437 results on '"Hergebruik"'
Search Results
202. Opgraving Breedstraat 52 te Enkhuizen
- Subjects
proto-steengoed ,bewoning ,opgraving ,Terp/wierde (BEWV.TW) ,Middeleeuwen ,Afzettingen ,Steengoed ,kogelpot ,aardewerk ,Huis ,haarden ,Metaal ,Eikenhout ,stadsarcheologie ,kespen ,Ophogingslagen ,Leembouw ,Brons ,archeologie ,grijsbakkend ,Munt ,fasering ,Terp ,Hergebruik ,Herkomst ,Dendrochronologie ,roodbakkend ,Funderingsresten ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Houthandel ,Historische kern ,hout ,vloeren ,Stadskern ,Verbranding ,Late Middeleeuwen B (MELB) ,Glas ,Recent (RECENT) ,Archaeology ,Zee ,Stadsontwikkeling ,Naaldhout ,Leem ,Sloop ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Lit.opg., bijl.
- Published
- 2009
203. Opgraving Breedstraat 52 te Enkhuizen
- Author
-
Linden, B.A. van der, Leuvering, H., Spitzers, T.A., red.: B. van der Linden en T.A. Spitzers, met bijdr. van H. Leuvering... [et al.], and Synthegra
- Subjects
proto-steengoed ,bewoning ,opgraving ,Terp/wierde (BEWV.TW) ,Middeleeuwen ,Afzettingen ,Steengoed ,kogelpot ,aardewerk ,Huis ,haarden ,Metaal ,Eikenhout ,stadsarcheologie ,kespen ,Ophogingslagen ,Leembouw ,Brons ,archeologie ,grijsbakkend ,Munt ,fasering ,Terp ,Hergebruik ,Herkomst ,Dendrochronologie ,roodbakkend ,Funderingsresten ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Houthandel ,Historische kern ,hout ,vloeren ,Stadskern ,Verbranding ,Late Middeleeuwen B (MELB) ,Glas ,Recent (RECENT) ,Archaeology ,Zee ,Stadsontwikkeling ,Naaldhout ,Leem ,Sloop ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Lit.opg., bijl.
- Published
- 2009
204. Het Purperhoedenveem : archeologische opgraving Oudezijdse Voorburgwal (2004)
- Author
-
Gawronski, J., Jayasena, R., J. Gawronski en R. Jayasena, and Gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten en Archeologie
- Subjects
Hergebruik ,opgraving ,Steenbouw ,beerput ,Religie ,Funderingstechniek ,Agnieten ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,funderingen ,hout ,Menselijk skeletmateriaal ,Kloostertuin ,Kapel (CTHD.KPL) ,Recent (RECENT) ,Archaeology ,Baksteen ,tegels ,Stadsontwikkeling ,Waterkelder ,Klooster (CTHD.KLO) ,Muurwerk ,Ophogingslagen ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) ,archeologie - Abstract
Lit.opg., bijl.
- Published
- 2008
205. Locatie 'Mathijs Tinxgracht 16' te Edam : een archeologische opgraving
- Subjects
School ,Religie ,Stadsbrand ,Steengoed ,aardewerk ,porcelein ,Klooster (CTHD.KLO) ,Herbouw ,Ophogingslagen ,fasering ,Natuursteen ,bijgebouwen ,Nieuwe tijd ,waterafvoer ,Kuilen ,Reformatie ,muren ,Archaeology ,Glazuren ,Kloosterorde ,Waterkelder ,Zuiderzeegebied ,kelkglas ,Sloop ,Historisch onderzoek ,Industrieel wit ,Anorganisch materiaal ,Middeleeuwen ,St. franciscus ,Oude Mannenhuis ,Faience ,gewelven ,Tachtigjarige Oorlog ,dakpan ,archeologie ,kloosterterrein ,grijsbakkend ,Hergebruik ,Steenbouw ,roodbakkend ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Historische kern ,hout ,fundering ,Baksteenformaat ,Late Middeleeuwen B (MELB) ,prospectie ,porren ,Stadsontwikkeling ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Projectcode: 06011
- Published
- 2008
206. Managing the complexity of variability in software product families
- Subjects
programmatuurontwikkeling ,Hergebruik ,Variabiliteit ,Proefschriften (vorm) ,Software - Abstract
Sinds de zestiger jaren wordt algemeen aangenomen, dat het hergebruik van software een goede oplossing is voor de problemen met betrekking tot de kosten, kwaliteit en levertijd van software producten. Vanaf de jaren negentig vormen software productfamilies een belangrijke toevoeging aan de bestaande methodes om het hergebruik van software te realiseren. Het idee achter productfamilies is, om binnen de gehele organisatie het gebruik van de verschillen en overeenkomsten tussen de te ontwikkelen producten expliciet te plannen. De invoering van deze aanpak in de industrie heeft de voordelen al naar voren gebracht. Het afleiden van deze producten is echter nog te duur, kost teveel tijd en er zijn teveel experts bij nodig. De uitdaging is daarom om de kosten voor het afleiden van deze producten te verlagen. Het doel van het onderzoek, dat we in ons proefschrift presenteren, is om technieken te ontwikkelen en te valideren die de hoge kosten van het afleiden van producten verlagen. Omdat het daarbij belangrijk is dat deze technieken bruikbaar zijn in de industrie, begint het proefschrift met een studie van de productafleiding in industriële toepassingen. We bieden een raamwerk van concepten die deze productafleiding beschrijft en binnen dit raamwerk presenteren wij onze analyse van de praktijk. Verder geven we een overzicht van de onderliggende oorzaken van de hoge kosten van het afleiden van deze producten. Het expliciet maken van de variabiliteit in een variabiliteitsmodel pakt veel van die onderliggende oorzaken aan. Daarom vergelijken en classificeren we bestaande technieken voor variabiliteitsmodellering, die beschreven zijn in de literatuur, op basis van de resultaten van onze analyse van de praktijk. Binnen deze classificatie analyseren we de modelleringsvormen en de tools die bij de technieken horen. Verder identificeren we de overeenkomsten en verschillen tussen de technieken en benoemen we de nog op te lossen problemen. Tenslotte beschrijft het proefschrift COVAMOF, onze methode voor variabiliteitsbeheersing. COVAMOF pakt zowel de belangrijkste uitdagingen binnen productafleiding als de nog op te lossen problemen van de bestaande technieken aan. De kern van COVAMOF bestaat uit een modelleringstaal en een uitgebreide toolset. Bovenop deze kern hebben we een afleidingsproces en een assessmentmethode voor productfamilies ontwikkeld. Het afleidingsproces beschrijft, hoe de modelleringstaal en de tools kunnen worden gebruikt om producten efficiënt van de productfamilie af te leiden. Het doel van de assessmentmethode is om de variabiliteit binnen de productfamilie te beoordelen op haar geschiktheid voor bestaande en toekomstige producten. In dit laatste deel van het proefschrift beschrijven we het afleidingsproces en de assessmentmethode in detail en valideren we COVAMOF met behulp van de resultaten van een experiment in de industrie. Deze resultaten tonen aan, dat COVAMOF de kosten van productafleiding reduceert, zowel wat betreft de benodigde inspanning, de afhankelijkheid van experts, als de levertijd.
- Published
- 2008
207. Re-use of early industrial concrete buildings
- Author
-
Wouters, Ine, Leus, Maria, and Architectural Engineering
- Subjects
gewapend beton ,hergebruik ,industrieel gebouw ,conrete ,industrial building ,herbestemming ,Francois Hennebique ,Reuse - Abstract
Concrete was used as a building material due to the efforts of pioneers such as Francois Hennebique. In 1892 he took out a patent on his monolith concrete construction system. At the beginning of the 20th century an important amount of buildings were erected according to this construction principle. Nevertheless, parallel to the system of Hennebique, other systems were patented and used in this earlu period. We go deeper into the rehabilitation of three such buildings in Belgium: the former flour-mill (1902) in Overijse, the Brussels storage depot (1907) and the fabric warehouse Marchie-Pede (1909).
