author
-
Meijers, E., Veer, B. van der, Oosters, H., Bos, R., Meijers, E., Veer, B. van der, Oosters, H., and Bos, R.
- Abstract
De Deltacommissaris bood op Prinsjesdag 2014 het Kabinet de Deltabeslissingen aan, het resultaat van vijf jaar hard werken. Onderdeel van de Deltabeslissingen was het advies dat voor de regio Rijnmond-Drechtsteden is opgesteld door het programmateam Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden (DPRD). Daarna was het tijd voor reflectie door DPRD Hoe maak je eigenlijk zo’n advies? Wat hebben we geleerd en is waardevol om over te dragen? In dit artikel een samenvatting van de bevindingen en acht praktische lessen en handelingsperspectieven om naar eigen inzicht te gebruiken. Ter lering en inspiratie voor iedereen die elke dag heeft te dealen met onzekerheid en complexiteit.
- Published
- 2015
39. Mogelijkheden en risico's van termijnmarkten
- Author
-
Huyghe, F. and Huyghe, F.
- Abstract
Meer en meer akkerbouwers, maar ook varkenshouders, kijken naar de termijnmarkt als mogelijkheid om hun prijsrisico in te dekken. Welke zijn precies de mogelijkheden van deze ‘virtuele’ markt?
- Published
- 2015
40. Risico's beperken bij rioleren in oude woonwijken : dossier Afvalwater en riolering
- Author
-
Oosterhoff, R., Loo, M. van der, Oosterhoff, R., and Loo, M. van der
- Abstract
Het vervangen van riolering in oude wijken is een riskante onderneming. Zeker als bekend is dat langs het tracé veel woningen met funderingsproblematiek staan. Hoe zorg je ervoor dat de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met een beheersbaar risico op schade aan de woningen? In de Bloemenbuurt in Koog aan de Zaan is met succes een aanpak van inventariseren, voorbereiden, monitoren en bijsturen toegepast.
- Published
- 2015
41. Brandverzekering voorlopig ook zonder brandvertragend doek : aanvullende maatregelen voor acceptabel brandrisico
- Author
-
Arkesteijn, M. and Arkesteijn, M.
- Abstract
Ook na 1 januari 2017 verzekeren Interpolis en Avéro Achmea nog het brandrisico van glastuinbouwbedrijven zonder brandvertragende schermdoeken. Deze tegemoetkoming aan hun klanten is half november vorig jaar tot stand gekomen na constructief overleg met de glastuinbouwsector en de banken, toen bleek dat het niet haalbaar was om alle brandbare schermdoeken voor deze datum te vervangen. Voorwaarde die daar tegenover staat is dat de sector zorgt voor de beperking van het risico op het ontstaan van brand in de kas. De verplichting van brandvertragende doeken blijft wel bestaan bij vervanging en nieuwbouw.
- Published
- 2015
42. Kennisdag Inspectie Waterkeringen
- Abstract
'Zorgplicht... Laat u niet gek maken!’ Dit is de boodschap tijdens de 12e Kennisdag Inspectie Waterkeringen op 19 maart 2015 te Arnhem. Zorgplicht voor waterkeringen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken overheden, waaraan iedereen een bijdrage moet leveren. Tijdens het ochtendprogramma zijn de waterschappen, Rijkswaterstaat en de toezichthouder aan het woord over de uitvoering van de zorgplicht. Het middagprogramma bestaat uit een variëteit aan praktijkvoorbeelden uit het waterkeringbeheer. Van beheerissues tot praktische inspectietools. Het geheel is te zien in 15 films: 1. 150319 P01: Opening | Theo van de Gazelle, WAW; 2. P02: Zorgplicht en Toezicht | Jacqueline Lame, ILenT; 3. P03: Zorgplicht bij RWS | Ype Heijsman, RWS; 4. P04: Zorgplicht in Nieuw Jasje | Erik Wagener, WS Groot Salland; 5. P05: Rail Infra Management | Jan Swier, ProRAIL; 6. P06: Piet Sennema, WS Aa en Maas; 7. P07: Diploma Uitreiking Inspectie, Wateropleidingen; 8. P08: Introductie film muizenplaag Friesland | Niek Bosma, Wetterskip Fryslan; 9. STOWA Documentaire, 2015: Muizenplaag in Fryslan, versie KD2015; 10. A01: Workshop Zorgplicht: Inspectieplannen; 11. A02: Workshop Zorgplicht: Initiatieven | Deel 1; 12. A03: Workshop Zorgplicht: Initiatieven | Deel 2; 13. D01: Workshop IJkdijk: Zettingsvloeiing; 14. D02: Workshop IJkdijk: Livedijk XL en Utrecht; 15. D03: Workshop IJkdijk: Data & Informatie.
- Published
- 2015
43. OASE van rust?
- Author
-
Hollaar, F. and Hollaar, F.
