Back to Search Start Over

Brownfields redevelopment : naar een duurzame stadsontwikkeling : rechtsvergelijkende analyse betreffende de sanering van sites

Authors :
Vanheusden, Bernard
Draye, Anne Mie
Deketelaere, Kurt
Publication Year :
2007

Abstract

INHOUDSTAFEL LIJST VAN AFKORTINGEN DANKWOORD HOOFDSTUK I: PROBLEEMSTELLING 1 A. INLEIDING 1 B. RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK 3 1. Uitgangspunt 3 2. Verantwoording voor de gekozen rechtsstelsels 3 3. Duiding bij de methodologie 5 C. DEFINITIE “BROWNFIELD” 6 1. Inleiding 6 2. Oorsprong 7 a. Jaren 70-80: het begin 7 b. Environmental Protection Agency 8 c. Wettelijke definitie 8 3. Eensgezindheid? 10 4. Onderzoeksafbakening 13 D. ANDERE FIELDS? 17 E. KENMERKEN VAN BROWNFIELDS 19 1. Inleiding 19 2. Milieuverontreiniging 19 3. Gezondheidsrisico’s 19 4. Sociaal-economisch verval 20 5. Ruimtelijke ordening 20 F. REDENEN OM TE FOCUSSEN OP BROWNFIELDS 22 1. Duurzame ontwikkeling 22 2. Verontreiniging en de hieraan verbonden gezondheidsrisico’s 25 3. Gebrek aan industrieterreinen 26 4. Stadsvernieuwing 27 5. Troeven 28 G. ONDERZOEKSVRAGEN 28 1. Algemeen 28 2. Onderzoeksvragen 29 a. Inleiding 29 b. Gebrek aan informatie over brownfields 29 c. Milieuverontreiniging 30 1) Algemeen 30 2) Onzekerheid over milieuverontreiniging 30 3) Milieuregelgeving 31 4) Aansprakelijkheid 31 5) Onzekerheid over gezondheidsgevaar 32 d. Ruimtelijke ordening 32 e. Leegstand en verwaarlozing 33 f. Bescherming van erfgoed 33 g. Derden 33 h. Stimuli voor brownfieldontwikkeling 34 i. Hoe ontwikkelen? 35 HOOFDSTUK II: DE VERENIGDE STATEN 37 A. INLEIDING 37 B. LOVE CANAL 37 C. CERCLA 38 1. Algemeen 38 2. Toepassingsgebied 39 3. Superfund 40 4. Andere mogelijkheden voor EPA 43 5. Aansprakelijkheid 43 a. Aansprakelijke personen 44 b. Strict, joint, several and retroactive liability 44 c. Wie kan PRP’s aanspreken? 46 d. Verweermiddelen voor PRP’s 48 6. How clean is clean? 49 7. Transactiekosten 50 8. Wijzigingen tot 2001 51 a. SARA 51 b. Asset Conservation, Lender Liability, and Deposit Insurance Protection Act 52 D. BELEID OP STAATSNIVEAU 53 1. Voortrekkersrol van de Staten 53 2. Instrumenten: state response program 54 3. Wisselwerking met federale wetgeving 56 4. Samenwerking met EPA 57 E. FEDERALE INITIATIEVEN MET BETREKKING TOT BROWNFIELDS 58 1. Inleiding 58 2. Administratieve initiatieven 58 a. Brownfields Initiative 58 b. Brownfields Action Agenda 58 c. Comfort letters en prospective purchaser agreements 60 d. Samenwerking met de andere administraties 61 F. SMALL BUSINESS LIABILITY RELIEF AND BROWNFIELDS REVITALIZATION ACT 62 1. Historiek 62 2. Small Business Liability Protection Act 63 3. Brownfields Revitalization and Environmental Restoration Act of 2001 64 a. Algemeen 64 b. Financiële ondersteuning van brownfieldontwikkeling 65 1) Nieuwe definitie van brownfield site 65 2) Financieringsinstrumenten 67 3) Aanvraag 69 c. Verduidelijkingen in het aansprakelijkheidsregime 70 1) Inleiding 70 2) Aangrenzende eigenaars 71 3) Toekomstige kopers te goeder trouw 72 4) Onschuldige landeigenaars 73 d. Ondersteuning van en afstemming met de state response programs 74 1) Inleiding 74 2) Financiële steun 74 3) Beperking van EPA’s bevoegdheid 75 4) Opschorting van inschrijving op NPL 76 4. Evaluatie 76 a. Inleiding 76 b. Financiering 77 c. Aansprakelijkheid 78 d. Bevoegdheidsverdeling 80 G. ANDERE RELEVANTE WETGEVING 81 1. Inleiding 81 2. Common law 82 a. Inleiding 82 b. Common law tort theories 83 1) Algemeen 83 2) Trespass 83 3) Nuisance 84 