- Published
- 2008
208. Locatie 'Mathijs Tinxgracht 16' te Edam : een archeologische opgraving
- Author
-
Jacobs, E., Burnier, E., E. Jacobs, E. Burnier, and Jacobs & Burnier, archeologisch projectbureau
- Subjects
School ,Religie ,Stadsbrand ,Steengoed ,aardewerk ,porcelein ,Klooster (CTHD.KLO) ,Herbouw ,Ophogingslagen ,fasering ,Natuursteen ,bijgebouwen ,Nieuwe tijd ,waterafvoer ,Kuilen ,Reformatie ,muren ,Archaeology ,Glazuren ,Kloosterorde ,Waterkelder ,Zuiderzeegebied ,kelkglas ,Sloop ,Historisch onderzoek ,Industrieel wit ,Anorganisch materiaal ,Middeleeuwen ,St. franciscus ,Oude Mannenhuis ,Faience ,gewelven ,Tachtigjarige Oorlog ,dakpan ,archeologie ,kloosterterrein ,grijsbakkend ,Hergebruik ,Steenbouw ,roodbakkend ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Historische kern ,hout ,fundering ,Baksteenformaat ,Late Middeleeuwen B (MELB) ,prospectie ,porren ,Stadsontwikkeling ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Projectcode: 06011
- Published
- 2008
209. Oranjerie in Frankendael : archeologische opgraving Middenweg (2003)
- Author
-
Gawronski, J., Veerkamp, J., Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp, and Gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten en Archeologie
- Subjects
Historisch onderzoek ,Theehuis ,bewoning ,opgraving ,Pijpen ,Majolica ,plavuizen ,Park Frankendael (Amsterdam) ,Nietopgehoogde, individuele huisplaats (BEWV.HP) ,heipaal ,Buitenhuizen ,Steengoed ,Faience ,aardewerk ,gewelven ,Brons ,archeologie ,tapkraan ,Hergebruik ,oranjerie ,roodbakkend ,Nieuwe tijd ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Puin ,Historische kern ,hout ,Stadskern ,fundering ,tuinen ,Archaeology ,Baksteen ,Waterkelder ,Stadsontwikkeling ,Muurwerk ,Sloop ,18e eeuw ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) ,voliëre - Abstract
Met lit. opg
- Published
- 2008
210. Het Purperhoedenveem : archeologische opgraving Oudezijdse Voorburgwal (2004)
- Subjects
Hergebruik ,opgraving ,Steenbouw ,beerput ,Religie ,Funderingstechniek ,Agnieten ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,funderingen ,hout ,Menselijk skeletmateriaal ,Kloostertuin ,Kapel (CTHD.KPL) ,Recent (RECENT) ,Archaeology ,Baksteen ,tegels ,Stadsontwikkeling ,Waterkelder ,Klooster (CTHD.KLO) ,Muurwerk ,Ophogingslagen ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) ,archeologie - Abstract
Lit.opg., bijl.
- Published
- 2008
211. Managing the complexity of variability in software product families
- Subjects
programmatuurontwikkeling ,Hergebruik ,Variabiliteit ,Proefschriften (vorm) ,Software - Abstract
Sinds de zestiger jaren wordt algemeen aangenomen, dat het hergebruik van software een goede oplossing is voor de problemen met betrekking tot de kosten, kwaliteit en levertijd van software producten. Vanaf de jaren negentig vormen software productfamilies een belangrijke toevoeging aan de bestaande methodes om het hergebruik van software te realiseren. Het idee achter productfamilies is, om binnen de gehele organisatie het gebruik van de verschillen en overeenkomsten tussen de te ontwikkelen producten expliciet te plannen. De invoering van deze aanpak in de industrie heeft de voordelen al naar voren gebracht. Het afleiden van deze producten is echter nog te duur, kost teveel tijd en er zijn teveel experts bij nodig. De uitdaging is daarom om de kosten voor het afleiden van deze producten te verlagen. Het doel van het onderzoek, dat we in ons proefschrift presenteren, is om technieken te ontwikkelen en te valideren die de hoge kosten van het afleiden van producten verlagen. Omdat het daarbij belangrijk is dat deze technieken bruikbaar zijn in de industrie, begint het proefschrift met een studie van de productafleiding in industriële toepassingen. We bieden een raamwerk van concepten die deze productafleiding beschrijft en binnen dit raamwerk presenteren wij onze analyse van de praktijk. Verder geven we een overzicht van de onderliggende oorzaken van de hoge kosten van het afleiden van deze producten. Het expliciet maken van de variabiliteit in een variabiliteitsmodel pakt veel van die onderliggende oorzaken aan. Daarom vergelijken en classificeren we bestaande technieken voor variabiliteitsmodellering, die beschreven zijn in de literatuur, op basis van de resultaten van onze analyse van de praktijk. Binnen deze classificatie analyseren we de modelleringsvormen en de tools die bij de technieken horen. Verder identificeren we de overeenkomsten en verschillen tussen de technieken en benoemen we de nog op te lossen problemen. Tenslotte beschrijft het proefschrift COVAMOF, onze methode voor variabiliteitsbeheersing. COVAMOF pakt zowel de belangrijkste uitdagingen binnen productafleiding als de nog op te lossen problemen van de bestaande technieken aan. De kern van COVAMOF bestaat uit een modelleringstaal en een uitgebreide toolset. Bovenop deze kern hebben we een afleidingsproces en een assessmentmethode voor productfamilies ontwikkeld. Het afleidingsproces beschrijft, hoe de modelleringstaal en de tools kunnen worden gebruikt om producten efficiënt van de productfamilie af te leiden. Het doel van de assessmentmethode is om de variabiliteit binnen de productfamilie te beoordelen op haar geschiktheid voor bestaande en toekomstige producten. In dit laatste deel van het proefschrift beschrijven we het afleidingsproces en de assessmentmethode in detail en valideren we COVAMOF met behulp van de resultaten van een experiment in de industrie. Deze resultaten tonen aan, dat COVAMOF de kosten van productafleiding reduceert, zowel wat betreft de benodigde inspanning, de afhankelijkheid van experts, als de levertijd.
- Published
- 2008
212. Serviesgoed uit een 18de-eewse beerput : archeologische opgraving Derder Weteringdwarsstraat (2003)
- Subjects
Nieuwe Tijd C (NTC) ,Historisch onderzoek ,Pijpaarde ,opgraving ,Waterlopen ,pispotten ,Archiefonderzoek ,Kookgerei ,vullingen ,industrieel aardewerk ,Steengoed ,Faience ,aardewerk ,Huis ,porcelein ,tin ,thee ,Ivoor ,Metaal ,Serviesgoed ,lepel ,Chinees porcelein ,archeologie ,Hergebruik ,Slibglazuur ,beerput ,Steenbouw ,roodbakkend ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,sociale geschiedenis ,Nietopgehoogde ,Historische kern ,hout ,Stadskern ,tuinen ,Glas ,Archaeology ,witbakkend ,Baksteen ,Stadsontwikkeling ,individuele huisplaats (BEWV.HP) ,Nieuwe Tijd B (NTB) ,Sloop ,18e eeuw ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Lit.opg., bijl.
- Published
- 2008
213. Oranjerie in Frankendael : archeologische opgraving Middenweg (2003)
- Subjects
Historisch onderzoek ,Theehuis ,bewoning ,opgraving ,Pijpen ,Majolica ,plavuizen ,heipaal ,Buitenhuizen ,Steengoed ,Faience ,aardewerk ,gewelven ,Brons ,archeologie ,tapkraan ,Hergebruik ,oranjerie ,roodbakkend ,Nieuwe tijd ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Puin ,Nietopgehoogde ,Historische kern ,hout ,Stadskern ,fundering ,tuinen ,Archaeology ,Baksteen ,Waterkelder ,Stadsontwikkeling ,individuele huisplaats (BEWV.HP) ,Muurwerk ,Sloop ,18e eeuw ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) ,voliëre - Abstract
Lit.opg.
- Published
- 2008
214. Serviesgoed uit een 18de-eewse beerput : archeologische opgraving Derder Weteringdwarsstraat (2003)
- Author
-
Gawronski, J., Jayasena, R., J. Gawronski en R. Jayasena, and Gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten en Archeologie
- Subjects
Nieuwe Tijd C (NTC) ,Historisch onderzoek ,Pijpaarde ,opgraving ,Waterlopen ,pispotten ,Archiefonderzoek ,Kookgerei ,Nietopgehoogde, individuele huisplaats (BEWV.HP) ,vullingen ,industrieel aardewerk ,Steengoed ,Faience ,aardewerk ,Huis ,porcelein ,tin ,thee ,Ivoor ,Metaal ,Serviesgoed ,lepel ,Chinees porcelein ,archeologie ,Hergebruik ,Slibglazuur ,beerput ,Steenbouw ,roodbakkend ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,sociale geschiedenis ,Historische kern ,hout ,Stadskern ,tuinen ,Glas ,Archaeology ,witbakkend ,Baksteen ,Stadsontwikkeling ,Nieuwe Tijd B (NTB) ,Sloop ,18e eeuw ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Lit.opg., bijl.
