Back to Search Start Over

Diagnostiek van longembolie

Authors :
Geert-Jan Geersing
W. A. M. Lucassen
Petra M. G. Erkens
Amsterdam institute for Infection and Immunity
Amsterdam Public Health
General practice
Source :
Huisarts en wetenschap, 56(6), 264-268. Bohn Stafleu van Loghum
Publication Year :
2013
Publisher :
Springer Science and Business Media LLC, 2013.

Abstract

Lucassen WAM, Erkens PMG, Geersing GJ. Diagnostiek van longembolie. Huisarts Wet 2013;56(6):264-8. Wanneer de huisarts bij een patient longembolie vermoedt, kan hij eigenlijk niets anders doen dan verwijzen naar de tweede lijn. Dit is vaak nogal onbevredigend, omdat uiteindelijk slechts 10- 20% van de verwezen patienten de diagnose longembolie krijgt. In de tweede lijn bleek het mogelijk om longembolie veilig uit te sluiten met behulp van de Wells-beslisregel en een D-dimeertest. Daarom voerden we een prospectief onderzoek uit om eenzelfde strategie te valideren voor de eerste lijn (AMUSE-2). Huisartsen in heel Nederland includeerden 598 patienten bij wie zij een longembolie vermoedden. De huisartsen pasten de Wells-beslisregel toe en voerden een point of care D-dimeertest uit. Alle patienten kregen vervolgens volgens protocol een verwijzing naar de tweede lijn. Bij 73 patienten (prevalentie 12,2%) stelde men de diagnose longembolie. Bij 272 van de 598 patienten (45%) was er sprake van een negatieve Wells-beslisregel (score ≤ 4) en een negatieve kwalitatieve D-dimeertest. Slecht 4 van de 272 patienten kregen de diagnose longembolie (failure rate 1,5%; 95%-BI 0,4-3,7%), hetgeen niet verschilde van een negatieve CT-scan. De conclusie is dat de huisarts longembolie veilig kan uitsluiten aan de hand van de Wells-beslisregel en een kwalitatieve D-dimeertest.

Subjects

Subjects :
Family Practice

Details

ISSN :
18765912 and 00187070
Volume :
56
Database :
OpenAIRE
Journal :
Huisarts en wetenschap
Accession number :
edsair.doi.dedup.....da6bd4b2758db4f6b28e3e7e8a4e42f0
Full Text :
https://doi.org/10.1007/s12445-013-0152-9