4) Negligence 84 5) Strict liability 85 c. Overdracht van eigendom: caveat emptor 86 3. Resource Conservation and Recovery Act (RCRA) 87 a. Inleiding 87 b. Toepassingsgebied en doelstellingen 87 1) Algemeen 87 2) Hazardous waste management 87 3) Solid waste management 90 4) Underground Storage Tanks (UST’s) 90 c. Handhaving 90 d. Relevantie voor brownfields 91 e. RCRA Brownfields Prevention Initiative 92 4. Taxpayer Relief Act (TPRA) 93 5. Varia 94 H. CONCLUSIE 96 HOOFDSTUK III: NEDERLAND 99 A. INLEIDING 99 B. HET JURIDISCHE KADER MET BETREKKING TOT BODEMSANERING 100 1. Interimwet bodemsanering 100 2. Wet bodembescherming 103 a. Inleiding 103 b. Toepassingsgebied 103 c. Actief bodembeheer 107 d. Saneringsproces 108 1) Uitgangspunt: vrijwillige sanering 108 2) Ernst en noodzaak tot spoedige sanering 109 3) Saneringsdoelstelling 110 3.1. Van multifunctioneel… 110 3.2. …naar functiegericht saneren 112 4) Saneringsplan 113 5) Evaluatieverslag 114 6) Nazorgplan 115 e. Uniforme saneringen 115 f. Gefaseerde sanering en deelsanering 116 g. Bevelen 117 h. Bodemsanering bedrijfsterreinen 119 1) Historiek 119 2) De vastgelegde plichten en rechten 121 2.1. De saneringsplicht 121 2.2. Het recht op financiële bijdrage 122 3) Ongeoorloofde staatssteun? 123 4) De vervuiler betaalt (niet langer)? 124 5) Conclusie 124 i. Handhaving 125 1) Bestuursrechtelijke handhaving 125 2) Strafrechtelijke handhaving 126 3) Burgerrechtelijke aansprakelijkheid 126 C. ANDERE RELEVANTE MILIEUWETGEVING 130 1. Inleiding 130 2. Wet milieubeheer 131 3. Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming 132 4. Wet verontreiniging oppervlaktewateren en Grondwaterwet 133 5. Interimwet stad-en-milieubenadering 134 D. HET JURIDISCHE KADER MET BETREKKING TOT DE RUIMTELIJKE CONTEXT 135 1. Inleiding 135 2. De Wet op de ruimtelijke ordening 135 3. De Woningwet 137 E. HET JURIDISCHE KADER MET BETREKKING TOT DE FINANCIERING 138 F. CONCLUSIE 139 HOOFDSTUK IV: BROWNFIELDS IN BELGIË 141 A. INLEIDING 141 B. BEVOEGDHEIDSVERDELING 144 1. Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen 144 2. Omvang van de bevoegdheden 146 a. Inleiding 146 b. Arbitragehof versus Raad van State 146 1) Leer van de impliciete bevoegdheden 147 2) De standpunten van het Arbitragehof en de Raad van State 147 c. Arrest van het Arbitragehof nr. 61/2004 149 1) Inleiding 149 2) Bodemsaneringsdecreet en huurrecht 150 3) Prejudiciële vraag 151 4) Ruime interpretatie door het Arbitragehof 151 d. Conclusie 152 C. DE EERSTE STAPPEN VAN HET BROWNFIELDBELEID 153 1. Beleidsverklaringen en –documenten van de regering 153 a. Vlaams Gewest 153 b. Waals Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 155 c. Federale overheid 157 2. Strategisch project brownfieldontwikkeling 157 a. Inleiding 157 b. Stuurgroep brownfieldontwikkeling 158 c. Werkgroepen 159 d. Resultaten 161 e. Evaluatie 164 f. Opvolging? 165 D. HET JURIDISCHE KADER MET BETREKKING TOT BODEMSANERING 165 1. Inleiding 165 2. Historiek 166 a. Sectorale ontwikkeling van het milieurecht 166 b. Bodemsaneringsdecreet 167 c. Navolging in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 169 3. Toepassingsgebied 170 4. Saneringsproces 173 a. Oriënterend bodemonderzoek 173 b. Beschrijvend bodemonderzoek 174 c. Bodemsaneringsproject 175 d. Bodemsaneringswerken en nazorg 176 e. Beroep 176 5. Vaststelling van brownfields als sites 176 a. Inleiding 176 b. Definitie 177 c. Vaststelling 178 1) Vaststelling door OVAM 178 2) Vaststelling door de Vlaamse regering 178 3) Vastgestelde sites 179 4) Evaluatie 181 