- Published
- 2008
215. Triumfatorkerk, Kanaleneiland Utrecht: De conversie van een protestantse kerk naar een multifunctioneel islamitisch cultureel centrum
- Author
-
Zu Castell-Rüdenhausen, R.F. (author) and Zu Castell-Rüdenhausen, R.F. (author)
- Abstract
Studie naar een architectonische interventie in een in onbruik geraakt protestants kerkgebouw in Kanaleneiland?Zuid, Utrecht., RMIT, Architectural Engineering and Technology, Architecture and The Built Environment
- Published
- 2012
216. Herbestemming watertoren Heuveloord – ‘Wenn der Architekt nicht weiter weiss, dann macht er einen Kreis’
- Author
-
De Jong, V.I. (author) and De Jong, V.I. (author)
- Abstract
Het ontwerpproject betreft een herbestemming van een voormalige watertoren gelegen langs de Vaartse Rijn in Utrecht. Bij de herbestemming krijgt de watertoren een publieke functie als restaurant met uitzichtpunt. In 1998 is de watertoren grondig gereconstrueerd. Hierbij is de verloren gegane bakstenen ommanteling van de kop weer teruggebouwd. Deze reconstructie is een poging geweest om het gebouw als watertoren te behouden. Door een kopie te maken van de oorspronkelijke watertoren is tegelijkertijd ook een claim gelegd op het gebouw. Er kunnen vraagtekens worden gezet bij de authenticiteit en de rol die de reconstructie vervult in de ontwikkeling van het cultureel erfgoed. De interventie speelt in op de belangrijkste bestaande architectonische kwaliteiten van de voormalige watertoren. Door van de vorm uit te gaan bij de herbestemming is het mogelijk geworden om het verleden van de watertoren los te laten maar de herinnering en beleving van het gebouw naar de toekomst te brengen., RMIT, Architecture, Architecture
- Published
- 2012
217. Trondheim warehouses: Past - present - future
- Author
-
Laros, A.K.S. (author) and Laros, A.K.S. (author)
- Abstract
Graduation at ExploreLab 12 Topic: "Trondheim warehouses - past, present & future" Research: An exploration of the reusability of the wooden warehouses in Trondheim, Norway. (The uploaded research is only part of the work done, please contact me form more information about the full research.) Design: A masterplan for the warehouses and the area and a design for the transformation of three wooden warehouses into a museum in Trondheim, Norway For more information, send a message: http://nl.linkedin.com/in/annelaros, Explorelab, Architecture, Architecture
- Published
- 2012
218. Het verval gekoesterd: Hergebruik ruïne steenfabriek 'De Liesbosch' - Utrecht-Zuid
- Author
-
Kroon, L.K. (author) and Kroon, L.K. (author)
- Abstract
In de Utrechtse wijk Hoograven (Utrecht-Zuid) staat al decennialang een ruïne van een steenfabriek, vlakbij de splitsing van de Vaartse Rijn en het Merwedekanaal, even ten noorden van de A12. De steenfabriek, met de naam "De Liesbosch", stamt uit 1916, maar sinds 1983 resten er slechts vier muren. Tijdens dit afstudeerproject is een studie gedaan naar het hergebruik van die ruïne. Er is een wijktheater ontworpen, dat zowel in een buitenpodium als een gesloten zaal voorziet. Het nieuwe gebouw omarmt het oude bouwdeel en verwijst op talloze manieren naar het verleden. Het nieuwe en het oude deel vormen samen een symbiose., Studio Utrecht-Zuid, RMIT, Architecture
- Published
- 2012
219. AVR Reactor, verbrandingsoven wordt leerwerklandschap
- Author
-
Bos, A.H. (author) and Bos, A.H. (author)
- Abstract
Rotterdam Zuid kent vele problemen die zich concentreren in de oude wijken rondom de oude havens. Door enorme schooluitval en jeugdwerkloosheid ontstaat er de kans van een opgroeiende verloren generatie die geen aansluiting vindt met de arbeidsmarkt. Daarnaast is het voor bedrijven steeds lastiger om gekwalificeerd personeel te vinden. Als reactie op de on Nederlandse problemen is er een nationaal programma opgesteld dat advies heeft uitgebracht op onderwijs, economische versterking en fysieke kwaliteitsverbetering. Op de pijler onderwijs wordt gesteld dat doorlopende leerlijnen en ambacht in de wijken moet worden gestimuleerd. Ondertussen zijn er in Rotterdam veel praktijkgerichte opleidingen opgezet en bieden jongeren de mogelijkheid om werkend een opleiding te volgen. Toch bieden deze opleidingen vaak alleen stageplaatsen en zijn ze veelal aan de randen van de stad gelokaliseerd.De fabriek kan gedeeltelijk worden hergebruikt. De rookgasreiniger aan de voorzijde en de kraanbaan in het midden zijn elementen die ook het kenmerkende karakter van de fabriek aanduiden. Door vier nieuwe volumes toe te passen met hierin een programma van leerwerk opleidingen ontstaat er een voorpost voor opleidingen in de regio. Jongeren zulllen zelf het voorbeeld geven welke opleiding mogelijk is doordat de scholen zijn gekopppeld aan de kraanbaan. Deze kraanbaan is de nieuwe verbinding naar Katendrecht. De locatie ligt nu geisoleerd door de Pleinweg, door deze ondergronds te brengen en het park door te trekken naar de overzijde ontstaat een recreatie gebied waar in de toekomst bedrijven een dependance kunnen opzetten., Veldacademie Rotterdam, Veldacademie, Explorelab, Architecture
- Published
- 2012
220. Op zoek naar een nieuw ruraal ideaal
- Author
-
Keizer, W.J. (author), Koopmans, U.K. (author), Keizer, W.J. (author), and Koopmans, U.K. (author)
- Abstract
De titel ‘Op zoek naar een nieuw ruraal ideaal’ staat voor een strategie met als doel een zelfstandige en duurzame dorpsgemeenschap te scheppen bestaande uit oorspronkelijke bewoners en nieuwkomers. De strategie is toegespitst op het aansporen en betrekken van de lokale bevolking en omvat drie elementen; een reizende kermis als initiator, een ambitiekaart als communicatiemiddel en multifunctionele gebouwen als instrumenten., Explore Lab, Architecture, Architecture
- Published
- 2012
221. Kritische emissiewaarden voor bouwstoffen. Milieuhygienische onderbouwing en consequenties voor bouwmaterialen
- Subjects
adsorptie ,bouwstoffen ,surface water ,reuse ,soil ,hergebruik ,normen ,leaching ,emissie ,bodem ,oppervlaktewater ,building materials ,speciation ,adsorption ,uitloging ,emission ,groundwater ,grondwater ,standards ,speciatie - Abstract
This report presents alternative emission limit values for inorganic components to be used in the revision of the Building Materials Decree (1999) in the Netherlands. Three key factors determine the emission limit value: (1) the environmental compartment under consideration, with its dimensions and the accounted for, (2) the desired level of environmental protection and (3) the scenario applying to the intended use of the construction material. Emission limit values have been derived here from modelled concentrations in soil, groundwater and surface water. The desired level of protection has been elaborated as a stand-still approach (based on quality target values and a risk-based approach (based on PNECs). Two exposure models were used for taking the effects of a time-dependent exposure of the soil to leached components into account, for vertical transport through the soil profile and for retardation of components in the soil profile. The PEARL model was used for binding described by equilibrium adsorption. The ORCHESTRA model was used for binding that also takes speciation into account. For surface water, a dilution factor was computed assuming a certain mixing zone, dependent on the size of the surface water. The consequences of the proposed alternative emission limit values have been estimated on the basis of information in a database containing results of leaching tests for construction materials. The alternatives proposed form the basis for a political decision-making process, where environmental protection will be balanced with other socio-economic concerns.
- Published
- 2007
222. Kritische emissiewaarden voor bouwstoffen. Milieuhygienische onderbouwing en consequenties voor bouwmaterialen
- Author
-
Verschoor AJ, Lijzen JPA, Broek HH van den, Cleven RFMJ, Comans RNJ, Dijkstra JJ, Vermij PHM, RIZA, and ECN
- Subjects
adsorptie ,bouwstoffen ,surface water ,reuse ,soil ,hergebruik ,normen ,leaching ,emissie ,bodem ,oppervlaktewater ,building materials ,speciation ,adsorption ,uitloging ,emission ,groundwater ,grondwater ,standards ,speciatie - Abstract
This report presents alternative emission limit values for inorganic components to be used in the revision of the Building Materials Decree (1999) in the Netherlands. Three key factors determine the emission limit value: (1) the environmental compartment under consideration, with its dimensions and the accounted for, (2) the desired level of environmental protection and (3) the scenario applying to the intended use of the construction material. Emission limit values have been derived here from modelled concentrations in soil, groundwater and surface water. The desired level of protection has been elaborated as a stand-still approach (based on quality target values and a risk-based approach (based on PNECs). Two exposure models were used for taking the effects of a time-dependent exposure of the soil to leached components into account, for vertical transport through the soil profile and for retardation of components in the soil profile. The PEARL model was used for binding described by equilibrium adsorption. The ORCHESTRA model was used for binding that also takes speciation into account. For surface water, a dilution factor was computed assuming a certain mixing zone, dependent on the size of the surface water. The consequences of the proposed alternative emission limit values have been estimated on the basis of information in a database containing results of leaching tests for construction materials. The alternatives proposed form the basis for a political decision-making process, where environmental protection will be balanced with other socio-economic concerns.