- Abstract
In de tuinbouwsector vormen familiebedrijven nog steeds de hoofdmoot. Familieleden spelen daarbij vaak een cruciale rol in de bedrijfsvoering van alledag. Maar in welk gat valt dit bedrijf als een van die familieleden onverhoopt wegvalt? Het advies is daarom; ontwikkel een scenario voor zo’n crisissituatie.
- Published
- 2015
44. 'Het grootste risico is de boer zelf'
- Author
-
Lentz, J. and Lentz, J.
- Abstract
Op een boerenbedrijf liggen risico’s altijd op de loer. Van familieperikelen tot arbeidsongeschiktheid, en in het ergste geval overlijden. Klaas de Jong, adviseur bij PPP Agro Advies, houdt zich dagelijks bezig met het beheren van dergelijke risico’s. “De boer is zelf het grootste risico”, vertelt De Jong.
- Published
- 2015
45. Altijd eerst informeren hoe zwaar de dekwasser mag zijn : schade aan het kasdek is goed te voorkomen
- Author
-
Velden, P. van and Velden, P. van
- Abstract
Rijdt er een te zware dekwasser of krijtmachine over een te licht kasdek, dan heb je als ondernemer een probleem. De schade door vervormde goten is niet direct zichtbaar, maar komt onherroepelijk naar voren bij storm of sneeuwdruk. Dan komt al snel de vraag op tafel wat de oorzaak is. In zo’n discussie wil je niet terechtkomen.
- Published
- 2015
46. Nieuwe Keur Rijnland geeft meer ruimte
- Author
-
Dwarswaard, A. and Dwarswaard, A.
- Abstract
Een dam met duiker aanleggen, een sloot dempen, een aanlegsteiger plaatsen. Allemaal activiteiten waar voorheen meestal vergunningen voor nodig waren van Hoogheemraadschap Rijnland. De nieuwe Keur verlaagt de regeldruk aanzienlijk.
- Published
- 2015
47. Modernisering milieubeleid in de praktijk : thema nieuwe risico's
- Abstract
Zeven artikelen over modernisering milieubeleid. 1) Risico's beheersen, hoe doe je dat? 2) Medicinale kringloop baart zorgen. 3) Problemen vóór zijn, over het concept 'Safe Innovations Approach'. 4) Rechter als rechterhand, over aansprakelijkheidsrecht. 5) Veiligheid staat met stip op één. 6) Wonderzand of onzeker risico? Over de introductie van olivijn bij de klimaatproblematiek. 7) Ga het debat aan. Annemieke Nijhof, CEO van Tauw roept het ministerie op nadrukkelijk de samenleving te betrekken bij de discussie over hoe met de risico's van nieuwe ontwikkelingen om te gaan.
- Published
- 2015
48. Doekele Haagsma: ‘notificaties kunnen gevolgen hebben voor de markttoegang’
- Author
-
Braakman, L. and Braakman, L.
- Abstract
Over fytosanitaire wetgeving zijn veel vragen. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) voert deze regelgeving uit namens het Ministerie van Economische Zaken. Doekele Haagsma werkt bij de NVWA en vertelt wat hij ziet in de sector en waar de NVWA aan werkt. Met Haagsma wordt de vijfdelige serie over fytosanitaire aspecten afgesloten.
- Published
- 2015
49. Wat leren ziekenhuizen hiervan?
- Author
-
Hooimeijer, M. and Hooimeijer, M.
- Abstract
Wat valt er te leren van het VUmc-incident afgelopen september, waarbij die hele medische kransslagader door ernstige wateroverlast ontruimd moest worden? Veel! Ziekenhuizen zijn vaak nog allerminst bestand tegen overstromingen en ernstige regenval.
- Published
- 2015
50. Watermarkt volop in overleg over toewijzing projectrisico’s : waterschappen mogen opdrachtnemers niet dwingen om te gokken
- Author
-
Hooijdonk, A. van and Hooijdonk, A. van
- Abstract
Opdrachtgevers en opdrachtnemers zijn volop met elkaar in gesprek over de toewijzing van de financiële risico’s van watergerelateerde projecten. Dat blijkt uit een telefonische rondgang van WaterForum langs diverse spelers in het veld. GMB-directeur Gerrit-Jan van de Pol luidde eind mei de noodklok in een artikel op WaterForum online. Zo slaagt GMB Civiel er al enkele jaren niet in om zwarte cijfers van betekenis te schrijven. Dat heeft volgens hem alles te maken met de keerzijde van de contractvormen waarbij opdrachtgevers de ontwerpopgave én alle bijbehorende risico’s bij marktpartijen neerleggen. Van de Pol staat met zijn kritiek op opdrachtgevers zeker niet alleen. Ook andere bedrijven in de watersector kampen volgens hem met vergelijkbare problemen. Dat heeft er in de afgelopen jaren toe geleid dat veel MKB-bedrijven zijn gedecimeerd, failliet zijn gegaan of zijn overgenomen. Daarom pleit Van de Pol ervoor om bij het opstellen van contracten meer aandacht te besteden aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het afdekken van risico’s van projecten.
- Published
- 2015
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.