d. Gebruiksbeperkingen en voorzorgsmaatregelen 181 e. Plicht tot oriënterend bodemonderzoek 182 f. Bodemsanering 183 g. Site versus grond 184 h. Schikkingen en overeenkomsten 184 i. Conclusie 185 6. Identificatie van verontreinigde gronden en het register van verontreinigde gronden 185 a. Inleiding 185 b. Overdracht van grond 186 c. Sluiting van inrichting of stopzetting van activiteit die bodemverontreiniging kan veroorzaken 190 d. Periodieke onderzoeksplicht 190 e. Register van verontreinigde gronden 190 7. Saneringsplicht en saneringsaansprakelijkheid 190 a. Inleiding 190 b. Saneringsplicht 190 c. Saneringsaansprakelijkheid 193 8. Gebruik van uitgegraven bodem 195 9. Handhaving 197 a. Bestuursrechtelijke handhaving 197 b. Strafrechtelijke handhaving 198 c. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid 199 10. Het nieuwe Bodemdecreet 202 a. Inleiding 202 b. Schets van het Bodemdecreet 203 1) Inhoudelijke bijsturing van een aantal bestaande krachtlijnen 203 2) Nieuwe krachtlijnen 205 3) Implementatie van de Milieuschaderichtlijn 206 11. Vergelijking met het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 206 a. Waals Gewest 206 1) Inleiding 206 2) Van kracht zijnde regelgeving met betrekking tot bodemverontreiniging 207 3) Specifieke regeling voor sites à réaménager (SAR) 210 3.1. Inleiding 210 3.2. Vaststelling van een SAR 212 3.3. Conclusie 214 4) Het Waalse Bodemsaneringsdecreet 214 4.1. Inleiding 214 4.2. Toepassingsgebied 214 4.3. Saneringsproces 217 4.4. Identificatie 219 4.5. Saneringsplicht 221 4.6. Financiële tegemoetkoming 222 4.7. Handhaving 223 b. Brussels Hoofdstedelijk Gewest 224 1) Inleiding 224 2) De Bodemordonnantie 225 2.1. Uitgangspunt en toepassingsgebied 225 2.2. Beheersingsproces 226 2.3. Identificatie 230 2.4. Saneringsplicht 231 2.5. Handhaving 232 12. Wisselwerking met de afvalstoffenwetgeving na het arrest Van de Walle e.a. 233 a. Inleiding 233 b. Enkele aspecten van het arrest Van de Walle e.a. nader toegelicht 234 1) Principe 235 2) Afvalstoffen: roerend (en onroerend)? 235 3) Het begrip “zich ontdoen” 238 4) Kwalificatie als “houder” 239 c. Gevolgen van het arrest Van de Walle e.a. 240 13. Conclusie 243 E. ANDERE RELEVANTE MILIEUWETGEVING 245 1. Inleiding 245 2. Milieuvergunningswetgeving 245 3. Afvalstoffenwetgeving 246 4. Grond- en oppervlaktewaterwetgeving 247 F. JURIDISCH KADER MET BETREKKING TOT DE RUIMTELIJKE CONTEXT 247 1. Ruimtelijke ordening 248 a. Inleiding 248 b. Vlaams Gewest 248 1) Opbouw van het DRO 249 2) Planningsinstrumenten 249 3) Hiërarchie 250 4) Kennis van de planologische situatie 251 5) Niet-overeenstemming met de gewenste nabestemming 252 6) Planschade en planbaten 253 7) Zonevreemde brownfields 254 8) Vergunningenbeleid 255 c. Vergelijking met het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 256 2. Leegstand en verwaarlozing bedrijfsruimten 258 a. Inleiding 258 b. Vlaams Gewest 258 c. Vergelijking met het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 260 G. JURIDISCH KADER MET BETREKKING TOT DE FINANCIERING 262 1. Vlaams Gewest 263 a. Subsidies 263 b. Andere financieringsmethoden 265 1) Inleiding 265 2) Publiek-private of publiek-publieke samenwerking 265 3) Sectorale fondsen 267 2. Vergelijking met het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 268 H. CONCLUSIE 269 HOOFDSTUK V: NAAR EEN NIEUW JURIDISCH KADER VOOR BROWNFIELDONTWIKKELING 271 A. INLEIDING 271 B. EVALUATIE VAN HET BESTAANDE KADER 274 1. Inleiding 274 2. Informatievergaring 274 a. Relevantie voor brownfieldontwikkeling 274 b. Europees PRTR 275 c. Geogerefereerde informatie 277 d. Bodemverontreiniging 279 1) Europees niveau 279 2) Vlaams niveau 280 2.1. Overdrachtsregeling 280 2.2. Onderzoeksplicht 284 2.3. Register van verontreinigde gronden 284 2.4. De gemeentelijke inventaris 285 2.5. Conclusie 286 e. Wat kan er nog verbeteren in het Vlaams Gewest met betrekking tot informatie over brownfields? 