- Published
- 2007
223. Environmental quality of primary and secundary construction materials in relation to re-use and protection of soil and surface water
- Author
-
Aalbers ThG, Wilde PGM de, Rood GA, Vermij PHM, Saft RJ, Beek AIM van de, Broekman MH, Masereeuw P, Kamphuis Ch, Dekker PM, Valentijn EA, and LAE-RIVM
- Subjects
norm ,bouwmateriaal ,chemische eigenschappen ,reuse ,soil ,hergebruik ,leaching ,bodem ,building materials ,groundwater ,uitspoelen ,grondwater ,standards ,chemical properties - Abstract
To support the General Administrative Order on Construction Materials (Soil and Surface Waters Protection) this document supplies information on: 1) the quantification of the standard values for the application of construction materials ; 2) the environmental quality (characterization) of construction materials ; ; 3) the consequenses for use and re-use of construction materials.
- Published
- 2007
224. Environmental quality of primary and secundary construction materials in relation to re-use and protection of soil and surface water
- Subjects
norm ,bouwmateriaal ,chemische eigenschappen ,reuse ,soil ,hergebruik ,leaching ,bodem ,building materials ,groundwater ,uitspoelen ,grondwater ,standards ,chemical properties - Abstract
To support the General Administrative Order on Construction Materials (Soil and Surface Waters Protection) this document supplies information on: 1) the quantification of the standard values for the application of construction materials ; 2) the environmental quality (characterization) of construction materials ; ; 3) the consequenses for use and re-use of construction materials.
- Published
- 2007
225. Afvalverwijdering 1990 - 2015. Achtergronddocument bij de Nationale Milieuverkenning 3
- Author
-
Nagelhout D, Ballerini E, and LAE
- Subjects
evaluation ,milieu ,sanitary landfill ,afval ,vuilstortplaats ,verbranden ,opslag ,reduction ,disposal ,recycling ,scenario ,hergebruik ,prognose ,prevention ,beleid ,preventie ,afname ,waste ,prognosis ,evaluatie ,environment ,policy ,combustion - Abstract
The first six chapters of this document are directly related to chapter 4.5 of the National Environmental Outlook 3. They contain the data and assumptions leading to the conclusions drawn in the latter document. Some recent information has been added. The background document deals first of all with the quantity and disposal method of the different waste categories in the year 1990. Chapter 3 contains prognoses for the years 2000, 2010 and 2015 as a result of all kinds of autonomous developments. In chapter 4 and 5 the effect of waste policy, as laid down in measures which have already been ratified and passed by the Lower House of Parliament, as well as agreements with trade and industry, is evaluated. Measures or agreements that are expected to be presented to the Lower House of Parliament before 1 January 1995 or to be concluded by parties by that time, are also evaluated. The aim is to maximize prevention and recycling and to minimize the quantity of waste that has to be incinerated or landfilled. As far as waste prevention is concerned, the aim is for 10% of potential waste production in 2000 to be prevented. Since a sharp distinction between reduction trends in the material intensity of the economy and prevention efforts cannot always be made, the prevention target is difficult to evaluate. The government's aim is for 66% of the waste produced in 2000 to be recycled. This target can probably be achieved. According to current knowledge it is uncertain wether there will be a sufficient market for all potential secondary raw materials in the year 2000. Problems can be expected, for example, with waste paper, plastics, compost of kitchen and garden waste and construction and demolition waste. The quantity of waste incinerated or landfilled has been falling for some time, especially since kitchen and garden waste and construction and demolition waste are increasingly being recycled. Owing to the increasing effort in the field of prevention and recycling, the quantity of waste to be incinerated or landfilled will fall by about 35% by the year 2000. An incineration capacity of no more than 6 million tonnes can be achieved by 2000. The landfill target of 5 million tonnes for the year 2000 is expected to be exceeded by 1 or 2 million tonnes. It will exceed more if no extra markets are created for marketing of 2-3 million tonnes of potential secondary materials and that the planned incineration capacity is achieved. It is assumed that phosphoric acid gypsum from the chemical fertilizer industry (about 2 million tonnes) will still be discharged in 2000, because there are not enough technically feasible and economically viable ways of recycling it. It is expected that waste production will stabilize after 2000 or will continue to rise slightly each year and that an incineration and landfill capacity comparable to that in 2000 will be needed. Chapter 6 presents the results per target group and the costs. Chapter 7 discusses the results of additional measures as laid down in the National Environmental Policy Plan 2. Chapter 8 contains some capita selecta which are important in future documents.
- Published
- 2007
226. Archeologisch onderzoek Korte Nobelstraat 21-23/ Steiltjesstraat 12-22 te Zierikzee : Standaardrapportage opgraving
- Subjects
Organisch materiaal ,Adel ,Terp/wierde (BEWV.TW) ,Huizen ,maalstenen ,vullingen ,Merktekens ,stadsvernieuwing ,14e eeuw ,aardewerk ,Metaal ,erven ,middenklasse ,trappen ,Ophogingslagen ,Mestkuilen ,fasering ,Archeobotanie ,Veenwinning (inclusief zouthoudend veen t.b.v. zoutproductie (GW.VW) ,Christusmonogram ,Locale geschiedenis ,archeozoologie ,Nieuwe tijd ,funderingen ,vloeren ,Stadskern ,Houtbouw ,Bouwconstructie ,Afwaterings-/ inundatiekanaal/ greppel/sloot (INFR.PER) ,bewoningsgeschiedenis ,Archaeology ,tonnen ,Economie ,beschoeiing ,kelkglas ,Late middeleeuwen ,prestedelijke ontwikkeling ,Ruimtelijke inrichting ,werf ,Anorganisch materiaal ,Sociale hierarchie ,Tonputten ,Turfwinning ,Agrarische productie en voedselvoorziening (APVV) ,Toilet ,Materiële cultuur ,Late Middeleeuwen (MEL) ,greppels ,Stad ,Kledingaccesoires ,Importaardewerk ,Internationale handel ,stadsarcheologie ,Bijzonderheden ,beerputten ,archeologie ,Munten ,Terp ,opgravingen ,waterputten ,Hergebruik ,Industrie & nijverheid (IDNH) ,nederzetting ,Steenbouw ,Penningen ,Historische hulpwetenschappen ,onzekerheden ,Vee ,welvaart ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,speelgoed ,sociale geschiedenis ,Historische kern ,hout ,Nijverheid ,Voedingsgewoonten ,Gracht ,Huisterp/Huiswierde (BEWV.HT) ,Textiel ,Demping ,Zaalhuis ,Glas ,Huisdieren ,Baksteen ,Stadsontwikkeling ,Stookplaats ,Afgraving ,Leer ,Glas-in-lood ,Afwatering ,Programma van eisen ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Lit.opg., bijl. en begrippenlijst.
- Published
- 2007
227. Een Romeinse Rijnaak, gevonden in Utrecht-de Meern : resultaten van het onderzoek naar de platbodem 'De Meern 1'
- Subjects
opgraving ,bezittingen ,aak ,Individuen ,Typologie ,Eiken ,Romanisatie ,platbodem ,Stroomruggen ,Hergebruikte bouwonderdelen ,Mensen ,houten huid en houten spanten (SV.H) ,Romeinse tijd ,Midden Romeinse Tijd A (ROMMA) ,Einde gebruik ,locale productie ,kombuizen ,Bijzonderheden ,Verbouwing ,Infrastructuur ,Rijn ,archeologie ,roef ,Conservering ,Hergebruik ,indrukken ,Dendrochronologie ,Herkomst ,onderzoekstraditie ,schip ,Functie ,welvaart ,Rijnaken ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,hout ,scheepswrakken ,Vaartuig ,constructies ,Scheepvaart (SV) ,Archaeology ,Waterwegen ,transport ,luxe goederen ,scheepsinterieuren ,Limes ,datering ,Leger - Abstract
Lit.opg.
- Published
- 2007
228. Bornsche Maten - Zuid Esch, gemeente Borne : een nederzetting uit de Late IJzertijd en Vroeg Romeinse Tijd
- Author
-
Scholte Lubberink, H.B.G., Haaster, H. van, H.B.G. Scholte Lubberink, met een bijdrage van H. van Haaster, and RAAP Archeologisch Adviesbureau
- Subjects
weefgewichten ,Organisch materiaal ,Schuren ,Kuil ,bezittingen ,cultuurlandschap ,Uitwisseling ,palenrijen ,losse vondsten ,streepbandaardewerk ,Akker ,Romeinse tijd ,aardewerk ,Einde gebruik ,nederzettingen ,spiekers ,Egalisatie ,fasering ,Neolithicum ,Locale geschiedenis ,Nieuwe tijd ,Romeinse Tijd (ROM) ,Kuilen ,Afwaterings-/ inundatiekanaal/ greppel/sloot (INFR.PER) ,hooimijten ,bewoningsgeschiedenis ,Archaeology ,Akker (APVV.AK) ,Huistypen ,discontinuiteit ,Late middeleeuwen ,Plaggendek (APVV.PDEK) ,Handel ,Terrein ,Anorganisch materiaal ,Inheems Romeins ,Percelering ,Huisplattegronden ,Veekraal/schaapskooi (APVV.VK) ,geen bewoningssporen ,Depressie ,Late IJzertijd (IJZL) ,Meervoudig depot (DEPO.MV) ,Agrarische productie en voedselvoorziening (APVV) ,Vuursteen ,Sloten ,Depositie ,Late Middeleeuwen (MEL) ,Haps ,greppels ,weg ,Bijzonderheden ,crematiegraven ,Ritueel ,Waterkuilen ,archeologie ,ontginning ,Boomkwekerij ,Verstoringen ,opgravingen ,Hergebruik ,nederzetting ,Importen ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Dekzandruggen ,akkerlaag ,rituele depositie ,Mesolithicum ,Verbranding ,IJzertijd ,Begraving ,plaggenbemesting ,Demping ,landbouw ,schaapskooien ,bewoning (inclusief verdediging) onbepaald (BEWV.X) - Abstract
Lit.opg. en verklarende woordenlijst.
