Back to Search
Start Over
Doorvergiftiging in de voedselketen door bodemverontreiniging: toepassing in bodembeleid : Inventarisatie van knelpunten, praktijkervaringen en oplossingen
- Publication Year :
- 2017
-
Abstract
- Bij een bodemverontreiniging kunnen de schadelijke stoffen 'doorwerken' in de voedselketen. De concentraties van de verontreiniging kunnen in een organisme groter worden naarmate het hoger in de voedselketen staat. Zo kan een stof in de bodem worden opgenomen in een worm, die vervolgens wordt opgegeten door een mol, die op zijn beurt gegeten wordt door een roofvogel. Hoewel de roofvogel niet in direct contact komt met de bodemverontreiniging, kan deze via zijn voedsel gevolgen ondervinden van de verontreiniging. Het RIVM beschrijft in dit rapport de modellen waarmee de doorvergiftiging wordt beoordeeld, en benoemt de ervaringen in de praktijk, de knelpunten daarin en mogelijke oplossingen. Er zijn twee routes om rekening te houden met de doorvergiftiging: in de normstelling van stoffen, en bij de risicobeoordeling van stoffen op een verontreinigde locatie. Voor de risicobeoordeling van stoffen op een locatie wordt de kans op een doorvergiftiging in de voedselketen beoordeeld door individuele experts. Hiervoor zijn verschillende rekenmodellen beschikbaar, zoals BERISP, OMEGA 6.0 en SEDIAS. Een veel geopperde wens vanuit de praktijk is een eenduidige werkwijze om doorvergiftiging te beoordelen. Ook is beschreven voor welke stoffen in de huidige normstelling rekening is gehouden met doorvergiftiging. Tot 2008, toen de bodemkwaliteitsnormen in het Besluit bodemkwaliteit zijn ingevoerd, was het niet gebruikelijk om bij de normstelling voor bodem rekening te houden met doorvergiftiging. Voor een aantal stoffen (onder andere de pesticiden aldrin, dieldrin en endrin en DDT, DDD en DDE) worden momenteel de risicogrenzen geëvalueerd waarbij dat wel gebeurt.
Details
- Language :
- Dutch; Flemish
- Database :
- OpenAIRE
- Accession number :
- edsair.dris...00893..6353ee7456ff9acb20bf59dde2e5257a