286 3. Nood aan een specifieke lidstatelijke en/of een Europese bodemwetgeving 288 a. Nood aan een specifieke lidstatelijke bodemwetgeving 288 b. Nood aan een Europese bodemwetgeving? 292 1) Inleiding 292 2) Naar een Kaderrichtlijn Bodem 293 2.1. Algemeen 293 2.2. Historiek 293 2.2.1. De mededeling “Naar een thematische strategie inzake bodembescherming” 294 2.2.2. Adviezen 294 2.2.3. Werkgroepen 296 2.3. De thematische strategie voor bodembescherming en het Voorstel Kaderrichtlijn Bodem 298 2.3.1. De thematische strategie voor bodembescherming 298 2.3.2. Voorstel Kaderrichtlijn Bodem 300 2.4. Argumenten pro 304 2.5. Argumenten contra 305 2.5.1. Algemeen 305 2.5.2. Het subsidiariteitsbeginsel 305 2.5.3. Het proportionaliteitsbeginsel of het evenredigheidsbeginsel 309 2.5.4. Wetsmatiging 312 2.6. Conclusie 313 3) Alternatieven: Afvalstoffenrichtlijn, Milieuschaderichtlijn, IPPC-Richtlijn,…? 315 3.1. Inleiding 315 3.2. Afvalstoffenrichtlijn 315 3.3. Milieuschaderichtlijn 319 3.4. IPPC-Richtlijn 321 4) Conclusie 324 4. Onderscheid tussen nieuwe en historische bodemverontreiniging 324 5. Saneringsproces 328 a. Kwantitatieve en/of kwalitatieve risicobeoordeling 328 b. Saneringsgraad 330 1) Inleiding 330 2) Uitgangspunt in het Bodemsaneringsdecreet 330 3) Rechtsvergelijkende analyse 331 4) Risicobeheer onder het nieuwe Bodemdecreet 332 c. Versnelling van de procedure 334 1) Opties onder het Bodemsaneringsdecreet 334 2) Aanbevelingen 335 3) Oplossingen in het nieuwe Bodemdecreet 336 6. Nood aan een globale aanpak: sites 337 7. De saneringsplicht en -aansprakelijkheid en het beginsel “de vervuiler betaalt” 340 a. De saneringsplicht en de saneringsaansprakelijkheid 340 b. Knelpunten en mogelijke oplossingen voor brownfields 342 1) Algemeen 342 2) Onschuldig bezit 343 2.1. Algemeen 343 2.2. Bescherming van onschuldige personen in de onderzochte landen 343 2.3. Tekortkomingen van het Bodemsaneringsdecreet 347 2.4. Oplossingen in het Bodemdecreet 348 2.5. Naar een uitbreiding van het onschuldig bezit? Over de bescherming van toekomstige koper te goeder trouw en de windfall lien 350 3) Verjaring van aansprakelijkheid 351 3.1. Algemeen 351 3.2. Verjaringstermijnen 351 3.3. Overgangsregels 353 3.4. Bijzondere situatie: de burgerlijke rechtsvordering vloeit voort uit een misdrijf 354 3.5. Casus: de Stad Gent tegen La Floridienne NV 356 4) Bewijsproblemen 358 4.1. Algemeen 358 4.2. Relatie met toepasselijk aansprakelijkheidsregime 359 4.3. De rechtvaardigings- en bevrijdingsgronden 360 4.4. Conclusie 363 5) Kosten en insolvabiliteit van de aansprakelijke 363 6) Faillissement 365 6.1. Inleiding 365 6.2. Taak van de curator en statuut van de schulden 366 6.3. Verplichtingen ontstaan vóór de faillietverklaring 368 6.4. Verplichtingen ontstaan naar aanleiding van de faillietverklaring 369 6.5. Verplichtingen ontstaan na de faillietverklaring als gevolg van beheershandelingen 373 6.6. Aansprakelijkheid van zaakvoerders/bestuurders bij kennelijk grove fout 375 6.7. Naar een vereenvoudigde overdrachtsprocedure en/of een ruimere toepassing van artikel 48 Bodemsaneringsdecreet en artikel 58 Faillissementswet? 