- Published
- 2007
229. Archeologisch onderzoek Korte Nobelstraat 21-23/ Steiltjesstraat 12-22 te Zierikzee : Standaardrapportage opgraving
- Author
-
Koning, M.W.A. de, M.W.A. de Koning, and ArcheoMedia
- Subjects
Organisch materiaal ,Adel ,Terp/wierde (BEWV.TW) ,Huizen ,maalstenen ,vullingen ,Merktekens ,14e eeuw ,aardewerk ,Metaal ,erven ,middenklasse ,trappen ,Ophogingslagen ,Mestkuilen ,fasering ,Archeobotanie ,Veenwinning (inclusief zouthoudend veen t.b.v. zoutproductie (GW.VW) ,Christusmonogram ,Locale geschiedenis ,archeozoologie ,Nieuwe tijd ,funderingen ,vloeren ,Stadskern ,Houtbouw ,Bouwconstructie ,Afwaterings-/ inundatiekanaal/ greppel/sloot (INFR.PER) ,bewoningsgeschiedenis ,Archaeology ,tonnen ,Speelgoed ,Economie ,beschoeiing ,kelkglas ,Late middeleeuwen ,prestedelijke ontwikkeling ,Ruimtelijke inrichting ,werf ,Anorganisch materiaal ,Sociale hierarchie ,Tonputten ,Turfwinning ,Agrarische productie en voedselvoorziening (APVV) ,Toilet ,Materiële cultuur ,Late Middeleeuwen (MEL) ,Stadsvernieuwing ,greppels ,Stad ,Kledingaccesoires ,Importaardewerk ,Internationale handel ,stadsarcheologie ,Bijzonderheden ,beerputten ,archeologie ,Munten ,Terp ,opgravingen ,waterputten ,Hergebruik ,Industrie & nijverheid (IDNH) ,nederzetting ,Steenbouw ,Penningen ,Historische hulpwetenschappen ,onzekerheden ,Vee ,welvaart ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,sociale geschiedenis ,Historische kern ,hout ,Nijverheid ,Voedingsgewoonten ,Gracht ,Huisterp/Huiswierde (BEWV.HT) ,Textiel ,Demping ,Zaalhuis ,Glas ,Huisdieren ,Baksteen ,Stadsontwikkeling ,Stookplaats ,Afgraving ,Leer ,Glas-in-lood ,Afwatering ,Programma van eisen ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Lit.opg., bijl. en begrippenlijst.
- Published
- 2007
230. Niet meer weggooien! Afgedankte producten, verliespost of winstbron?
- Author
-
Venselaar, Jan
- Subjects
hergebruik ,afvalvermindering ,duurzaam ondernemen ,MVO ,remanufacturing - Abstract
Hergebruik en recycling is komt steeds meer in. Afgedankte apparatuur verdwijnt niet of nauwelijks meer op de afvalberg of in de verbrandingsoven. Toch is het laatste woord hier niet mee gezegd. Te vaak staat hergebruik nog synoniem voor alleen het recyclen van de metalen, plastic en glazen materialen als zodanig. Echt hergebruik van de afgedankte apparatuur en onderdelen kan een veel grotere winstpakker opleveren voor milieu en portemonnee. Het speelt ook goed in op de toenemende wet en regelgeving.
- Published
- 2007
231. Een Romeinse Rijnaak, gevonden in Utrecht-de Meern : resultaten van het onderzoek naar de platbodem 'De Meern 1'
- Author
-
Jansma, Esther, Morel, Jaap, Bazelmans, Jos, [red].: E. Jansma & J.-M.A.W. Morel, met bijdragen van: J. Bazelmans ... et al., and Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten
- Subjects
opgraving ,bezittingen ,aak ,Individuen ,Typologie ,Eiken ,Romanisatie ,platbodem ,Stroomruggen ,Hergebruikte bouwonderdelen ,Vaartuig,houten huid en houten spanten (SV.H) ,Mensen ,Romeinse tijd ,Midden Romeinse Tijd A (ROMMA) ,Einde gebruik ,locale productie ,kombuizen ,Bijzonderheden ,Verbouwing ,Infrastructuur ,Rijn ,archeologie ,roef ,Conservering ,Hergebruik ,indrukken ,Dendrochronologie ,Herkomst ,onderzoekstraditie ,schip ,Functie ,welvaart ,Rijnaken ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,hout ,scheepswrakken ,constructies ,Scheepvaart (SV) ,Archaeology ,Waterwegen ,transport ,luxe goederen ,scheepsinterieuren ,Limes ,datering ,Leger - Abstract
Lit.opg.
- Published
- 2007
232. TURMAC Toegankelijk: Interventie in een voormalig sigarettenfabriek te Zevenaar
- Author
-
Westerhuis, B.R. (author) and Westerhuis, B.R. (author)
- Abstract
Interventie in een voormalige sigarettenfabriek te Zevenaar, hoe maak ke deze publiek toegankelijk zodat het karakter van het fabrieksterrein behouden blijft maar er ook een stap naar een nieuwe publieke functie wordt gemaakt. Dit heeft geleid tot een ontwerp voor een multifunctioneel centrum in de fabriekshal met onderandere een brede school., RMIT, Architecture
- Published
- 2011
233. Kasteel Gemert: De nieuwe KMA
- Author
-
Van Rooijen, E.R. (author) and Van Rooijen, E.R. (author)
- Abstract
Sinds april 2010 staat het kasteel van Gemert leeg. Om sloop te voorkomen moet er een nieuwe functie worden gezocht. Gezien het verleden en de locatie heb ik in mijn ontwerp gekozen voor een Koninklijke Militaire Academie., Studio Gemert, RMIT, Architecture
- Published
- 2011
234. Hergebruik is extra winst
- Subjects
hergebruik ,duurzaam ondernemen - Abstract
Hergebruik is extra winst
- Published
- 2006
235. Reuse of osteosynthesis plates and screws in developing countries
- Subjects
Hergebruik ,Proefschriften (vorm) ,rthopedie ,reumatologie ,Osteosynthese - Published
- 2005
236. Reuse of osteosynthesis plates and screws in developing countries
- Subjects
Hergebruik ,Proefschriften (vorm) ,rthopedie ,reumatologie ,Osteosynthese - Published
- 2005
237. Reuse of osteosynthesis plates and screws in developing countries
- Author
-
Magetsari, Rahadyan, Busscher, Henk, van Horn, J.R., van der Mei, Henny, Verkerke, Bart, Research Institute Brain and Cognition (B&C), and Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG
- Subjects
Hergebruik ,ComputingMethodologies_DOCUMENTANDTEXTPROCESSING ,Proefschriften (vorm) ,rthopedie ,reumatologie ,GeneralLiterature_REFERENCE(e.g.,dictionaries,encyclopedias,glossaries) ,Osteosynthese - Published
- 2005
238. Nieuwe normen Waterbodems. Normen voor verspreiden en toepassen op bodem onder oppervlaktewater
- Author
-
LER, Oste L, Wintersen A, ten Kate E, Posthuma L, LER, Oste L, Wintersen A, ten Kate E, and Posthuma L
- Abstract
RIVM rapport:Een nieuwe beoordelingsmethode geeft nauwkeuriger aan of bagger veilig is voor gebruik op land. De methode geeft specifieker aan in welke mate de chemische samenstelling van bagger schadelijk is voor het milieu. Op deze manier kan dezelfde hoeveelheid bagger worden afgezet, maar wordt het milieu minder belast. Het RIVM en het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) hebben deze methode ontwikkeld. Om rivieren in Nederland bevaarbaar te houden en de afvoer van water niet te belemmeren, wordt regelmatig het slib van de bodems verwijderd. Bagger bevat stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid en het milieu. De chemische kwaliteit van bagger moet daarom bekend zijn voordat het op land mag worden gebruikt. De nieuwe, zogeheten msPAF-toetsing (meer soorten Potentieel Aangetaste Fractie) berekent de schadelijke effecten van stoffen voor planten, dieren en bacterikn in het milieu op een nieuwe manier. De methode toetst de bagger niet langer per vervuilende stof, maar kijkt naar het effect van het gehele mengsel van verontreiniging op de omgeving. Hiermee is een nauwkeurige rangschikking gerealiseerd voor de indeling van bagger lopend van 'vuil' tot 'schoon'.
- Published
- 2008
239. Gezamenlijk ontwikkelen van toetsen
- Subjects
hergebruik ,assessment ,toetsen ,digitale universiteit - Abstract
Sinds geruime tijd is er een ontwikkeling zichtbaar waarbij toetsen en assessment beleidsmatiger en professioneler aangepakt wordt. Deels vanwege het intern belang in het kader van competentiegericht onderwijs, maar natuurlijk ook als gevolg van strenger wordende eisen van de overheid in de vorm van eerst visitaties en later accreditatie van opleidingen. Het ontwikkelen van hoogwaardige toetsen en toetsmaterialen kost veel tijd en geld. Hergebruik en gezamenlijke ontwikkeling van toetsmaterialen leidt tot betere toetsen en een efficikntere besteding van schaarse capaciteit. De mogelijkheden tot gezamenlijk gebruik beperken zich echter niet alleen tot de toetsmaterialen. Ook op het gebied van de gebruikte criteria en modellen en de ondersteunende organisatie is in gezamenlijkheid winst te behalen.
- Published
- 2004
240. Gezamenlijk ontwikkelen van toetsen
- Author
-
Gorissen, Pierre and Heijmen-Versteegen, Ivonne
- Subjects
hergebruik ,assessment ,toetsen ,digitale universiteit - Abstract
Sinds geruime tijd is er een ontwikkeling zichtbaar waarbij toetsen en assessment beleidsmatiger en professioneler aangepakt wordt. Deels vanwege het intern belang in het kader van competentiegericht onderwijs, maar natuurlijk ook als gevolg van strenger wordende eisen van de overheid in de vorm van eerst visitaties en later accreditatie van opleidingen. Het ontwikkelen van hoogwaardige toetsen en toetsmaterialen kost veel tijd en geld. Hergebruik en gezamenlijke ontwikkeling van toetsmaterialen leidt tot betere toetsen en een efficikntere besteding van schaarse capaciteit. De mogelijkheden tot gezamenlijk gebruik beperken zich echter niet alleen tot de toetsmaterialen. Ook op het gebied van de gebruikte criteria en modellen en de ondersteunende organisatie is in gezamenlijkheid winst te behalen.
- Published
- 2004
241. De microbiologische kwaliteit van hemelwater toegepast voor toiletspoeling, schoonmaken en tuinsproeien - inventariserend onderzoek 2005
- Author
-
MGB, Schets FM, van den Berg HHJL, Lodder WJ, Docters van Leeuwen AE, in 't Veld S, de Roda Husman AM, MGB, Schets FM, van den Berg HHJL, Lodder WJ, Docters van Leeuwen AE, in 't Veld S, and de Roda Husman AM
- Abstract
RIVM rapport:Regenwater opgevangen in reservoirs en toegepast voor onder andere toiletspoeling is vaak fecaal verontreinigd en bevat soms ziekteverwekkende bacterien. Om het infectierisico bij toepassing van dit water te kunnen schatten is aanvullend onderzoek nodig waarbij ziekteverwekkers worden gekwantificeerd en getypeerd en waarbij onderzocht wordt in welke mate gebruikers worden blootgesteld aan het besmette water.Regenwater is aanvankelijk onbesmet, maar bij afstromen langs oppervlakken en tijdens opslag in reservoirs kan besmetting optreden met micro-organismen die ziekte bij de mens kunnen veroorzaken. Dit kan gebeuren wanneer bijvoorbeeld vogelfeces van het dak wordt gespoeld of ratten of andere dieren toegang hebben tot het reservoir of open leidingen. Onderzoek van opgevangen hemelwater op vier verschillende locaties in Nederland toonde de aanwezigheid van de indicatoren voor fecale verontreiniging, bacterien van de coligroep, E. coli en enterococcen, in respectievelijk 28, 27 en 27 van de 28 onderzochte monsters aan. De potentieel ziekteverwekkende bacterien Campylobacter en Legionella pneumophila werden elk een maal op een locatie aangetroffen. Aeromonas en Clostridium perfringens, die ook ziekte bij de mens kunnen veroorzaken, werden in respectievelijk 20 en 23 van de 28 monsters gevonden. Salmonella en Vibrio werden op geen van de locaties aangetroffen. De aanwezigheid van ziekteverwekkende micro-organismen in regenwater toegepast voor toiletspoeling kan negatieve gevolgen voor de volksgezondheid hebben. Op basis van de verkregen resultaten is het nog niet mogelijk om het risico op het oplopen van een infectie bij blootstelling aan dit water te schatten omdat daarvoor nog aanvullende typerings- en blootstellingsgegevens nodig zijn., Rainwater collected in reservoirs and used for toilet flushing, for example, is often fecally contaminated and sometimes contains pathogenic bacteria. Estimating risk of infection caused by use of this water, will require additional research for enumerating and typing pathogens and for determining exposure to the contaminated water. Rainwater at the source is not contaminated with potential human pathogenic micro-organisms, but may become so at surface run-off and during storage in containers. This may occur when bird faeces runs off roofs, or rats or other animals have access to rainwater reservoirs or open mains. Examination of collected rainwater at four different sites in the Netherlands showed the presence of faecal indicator bacteria as total coliforms, E. coli and intestinal enterococci in 28, 27 and 27, respectively, of the 28 samples examined. Each of the potential human pathogenic bacteria, Campylobacter and Legionella pneumophila, was detected once at one sampling site. Aeromonas and Clostridium perfringens, which may also cause disease in humans, were detected in 20 and 23 of the 28 tested samples, respectively. Salmonella and Vibrio were not detected in any of the samples. The presence of potential pathogenic micro-organisms in rainwater used for toilet flushing may have adverse health effects. However, on the basis of the above results, and because additional typing and exposure data are required, it is not yet possible to estimate the risk of infection at exposure to this water.
- Published
- 2006
242. De planning van ontgrondingen
- Author
-
Paul Ike
- Subjects
taakstelling ,winplaats ,winrechten ,planologie ,houtskeletbouw ,structuurschema ,oppervlaktedelfstoffenwinning ,bottom-up ,hergebruik ,bouwgrondstoffenvoorziening ,structuurschema oppervlaktedelfstoffen ,winzone ,ontgrondingenbeleid ,wintempo ,heffing ,pkb-kaart ,ontgronding ,LCA ,multiple regressieanalyse ,m.e.r.-procedure ,two-tailed significance ,zandwinning ,industriezand ,winplaatsen ,standard error ,ontgrondingenplan ,Nederland ,t-statistiek ,E-F-verbruik ,regressieanalyse ,dematerialisatie ,correlatiecoëfficient ,landelijke beleidsnota ,beton- en metselzand ,ophoogzand ,cementbeton ,equivalent verbruik ,verdeelmodel ,oppervlaktedelfstoffenvoorziening ,bouwgrondstoffenwet ,regionale schaarste ,prognosemodel ,oppervlaktedelfstoffen ,duurzaam bouwen ,delphi techniek ,grind ,kalkzandsteenzand ,proefschrift (vorm) ,regressievergelijking ,asfaltzand ,regressielijn ,richtinggevende uitspraak ,durbin watson ,verklarende variabelen ,top-down ,ontgrondingenwet ,regressiemodel - Abstract
Dit onderzoek is gericht op de afstemming van vraag en aanbod van oppervlaktedelfstoffen. De afstemmingsproblematiek wordt geanalyseerd vanuit een perspectief van planning en besluitvorming. Doel van deze studie is het verkrijgen van nieuwe inzichten om de planning van ontgrondingen op rijksniveau beter te laten verlopen en te onderbouwen. Daarbij wordt primair gekeken naar de verticale coordinatie en afstemming van de planningsproblematiek tussen het rijk en de provincies. Hierbij komen zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten aan bod.De aandacht gaat vooral uit naar oppervlaktedelfstoffen met een zogenaamde regionale schaarste. Regionale schaarste wordt omschreven als het relatieve gebrek aan een oppervlaktedelfstof in een bepaald gebied, in het licht van de op basis van de eigen behoefte van een gebied gegenereerde vraag naar deze delfstof. ...Zie: Samenvatting
- Published
- 2000
243. De planning van ontgrondingen
- Subjects
taakstelling ,winplaats ,winrechten ,planologie ,houtskeletbouw ,structuurschema ,oppervlaktedelfstoffenwinning ,bottom-up ,hergebruik ,bouwgrondstoffenvoorziening ,structuurschema oppervlaktedelfstoffen ,winzone ,ontgrondingenbeleid ,wintempo ,heffing ,pkb-kaart ,ontgronding ,LCA ,multiple regressieanalyse ,m.e.r.-procedure ,two-tailed significance ,zandwinning ,industriezand ,winplaatsen ,standard error ,ontgrondingenplan ,Nederland ,t-statistiek ,E-F-verbruik ,regressieanalyse ,dematerialisatie ,correlatiecoëfficient ,landelijke beleidsnota ,beton- en metselzand ,ophoogzand ,cementbeton ,equivalent verbruik ,verdeelmodel ,oppervlaktedelfstoffenvoorziening ,bouwgrondstoffenwet ,regionale schaarste ,prognosemodel ,oppervlaktedelfstoffen ,duurzaam bouwen ,delphi techniek ,grind ,kalkzandsteenzand ,proefschrift (vorm) ,regressievergelijking ,asfaltzand ,regressielijn ,richtinggevende uitspraak ,durbin watson ,verklarende variabelen ,top-down ,ontgrondingenwet ,regressiemodel - Abstract