377 c. Alternatieve oplossingen voor brownfields 377 1) Algemeen 378 2) Ambtshalve sanering 378 3) Schikking of dading op grond van artikel 48 Bodemsaneringsdecreet 381 4) Indekken tegen aansprakelijkheid 382 5) Lender liability: de Belgische financieringsinstellingen als extra aansprakelijken? 382 6) Collectivisatie van de saneringsverplichting 384 d. Blijft het beginsel “de vervuiler betaalt” overeind? 384 8. Aspecten van ruimtelijke ordening 386 a. Nood aan een betere integratie van het ruimtelijke ordeningsrecht en het milieurecht 386 1) Inleiding 386 2) Koppeling tussen de ruimtelijke planning en de bodemsanering 387 3) Koppeling tussen de vergunningverlening en de bodemsanering 389 4) Vergelijkbare situatie in andere gewesten en in Nederland? 390 b. Brownfields en hun bestemming 391 c. Druk op ruimte: relatie met de bevolkingsgroei en het ruimtegebruik 393 d. De milieueffectenrapportering (MER) als niet te verwaarlozen verplichting bij een brownfieldproject 395 9. Economische instrumenten om brownfieldontwikkeling te stimuleren: van financiële steunverlening tot marktconforme regulering 398 a. Inleiding 398 b. Financiële steunverlening 399 1) Subsidies en co-financiering 400 1.1. Beoordeling van de bestaande financieringsbronnen 400 1.2. Aanbevelingen 401 1.2.1. Vergelijking van budgetten 401 1.2.2. Introductie van zachte leningen/draagkrachtregeling 402 1.2.3. Objectieve cofinancieringsregels 402 1.3. Oplossingen in het nieuwe Bodemdecreet 403 2) Sectorale fondsen 404 3) Staatssteunregeling 405 c. Marktconforme regulering 410 1) Inleiding 410 2) Betere afstemming tussen het Leegstandsdecreet en het Bodemsaneringsdecreet 410 3) Nultarief op storten van afvalstoffen afkomstig van bodemsaneringsoperaties 412 4) Heffing op het aansnijden van nieuwe, onbenutte industrieterreinen? 412 d. De duurzaamheid van stimuli voor brownfieldontwikkeling 414 10. Milieurechtvaardigheid (environmental justice) 416 a. Inleiding 416 b. Historiek van milieurechtvaardigheid 418 c. Milieurechtvaardigheid in het Vlaams Gewest 419 1) Empirisch onderzoek van PIRENS, REQUILÉ en VANHEUSDEN 419 1.1. Inleiding 419 1.2. Methodologie 420 1.3. Samenvatting van de resultaten 421 2) Toetsing van het juridische kader 421 2.1. Inleiding 421 2.2. Eerlijke behandeling 422 2.3. Betekenisvolle inspraak 423 d. Besluit 425 C. NAAR EEN APARTE BROWNFIELDREGELGEVING? 426 1. Uitgangspunten 426 2. Bespreking van twee initiatieven met betrekking tot een zelfstandig brownfielddecreet 430 a. Voorontwerp van decreet houdende oprichting van een financieringsmechanisme ten behoeve van brownfieldontwikkeling 430 1) Beleidsverklaringen 430 2) Doel van het voorontwerp 431 3) Adviezen van de SERV en de MiNa-Raad 432 b. Ontwerp van decreet betreffende de brownfieldconvenanten 433 1) Een nieuw initiatief: brownfieldconvenanten 433 2) De reden(en) voor een zelfstandig decreet 434 3) Brownfieldconvenanten: begrippenkader 435 4) Totstandkoming en inhoud van brownfieldconvenanten 437 5) Facilitair kader ten behoeve van brownfieldconvenanten 440 5.1. Principe 440 5.2. Administratief-juridische faciliteiten 440 5.3. Financiële faciliteiten 442 3. Bedenkingen bij het Ontwerpdecreet Brownfieldconvenanten 446 4. Conclusie 447 TOT SLOT 449 BIBLIOGRAFIE 453 A. BOEKEN, MONOGRAFIEËN EN VERZAMELWERKEN 453 B. BIJDRAGEN IN VERZAMELWERKEN, ARTIKELEN EN ANNOTATIES 459 C. RAPPORTEN, ADVIEZEN EN KRANTENARTIKELEN 480 status: published

Details

Language :
Dutch; Flemish
Database :
OpenAIRE
Accession number :
edsair.od......1131..58ce395e0e23f3462b75578115fe144b