Dit onderzoek is gericht op de afstemming van vraag en aanbod van oppervlaktedelfstoffen. De afstemmingsproblematiek wordt geanalyseerd vanuit een perspectief van planning en besluitvorming. Doel van deze studie is het verkrijgen van nieuwe inzichten om de planning van ontgrondingen op rijksniveau beter te laten verlopen en te onderbouwen. Daarbij wordt primair gekeken naar de verticale coordinatie en afstemming van de planningsproblematiek tussen het rijk en de provincies. Hierbij komen zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten aan bod.De aandacht gaat vooral uit naar oppervlaktedelfstoffen met een zogenaamde regionale schaarste. Regionale schaarste wordt omschreven als het relatieve gebrek aan een oppervlaktedelfstof in een bepaald gebied, in het licht van de op basis van de eigen behoefte van een gebied gegenereerde vraag naar deze delfstof. ...Zie: Samenvatting
- Published
- 2000
244. De planning van ontgrondingen
- Subjects
taakstelling ,winplaats ,winrechten ,planologie ,houtskeletbouw ,structuurschema ,oppervlaktedelfstoffenwinning ,bottom-up ,hergebruik ,bouwgrondstoffenvoorziening ,structuurschema oppervlaktedelfstoffen ,winzone ,ontgrondingenbeleid ,wintempo ,heffing ,pkb-kaart ,ontgronding ,LCA ,multiple regressieanalyse ,m.e.r.-procedure ,two-tailed significance ,zandwinning ,industriezand ,winplaatsen ,standard error ,ontgrondingenplan ,Nederland ,t-statistiek ,E-F-verbruik ,regressieanalyse ,dematerialisatie ,correlatiecoëfficient ,landelijke beleidsnota ,beton- en metselzand ,ophoogzand ,cementbeton ,equivalent verbruik ,verdeelmodel ,oppervlaktedelfstoffenvoorziening ,bouwgrondstoffenwet ,regionale schaarste ,prognosemodel ,oppervlaktedelfstoffen ,duurzaam bouwen ,delphi techniek ,grind ,kalkzandsteenzand ,proefschrift (vorm) ,regressievergelijking ,asfaltzand ,regressielijn ,richtinggevende uitspraak ,durbin watson ,verklarende variabelen ,top-down ,ontgrondingenwet ,regressiemodel - Abstract
Dit onderzoek is gericht op de afstemming van vraag en aanbod van oppervlaktedelfstoffen. De afstemmingsproblematiek wordt geanalyseerd vanuit een perspectief van planning en besluitvorming. Doel van deze studie is het verkrijgen van nieuwe inzichten om de planning van ontgrondingen op rijksniveau beter te laten verlopen en te onderbouwen. Daarbij wordt primair gekeken naar de verticale coordinatie en afstemming van de planningsproblematiek tussen het rijk en de provincies. Hierbij komen zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten aan bod.De aandacht gaat vooral uit naar oppervlaktedelfstoffen met een zogenaamde regionale schaarste. Regionale schaarste wordt omschreven als het relatieve gebrek aan een oppervlaktedelfstof in een bepaald gebied, in het licht van de op basis van de eigen behoefte van een gebied gegenereerde vraag naar deze delfstof. ...Zie: Samenvatting
- Published
- 2000
245. Monitoring milieuhygienische kwaliteit van bouwstoffen
- Author
-
LAC, Wilde PGM de, Peekel AF, Buykx SEJ, LAC, Wilde PGM de, Peekel AF, and Buykx SEJ
- Abstract
RIVM rapport:Het doel van dit onderzoek is de beschrijving van de milieuhygienische kwaliteit van bouwstoffen na medio 1998 en de evaluatie van: - de toepasbaarheid van bouwstoffen onder de voorwaarden van het Bouwstoffenbesluit, - de consequenties van de normstelling voor het (her)gebruik van bouwstoffen, - de kritische componenten en in hoeverre ze beinvloedbaar zijn, -kwaliteitsverbeteringen t.o.v. de ex-ante evaluatie in 1997, - problemen in de praktijk. Voor dit doel zijn gegevens over samenstelling en uitloging verzameld en geevalueerd. Voor iedere bouwstof is een materiaalblad gemaakt waarin toepasbaarheid, milieuhygienische kwaliteit en kwaliteitsverbeteringen beschreven staan. De milieuhygienische kwaliteit is getoetst aan de normen van het Bouwstoffenbesluit voor drie toepassingshoogten: 0,2 0,7 en 2,0 meter. 98-99% van de bouwstoffen voldoet hieraan. Het totale hergebruik van bouwstoffen is toegenomen van 141 Mton in 1997 tot 155 Mton in 2001. Dit is het gevolg van de verdubbeling van het hergebruik van granulaire secundaire bouwmaterialen. Het totale (her)gebruik van bouwstoffen bestaat voor 76% uit primaire en voor 24% uit secundaire bouwstoffen.Voor een beperkt aantal bouwstoffen zijn er aanzienlijke problemen om aan het normkader van het Bouwstoffenbesluit te voldoen: Gereinigde grond (antimoon); AVI-bodemas (koper, molybdeen; bij aflopen tijdelijke regeling zonder kwaliteitsverbetering 70% niet meer toepasbaar); mijnsteen (antimoon, seleen); granulaten uit bouw- en sloopafval (sulfaat; opsplitsen van partijen); baggerspecie: (fluoride, sulfaat); tarragrond (minerale olie, DDD/DDE/DDT, aldrin/dieldrin/endrin); klei (DDD/DDE/DDT, drins). Algemene kwaliteitsgerelateerde knelpunten zijn de verhoogde keuringsfequentie die het gevolg is spreiding in meetwaarden, het verschil in bemonstweringsinspanning bij grond en de tijd, kosten en kwaliteit van partijkeuringen., The aim of this study is to present the environmental quality of building materials after mid 1998, and to evaluate: - The applicability of building materials under conditions of the Building Material Decree, -The impact of the standards in the Decree on the (re)use of building materials. - The critical components and the extent to which they can be influenced. - Quality improvements compared to the ex-ante evaluation in 1997. - Problems encountered in practice. For this purpose, data on composition and leaching were collected and evaluated. The environmental quality was tested against the standards of the Building Material Decree. In general, data were evaluated for three heights: 0.2, 0.7, and 2.0 meter. 98-99 % of the materials is in compliance with the Building Material Decree. The total reuse of building materials of about 141 Mton in 1997 has increased to 155 Mton in 2001. This is caused by a doubling of the reuse of granular secondary building materials, especially slightly polluted soils and aggregates of construction and demolition waste. 76 % of the total use of building materials are primary and 24 % are secondary building materials.There are considerable problems to meet the requirements of the Building Material Decree for the following materials: cleaned soil (antimony); MSWI bottom ash (copper, molybdenum); mine stone (antimony, selenium); aggregates of construction- and demolition waste (sulphate); dredge spoil (fluoride, sulphate); tare soil (mineral oil, DDD/DDE/DDT, aldrin/dieldrin/endrin) and clay (DDD/DDE/DDT, drins). General quality-related problems are intensified inspections induced by measurement dispersion and time, costs and quality of batch inspections.
- Published
- 2002
246. Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen: Inventarisatiegegevens 1989-2000
- Author
-
Van Ruiten, L.H.A.M. (author) and Van Ruiten, L.H.A.M. (author)
- Abstract
Ten behoeve van het beleid voor de bouwgrondstoffen-voorziening worden jaarlijks cijfers ingezameld over de productie en afzet van secundaire grondstoffen. Daarbij wordt tevens aandacht gegeven aan actuele ontwikkelingen rond deze grondstoffen. Voor het jaar 2000 zijn de volgende secundaire grondstoffen meegenomen: AVI-bademas, AVI-vliegas, breekasfalt, E-bodemas, E-kunstgrind, E-vliegas, fosforslakken, freesasfalt, gereinigde en licht verontreinigde grond, grond uit boortunnels, grondtarra, hoogovenslakken, metselwerk- en betongranulaat, onthardingskorrels van drinkwaterbereiding, RO-gips, staalslakken en zeefzand. De productie en afzet van het totaal van secundaire grondstoffen vertoont een gestage toename sinds het begin van de monitoringsactiviteiten. Ongeveer 95% van de secundaire grondstoffen wordt afgezet, een percentage dat langjarig gelijk is gebleven. De kwaliteit van het cijfermateriaal is voor diverse secundaire grondstoffen inmiddels redelijk gaed. Vaar sommige grondstoffen wordt echter verdere verbetering aanbevolen.
- Published
- 2001
247. De planning van ontgrondingen
- Author
-
Ike, Paul, Ike, Paul, Ike, Paul, and Ike, Paul
- Abstract
Dit onderzoek is gericht op de afstemming van vraag en aanbod van oppervlaktedelfstoffen. De afstemmingsproblematiek wordt geanalyseerd vanuit een perspectief van planning en besluitvorming. Doel van deze studie is het verkrijgen van nieuwe inzichten om de planning van ontgrondingen op rijksniveau beter te laten verlopen en te onderbouwen. Daarbij wordt primair gekeken naar de verticale coordinatie en afstemming van de planningsproblematiek tussen het rijk en de provincies. Hierbij komen zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten aan bod.De aandacht gaat vooral uit naar oppervlaktedelfstoffen met een zogenaamde regionale schaarste. Regionale schaarste wordt omschreven als het relatieve gebrek aan een oppervlaktedelfstof in een bepaald gebied, in het licht van de op basis van de eigen behoefte van een gebied gegenereerde vraag naar deze delfstof. ...Zie: Samenvatting
- Published
- 2000
248. Bronnen van molybdeen in AVI-reststoffen
- Author
-
LAE, Brandes LJ, Wesselink LG, Meijer PJ, LAE, Brandes LJ, Wesselink LG, and Meijer PJ
- Abstract
RIVM rapport:De nuttige toepassing van reststoffen van afvalverbrandingsinstallaties (AVI's ) als bouwstof wordt beperkt, doordat de uitloging van o.a. molybdeen de daarvoor gestelde norm overschrijdt. De kwaliteit van de reststoffen met betrekking tot molybdeen kan mogelijk worden verbeterd door de hoeveelheid molybdeen in het afvalaanbod naar de AVI (AVI-input) te reduceren. Hiervoor is het noodzakelijk een gedetailleerd inzicht te hebben in de herkomst van molybdeen in de AVI-input. In dit rapport wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van de toepassingen van molybdeen in produkten en produktieprocessen en de route naar de AVI, op basis van informatie van bedrijven, brancheorganisaties, andere instellingen en literatuur. Uit de studie blijkt dat een aantal mogelijke bronnen in huishoudelijk afval geen relevante bijdrage levert aan de input naar de AVI. Het betreft kunststoffen, verven, toners, pigmenten, electronica, email, smeermiddelen en brandvertragers. De grootste bijdrage aan de AVI-input van molybdeen via huishoudelijk afval is de zogeheten 'restfraktie'. Deze verzamelfraktie bevat diverse bronnen van molybdeen, waaronder 'natuurlijke' bronnen als GFT, asresten en grond. Bronnen van molybdeen in bedrijfsafval die in de AVI's worden verbrand konden niet eenduidig worden vastgesteld., The re-usability of Municipal Solid Waste Incinerator residues (MSWI residues) for building material is limited, because the leaching of some substances, including molybdenum, does not meet environmental standards. Since the quality of MSWI residues may be improved by reducing the molybdenum load in waste to be incinerated, detailed insight is required into the origin of molybdenum. The inventory of the uses of molybdenum in products, production processes and pathways to the MSWIs is based on information obtained from producers, trade-organisations, research institutes and the literature. The study shows that some potential sources of molybdenum in municipal solid waste do not contribute to the molybdenum load in MSWI input. These are plastics, dyes, toners, pigments, electronics, enamels, lubricants and fire retardants. The largest contribution to the MSWI input by municipal waste is the so-called fraction of residue waste. Sources of molybdenum in this fraction are bio-waste, ash and soil. Sources of molybdenum in industrial waste to be incinerated could not be determined unequivocally.
- Published
- 1998
249. Analyse verpakkingsafval in 1997: ter Monitoring van het Convenant Verpakkingen I
- Author
-
LAE, Joosten JM, LAE, and Joosten JM
- Abstract
RIVM rapport:In het kader van het Convenant Verpakkingen wordt door het RIVM jaarlijks gemeten hoeveel verpakkingsmateriaal als afval vrijkomt en hoeveel wordt hergebruikt. De meting heeft betrekking op verpakkingafval afkomstig van huishoudens, de kantoor-,winkel -en dienstensector en de industrie. De hoeveelheid verpakkingsafval uit huishoudens wordt bepaald aan de hand van sorteeranalyses van het RIVM (afval samenstelling) in combinatie met gegevens van het CBS (hoeveelheid afval). In de twee overige sectoren wordt gebruik gemaakt van een enquete. Tussen 1996 en 1997 steeg de totale hoeveelheid verpakkingsafval met circa 0,5 %. De stijging komt nagenoeg geheel voor rekening van het huishoudelijk verpakkingsafval.Ten opzichte van 1986 steeg de totale hoeveelheid met ongeveer 17%. In 1997 werd 55% van het verpakkingsafval hergebruikt. Dat is 3% meer dan in 1996. Daarbij lagen glas (75%), papier (65%) en blik (72%) boven het gemiddelde. Het hergebruik van aluminium (15%) en kunststof (12%) blijft bescheiden. De vrij grote groei van het hergebruik van blik is te danken aan meer verbrandingscapaciteit en meer verbrand huishoudelijk afval. De uit de reststoffen terug gewonnen hoeveelheid blik is daarmee teogenomen., This analysis forms part of a monitoring system to check on the progress made in realizing the objectives laid down in the Dutch Packaging Convenant (an agreement between the Dutch government and 'the packaging chain'). It provides information on the amount, composition and destination of packaging waste from households, the commercial sector and the industry. The amount and composition of packaging waste originating from households has been measured for the last 20 years by means of sorting analyses. Questionaires were used to measure packaging waste from the commercial and indutrial sectors for 1992-1997. Between 1996 and 1997 the total amount of packaging waste increased by 0.5 %. The increase was almost totally caused by the increase of packaging waste originating from households. Compared to 1986 the total amount of packaging waste increased by approximately 17%. In 1997 about 55% of the total amount of packaging waste is reused. That is 3 % more than in 1996. Glass (75%), paper (65%) and steel (72%) do score higher than the overall average. Reuse of aluminum (15%) and plastic (12%) remains modest.
- Published
- 1998
250. Analyse verpakkingsafval in 1996 ter Monitoring van het Convenant Verpakkingen
- Author
-
LAE, Hanemaayer AH, Joosten JM, LAE, Hanemaayer AH, and Joosten JM
- Abstract
RIVM rapport:In het kader van het Convenant Verpakkingen wordt door het RIVM jaarlijks gemeten hoeveel verpakkingsmateriaal als afval vrijkomt en hoeveel wordt hergebruikt. De meting heeft betrekking op verpakkingsafval afkomstig van huishoudens, de kantoor-,winkel- en dienstensector en de industrie. De hoeveelheid verpakkingsafval uit huishoudens wordt bepaald aan de hand van sorteeranalyses van het RIVM (afvalsamenstelling) in combinatie met gegevens van het CBS (hoeveelheid afval). Voor de twee overige sectoren wordt gebruik gemaakt van een enquete. Tussen 1995 en 1996 steeg de totale hoeveelheid verpakkingsafval met 3%. De stijging komt geheel voor rekening van de kantoor-, winkel- en dienstensector. Ten opzichte van 1986 steeg de totale hoeveelheid met ongeveer 15%. In 1996 werd 52% van het verpakkingsafval hergebruikt. Daarbij lagen glas (72%), papier (62%) en blik (64%) boven het gemiddelde. Het hergebruik van aluminium (16%) en kunststof (11%) blijft bescheiden., This analysis forms part of a monitoring system to check on the progress made in realising the objectives laid down in the Dutch Packaging Covenant (an agreement between the Dutch government and 'the packaging chain'). It provides information on the amount, composition and destination of packaging waste from households, the commercial sector and the industry. The amount and composition of packaging waste originating from households has been measured for the last 20 years by means of sorting analyses. Questionaires were used to measure packaging waste from the commercial and indutrial sectors for 1992-1996. Between 1995 and 1996 the total amount of packaging waste increased by 3%. The increase was totally caused by the commercial sector. Compared to 1986 the total amount of packaging waste increased by approximately 15%. In 1996 about 52% of the total amount of packaging waste was reused. Glass (72%), paper (62%) and steel (64%) do score higher than the overall average. Reuse of aluminum (16%) and plastic (11%) remains modest.
- Published
- 1998
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.